Laos 1


Grotere kaart weergeven



Zaterdag 8 november

Het is een beetje een ritueel geworden; huis aan kant, rugzakken pakken, 10 keer controleren of we niets vergeten zijn om vervolgens veel te vroeg klaar te zitten, in afwachting van de 'taxi'. Dit jaar werden we weer met het bakkie van Henny naar het station gebracht.
Van de NS kregen we een gratis omleiding via Utrecht, waar we als bonus ook nog eens 10 minuten extra mochten wachten; we wisten dat we gematst waren.
Het inchecken op Schiphol verliep voorspoedig en met net 22 kilo bagage voor de komende maand hadden we wel weer een laagterecord te pakken. Waarom het dit keer zo weinig was blijft gissen, maar we dachten zelf aan het ontbreken van de nougat-blokjes. Op weg naar de gate hebben we eerst een heerlijk pizza'tje verorberd waarna we de lange wandeling naar E17 hebben ingezet. Onderweg kwamen we langs kertstbomen en mega Delfts Blauw. Ach, het brengt je al gelijk in de vakantie-stemming!

Etihad lat er geen gras over groeien; mooi op tijd boarden en ook mooi op tijd de lucht in. We zien op het beeldschermpje voor ons dat we niet over de Oekraine hoeven, dus dat is een opluchting. Wel vliegen we over de grens tussen Iran en Irak, ook niet echt de meest vredelievende landen.

Piloot Pedro brengt ons in 6 uur en een kwartier naar Abu Dhabi en het is een goed verzorgde vlucht. Veel slapen doen we niet, maar dat komt in Bangkok wel. In Abu Dhabi haasten we ons naar gate 34. we hebben niet genoeg tijd om op de luchthaven wat te eten, maar het is wel lekker om even de benen te strekken. Ook nu weer op tijd boarden en op tijd de lucht in en ook weer goede verzorging aan boord, Piloot John Johnsen (wederom een typisch Arabische naam) heeft een half uurtje minder nodig dan Pedro om ons in Bangkok te brengen. Wanneer we in Bangkok de aankomsthal uitlopen, valt er een klamme deken over ons heen; dat zal nog wel even wennen worden.

Maandag 10 november

Ondanks de lange reisdag was het niet gelukt om goed te slapen; de jetlag speelde ons nog parten. We waren net goed en wel in slaap, toen om 5 uur de wekker alweer ging. Geen getreuzel, want onze vlucht naar Chiang Rai stond gepland om 07:35 uur. De shuttle-bus van het hotel bracht ons weer naar de luchthaven. Inchecken, nog even een broodje met een bakkie thee naar binnen werken en dan naar de gate. Het fraai beschilderde toestel van Bangkok Airways stond al op ons te wachten. Ook hier weer alles keurig op tijd en na een vlucht van iets meer dan een uur, waar zelfs nog een koude bami met aardappelsalade geserveerd werd, stonden we om 08:50 uur al op Chiang Rai International Airport.

Vanaf de luchthaven was het 10 minuten met de taxi naar het busstation. De bus die rechtstreeks naar Luang Namtha zou gaan, vertrok pas om 12:00 uur. We hebben geen zin om meer dan twee uur op dit busstation te wachten, dus we nemen de bus van 10:00 uur naar Huay Xai. Huay Xai, dat eigenlijk altijd Bokeo wordt genoemd, ligt net over de grens in Laos. Daar zien we dan wel weer verder. Het ritje naar Bokeo verloopt voorspoedig en om 12:30 uur staan we aan de Thaise kant van de 4e friendshipbridge over de Mekong. Het uitstempelen bij de grens gaat snel en ook het visum voor Laos werd, aan de andere kant van de brug, snel in ons paspoort geplakt. We rijden nog een paar kilometer en om 13:15 uur worden we al gedumpt op het busstation van Bokeo.

Bij het busstation van Bokeo eten we een fried rice (nasi) en wachten dan tot onze bus naar Luang Namtha vertrekt. Het is hier gruwelijk warm en we trekken zoveel kleren uit als fatsoenlijk is. Om 15:00 uur vertrekt dan onze oude 16-zits bus naar Luang Namtha en we zetten ons schrap voor de rit van 4 uur. Het is gelijk te merken dat we de grens over zijn gegaan (of we willen het graag zo zien). Het lijkt allemaal net een tandje minder; minder grote wegen, minder grote dorpjes, mindere chauffeur, maar het voelt wel gelijk veel beter. De omgeving waar we doorheen rijden is fantastisch met veel bergen, uitgestrekte bossen en overal authentiek aandoende gehuchtjes. Het is al donker wanneer we bij het busstation van Luang Namtha aankomen en daar springen we snel in een sangthaw (pick-up met houten banken achterin) die ons naar downtown Luang Namtha brengt. De beschikbare hotelletjes zijn niet zo veel bijzonder, maar we doen het maar mee. Morgen gaan we naar Muang Sing dat 60 km verderop ligt.

Dinsdag 11 november

Na een behoorlijke nacht slapen, werden we gewekt door de lokale haan. Dat had de eigenaresse van ons guesthouse goed geregeld. Op het weer had ze waarschijnlijk wat minder invloed, want het miezerde toen we buiten kwamen. We gingen eerst op zoek naar de lokale bakker voor een ontbijtje. De baguettes en croissants waren niet helemaal wat we er van verwacht hadden, maar smaakten best.
Na het ontbijt gingen we op zoek naar een trekking-buro om te informeren naar de verschillende trekkingen die hier mogelijk zijn. In de hoofdstraat zagen we twee Akha-dames heel geïnteresseerd kijken naar een reclame bord waarop foto's te zien waren van de verschillende uitstapjes naar de bergvolkeren. Ze leken druk te discussiëren over de 'echtheid' van de tafereeltjes. Toen ze ons zagen gingen ze weer over tot de orde van de dag: souvenirs verkopen aan toeristen. Omdat Diana haar gang kon gaan met de fotocamera, heeft ze uiteindelijk 2 armbandjes gekocht van de vrouwen.
We zijn uiteindelijk bij Forest Retreat Laos naar binnen gelopen en tot onze verrassing werden we in het Nederlands aangesproken. Dat was wel heel handig! We bespreken de mogelijkheden en weten nu welke trek we willen gaan maken, maar besluiten toch om vandaag eerst naar Muang Sing te gaan. Dit kleine dorpje op 60 km van Luang Namtha is bekend van de grote ochtendmarkt die er elke dag is. De mensen komen van heinde en ver om hier hun waar te verkopen.

De bus naar Muang Singh zou om 11:00 uur vertrekken, dus we pakten onze spullen van de kamer en lieten ons met een songthaw bij het oude busstation afzetten. Het busje vertrok om weer mooi op tijd en de rit naar Muang Sing was prachtig. De weg liep parallel met de rivier, door het heuvelachtige landschap en in anderhalf uur waren we in Muang Sing. Omdat de lokale songthaw chauffeur ons probeerde af te zetten, besloten we te voet op zoek naar een hotel te gaan. Heel principieel, maar in deze hitte hadden we vooral onszelf daarmee. We checkten uiteindelijk in bij Phou Iu 2 guesthouse en namen er eerst wat te drinken en te eten.

Nadat de inwendige mens weer wat gerust was gesteld, gingen we bij de afdeling 'fietsen' van het guesthouse kijken. We wilden vanmiddag nog wel wat van de omgeving zien en dan is een fiets heel geschikt. Er stonden een paar acceptabele mountainbikes in de receptie en daarmee gingen we op weg naar Adima guesthouse, dat zo'n 10 km buiten Muang Singh ligt en van waar je een Akha dorpje kunt bezoeken. De fietsen zagen er in de showroom mooier uit dan dat ze fietsten. Diana had na een paar kilometer de bovenbenen al in de fik staan, dus een fietswissel was noodzakelijk. Rob op de fiets van Diana en vice versa; dat ging een stuk beter. Na zo'n drie kwartier kwamen we bij Adima guesthouse en daar hebben we eerst een versnapering genomen, want het viel toch niet mee op deze fietsen door het geaccidenteerde terrein.

Na de broodnodige suikers uit een Coca Cola, gingen we op weg naar het Akha-dorpje dat vlak achter Adima guesthouse bleek te liggen. Het dorpje bestond voornamelijk uit de huizen-op-palen die je hier zoveel ziet, maar helaas waren veel van de inwoners nog aan het werk in de fabriek (of op de rijstvelden). We liepen een paar rondjes door het dorp waarbij we vergezeld werden door sabaidee (hallo) roepende kinderen, die om de een-of-andere reden steeds hun handje op hielden. Blijkbaar waren wij niet de eerste toeristen die hier rondliepen (misschien wel de eerste die de kinderen geen snoep of geld gaven).

Tegen vieren stapten we weer op onze stalen ros en reden terug naar Muang Singh, ditmaal vooral down-hill dus dat ging wel lekker. Bij ons guesthouse zijn we op het terras gaan zitten en hebben een lekkere beerlao aan laten rukken; het leek wel of de fles bier uit de vriezer kwam! Omdat het aanbod van restaurants in Muang Singh minimaal is, eten we bij ons guesthouse een heerlijke roerbak-maaltijd. We gaan daarna al weer vroeg naar ons mandje, want de lokale markt is heel vroeg op z'n mooist.

Dinsdag 12 november

We hadden de wekker op 05:30 uur gezet omdat we niets wilden missen van de markt. Toen we echter een kwartiertje later het terrein van het guesthouse wilden verlaten, bleek alles nog op slot te zitten. Er was nergens iemand te vinden, dus er zat niets anders op dan maar weer even het bed in te duiken. Toen we het om 06:30 uur nog eens probeerden was het slot van het hek en konden we eindelijk naar de markt. Het was geen best weer; het miezerde en er lag een dikke laag bewolking over het dorp. veel triester konden we het niet treffen.
Bij de markt was het een drukte van jewelste. Scooters vlogen van alle kanten het marktterrein op, vrachtwagentjes reden af en aan en er werd druk onderhandeld over de prijs van de waren. Ook hier is weer van alles te koop en we kijken onze ogen uit bij de 'versafdeling' waarbij je je vooral afvraagt hoe vers het is.
Ondanks het kleurloze weer, was de markt een kleurrijke boel. Hoewel de meeste marktlui in alledaagse kledij rond liepen waren er ook vrouwen gekleed in authentieke klederdracht van bergvolkeren. We lopen een paar rondjes over de markt, schieten wat plaatjes en kopen een mini-mutsje als souvenir. Omdat Diana niet helemaal tevreden is met de uitvoering van het mutsje, laat ze er nog wat extra attributen op naaien. Na anderhalf uur op de markt lopen we weer terug naar ons guesthouse en zijn daar nog mooi op tijd voor het ontbijt.

We besluiten om vandaag al terug te gaan naar Luang Namtha, maar niet voordat we de stupa That Xieng Thung hebben gezien. We huren dus weer dezelfde mountainbikes als gisteren en gaan op weg. De eerste 6 km gaat lekker, maar wanneer we rechtsaf slaan voor de laatste beklimming naar de stupa moeten we toch echt afstappen; veel te steil! We lopen de laatste 850 m naar de stupa met de fiets aan de hand. Wanneer we eindelijk boven zijn, lijkt het wel of we op een festivalterrein zijn aangekomen waar alle bezoekers net weg zijn. Overal ligt afval; plastic zakken, etensbakjes, kunstbloemen, flesjes, tegels (?), noem maar op. Dit zijn de overblijfselen van het festival waar wij ook heen dachten te gaan, maar helaas waren we verkeerd geïnformeerd over de festivaldatum. Erg rouwig hoeven we niet zijn, want als we even later de opper-monnik spreken, vertelt hij ons dat het heeft geplensd tijdens het festival. We maken een rondje over het stupa-terrein. Het is uitgestorven, blijkbaar is iedereen na het festival met verlof gegaan.

Nadat we voldoende boeddhisme hebben gesnoven, nemen we afscheid van de opper-monnik en stappen we weer op onze fiets. De eerste 850 m gaan nu zo hard dat we continu in de rem moeten knijpen, maar vanwege onze donatie aan de stupa hadden we waarschijnlijk een engeltje in de buurt. We zijn om 10:30 uur al weer terug bij het guesthouse, dus dat betekent dat we nog makkelijk de bus van 11:30 uur kunnen halen. We pakken onze spullen, checken uit en lopen naar het busstation. Bij het busstation blijkt echter dat de informatie bij het guesthouse niet correct was; de bus gaat pas om 12:30 uur! We proberen ons dus een uurtje extra te vermaken, maar dat valt op zo'n klein busstation nog niet mee.

De busrit terug is in anderhalf uur gepiept en terug in Luang Namtha gaan we naar het hotel waar we de eerste nacht ook sliepen. We eten een broodje bij Zuela guesthouse en gaan daarna naar Forest Retreat Laos om de trek te boeken. Omdat het allemaal in het Nederlands kan, zijn we er snel uit; het wordt de Ban Nalang trek. Morgen om 09:00 uur vertrekken we bij het kantoortje van F.R.L. Nadat we trek geboekt hebben drinken we daar nog wat en gaan dan naar de supermarkt om een kaart te kopen van Luang Namtha e.o. zodat we vast een route kunnen uitzetten voor zaterdag.

Donderdag 13 november

We gingen bij Forest Retreat Laos ontbijten en daar aangekomen hoorden we dat we met z'n vijven zouden zijn vandaag. Daardoor ging de prijs natuurlijk wat omlaag en dat is voor Hollanders altijd prettig. Tijdens ons ontbijt zagen we onze eerste metgezel aankomen; een Belgische man die in z'n eentje door Laos aan het reizen is. Wanneer onze laatste groepsgenoten er om 9 uur nog niet zijn, laat het zich raden welke nationaliteit ze hebben: Italiaans! Het blijkt wel een bijzonder Italiaans stel te zijn, want ze wonen al 3 jaar in Nederland. Hij is professor filosofie bij de TU in Delft.

We stappen samen met gids Air in onze privé Songtsaew die ons eerst naar de markt brengt. Air gaat wat inkopen doen voor onze lunch. Daarna gaan we op weg naar de startplaats van de trek, op zo'n 45 minuten van Luang Namtha. We zadelen onze rugzakken op en gaan op pad.
Het begin van de trek is een beklimming van de eerste categorie, dus dat valt niet mee. Bovendien heeft onze gids de vaart er goed in en kijkt hij nauwelijks om hoe het ons vergaat. Een ervaring die je bij sommige hardlooptrainers ook kunt opdoen. Inmiddels is de zon door de wolken gekomen, dus het is lekker dat we in de schaduw onder het bladerdek lopen. Het is anders veel te warm om dit soort gekkigheid te doen.

We worden omgeven door bomen en grote palmvarens en bij veel van die planten heeft Air wel een medicinale uitleg. Zo proeven we de bast van een boom, wat een goed middel tegen diaree zou zijn, staan er om ons heen planten die tegen malaria kunnen helpen en krabt hij wat van de boom waar Tijgerbalsem van gemaakt wordt. Voor de doe-het-zelvers wijst hij aan welke palm gebruik wordt om rotan meubeltjes van te maken. Al-met-al een hele leerzame ochtend.

Om half twaalf krijgen we dan een lunch voorgeschoteld. We krijgen allemaal een homp plakrijst in een bananenblad aangereikt en op de provisorische tafel van varenbladen gooit Air nog wat zakken  hondenkots (a.k.a. pompoen-brokken) leeg en tovert hij uit een ander bananenblad wat omeletten. Als toetje wordt er een trosje bananen neer gegooid. Eet smakelijk! Je zou het niet verwachten, maar het smaakte verrukkelijk. Dat we waren uitgehongerd na die stevige wandeling, zal echter wel een rol hebben gespeeld.

's-Middags lopen we nog een stuk door het bos, waarbij we steeds een klein riviertje moeten oversteken. De ene keer over keien, de andere keer via een gammel bruggetje. Bij een setje verraderlijke stapstenen stapt de Nederlandse vrouw uit het gezelschap (jullie kennen haar wel) met een voet in het water; dat wordt soppen de laatste kilometers.
Wanneer we het bos uitzijn lopen we nog even tussen de rijstvelden, waarna we al snel bij het Khmu-dorp Ban Nalan Neun zijn.

Het is net 14:00 uur en op dit tijdstip is het een dooie boel. De meeste inwoners zijn nog aan het werk op het veld. We rusten even uit bij onze lodge en laten het zweet uit onze kletsnatte shirts verdampen. Wanneer we weer een beetje op adem zijn gekomen, gaan we toch maar even op zoek naar wat leven in het dorp.
Gelukkig is het niet helemaal uitgestorven. Er lopen kippen, eenden, varkens en honden door het dorp en hier en daar lurkt een oude vrouw aan haar pijp. Natuurlijk zijn er ook altijd kinderen om mee te 'spelen'. Die digitale camera's maken de kinderen helemaal wild; zo vaak zien zij zichzelf niet op een beeldscherm(pje). Het valt op dat deze kinderen helemaal niet lopen te schooieren. Blijkbaar wordt dit dorpje nog niet zo heel vaak bezocht door toeristen.
's-Avonds wordt ons eten klaar gemaakt door een paar vrouwen uit het dorp, waarbij Air de helpende hand biedt. In het 'restaurant' krijgen we opnieuw sticky rice, maar dit keer met een tomaten-achtige-saus, kip-met-groenvoer en nog wat groens. Het klinkt misschien niet smakelijk als je het hier leest, maar dat was het wel! Na het diner genieten we nog een uurtje van de prachtige sterrenhemel en gaan dan slapen op onze W-Line matrasjes van 3 cm dik; welterusten!

Vrijdag 14 november

We hadden met Air afgesproken dat we om 07:00 uur zouden opstaan, want het zou een lange trek-dag worden. Dankzij de fantastische matrasjes waren we echter ruimschoots voor 07:00 uur wakker. Het ontbijt dat geserveerd werd bestond opnieuw uit een homp sticky rice, maar dit keer vergezeld van een prachtige omelet. Dit moest voldoende energie geven voor de 6 uur durende trek-dag.
Na nog een laatste ronde door het dorp, vertrokken we in rij de jungle weer in. We volgden nog een tijdje de loop van de Nam Ha rivier tot we om 10:30 uur een prachtig rijstveld moesten doorsteken. Kort daarna kwamen we bij het Khmu-dorp Ban Nalan Tai. De timing was perfect; we hadden net onze rugzakken afgedaan, toen het begon te regenen. Het regende maar een 10-tal minuten, waarna we even op ontdekkingstocht gingen in het dorp. Inmiddels weten we dat je op een doordeweekse dag niet te veel reuring hoeft te verwachten en dat was ook hier het geval; wat kippen, een oude vrouw op krukken, wat gillende kinderen en dat was het wel. Tijd om verder te gaan.

Door een wat meer open terrein liepen we in al een half uur naar het volgende dorpje: Ban Nam Koy. Dit is een Lanten-dorp en dit bergvolk houdt zich nog wat meer aan de oorspronkelijk kledingvoorschriften dan de Khmu. De vrouwen lopen hier nog in een indigo tuniek met een paarse sjerp om het middel. Dat doet het wel goed op de gevoelige plaat (of beter: gevoelige sensor).  Nadat we ons hier uitgeleefd hadden begonnen we aan de klim waar Air ons al twee dagen voor waarschuwt.

De klim is inderdaad belachelijk steil; het lijkt wel of we tegen een muur moeten opklimmen. Hartslag en bloeddruk schieten omhoog en uiteindelijk wij ook natuurlijk.
Na een stief uurtje, stonden we hijgend op een vlak gedeelte waar we ook gelijk onze lunch nuttigden. Dit keer werd de zak hondenkots (a.k.a. gestampte aubergine), de bamboescheuten, Chinese kool en de vertrouwde hompen sticky rice op een aantal bananenbladen gelegd. Ook nu weer bleek dat het veel lekkerder was dan de beschrijving doet voorkomen.

Na de lunch liepen we nog een uurtje omhoog, waarna het eindelijk gedaan was met de klim. Hartslag en bloeddruk konden zich echter opmaken voor een hele nieuwe ervaring: Laos-skiën, zoals Air dat noemde. Maar hoe leg je uit wat dat is? Men neme een glijbaan uit een tropisch zwemparadijs x 100 en leg daar een laag kletsnatte klei in, vervolgens probeer je daarover naar beneden te lopen en je hebt Laos-skiën. Mega gevaarlijk, maar ideaal als je wat wilt breken. Lang ging het goed met het Nederlands paar in de aflevering van Dancing on Clay; een Rietberger, een flic-flac gingen fantastisch, maar toen werden ze wat overmoedig. Bij de dubbele Sjoukje Dijkstra gingen ze samen onderuit in de roestbruine klei; dat werd geen podiumplek meer. Enigszins teleurgesteld legden ze de laatste kilometers naar beneden af; 'een ervaring rijker, maar een illusie armer', zoals dat zo mooi heet.

Toen we na zo'n 6 uur uiteindelijk de weg weer hadden bereikt, probeerden we zoveel mogelijk klei van onze schoenen en broeken te verwijderen, in afwachting van de songhtsaew die ons naar Luang Namtha terug zou brengen. Gelukkig liet deze niet lang op zich wachten en we kropen 'moe maar voldaan' (alweer zo'n holle frase) achterin deze taxi.
Om 15:00 uur waren we weer terug bij Forest Retreat Laos waar we met z'n vijven, onder het genot van een bakje thee, wat stoere verhalen uitwisselden. Belgische Bruno bleek een super-gezellige reisgenoot te zijn, die overal van genoot en onze Italiaanse laatkomers bleken uiteindelijk heel on-Italiaanse, vriendelijke nep-Italianen te zijn die ook nog eens heel blij zijn met Nederland.

Geen opmerkingen: