Laos 2

Zaterdag 15 november

De buren boven ons waren al vroeg op. Ze moesten waarschijnlijk een bus halen. We vonden het wel vreemd dat de douche zo bleef door kletteren; we hadden de deur toch horen dicht gaan. Toen we onze oren wat beter open deden, bleek het een hele andere douche te zijn. Het water kwam met bakken tegelijk uit de hemel. Als dit net zo'n buitje zou zijn als wij gisteren hadden, dan zou het snel over zijn, dus we draaiden ons nog een keer extra om. Een klein uurtje later kwam het water nog steeds naar beneden storten, dus we begonnen ons toch echt zorgen te maken. Ook bij het ontbijt en de uurtjes daarna ble
ef het stortregenen, tot het rond een uurtje of 11 ineens stopte met regenen. 
Dit was het teken; we pakten onze camera's en gingen op weg. Eerst even pinnen. Opnieuw een miljoentje uit de flappentap. Wanneer je steeds dit soort grote bedragen moet pinnen, is het maar goed dat door de banken in Laos serieus wordt nagedacht over de veiligheid, hoewel dat nadenken soms wel heel letterlijk wordt genomen. Een bewaker die aan de binnenkant van zijn ogen zijn strijdplan aan het bedenken is, geeft ons niet al te veel vertrouwen. Met het pak geld op zak gaan we door naar een touragent om de bustickets te boeken. Tot onze opluchting blijkt er een rechtstreekse bus naar Muang Khua te gaan, dus geen drie uur overstaptijd in Oudomxai voor ons.
Onze volgende stop is de markt van Luang Namtha. Dit zou normaal gesproken een kleurrijk spektakel moeten zijn, maar door de regen van vanochtend was het er erg rustig. Kleurrijk was het overigens nog wel, door de parasolletjes die boven kraampjes stonden. We konden wel op ons gemak het brede aanbod bekijken; van ossepoten tot pepertjes en van meervallen tot balen rijst, het was er allemaal. Na het bezoek aan de markt keerden we weer terug naar ons hotel en omdat de grijze lucht inmiddels begon te breken, was het tijd voor een rondje Luang Namtha. 
Eerst een scooter huren en dan op weg naar de waterval die je gezien moest hebben, zei men. Na een kwartiertje brommen op onze scooter, hield de asfaltweg er mee op en kwam er dezelfde natte, rode klei voor in de plaats die het ons gisteren zo moeilijk had gemaakt. Al snel waren we erachter dat we het er ook op een scooter niet best vanaf brachten. Slippend en glibberend gingen we van links naar rechts op het pad. Na een paar honderd meter besloten we om de scooter aan de kant te zetten en de de laatste 3 km te gaan lopen. Ook dit ging ons niet fantastisch af op onze Teva's, maar het ging beter dan gisteren. 
Na een paar honderd meter kwam er een busje achterop en Diana bedacht zich niet, hield het busje aan en vroeg of ze ons mee konden nemen. De vrouw naast de bestuurder twijfelde, maar de twee toeristen die achterin zaten vonden het geen probleem (en wie betaalt, bepaalt). Het bleek een Nederland echtpaar te zijn dat op een iets luxere en snellere manier Laos doorkruist. Het bleek dat zij ook echte globetrotters zijn, dus gespreksstof genoeg. 
De waterval was een beetje een teleurstelling. Qua omvang te vergelijken met die in Loenen, maar goed, je moet niet alles vergelijken met Iguazu. Ook de 3 km terug kruipen we weer bij onze landgenoten in het busje en we laten ons bij ons scootertje weer afzetten. 


We trappen het felgroene apparaatje weer aan en gaan op weg naar onze volgende bestemming: That Luang Namtha. We rijden slechts 1 keer een verkeerde weg in en een paar minuten later staan we al bij deze blinkende stupa. Omdat de stupa hoog op een helling staat heb je hier een mooi uitzicht over Luang Namtha. We betalen de 5 dubbeltjes entree en maken een rondje om de stupa, daarna gaan we op weg naar de volgende halte: The Boat Landing Guesthouse. Bij dit luxe toeristenonderkomen op een paar kilometer buiten Luang Namtha kunnen we mooi even de inwendige mens aandacht geven. 


We rijden langs rijstvelden, door kleine dorpjes en komen langs klei-afgravingen waar de klei voor de bakstenen-fabriekjes wordt gewonnen.  De omgeving is erg mooi en regelmatig staan we stil om even een fotootje te maken. Rond een uur of vier zijn we bij het guesthouse waar we even op het terras gaan zitten. Het lijkt wel een Khmu-dorp zo uitgestorven is het hier, maar de toeristen die hier verblijven zullen ook wel een uitstapje maken.

Na deze break gaan we op weg naar That Phum Phuk. We crossen weer tussen de rijstvelden door en wanneer we er zijn, blijkt dat we eerst nog even 157 treden omhoog moeten. Normaal gesproken zou je zeggen: 10x op 75% omhoog, 10 minuten herstel en dan 10x op 100% omhoog, maar ach, het is vakantie. Boven aangekomen, lopen we eerst langs de restanten van de originele stupa die tijdens de 2e Indochinese oorlog door de Amerikanen is gebombardeerd. Ernaast staat de replica die in 2003 is voltooid. Deze stupa is niet zo fraai als de andere stupa die we vandaag gezien hebben, maar het verhaal erbij is wel spannender.

Als we weer beneden zijn is de zon bijna achter de heuvels verdwenen en in een t-shirt op een scooter crossen is dan zelfs hier best frisjes. We genieten nog een laatste keer van de fantastische  omgeving als we terug rijden naar Luang Namtha, Daar aangekomen leveren we de scooter weer in, doen wat boodschappen bij de buurtsuper voor de busrit van morgen en bestellen opnieuw een heerlijke maaltijd bij Zuela.

Zondag 16 november


We hadden vandaag een dagje bussen voor de boeg, maar gelukkig hadden we ons kaartje voor de rechtstreekse VIP-bus naar Muang Khua al in de zak. Tijdens het ritje van 7 uur zouden we lekker de tijd hebben om een tijdschrift te lezen en wat muziek te luisteren.
Maar niet alles gaat altijd als verwacht. Het begon nog goed, want de sorngtsaew kwam netjes om 07:00 uur aanrijden om ons naar het busstation te brengen. Toen we op het busstation op zoek gingen naar de bus die ons naar Muang Khua moest brengen, bleek die er nog niet te zijn. Even vragen bij het loket dan maar. Diana kreeg daar spontaan een telefoon in de hand gedouwd en aan het andere eind van de lijn hing de man waar wij onze bustickets hadden gekocht. "De rechtstreeks bus gaat vandaag niet" vertelde hij. We moesten maar een bus naar Udomxai nemen en daar overstappen op een bus naar Muang Khua. We kregen nog wel ons geld terug van de duurdere VIP-tickets. Dat was de eerste domper van de dag en nummer twee kwam er gelijk achteraan. De bus naar Udomxai gaat pas om 08:30 uur, dus we hadden nog een uur op ons bedje kunnen blijven liggen.

De bus naar Udomxai bleek weer zo'n 20-zitter te zijn, waar alles en iedereen behoorlijk op elkaar gepropt zit, dus lezen of muziek luisteren was er niet bij. We vertrekken op tijd, maar de rit was geen pretje. De chauffeur leek net z'n rijbewijs te hebben, want hij reed erg onzeker. Voor elke bocht de poot van het gas en op elke hoek en bij elke andere beweging op straat een tik op de claxon; gek werd je er van. Tegen twaalven en met wat extra grijze haren arriveerden we in Udomxai om daar te constateren dat de bus naar Muang Khua net een kwartier geleden was vertrokken: domper drie. De volgende bus vertrekt bovendien pas om 15:00 uur, dus we zitten 3 uur vast op dit waardeloze busstation: domper vier.

Een bakkie nasi en wat drankjes verder, begeven we ons dan toch maar naar de plek waar onze bus moet vertrekken. Er staat op dat moment zo'n lelijke Hyundai Starex geparkeerd, maar als we vragen wanneer de bus naar Muang Khua zal arriveren, wordt ons verteld dat die 11-persoons mini-van onze bus is. Wij pakken snel onze tassen, want er lopen al behoorlijk wat mensen om die 'bus' heen en er zitten zelfs al mensen in, terwijl het pas 13:30 uur is. Ook wij weten een plekje te bemachtigen in de mini-van en dan begint het wachten. Om 14:30 uur maakt de chauffeur dan aanstalten om te vertrekken. Is ook niet zo gek want zijn 'bus' zat al meer dan vol. Het dak volgeladen met tassen en koffers en 12 man erin; meer kon de Hyundai niet hebben. Om 14:45 uur zitten we dus zwetend te wachten tot onze chauffeur de motor start, maar dan begint er ineens een man met hem te discussiëren. Voor zover wij de gebarentaal kunnen volgen, wil die man ook naar Muang Khua en hij is op tijd dus hij wil mee. Ze lopen met z'n tweeën naar het kantoor en als ze even later terug komen, blijkt dat hij z'n zin heeft gekregen. We gaan echter niet meer met de Hyundai, maar met zo'n 20-zitter waar we vanochtend ook mee zijn gekomen. Dit betekent wel dat alle bagage moet worden overgeladen naar de grotere bus en het betekent ook dat we zeker wat vertraging zullen hebben: domper 5.

Aan de chauffeur van de grotere bus is te merken dat hij niet erg warm loopt voor het extra ritje. Hij had waarschijnlijk gedacht dat hij klaar was en bij moeders een bakkie kon gaan drinken. Op z'n dooie akkertje loopt hij met z'n papieren van de bus naar het kantoortje en weer terug. Vervolgens brengt hij nog een pakketje naar een bus die naar Vientiane gaat en steekt hij nog een sigaret op. Hij kletst nog wat met mensen op het busstation, loopt nog en keer naar het kantoortje en dan lijkt hij er toch echt klaar voor te zijn. Inmiddels is de bus voller en voller geworden; mensen, maar vooral goederen stapelen zich op (die laatste precies voor onze voeten). Tegen 16:00 uur vertrekken we dus met bijna een uur vertraging naar Muang Khua. Tel er drie uurtjes bij, dan komen we daar dus in het donker aan: domper nummer 6.

We rijden het busstation af, steken de weg over en dan ineens schreeuwt nog iemand wat naar de chauffeur; iets met 'falang' en wij concluderen gelijk dat er nog een toerist mee moet. De chauffeur laat de bus ter plekke staan, stapt uit en wandelt op het zelfde dooie akkertje terug naar het busstation. Inmiddels steekt er een toerist op de fiets de straat over, op weg naar onze bus. Hij laat aan Rob op z'n smartphone zien waar hij heen wil en dat is niet Muang Khua, maar Muang Houn. Rob legt uit waar de bus heen gaat en de toerist op de fiets gaat weer terug naar het busstation. Even later komt de chauffeur ook weer terug lopen van het busstation. Hij vertelt dat de toerist niet naar Muang Khua wil, maar dat wisten we dus al. Dan nog even langs huis om voor de chauffeur een schone onderbroek te halen en dan gaan we echt op weg. Oh nee, ook nog even tanken, maar dan gaan we toch echt op weg.

Het valt uiteindelijk allemaal mee. De pitstop duurt maar een half uurtje. We stappen allemaal weer in en we gaan weer op weg, maar nog wel steeds in slakkengang. Ook deze chauffeur blijkt weer niet van het pittige type. Als een oud wijf stuurt hij de bus over de weg en voor ons gevoel rijden we nog geen 30km/u; zo kan het nog een lange rit worden. Bij elke bocht gaat het gas eraf, bij elke tegenligger op de rem; we zijn binnen het uur al helemaal opgefokt. Alsof het allemaal nog niet genoeg is, zet hij na ongeveer een uur rijden ineens de bus stil aan de kant van de weg en loopt een paar rondjes er omheen. Vervolgens komt hij de bus in en pakt een v-snaar uit het bagagerek; het zal toch niet? Het zal dus wel: de motorklep gaat open en het gesleutel begint. Wij maken ons direct zorgen over onze overnachting. Zijn de hotels in Muang Khua nog wel open als we daar zo laat aankomen: dompertje 7.

Het begint dan al snel donker te worden en tot onze verbazing gaat de chauffeur dan juist harder rijden. Hij lijkt de schroom van zich af te gooien en durft af en toe wel 50km/u te rijden. We bedenken ons nu dat hij 's-avonds aan de koplampen van de tegenliggers al van ver kan zien of er iets aankomt, terwijl hij overdag niet weet wat er de volgende bocht weer om komt suizen. Er wordt nogal eens een onveilige inhaalactie uitgehaald. Dat verklaart waarschijnlijk z'n rijgedrag overdag.
Rond 18:45 uur zijn we Paksam, waar we even een rookpauze krijgen. Hier zien we dat het nog 36 km naar Muang Khua is. Dat moet toch lukken in een uurtje. Na een paar minuutjes gaan we weer verder en nadat we onderweg nog wat medepassagiers eruit hebben gegooid, rijden we dan rond 20:00 uur Muang Khua binnen.
We gooien snel onze bagage op de hotelkamer en net als we de kamer willen verlaten, valt de elektriciteit in het dorp uit. Op de tast een zaklamp gepakt en dan alsnog op zoek naar een eettent. Gelukkig is er nog wat open, want zo'n 12-urige reisdag maakt wel hongerig.

Maandag 17 november

We hebben heerlijk geslapen, maar dat is niet zo gek na de bus-martel-tocht van gisteren. Dat de vriendelijke eigenaar van ons guesthouse de plastic hoezen om de matrassen had laten zitten maakte zelfs niets uit.
Vandaag geen bus-, maar een boottocht op het programma. We gaan naar Nong Khiaw met een long-tail boot. Voordat we op weg gaan naar de rivier, maken we nog een rondje door Muang Khua. Dat je daar zo'n 3 minuten voor nodig hebt, zegt alles over dit dorpje. Op weg naar de rivier pikken we nog even een ontbijtje en tegen negenen kopen we onze kaartjes voor de boot. De boot vertrekt om 09:30 uur, dus we hebben nog wat tijd om rond te kijken.
Rond 09:15 uur stapten we met 14 personen aan boord. Stoelen zijn er niet op zo'n boot. Je moet gaan zitten op een 15 cm brede plank die zo'n 15 cm boven de bodem, over de hele lengte van de boot is gemonteerd. Ach, het is maar zo'n 5 uur varen.

De bootsman draait de boot en geeft gas. Met veel lawaai gaan we op weg. We volgen de Nam Ou rivier stroomafwaarts. De omgeving is prachtig groen en de hellingen zijn steil en hoog. Het water van de rivier is meestal spiegelglad, maar af en toe komt er een kleine stroomversnelling op onze weg waar de bootsman vakkundig doorheen manoeuvreert. Hier en daar zien we een klein dorpje waar kinderen in de rivier spelen en de ossen hun broodnodige bad nemen en een keer of drie komen we een soort baggerboot tegen waarmee ze goud proberen te zeeven uit het zand op de rivierbodem.

Omdat we in een openbare boot zitten, stoppen we ook een paar keer om mensen en goederen aan boord te nemen; alsof de boot nog niet vol genoeg is! Bij de tweede stop komt er zelfs een echtpaar aan boord dat in de authentieke kledij van hun minderheid en de man heeft een tweetal papegaaitjes op een stokkie bij zich.
Na zo'n drie uur begint de omgeving wat te veranderen. De steile wanden blijven, maar doen nog dramatischer aan door het verweerde uiterlijk van het karst gebergte. Het is een prachtige tocht en ondanks de houten kont, gaat dit ons beter af dan de busrit van gisteren.

Rond 13:00 uur leggen we aan bij Muang Ngoi. Dit kleine dorpje is alleen per boot bereikbaar en hier gaat een aantal van de toeristen van boord. We denken daarna ruim te kunnen zitten, maar helaas; er komt meer aan boord dan er van boord is gegaan.
Het is dan nog zo'n anderhalf uur varen naar Nong Khiaw en op dit laatste stukje krijgen we een paar keer te maken met een 'stevige' stroomversnelling waar er behoorlijk wat water de boot in spettert. Die attractie zat gewoon bij het bootticket in.

Om 14:30 uur leggen we aan in Nong Khiaw, we pakken onze rugzakken en lopen naar een songtsaew die ons bij ons hotel afzet. Dit onderkomen is duidelijk van een ander kaliber dan de schuren waar we tot nu toe in sliepen. Diana haalt opgelucht adem.
Het Mandala Ou Resort heeft zelfs gratis fietsen ter beschikking, dus wij springen op de damesfietsjes met mand en rijden naar de brug vanwaar je een mooi uitzicht zou hebben. We komen er gelijk achter dat ook Nong Khiaw geen wereldstad is. Als je je een beetje kwaad maakt ben je in 10 minuten het dorpje door gefietst.
Vanaf de brug is het inderdaad genieten van de prachtige omgeving: het ruige karstgebergte met de Nam Ou er doorheen slingerend is wel een plaatje waard.

Dinsdag 18 november

Dit hotel was echt van een ander kaliber; de bedden waren niet te hard, de lakens roken fris gewassen en er was wat extra ruimte in de kamer om je spullen neer te leggen. Bovendien was de kamer gezellig en stijlvol ingericht. Dat alles is er dan wel de schuld van dat we vanochtend pas om 07:30 uur wakker werden. Bij het ontbijt allerlei zaken die we ook nog niet eerder in Laos hadden gezien; kaas, ham, salami,  pate, croissants, daar waren we wel even druk mee..

Na het uitgebreide ontbijt was het heel verleidelijk om nog even bij het zwembadje te gaan liggen, maar pakten de fietsen en gingen op pad. Eigenlijk is de omgeving hier de grootste attractie, dus we zouden op de betonnen brug kunnen gaan staan en zo een uurtje van de omgeving kunnen genieten, maar we pakten het iets gecompliceerder aan.
We gingen eerst op weg naar de Phatok grotten. In de grootste van de twee grotten die we zouden bezoeken, waren de lokale autoriteiten ondergebracht tijdens de tweede Indochinese oorlog. We stalden onze fietsen bij het hutje dat voor de ticketoffice moest doorgaan en nadat we onze entree hadden voldaan, staken we een klein riviertje over op weg naar de eerste grot. We werden vergezeld door een klein jochie dat waarschijnlijk wat bij wilde verdienen als gids.

De ingang van de grot was op 30 m hoogte, dus we moesten eerst via een 'moderne'  betonnen trap omhoog. De treden waren bovenaan zo smal dat je er net met je tenen op kon staan, maar we bereikten de gemeentehuis-grot ongeschonden. Aan de hand van bordjes kon je zien wat, waar in de grot zat. Er stonden bordjes met 'Police', 'Administration', 'Commander' en er was zelfs een gedeelte waar een provisorisch ziekenhuis was ondergebracht.
In de kleinere grot was de bank van Luang Prabang gehuisvest. Deze grot was nog eens 300 m verder lopen over een listig paadje. De grot was niet zo hoog, maar je moest je wel 75 m door een smal gangetje wurmen om bij het 'loket' te komen. Wel bijzonder om te zien dat het leven dankzij deze grotten 'gewoon' door kon gaan.

Nadat we hadden afgerekend met onze gids, pakten we onze fietsen en gingen op weg naar de tweede attractie van Nong Khiaw: een viewpoint bovenop een kalkstenen pukkel. Om de top van deze pukkel te bereiken moesten we anderhalf uur over smalle paadjes, glibberige trappetjes, scherpe rotsblokken omhoog waarbij we af en toe de  eenvoudige bamboe leuningen of touwen langs de paden hard nodig hadden.

De beloning was een fantastisch uitzicht op de omgeving. Rondom ons het hoog oprijzende karst gebergte, ver beneden ons Nong Khiaw en de meanderende Nam Ou rivier. We nemen even de tijd om hiervan te genieten, maar als we heel eerlijk zijn, dan hebben de rustpauze ook wel even nodig om bij te komen van de beklimming.
Na een klein half uurtje te hebben zitten genieten op de top, gaan we weer naar beneden. Dit gaat gelukkig een stuk sneller en in drie kwartier staan we weer beneden.
We springen weer op onze fietsjes en gaan richting down-town Nong Khiaw. We maken even pitstop voor een fruitshake en gaan daarna terug naar ons hotel. We kiezen er voor om de rest van de dag de omgeving vanachter het mini-zwembad te bekijken; ook wel eens lekker!

Woensdag 19 november

Vandaag moesten we weer verkassen, maar we hadden geen haast want de mini-van naar Luang Prabang zou pas om 10:00 uur vertrekken. Dat komt natuurlijk fantastisch uit, want dan konden wij ons bij het uitgebreide ontbijtbuffet volproppen. Rond 08:30 uur kon er niet veel meer bij, dus fietsten we even naar het busstation om de hoek om alvast bustickets te kopen, Volgens de man achter het loket zou het busritje naar 4 uur duren, maar na onze eerdere ervaring hanteren wij nu het motto 'eerst zien, dan geloven'.
Terug bij het hotel namen we nog een bakkie voordat we onze rugzakken gingen pakken. De rekening bij het resort betaalden we in euro's, want daar wilden we wel vanaf. Het is in Laos over het algemeen heel makkelijk om te pinnen, dus waarom zou je met al die cash blijven lopen. Om 09:45 uur hesen we de rugzakken op onze schouders en liepen de volle drie minuten naar het busstation.

De Hyundai Starex stond in de volle zon op te warmen voor onze rit. De rugzakken gingen op het dak en wij wachtten op het teken dat we in konden stappen. Dat teken kwam rond 10:15 uur, dus met een lichte vertraging gingen we op pad. De weg zat vol gaten; die kon wel een likje asfalt gebruiken. Echt lekker opschieten was er niet bij. Toch viel de rit uiteindelijk wel mee, want na anderhalf uur kwamen we op beter asfalt terecht en trapte de chauffeur behoorlijk door. Om 13:45 uur stonden we al op het noordelijke busstation van Luang Prabang. Met een sorngtsaew lieten we ons bij ons hotel afzetten en ook dit keer was de Directeur Hotelreserveringen tevreden; airco, ruime badkamer, tafeltje, stoeltje en uitzicht op de Khan rivier.

Nadat we onze zooi op de kamer hadden gegooid zijn we Luang Prabang ingelopen en wat een ander Laos is dit. Overal cafe's, restaurants, bars en heel veel toeristen. Wat daar de gevolgen van zijn merkten we toen we besloten even te lunchen; de prijzen zijn hier aanzienlijk hoger dan we gewend waren. Daar staat dan tegenover dat de tentjes waar je wat eet of drinkt er wat gezelliger uitzien.
Na de lunch lopen we verder door de hoofdstraat en komen eerst langs een schooltje waar het net speelkwartier is voor een deel van de school. Wat een herrie maakt dat spul in Laos (of zou dat hetzelfde zijn in Nederland?). In de klas is ziet het er redelijk geordend uit, maar een electronisch schoolbord hebben ze nog niet van gehoord. Wanneer we een paar foto's maken door het openstaande raam, zijn de ratjes wel afgeleid.

We lopen verder en slenteren over het terrein bij de Wat Suwannaphumaham met z'n prachtige gouden gevel, lopen vervolgens door de poort van het Koninklijk Museum dat gesloten blijkt te zijn en gaan via de nightmarket naar de Mekong. Daarna lopen we langs de tuinmuur van het Koninklijk paleis naar de Wat Pa Huak, aan de voet van de heuvel Phu Si, waar de monniken het terrein oranje kleuren. Ondanks dat Luang Prabang veel groter is dan de dorpjes die we hiervoor bezocht hebben, is ook hier alles te voet te bereiken. We gaan daarna op zoek naar reisbureautje waar we een tochtje willen boeken naar de Pak Ou grotten. In Luang Prabang hoef je dan niet lang te zoeken. En passant pinnen we nog een miljoentje en nemen dan plaats op een terras aan de rand van de hoofdstraat om toeristen te bekijken. Toch wel lekker om ook weer even in een wat meer bewoonde wereld terecht te komen.

Geen opmerkingen: