Laos 4

Dinsdag 25 november

Vandaag gaan we 'big city' Vientiane ontdekken. Eigenlijk helemaal geen grote stad, want het is de kleinste hoofdstad van Zuidoost Azië. We ontbijten eerst bij Le Banneton, waar ze heerlijke baguettes hebben. Nadat we dit bodempje hebben gelegd, starten we met onze Tour de Wat. 'Wat' zul je denken; inderdaad Wat. In Vientiane zijn een groot aantal van dit soort Boeddhistische kloosters die je gezien moet hebben.

We beginnen gelijk met de belangrijkste: Wat Sisaket. Deze tempel, die tegenwoordig als museum dienst doet, is gebouwd tussen 1819 en 1824 en men zegt dat dit de oudste overgebleven tempel van Vientiane is. Rondom het hoofdgebouw is een galerij die helemaal vol staat met Boeddha beelden; grote, kleine, in nisjes, van alles. Dit hebben we nog niet eerder zo bij een tempel gezien.

Nadat we elk hoekje van deze rookvrije tempel hebben gezien, gaan we naar de overkant van Rue Setthatirath waar nog een voormalige tempel die is omgeturnd tot museum: Haw Pha Kaeo. De tempel is ooit speciaal gebouwd om de emerald Boeddha een plek te geven, maar helaas heeft Thailand deze Boeddha nooit teruggegeven. De tempel is ondanks de grauwe kleur, prachtig door de fraai bewerkte gevel.

Wanneer er drietal bussen met Koreaanse toeristen wordt leeg gegooid bij deze tempel is dat voor ons het teken om verder te gaan. We lopen langs de Wat Simuang en vinden dat we inmiddels wel een versnapering hebben verdiend. Het is bloedheet in Vientiane. We nemen wederom plaat bij Le Banneton en genieten van een cappuccino met een appelbroodje.

Dan is het tijd voor ons tweede lusje van deze tour. Ter afwisseling lopen we naar het Nationaal Museum, maar dat is zo'n vergane glorie dat we die bezichtiging maar uitstellen tot een volgend bezoek aan Vientiane. Op weg naar onze volgende tempel komen we langs de Fruit Heaven. Dit past goed bij het thema van onze ronde dus we nemen plaats en bestellen een heerlijke fruitshake; je moet de inwendige mens niet vergeten! Vanochter onze shake valt ons opnieuw de chaos aan electriciteitsdraden op; grote kluwen draden hangen aan de betonnen palen langs de weg. De mussen bouwen er zelfs nesten in. Hett is eigenlijk onvooorstelbaar dat we hier steeds electriciteit hebben.

Bij een volgende poging om Wat Inpaeng te bereiken worden we afgeleid door een tweetal warenhuizen. De aantrekkingskracht is te groot dus we gaan naar binnen. De collectie is dubieus, het lijkt nep-spul, maar sommige spullen hebben Europese prijzen. We houden de portemonnee op zak en doen opnieuw een poging om de volgende Wat te bereiken. 

Dit keer geen obstakels en zonder kleurscheuren bereiken we dan eindelijk Wat Inpaeng. In vergelijking met Wat Sisaket is het maar een klein tempeltje en bovendien lijken alle monniken net met lunchpauze te zijn gegaan. We maken nog een paar fotootjes, maar gaan dan verder naar Wat Ongteu. Deze tempel lijkt meer op een openbare parkeerplaats door alle auto's die er geparkeerd staan. De tempel ziet er bovendien wat 'nieuwtjes' uit. De Wat wordt niet beschreven in de Lonely Planet, waardoor hier geen toeristen zijn. Het is wel erg leuk dat hier veel monniken rondlopen en er ook les gegeven wordt aan monniken. 

De volgende halte is aan de overkant van de weg bij Wat Haysok. Een grote, oude tempel met mooi houtsnijwerk op de voorgevel van het hoofdgebouw. We glippen nog net voordat een monnik de tempel op slot wil doen naar binnen en bewonderen het interieur met een groot aantal Boeddha's. We verlaten het terrein daarna via de achteruitgang en gaan naar onze laatste stop: Wat Mixay. Het entree en het hoofdgebouw van deze tempel hebben een beetje een Bangkok-style met van die houten  reuzen-bewakers. 

Dit is echter niet het leukste aan de Wat. Er is nl. ook een schooltje op het terrein en de kinderen vinden het prachtig wanneer we met onze camera's de klas inkomen. Of de juf er ook heel blij mee was, konden we niet zien.

Deze laatste tempel is op een steenworp van JOMA cafe en dat komt goed uit want het is inmiddels 14:00 uur en er begon wat rommelen boven de navel.

Voor de middag resten er nog een tweetal bezienswaardigheden, maar die liggen iets verder van het centrum. We twijfelen of we zullen gaan fietsen, een scooter huren of een tuk-tuk nemen, maar kiezen uiteindelijk toch weer voor de benenwagen. 

Het is bijna drie uur en nog steeds is het erg warm. We proberen dus zoveel mogelijk in de schaduw te lopen. Het eerste doel komt al snel in zicht. Aan het einde van de Lane Xang Avenue zie we de contouren van de Patuxai al. Dit bouwwerk is Vientiane's 'Arc de Triomphe', hoewel het officieel het 'Victory Monument' heet en een eerbetoon is aan alle Laotiaanse strijders die zijn omgekomen in de pre-revolutionare oorlogen. Het betonnen monster is gebouwd met cement dat is gedoneerd door de Amerika tbv de aanleg van de luchthaven. Gekscherend wordt de betonnen kolos ook wel de verticale landingsbaan genoemd. 

Voor onze laatste bezienswaardigheid van de dag moeten we nog een kilometertje verder lopen. Het is een typisch geval van 'last but not least'. De Pha That Luang is het belangrijkste nationale monument van Laos. Het symbool van Boeddhisme en de soevereiniteit van Laos. We lopen om 15:55 uur naar de ingang en zien daar de openingstijden staan: 's-middags van 13:00 uur tot 16:00 uur. We kopen snel kaartjes en gaan naar binnen. Een muur met kleine raampjes omringt de 45 m hoge gouden stupa. Volgens de legende hebben Ashokan missionarissen uit India in de 3e eeuw hier een stupa gebouwd om er een stuk van Boeddha's borstbeen bewaren. Wij hebben dit relikwie nergens gevonden, maar laten we de Boeddhisten maar op hun woord geloven. De stupa wordt omringd door verschillende tempels en heel veel Boeddha beelden, waaronder een liggende. We dwalen wat over de omliggende terreinen en kijken onze ogen uit.

Inmiddels is de poort naar de Pha That Luang gesloten en gaan wij weer op weg naar het centrum van Vientiane. We komen weer langs de Patuxai die er door de ondergaande zon wat lieflijker uitziet dan in de brandende zon zo'n anderhalf uur geleden. We lopen verder en het kost af en toe moeite om de weg over te steken. Het is inmiddels spitsuur en de kamikazes vliegen ons om de oren.

Rond 17:30 uur zijn we weer bij het hotel en gaan we naar de kamer om even bij te komen van de kleine 10 km die we vanmiddag hebben afgelegd.

's-Avonds eten we bij Khopchaideu en gaan daarna nog even naar avondmarkt bij de Mekong-oever. Deze markt lijkt wel wat op de avondmarkt in Luang Prabang en is met z'n koopwaar vooral op de toerist gericht. Kraampjes met kleding, tassen, elektronica,, Boeddhabeeldjes,, badslipper  en natuurlijk eten  staan in lange rijen opgesteld. We houden ook nu de hand weer op de knip (dit wordt een lekkere goedkope vakantie) en gaan een cappuccino drinken bij True Coffee, want die smaakt daar voortreffelijk. Daarna lopen we over de drukke Rue Setthatirath met al z'n stadse neonreclame en drukke verkeer weer terug naar het hotel. Heel lang zijn we niet in Vientiane geweest, maar we durven toch wel te zeggen dat we Vientiane gezien hebben.    


Woensdag 26 november

Vandaag hoefden we alleen maar met de bus naar Tha Kheck en aangezien die bus pas om 13:00 uur zou vertrekken hadden we even de tijd om te nixen.

Eerst zijn we naar de Scandinavian Bakery gegaan voor een heerlijk ontbijtje met verse broodjes en La Vache Qui Rit. Deze smeerkaas hadden we in Vang Vieng al eens op de kop getikt, maar toen bleek er schimmel in te zitten (jammie!). Normaal houden we wel van een pittig stukje Franse schimmelkaas, maar toen hebben we het hele doosje maar in de afval gekieperd.

Na het ontbijt zijn we nog een keer naar de Wat Sisaket gegaan, want Diana was niet helemaal tevreden over haar Boeddha-foto's. Dus nog maar een keer de 50 cent entree betaald en nog een serie foto's geschoten. Onze topfotograaf leek tevreden, maar of het helemaal perfect is zal thuis moeten blijken wanneer ze onder het vergrootglas worden bekeken. Na deze foto-shoot was het wel weer tijd voor een versnapering. Een heerlijk bakkie cappuccino, in de schaduw op het terras. Het was nog maar net 10 uur geweest, dus nog steeds geen haast. Rustig lepelen we het laatste schuim uit onze koffiekopjes.

Als het kopje helemaal leeg is, slenteren we wat door de hoofdstraat en komen we langs Friends 'n  Stuff. Een winkeltje waar allerlei producten worden verkocht die gemaakt zijn door straatkinderen. Het is lastig om een keuze te maken, dus om alles goed op een rijtje te kunnen zetten lopen we eerst iets verder naar de Fruit Heaven om nog zo'n heerlijke fruitshake naar binnen te slurpen. Als het glas vol vitamines (en dikmakers) leeg is gaan we terug naar Friends 'n Stuff en koopt Diana er een prachtig sieraad: een ring gemaakt van een theelepeltje (dat moet je zien!). Na deze mega-aankoop gaan we naar JOMA bakkery voor een vroege lunch. De bustocht van vanmiddag duurt zeker 5 uur en ze komen ons om 12:00 uur al ophalen, dus dit is onze laatste kans voor een degelijke lunch.

Rond 11:30 uur gaan we dan terug naar het hotel en pakken onze tassen in. We checken uit en nemen plaats in de lobby van het hotel, in afwachting van onze 'taxi'. Om 12:05 rijdt het busje voor dat ons naar het busstation zal brengen. Het zuidelijke busstation is maar liefst 9 km buiten het centrum gelegen, dus we genieten nog een laatste keer van de drukte in Vientiane.

De bus naar Tha Kheck staat er al en het is niet zomaar een bus. De dubbeldekker heeft bovenin stoelen en beneden staat een soort hoekbank opgesteld. Voor de ramen hangen lichtblauwe gordijntjes gedrapeerd. Het geheel wordt gecompleteerd met spiegels aan de plafonds; heel chic! Het busstation lijkt wel op een bakkerij. De baguettes liggen hoog opgestapeld bij de kraampjes in de buurt van de bussen. We vragen ons af of de combinatie van uitlaatgas en stokbrood een hele smakelijk is.

De bus is dit keer niet vol en er zitten al helemaal niet veel toeristen in. Dat hebben we de afgelopen paar ritjes wel anders meegemaakt. Hoewel zo'n VIP-bus normaal gesproken niet stopt om nog meer passagiers op te pikken maakt deze chauffeur een uitzondering. Her en der gaat hij op de rem om z'n bus vol te krijgen. Het is ook voor de eerste keer dat de bus is uitgerust met een tv en dat zullen we weten ook. De hele rit worden we verwend met stompzinnige Indiaas aandoende filmpjes en videoclips van populaiire liefdesliedjes. 

De rit verloopt verder zonder problemen. Halverwege is er nog een toilet-stop en wanneer rond 18:00 uur donkerder wordt, doet de chauffeur er nog een kitsch-schepje bovenop en ontsteekt hij kleurrijke led-verlichting in de bus. Als een rijdende kerstboom gaan we het laatste stukje naar Tha Kheck.

Op het busstation worden we met z'n achten in een kleine tuk-tuk gepropt en gaan we op weg naar ons hotel. Wij worden als laatsten eruit gegooid, maar het wachten wordt beloond. Ons hotel bevindt zich in een prachtig opgeknapt koloniaal gebouw en staat aan de Mekong. Wij hebben een kamer met een klein balkonnetje dat hierop uitkijkt. De verlichting van het Thaise stadje aan de overkant, spiegelt in het gladde oppervlak van de rivier. Het is een plaatje!

Donderdag 27 november

We hadden heerlijk geslapen, maar dat is ook niet zo gek na de reisdag van gisteren. Het ontbijt was dit keer inclusief, dus we schuiven aan in het restaurant. Het gebakken ei met spek smaakt heerlijk op de licht geroosterde toast.

Na het ontbijt gaan we eerst de laundry-service. We hebben inmiddels zo'n berg wasgoed dat we bijna door de onderbroeken heen zijn. Er zit een laundry-service naast de tourist-information, dus dat komt goed uit. We besluiten er naar toe te wandelen, maar merken gelijk dat het hier verschrikkelijk warm is; het zweet loopt over de rug terwijl we toch heel rustig lopen. Er staat geen zuchtje wind; de blaadjes hangen bewegingloos aan de boom. We lopen langs de Mekong waar een lokale vrouw alweer bezig is met het eten van vanavond: kippenpoten (maar dan ook echt het onderste gedeelte) en kikker-saté. We kunnen niet wachten.

We geven de plastic tas met wasgoed af aan de vrouw bij de laundry-service en in gebarentaal, ondersteund met wat wapperend papiergeld blijkt het ons dit keer 45.000 kip te kosten (= 4,50 euro). Dan naar de overkant om bij de tourist-information wat meer te horen over de bezienswaardigheden in de omgeving. Ook hier speelt het natuurschoon in de omgeving de belangrijkste rol en zijn er overal grotten en waterpoeltjes te vinden. Het is een kwestie van weg 12 volgen en dan wijst het zich vanzelf.

Lopen en fietsen valt met deze temperatuur af, dus we gaan voor een scooter. We komen uit bij Mad Monkey, een Duitser die net iets beter spul verhuurd dan de lokale aanbieders. Hij adviseert een Honda Zoomer-X, 1100cc, automaat. Het zal wel. Wij vonden de rode kleur wel mooi.

We trappen de bak aan en gaan op weg. Eerst even Tha Kheck uit. Het is best een grote stad. Ze hebben zelfs verkeerslichten en een rotonde. Als we eenmaal op de 12 rijden, komen we er al snel achter dat het een b-weg is waar behoorlijk wat vrachtverkeer over naar Vietnam gaat. De stoere Mack's denderen ons regelmatig voorbij. Al snel komen we bij de afslag voor ons eerste doel. Op een bordje staat dat de Boeddha-cave 9 km verderop is, dus we verlaten de hoofdweg. Die 9 km blijken over een soort zandpad te gaan met gaten en bulten. Het voelt net als een kermisattractie op onze scooter, maar dat kan ook aan de stuurmanskunsten liggen. We hebben een half uur nodig om de Boeddha-cave te bereiken en gelukkig heeft de lokale middenstand er aantal eet- en drinkkraampjes neergezet. Wij gaan eerst aan een infuusje Pepsi en lopen dan de laatste paar honderd meter naar de grot. Heel origineel zijn de Laotianen niet met het geven van namen aan een grot; je hebt een grot en er staan Boeddha's in, laten we het een Boeddha-grot noemen.

Het is even diep door de knieën om de grot binnen te komen, maar dan blijkt het toch best een hele mooie grot te zijn met stalactieten, stalagmieten en natuurlijk Boeddha's. Helaas mogen we geen plaajes schieten, dus er is geen bewijs van. Je moet ons maar geloven (anders hadden we toch wel een andere foto hiernaast geplaatst). 

Direct onder de Boeddha-grot, bevindt zich nog een grot: Tham Pa Seuam. Dit is een grot die vol water staat en waar je met een kano doorheen wordt gevaren. Het lijkt een beetje op de beroemde Tham Konglor grot. Het verschil zit 'm in de lengte; deze Tham Pa Seuam is 400 m lang en de Tham Konglor is 7 km lang. Gelukkig is lengte niet het belangrijkste! Ook deze grot is weer prachtig. De bootsman manoeuvreert ons tussen de stalactieten en stalagmieten door, waarbij hij geen foutloos parcours vaart. Regelmatig raken we een kalksteen-druiper; het lijkt wel of het zijn eerste keer is.

We betalen de bootsman, wensen hem veel succes met z'n carrière en gaan weer op weg naar onze Pepsi leverancier. We vullen het vochttekort weer wat aan en stappen op onze scooter voor de stoffige 9 km terug. De karstformaties waar we tussendoor rijden zijn weer magistraal, dus dat maakt een hoop goed.

Bij de verharde weg aangekomen slaan we linksaf en razen met het verkeer mee. Ons scootertje doet met gemak 60 km/u, maar veel harder lijkt ook niet verantwoord op een asfaltweg in Laos in korte broek en shirt met korte mouwen.  

We besluiten eerst naar Mahaxai te rijden en daar te lunchen. We zien dan wel op de terugweg welke grotten we nog aandoen.Het is genieten onderweg. Prachtige berglandschappen schieten voorbij. Sommige doen ons denken aan Tsingi in Madagascar en andere weer aan Zuid-China. De weg is veel beter dan de wegen die wij tot nu toe met de bus hebben aangevallen, dus we rijden lekker door. In Mahaxai zoeken we een restaurantje uit, maar de menukaart heeft hier geen Engelse ondertiteling. Diana moet dus weer met handen en voeten duidelijk maken dat we alleen maar wat gebakken rijst willen hebben. We gaan zitten aan het chique plastic meubilair en na 10 minuutjes blijkt dat de vrouw des huizes begrepen heeft wat wij wilden hebben. Er ligt zelfs een gebakken eitje op!

Mahaxai is niet veel meer dan een stoffig kruispunt op weg 12 en is slechts 100 km verwijderd van de Vietnamese grens. Wanneer we nog 50 km verder zouden rijden dan komen we bij de zogenaamde Ho Chi Minh trail. De HCMT was een netwerk van zandwegen en modderpaden dat parallel liep aan de grens tussen Vietnam en Laos en waarover het Noord-Vietnamese leger tussen 1966 en 1971 zijn manschappen en materieel vervoerde om zo Zuid-Vietnam te verrassen. Dit alles is in strijd met  de Geneefse Conventie van 1962, dus is het bestaan van de trail altijd ontkend door Noord-Vietnam, net zo goed als de Verenigde Staten ontkende dat ze de trail bombardeerden, ondanks de 1,1 miljoen ton bommen die er zijn afgegooid. 

Weer even terug naar vandaag: wij besluiten dus onze brommert om te draaien en het stuur op Tha Keck te richten. Zo gezegd, zo gedaan. We maken de ene fotostop na de andere en rijden ook nog naar de Pha In grot die bijna aan de weg ligt. De grot stelt daar niet zo veel voor, maar de karstformatie waar deze grot zich bevindt is wel bijzonder. 

Wanneer we in de buurt van Tha Keck komen zien we dat het watermeloenentijd is. Aan de kant van de weg zitten vrouwen bij stalletjes met stapels watermeloenen. Ze maken het zichzelf wel lastig door met tien stalletjes naast elkaar te gaan zitten, maar zo gaat dat hier blijkbaar.  Terug in Tha Keck spoelen we het stof weg met een grote Beerlao en rijden we vervolgens nog even langs de laundry-service om onze was op te halen. Nadat we onze scootmobiel afgetankt hebben brengen we deze weer terug naar Mad Monkey en gaan we op een terras aan de Mekong zitten om daar de zon onder te zien gaan. Moe, maar voldaan, bla, bla, bla, bla, .....   

Vrijdag 28 november

We zijn vooral in Tha Keck blijven hangen vanwege het hotel. Het koloniaal aandoende gebouw is schitterend gelegen aan de Mekong en de inrichting met hardhouten vloeren, witte muren en kroonluchters is rustgevend. Daar waren we blijkbaar wel even aan toe na 3 weken rondtrekken, waarbij we af en toe overnachtten in guesthouses van 7 euro per nacht en we ons afvroegen of het bedlinnen wel was gewassen sinds de vorige gast(en).

Er stond dus eigenlijk niets op het programma vandaag en tot 10:00 uur lezen we een tijdschriftje op ons balkon. Wanneer echter de zon weer om de hoek komt kijken, is het hier al snel niet meer te houden en wandelen we een stukje langs de Mekong. In de schaduw van de bomen is het goed toeven, maar zodra je de zon op de bakkus hebt, loopt het zweet in straaltjes van de rug. Een paar honderd meter van ons hotel draaien we weer om en gaan we naar het Inthira hotel voor een fruitshake.

Na de versnapering lopen we nog wat door het centrum van Tha Kheck. Het stadje is overdag behoorlijk verlaten. De meeste toeristen die hier naar toe komen gaan een 4-daagse ronde per motor of scooter maken. Van deze ronde hebben wij gisteren het eerste deel gedaan en het is jammer dat we niet een weekje meer vakantie hebben, want dan zouden wij die ronde ook wel hebben willen maken.

Op onze ronde door het stadje bezoeken we de lokale Wat en kopen ook alvast onze buskaarten voor de rit van morgen naar Pakse. Omdat we toch jeuk krijgen van een hele dag nixen, besluiten we rond 11:30 uur toch maar een paar fietsen te gaan huren. We fietsen zuidwaarts richting de Pha That Sikhottabong, omdat we in de Lonely Planet hadden gelezen dat die tempel wel de moeite waard is. 

Tot onze schrik zien we dat de blaadjes aan de bomen bewegen; zou er nu dan toch een briesje wind zijn? Door de rijwind is het op de fiets best wel lekker. Je moet alleen net hard genoeg gaan om niet om te vallen; elke trap extra levert onnodige zweetdruppels op. Aan de rand van Tha Keck komen we in de drukte van leeglopende scholen terecht. Twee toeristen op fietsjes met mandjes is natuurlijk best wel interessant voor ze, dus we worden regelmatig vriendelijk begroet door dat tuig en heel soms in het Engels. Wanneer alle fietsende en brommende school-tenuetjes een zandpad zijn ingeslagen of bij huis zijn afgestapt trappen wij nog een paar kilometer door naar de tempel.

Wanneer we de gouden spits van de stupa zien slaan ook wij een zandpad in en slalommen we tussen de koeien door naar het tempelcomplex. Het lijkt er in eerste instantie op dat alles gesloten is; we rammelen aan poorten en proberen een schuifhek los te krijgen. De oplossing blijkt veel simpeler. We staan nl. aan de verkeerde kant van de tempel en wanneer we nog een klein stukje verder fietsen worden we als vorsten onthaald. We mogen zelfs de fiets op het tempelterrein parkeren. Het zal wel iets te maken hebben met de entree-kaartjes die vervolgens onder onze neus worden gehouden.

We maken een rondje over het terrein en net als in Vientiane glippen we nog net voordat de deuren dichtgaan de tempel in. Zoals altijd heerst er een serene rust en kijkt een mega-Boeddha op je neer. Aan de voeten van de Boeddha liggen schalen met kaarsjes die nog gebrand moeten worden en ook de typische 'bloemstukjes' van bananenblad met witte bloementjes, die als offer worden verkocht, liggen erbij. We willen de vrouw met de sleutel niet te lang laten wachten, dus we schieten een paar plaatjes en verlaten de tempel.

Op het bijgelegen terrein nemen we drankje om het vochtverlies te compenseren. Het lijkt hier nog wel een gezellige boel te worden, want er staan verschillende eetkraampjes waar de verschillende gerechtjes al op de bbq liggen. Wanneer we daar ook weer de kikker-sate (van nog levende kikkers) tussen zien liggen, is het voor ons tijd de stalen ros van het slot te halen.

We fietsen weer terug naar Tha Keck en besluiten daar eerst te lunchen voordat we met het middagprogramma beginnen (pfffffffffff). Hoewel we aan een tafeltje in de schaduw zitten en er af en toe een luchtstroom van een ventilator onze kant op komt, breekt het zweet aan alle kanten uit. Tot overmaat van ramp vindt de de kok het dan nodig om even een pannetje chilipepers te bakken. De rook die daarbij vrijkomt slaat direct op de luchtwegen waardoor alle aanwezigen het op een hoesten en proesten zetten. Met vriendelijke groet, was getekend, de kok.

Na de voedzame en luchtwegprikkelende lunch stappen we weer op de fiets. Het plan is om naar de 'Greatwall' te gaan. We hebben hierover iets gelezen bij de Tourist Information. Het zou een soort mini-Chinese-muur moeten zijn die de stad ooit heeft beschermd tegen indringers. Omdat we niet precies weten waar het is, gaan we naar de Tourist Information om de weg te vragen. Daar horen we dat we richting de Mekong moeten, dan rechts en vervolgens op weg 13 nog 8 km. Die laatste opmerking over die 8 km doet ons wel even slikken; nog een keer 16 km in deze hitte...... 

Maar goed, nu niet piepen, trappen met die fiets. We gaan naar de Mekong, slaan rechts af en alsof Boeddha himself het heeft begrepen loopt de ketting bij Diana eraf. Er zit maar één ding op: fiets inleveren en drankje pakken. Alsof we het jammer vinden dat de ketting eraf ligt, leveren we met veel trieste gebaren onze fietsen in. We hadden nog zo graag....., jammer dat dit gebeurt....., moeten we dat missen.......

We kunnen het van ons af zetten en gaan naar het hotel waar we onder het genot van een drankje weer op ons balkon plaats nemen en de tijdschriften uitlezen. Dit kun je uuuuuuren volhouden. Rond 17:00 uur gaan we op het terras aan de Mekong zitten en genieten opnieuw van een een prachtige zonsondergang. Hier kun je geen genoeg van krijgen!

 

   

Geen opmerkingen: