Donderdag 13 oktober
Vandaag laten we Boseong alweer achter ons en gaan naar Wando. We ontbijten bij de supermarkt en lopen dan naar het, aan de overkant gelegen, busstation. Als de man de tickets geeft blijkt dat de bus 1 minuut later zal vertrekken, dus we sprinten met onze bepakking naar het platform; gelukkig is het een heel klein busstation.
Zoals gewoonlijk vertrekt de bus precies op tijd en zijn we om 08:24 uur weer op weg.
We gaan eerst naar Ganjing, een ritje van een uur, waar we dan overstappen op de bus naar Wando die ook nog eens 45 minuten nodig heeft. Net voor 10:30 uur staan we op het busstation van Wando. Snel even inchecken bij Dubai Motel en dan een lekkere bak koffie bij Paris Baguette; de bakkerijtjes van deze keten zie je gelukkig in bijna alle steden. Onze volgende stop is de Ferry Terminal van Wando.
Wando ligt aan de zuidkust van Zuid Korea en is eigenlijk een eiland dat tegenwoordig met een brug aan het vaste land vast zit.
Wij stappen hier morgen op de veerboot naar Jeju en het lijkt ons handig om vandaag maar even de kaartjes te kopen. Een leuke wandeling langs de haven brengt ons bij de terminal. Binnen zie we niemand bij de Jeju-balie staan dus wij maar weer naar de Information Office.
Ze maken ons, aan de hand van een folder, duidelijk wat de vertrektijden zijn en wat het kost, maar ze kunnen ons geen kaartjes verkopen; daarvoor verwijzen ze ons naar de eerste verdieping van het gebouw.
Boven aangekomen worden we naar het juiste kantoortje verwezen, maar als we de betreffende medewerker met rooksignalen duidelijk maken dat we morgen naar Jeju willen maakt hij het X-gebaar met zijn vingers, wat in Zuid Korea altijd betekent dat iets niet kan. Wij dus maar weer naar beneden naar de dames van de Tourist Information.
We vertellen ons verhaal met alle handen en voeten die we hebben, maar ze begrijpt ons niet. Ze rammelt wat op haar computer en dan blijkt dat ze een vertaalprogramma heeft opgestart; da’s handig! Dan komt er ook nog een collega aangelopen die een soortgelijk app heeft opgestart op zijn smartphone. Met een beetje hulp van de techniek komen we er achter dat we vandaag geen kaartjes kunnen kopen voor de boot van morgen, maar dat we morgen een uur voor vertrek aan de balie moeten zijn; zeg dat dan…….
Na deze zoveelste Babylonische ervaring verlaten we het terminal-gebouw en gaan naar de overkant van de straat om nog maar eens aan een beklimming te beginnen, dit keer naar de Wando-tower.
Vierhonderdachtenveertig treden later staan we voor de nieuwste attractie van Wando: de futuristisch uitziende Wando tower, een uitkijktoren die er, volgens de Lonely Planet UFO-achtig uitziet, maar volgens ons zou het ook een donut op een tandenstoker kunnen zijn.
In de toren gaan we met de lift (!) naar de bovenste verdieping en genieten van het uitzicht. Van deze hoogte heb je een mooi uitzicht over Wando en de haven, maar vooral ook over de zee met de vele verspreid liggende eilandjes voor de kust. Het lijkt of er tussen een aantal eilandjes nog een deken van mist ligt; een fantastisch gezicht.
Een paar foto’s later staan we weer in de lift en beginnen aan onze afdaling naar zeeniveau.
Gelukkig had Diana ook nog wat gelezen over een trail aan de zuidkant van Wando, anders zouden we ons maar vervelen vanmiddag.
Omdat er alleen maar een weg naar het vertrekpunt van de trail gaat en we er dus niet te voet kunnen komen, het lopen langs dit soort wegen is een vorm van Russische roulette met de rijstijl van de Zuid Koreanen, laten we ons er door een taxi afzetten.
De trail start bij een grof kiezelstrand en als daar een gezellig barretje was geweest, waren we waarschijnlijk niet eens aan de trail begonnen, zo fantastisch zag het er uit. Geen barretje, dus geen excuus, lopen maar weer. We lopen door een strook bos dat aan het strand grenst. De trail is iets te veel aangelegd, waardoor je het idee had dat je door park Berg en Bos loopt; overal staan bordjes met uitleg over bomen en beestjes en allemaal in het Koreaans dus wij konden gewoon door blijven lopen.
Uiteindelijk blijkt de trail maar net iets meer dan een kilometer lang te zijn, dus voor we het weten staan we aan het eind van de trail weer op het kiezelstrand. Ook hier weer fantastische vergezichten over de zee met z’n vele eilandjes. Even later lopen we via het kiezelstrand terug naar het beginpunt van de trail.
Deze natuurtocht had ons niet veel tijd gekost, dus we konden al vroeg weer terug zijn in Wando om daar nog even op een terrasje aan de haven te zitten. We zijn naar de weg gelopen omdat we daar een bushalte hadden gezien, maar toen er na een kwartier nog geen bus was gesignaleerd hebben we maar een taxi aangehouden en ons in Wando af laten zetten.
Het enige terras in Wando bleek een plastic tuinsetje voor een supermarkt te zijn, dus daar zijn we toen maar gaan zetten. We zaten er lekker in het zonnetje en in de supermarkt stond goedkoop bier genoeg in de koeling; de gezelligheid moet van jezelf komen!
Toen de zon wat begon weg te zakken zijn we maar op zoek gegaan naar een leuk restaurantje, maar waar we al bang voor waren: die zijn hier niet.
Uiteindelijk zijn we niet met lege buikjes naar bed gegaan dus niemand hoeft zich zorgen te maken.
Vrijdag 14 oktober
Zachtjes tikt de regen tegen het hotelkamerraam…...........nou ja, zachtjes, er valt een behoorlijke portie water en dat is al een paar uur aan de gang.
We pakken onze plunje en gaan eerst naar de bakker, door de regen. Bij de bakker eten we een paar broodjes en drinken een bakkie thee en tegelijk proberen we wat op te drogen.
Na het voortreffelijke ontbijt gaan we door naar de Wando Ferry Terminal, nog steeds door de regen.
We zijn weer te vroeg, dus we moeten nog even wachten voordat we onze kaartjes kunnen kopen. Zoals met veel zaken in Korea die volgens een tijdschema gaan , begint de kaartverkoop exact op tijd.
Gelukkig geen problemen bij het kopen van de kaartjes, dus nu maar wachten tot ze gaan boarden. We zagen nog wel dat er geen stoelnummers op de kaartjes staan, maar toen we hier een vraag over stelden, zei ze dat het zo goed was.
Het regent buiten nog steeds, dus we hadden geen betere dag kunnen plannen voor deze reisdag.
Wanneer de hekken opengaan komt er een hele volksverhuizing op gang. Grote groepen Zuid Koreanen met dozen, zakken, bakken en wat ze nog meer bij zich hebben verdringen zich bij de loopbrug, die willen vast een goede stoel zien te bemachtigen.
Als we even later aan dek komen, zien we tot onze grote verbazing dat er helemaal geen stoelen zijn; alleen maar grote zalen waar iedereen op de grond gaat zitten. Hebben wij weer: een boot zonder stoelen.
Gelukkig zien we in de ruimtes rondom de zalen nog wel wat kleine zitjes staan, dus daar nemen wij intrek.
Wanneer de boot nog maar net de haven uit is, zien we ook wat er in die dozen, zakken en bakken zit: allemaal etenswaren, van vis tot druiven en van groenten tot octopussen. Ook de drank zijn ze niet vergeten, treetjes frisdrank en bier komen tevoorschijn net als de flesjes Soju (Zuid Koreaanse wodka).
Wij willen niet voor ze onderdoen en pakken ons rolletje koekjes te voorschijn. Er zal toch nog wel wat verkocht worden aan boord.
Wanneer de grote schranspartij is begonnen, worden wij niet vergeten. Eerst krijgen we een soort rubberen cake aangeboden en even later een volledige warme maaltijd met vis en ondefinieerbare groenten. De cake nemen we aan, maar de warme maaltijd weten we onderuit te komen. Even later legt een vrouw ook nog een tros druiven op ons tafeltje. Als je met Zuid Koreanen op stap gaat zul je zeker niet verhongeren.
Omdat het nog steeds slecht weer is kunnen we niet echt genieten van de omgeving waar we varen. Normaal gesproken zie je ontelbare kleine eilandjes om je heen, maar het is zo slecht dat je slechts een paar grotere eilanden kunt ontwaren.
Na drie uur varen wordt het weer onrustig aan boord en niet veel later zien we de contouren van Jeju aan de horizon. De overgebleven etenswaren worden weer vakkundig ingepakt en klaargezet om mee aan wal te nemen. Net zo graag als ze aan boord wilden, willen ze er nu weer af.
Wanneer we in Jeju aan wal zijn zoeken we een taxi en laten ons naar het busstation brengen. Het regent hier wel iets minder, maar toch. Jeju wordt door de Zuid Koreanen als hun Hawaii gezien en hier gaan dan ook veel huwelijksreizen naar toe. Onder deze omstandigheden is het hier echter even druilerig als ergens anders in Zuid Korea.
De aansluiting op het busstation is perfect en even later zijn we alweer op weg naar Seogwipo, onze eerste bestemming op dit eiland.
Het duurt een uurtje voor we op het busstation van Seogwipo staan. Even later nemen we de laatste vrije kamer in hotel Little France. Het is inmiddels 16:00 uur dus dit was een lange reisdag.
Als we even later de straat op gaan om de buurt te verkennen en wat informatie in te winnen over de bezienswaardigheden in de omgeving, is het zo goed als droog. We hopen dat dit een voorbode voor morgen is
Zaterdag 15 oktober
Toen we vanochtend door het raam keken, scheen de zon weer als vanouds; blijkbaar toch iets eenmaligs, die regen.
Wat ga je dan doen als je zo’n ‘idyllisch’ eiland bent: zwemmen in zee, wandelen over het strand, een cocktail drinken bij de strandbar of misschien naar één van de twee watervallen die vlakbij zijn? Nee, dan ga je naar de hoogste top van het land.
Die hoogste top is op Mt. Hallasan, een vulkaan die al bijna 1000 jaar niet meer is uitgebarsten. Het lijkt heel wat ,de hoogste top, maar in Zuid Korea is dat niet meer dan 1950m. De trail die wij gaan volgen om er te komen is bijna 10km lang en we moeten 1200 m hoogteverschil overbruggen. Volgens de boeken moet je daar minstens 6 uur voor uittrekken. Je raadt het waarschijnlijk al, we moesten er weer eens vroeg uit.
Om 07:15 uur liepen we al richting busstation, maar voordat we op de bus naar het beginpunt van de trail stappen, gaan we eerst naar de supermarkt om wat eten en drinken voor vandaag te halen en lopen we vervolgens bij Paris Baguette binnen voor een goed ontbijt.
We hebben de bus van 08:00 uur en om 08:30 uur staan we op de parkeerplaats bij de Songpagnak trail en we zijn niet alleen. Het is duidelijk dat dit outdoor gebeuren een nieuwe nationale bezigheid is. De parkeerplaats staat overvol en langs de weg staan nog tientallen auto’s geparkeerd.
Ze zijn allemaal weer in vol ornaat die Zuid Koreanen; vrouwen met fel gekleurde jasjes en bijbehorende broeken en daaronder de mooiste fel gekleurde bergschoenen en alles van de duurste merken. Op het hoofd hebben ze dan vaak nog een oversized zonneklep want ze willen ten koste van alles voorkomen dat ze een kleurtje krijgen; wit is het schoonheidsideaal.
De mannen zijn meestal iets minder kleurrijk gekleed maar hebben vaak nog wel wat extra accessoires zoals een stijlvolle rugzak of een bandana.
De route is goed aangegeven, maar bovendien is de eindeloze rij kleurrijke Zuid Koreanen niet te missen. Dit keer zouden we zeker niet verkeerd lopen.
De trail stijgt dit keer een stuk geleidelijker dan toen we naar de Buril watervallen gingen, maar het pad bestaat voornamelijk uit lavablokken van ongelijke grootte waardoor de enkels en vooral ook de achillespezen het zwaar te verduren krijgen. Af en toe is er een stukje van de trail gemaakt van planken en dat is dan even een aangename afwisseling.
De omgeving is ook dit keer weer erg mooi en de herfst doet steeds meer haar intrede; op de trail ligt al veel afgevallen blad, maar af en toe zien we nog een naar felrood verkleurde esdoorn en die zijn prachtig.
Hoewel ze toppie-oppie gekleed zijn, is het slecht gesteld met de conditie van de meeste Zuid Koreanen. Het is af en toe net alsof je de stoomboot van Sinterklaas voorbij loopt en het tempo waarin ze lopen maakt ze tot gekleurde betonblokken waar we steeds omheen moeten slingeren. En dan die skistokken; ik was het vergeten te noemen bij de uitrusting maar ze hebben bijna allemaal stokken bij hun uitrusting gekregen, maar weten niet goed hoe ze deze moeten gebruiken. Soms dragen ze de stokken onder de oksels (zoals je dat zou doen als je een berg af skiet); als je dan net achter ze loopt peuteren ze gratis je neus leeg, in het meest gunstige geval. Een andere geliefde houding is met de stokken opzij, waarmee ze eigenlijk aantonen dat ze helemaal niet weten wat ze met de stokken moeten en aangezien het pad meestal niet meer dan een meter breed is, is de horde dan helemaal onneembaar geworden.
Wij proberen op een schema van 18 minuut per kilometer (!) te lopen waarmee we bijna dubbel zo hard lopen als naar de Buril watervallen.
Vooral de laatste paar honderd meter waren meer een berg-beklimming dan een berg-wandeling, maar om 11:45 uur staan we aan de rand van de krater van de vulkaan. Zo’n krater is altijd weer een bijzonder gezicht. Eigenlijk zie je dan pas echt dat je op een vulkaan staat, want de rest van de tijd kan het ook een berg zijn geweest.
We waaien hier bijna uit onze jas en het is vrijwel onmogelijk de videocamera stil te houden. De temperatuur is waarschijnlijk de helft van beneden en na ongeveer een kwartiertje langs de rand van de vulkaan te hebben gelopen, houden we het voor gezien en beginnen aan de afdaling.
Het wordt dringen geblazen, want de kleurrijke massa komt ons nu tegemoet. Helemaal uitgeput lopen de Zuid Koreanen met de tong op de schoenen de laatste meters omhoog, waardoor ze ons niet naar beneden zien komen. Het is net zo’n ouderwets computerspelletje waarbij je moest proberen de munitie van de vijand te ontwijken; de Zuid Koreanen zijn de munitie en wij zijn aan het ontwijken.
Na een kilometer ontwijkend afdalen begint het rustiger te worden op het pad waardoor wij wat relaxter naar beneden kunnen, voor zover het pad dat toelaat.
Bij kilometer 7 (uit het oogpunt van de stijgende partij) is er een shelter waar ze tot onze grote vreugde noodle soep verkopen. Na 4 uur lopen hadden we dat wel verdiend. Deze halve liter instant-soep kost hier maar een euro, maar was wel tien euro waard.
Wanneer we onze weg weer vervolgen, wordt er wat stennis gemaakt bij het pad. Iemand wil nog omhoog, maar de parkwacht stuurt hem terug.
Overal wordt op de borden aangegeven dat je na 12:30 uur niet meer voorbij dit punt omhoog mag en dan is het balen als je er net na enen aankomt.
Naarmate we verder afdalen wordt het steeds rustiger op de trail. De Zuid Koreanen zijn blijkbaar wat langer boven blijven zitten en er komen geen mensen meer omhoog omdat je toch niet langs kilometer 7 komt. Er is nu veel meer ruimte om te lopen, maar de achillespezen beginnen steeds heviger tegen te sputteren.
Na 6 ½ uur (incl. tijd aan de top en lunch) staan we weer op de parkeerplaats en gooien we er even een colaatje in; dat is lekker!
We lopen verder naar de bushalte en na enkele minuten is de bus er al en laten we ons heerlijk in een stoel zakken.
Om 15:45 uur waren we weer terug in Seogwipo en na onze spullen op de kamer te hebben gegooid, zijn we toch nog even naar de duikschool gelopen om te checken of we morgen meekunnen. Gelukkig is dat allemaal in orde. Hierna gaan we bij een barretje wat drinken.
Zondag 16 oktober
Vandaag geen trekking of andersoortige wandeling, de bergschoenen konden in het
hotel blijven en de TEVA’s konden aan de voeten want er staan een tweetal
duiken op het programma.
Om 09:00 uur
moeten we bij duikschool Big Blue 33 zijn om onze uitrusting te passen, dus we
hadden voldoende tijd om nog even een ontbijtje te pakken.
Toen we bij de duikschool aankwamen was het al een drukte van belang; onze
mededuikers waren al bezig met hun uitrusting.
Ralph, de Duitse
eigenaar van de duikschool laat ons nog wat papieren ondertekenen en vervolgens
krijgen we van hem de spullen aangereikt. Het spul ziet er allemaal goed uit en
dit keer kan Diana niet eens klagen over de slechte vrouwelijke pasvorm van de
wetsuit; het is namelijk een speciaal dames-wetsuit.
Rond 09:30 zijn de spullen ingeladen in het busje en gaan we met 13 man op weg
naar de haven. We zijn samen met 8 Russen; één uit Moskou en de anderen uit
Wladiwostok. Daarnaast gaan James en Mike mee; James is een Engelsman die
vandaag onze divemaster zal zijn en Mike is een Canadees die ook af en toe wat
bijbeunt bij de duikschool. Last but not least, gaat ook Ralph nog mee.
Bij de haven aangekomen wordt alles weer uit het busje gehaald en is het
wachten op de boot.
Wanneer we de
boot in de verte zien naderen, moeten we wel even lachen; het blijkt een oude
vissersboot te zijn waarmee we naar de duikstek gaan.
Alles wordt
ingeladen en we gaan op weg. Over het algemeen ben je toch gauw een uurtje
onderweg, dus we zetten ons schrap. Tot onze verbazing draait de boot al na 10
minuten richting een piepklein rotseilandje en legt daar aan. Voor we het weten
zijn alle spullen uitgeladen en gaat de boot er weer vandoor; wij duiken dus
blijkbaar vanaf dit eilandje.
De duikteams worden ingedeeld en wij duiken met James, Mike en de Rus uit
Moskou, de rest gaat met Ralph mee.
Na een korte
briefing tuigen we ons op en zijn we klaar voor onze eerste duik. Het is de
bedoeling dat we van de rotsige kant van het eiland in het water springen.
Wanneer we in het water liggen merken we gelijk dat er een stevige stroming
staat. James had ons gewaarschuwd bij de briefing, maar het valt toch altijd
weer tegen.
We dalen af langs
een koord om te voorkomen dat we richting China afdrijven. Op 12 meter is de
stroming nog steeds stevig en we zwemmen er de eerste 10 minuten van de duik
tegenin. Af en toe hangen we zelfs aan de kelp om weer te hergroeperen.
De
onderwaterwereld is hier nog niet zo kleurrijk al is het wel aardig om eens
tussen kelp te zwemmen; niet van die meterslange planten zoals ze bijv. voor de
kust van Californie voorkomen, maar planten van maximaal een meter hoog.
Na 10 minuten
krijgen we de stroming in de rug en kunnen we een beetje op adem komen. Aan
deze kant van het eilandje is wat minder kelp maar wel heel veel paars en lila
zacht koraal. Bovendien zwemmen hier enorme scholen kleine vis.
Wanneer we even
later weer de bocht omgaan, krijgen we weer de stroming van voren en moeten we
ons weer schrap zetten. James wijst ons de weg naar een touw waar we ons even
aan kunnen vastgrijpen. Hij blijkt zelf inmiddels door z’n lucht te zijn, dus
hij moet naar boven. Wij blijven samen met de Moskoviet nog even beneden en
kijken nog wat rond op deze plek. Wanneer we de limiet van 50 bar bereiken gaan
we langzaam via het touw naar boven, doen de safety-stop en klauteren het
eiland weer op.
De lunch bestaat uit een klont rijst met stukjes ei, wortel en nog een paar
lokale ingrediënten in zeewier gerold en het smaakt best. Na ongeveer anderhalf
uur op ‘the rock’, verwisselen we de luchtflessen en tuigen ons weer op voor de
tweede duik. James vertelt bij de briefing dat de stroming gedraaid is en dat
we er tijdens de tweede duik minder last van zullen hebben.
De procedure is
verder ongeveer gelijk aan de eerste duik en even later zijn we alweer onder
water verdwenen. De onderwaterwereld is ongeveer hetzelfde als de eerste duik,
maar er is dit keer nauwelijks stroming. Na 70 minuten steken we ons hoofd weer
boven water.
De anderen zijn
al veel langer boven en wij doen snel onze uitrusting uit waarna alles naar de
waterkant wordt verhuisd. Even later is de boot er al weer en de hele
volksverhuizing vindt in omgekeerde richting plaats. Om 15:00 uur zijn we weer
bij de duikschool.
Die middag kopen we een stapel kaarten en gaan we bij een biertje de groeten
doen. ‘s-Avonds eten we bij een Zuid Koreaans barbecue restaurant. Dit lijkt
nog het meest op steengrillen, maar dan op een soort skotelbraai die in de
tafel is verzonken. We eten er vlees van het zwarte varken; echt iets van Jeju
en het smaakt heerlijk. Je braadt wat vlees, plaats dit op een blaadje sla,
samen met wat gesneden groente, ui, paddenstoelen en kimchi, nog wat soja saus
erbij en smullen maar!
Na dit smaakvol
diner drinken we nog een bakkie koffie met een toefje slagroom, waarna we terug
gaan naar het hotel.
Maandag 17
oktober
Vandaag gaan we van Seogwipo naar Seongsan aan de oostkant van Jeju, maar
voordat we de bus nemen gaan we eerst nog een tweetal watervallen bekijken.
De Jeongbang
waterval is op ongeveer twee kilometer wandelen van ons hotel en hiervan wordt
gezegd dat het de enige waterval in Azie is die rechtstreeks in zee valt. We
zijn er natuurlijk weer niet alleen want de Koreaanse ‘toeristen’ zijn er ook
altijd. De hoeveelheid water die er in dit seizoen nog naar beneden komt valt
ons helemaal niet tegen.
Na wat plaatjes
te hebben geschoten gaan we naar de Cheonjiyeon waterval. Het is weer zo’n twee
kilometer wandelen voordat we er zijn.
Bij deze waterval
zien we ook een originele Dolharubang. Dit zijn standbeelden die uit lavasteen
zijn gehakt. Niemand weet waartoe deze grappig uitziende beelden, met hun
helm-achtige hoed, bolle ogen, platgeslagen neus en de handen op de buik, voor
dienden. Er zijn nog 45 originele beelden, maar omdat het een symbool van Jeju
is geworden zie je het mannetje overal: als telefooncel, op putdeksels, bij hekken,
bruggen, maar vooral ook in de souvenirstalletje.
De tweede
waterval is wat minder spectaculair gelegen, maar dit is wel meest waterrijke
waterval van de drie die we gezien hebben.
Op weg terug naar het hotel gaan we nog even bij de wasserette langs om ons
wasgoed op te halen, waarna we de tassen weer inpakken en uitchecken. Nog even
een bakkie koffie en dan naar het busstation.
We hebben de bus van 12:00 uur naar Seongsan. Samen met ons stappen er twee
Nederlandse jongens in; dit zijn de eerste Nederlanders in ruim twee weken.
Het is bijna
anderhalf uur bussen naar Seongsan, maar dat komt vooral door de vele stops en
de vele bejaarden die in- en uitstappen.
In Seongsan
moeten we even zoeken naar het hotel. We vragen in een bank de weg naar het
beoogde hotel en spontaan begint vier man zich met ons te bemoeien. Er wordt
wat gediscussieerd, er wordt gebeld en uiteindelijk loopt er eentje met ons mee
naar het hotel.
Daarna gaan we
gelijk op weg naar Ilchulbong, de plaatselijke krater van een uitgestorven
vulkaan, die als een schiereiland aan Jeju vastzit.
Voordat we de 180
meter hoge krater beklimmen gaan we nog even op zoek naar de Haenyeo, de
vrouwelijke duikers die hier op octopussen en zeewier vissen. We vinden de
vrouwen door de massa Koreanen achterna te lopen. De vrouwen hebben er een
beetje een show van gemaakt, maar het geeft wel een goed beeld van hoe dit ooit
gegaan moet zijn.
De vrouwen zijn
gekleed in een zwart wetsuit, type Jacques Cousteau 1964, en dragen een
bijbehorende ronde duikbril om het middel een riem met gewichten en ze zijn
klaar om te duiken.
Wanneer de
vrouwen in zee zijn lijkt het wel een beetje op whale-watching. Een grote
menigte kijkt toe hoe zwarte lichamen in het water dobberen en af en toe de
diepte induiken, waarbij de vinnen boven water uitkomen. Als het walvissen
waren geweest was dit het ultieme fotomoment.
Na deze opvoering gaan we dan de Ilchulbong beklimmen samen met tientallen
middelbare scholieren. Stapje voor stapje gingen we de traptreden omhoog, maar
het was de moeite waard. Boven aangekomen hadden we een goed beeld van de
krater, die aan drie kanten grenst aan zee.
Gelukkig moesten
de scholieren om 16:30 uur bij de bus terug zijn, waardoor wij de krater ook
nog even in rust konden bekijken.
Seonsang is zo’n
dorp waar het overdag stervens druk is en dan ’s-avonds helemaal uitgestorven
is. Het viel dan ook niet mee een geschikt restaurantje te vinden, maar
uiteindelijk hebben we heerlijk gegegeten bij een restaurantje dat aan een
woonhuis aangebouwd leek.
Het enige cafeetje waar je overdag nog koffie kon drinken bleek 's-avonds ook dicht, dus dat was vroeg naar de hotelkamer.
Dinsdag 18
oktober
Vandaag heeft de reisleider twee excursies gepland. Vanochtend gaan we naar het
eilandje U-do dat op een korte boottocht van Seongsang ligt en vanmiddag naar
de lava tube caves op een half uurtje bussen van Seongsang.
Gezien het tijdrovende programma sliepen we eens een keertje niet uit. Om 08:00
uur zaten we al bij Dunkin‘ Donut voor een ontbijtje. Bij dit ‘restaurant‘
kochten we een kop koffie en een jus, even daarvoor hadden we in de GS25
supermarkt al een gesneden cake en 3 bakjes yoghurt (dit was een
3-halen-2-betalen aanbieding). Het is in dit dorpje een beetje behelpen als het
om het eten gaat.
Het was een kwartiertje lopen naar de ferry-terminal, waar we twee retourtjes
U-do kochten. De boot was er al, dus we gingen aan boord; vertrektijd 09:00
uur.
Het is iets meer
dan een kwartier varen naar U-do, dus dat viel wel mee. Vlak voordat we uit
zouden varen werden er weer een handvol bussen met scholieren uitgeladen die
ook nog mee moesten naar U-do. Wat hebben wij toch steeds met die scholieren,
we lijken de rattenvanger van Hamelen wel; ze blijven maar achter ons aankomen.
Het was in ieder geval wel gezellig aan boord.
Op U-do besloten we een scooter te huren zodat we onze tijd efficient konden
besteden. Geld betaald en starten dat kreng. We hoefden niet eens een borg te
betalen of paspoorten te laten zien. Ze zijn erg goed van vertrouwen die Zuid
Koreanen.
Na een bocht of
vijf stuiten we opeens op veel gedoe aan de waterkant. Het blijken Haenyeo te
zijn die zich net aan het voorbereiden waren voor hun dagelijkse duik. Dit was
voor ons een uitgelezen mogelijkheid om deze vrouwen nog eens ‘in het echt’ te
zien en niet zoals gisteren bij een demonstratie.
Het was best een
grote groep van deze vrouwelijke duikers die hier bijeen zaten. Het beroep is
toch nog niet uitgestorven zoals je soms wel leest.
De vrouwen letten
nauwelijks op de paar toeristen die stonden toe te kijken en, zo te horen,
hadden ze onderling veel lol. Na een minuut of 10 waren ze allemaal gereed om
te gaan duiken en gingen ze de zee in, op jacht naar octopussen, slakken en
ander zeebanket. De vrouwen blijven wel twee uur in zee en maken in die tijd
tientallen duiken tot wel 20 meter diep (!) waarbij ze wel 2 minuten hun adem
in moeten houden. Ze hebben wat eenvoudig gereedschap bij zich, zoals een haak
en een groot mes om schelpen los te wrikken, maar ook een netje waarin de
vangst kan worden bewaard. Dit netje
hangt aan een drijver/boei die aan de oppervlakte blijft als zij duiken;
fascinerend om te zien hoe weinig dit beroep is veranderd in al die tijd.
Wanneer de vrouwen vrijwel uit zicht zijn gaan wij verder met onze Tour d’
U-do. Op onze oranje gekleurde scooter scheuren we langs vuurtorens,
lavastranden, een koraalstrand, akkers die net beplant zijn, kleine
gemeenschapjes en alles met de prachtige donkerblauwe zee op de achtergrond.
Onderweg lopen we
nog een stijle heuvel op om te kunnen genieten van de prachtige uitzichten,
waaronder die op de krater Ilchulbong.
Na twee uur zijn
we terug bij het haventje waar we begonnen zijn. We brengen de scooter terug en
drinken wat aan de waterkant. Om 12:00 uur gaat de ferry terug naar Seongsang.
Wanneer we om 11:55 uur op de boot zijn, is het verdacht rustig. Zouden we dit
keer zonder…………..maar dan zien we een colonne bussen de hoek om komen
vliegen; in deze bussen zitten onze ratjes die ons dus ook op de terugreis
gezelschap houden.
In Seongsang lunchen we even snel en gaan dan naar het hotel om de Teva’s om te
ruilen voor de bergschoenen en een jasje op te halen voor het middagprogramma.
Even later zitten
we al bij de bushalte en wachten op de bus die ons naar Manjanngul moet
brengen.
Bij Manjanngul zijn de gelijknamige lava tube caves (vrij vertaald:
lavatunnels). Deze lavatunnels worden gevormd wanneer bovenop een actieve
lavastroom een ononderbroken korst ontstaat die steeds dikker wordt waaronder
het gesmolten lava verder kan stromen. Als de aanvoer van lava dan stopt,
blijven deze lange ondergrondse holtes achter.
Je kunt een
lavatunnel nog het best vergelijken met de ondergrondse tunnel waar de metro
doorheen gaat. De lavatunnel bij Manjanngul is tot 18 meter breed, tot 23 meter
hoog en maar liefst 7,4 km lang. Wij kunnen de tunnel een kilometer inlopen en
het is een erg imposant natuurverschijnsel.
Nadat we weer bovengronds zijn gekomen nemen we eerst wat te drinken voordat we
beginnen aan de wandeling van 2½ kilometer naar de bushalte aan de grote weg.
Wanneer we even
later nog maar net aan onze wandeltocht naar de bushalte begonnen zijn, stopt
er een auto naast ons; de bestuurder vraagt waar we heen moeten en wij
antwoorden dat we naar de grote weg moeten om daar de bus te nemen. Hij gooit
zijn deuren open en zegt dat hij ons wel even bij de bushalte afzet. Dat
scheelt ons mooi een wandeltochtje met dit warme weer.
‘s-Avonds eten we weer bij ons favoriete restaurant en als vaste klanten
krijgen we het drankje van het huis aangeboden. Omdat het nachtleven ook
vandaag weer niet op gang wil komen, besluiten we na een kop koffie maar terug
ons hotel te gaan.
Woensdag 19 oktober
Vandaag moesten we weer verkassen; dit keer van Seongsan naar Jeju-si, de ‘hoofdstad’ van het eiland Jeju. Het is slechts vijf kwartier met de bus dus we hadden geen haast.
Na een stevig ontbijt zijn we naar de bushalte gegaan, waar we maar heel even hoefden te wachten op de bus.
Iets voor tienen waren we op het busstation van Jeju, waar we een taxi hebben genomen naar ons hotel. Helaas konden we nog niet op de kamer. We hebben onze tassen in een kamertje achter de receptie gegooid en zijn eerst op zoek gegaan naar een koffieshop.
Na een lekkere bak koffie zijn we naar de ferry terminal gegaan, waar we vijf dagen geleden in de regen arriveerden. We wilden even kaartjes reserveren voor de Pink Dolphin, een wat luxere (mét stoelen) en snellere (3½ uur i.p.v. 5 uur) catamaran veerboot naar Mokpo.
Op weg naar de ferry terminal zijn we nog over een vismarkt gelopen waar ze de vis die gevangen was aan het verpakken waren. Vrouwen zaten op de grond bij kratten vol met vis, die ze netjes overpakten in dozen en ‘koelboxen’. Het was dus geen drukke markt met veel mensen die vis willen kopen, maar het leek er meer op dat hier de vis verpakt werd voor restaurants e.d.
Toen we even later bij het terminal gebouw aankwamen was dit zo goed als verlaten. Bij de infobalie maar even gevraagd waar we kaartjes voor de veerboot konden reserveren. We werden we naar kamer 103 verwezen. Door een lange lege gang (het leek wel een ziekenhuis) liepen we naar kamer 103, waar inderdaad iemand onze reservering in het systeem heeft gezet. Morgen om 09:00 uur kunnen we de kaartjes ophalen.
Voor de rest van de dag stond er eigenlijk niets op het programma en konden we een Jeju-si een beetje verkennen. Diana had nog iets gelezen over Yongduam Rock, een brok lava waar je een draak in kunt herkennen. Deze rots ligt op vier kilometer wandelen over een soort van boulevard aan zee, dus daar waren we nog wel even zoet mee.
Onderweg konden we genieten van de zee en de door lava gevormde kustlijn en met enige regelmaat werden we gestoord door een, naar Seoul of Busan vertrekkend vliegtuig. De vliegtuigen vlogen hier nog erg laag dus dat was best een mooi gezicht.
Als het niet zo druk was geweest bij de draak, waren we deze rots vast voorbij gelopen. Hoe we ons hoofd ook hielden en waar we ook gingen staan, wij zagen er geen draak in; te weinig fantasie of te weinig gedronken.
Omdat dit wel weer een bestemming is die op de verplichte bezichtigingen-lijst van de Zuid Koreaanse scholieren staat, zag het hier weer zwart van de school-uniformen. Allemaal wilden ze met de draak op de foto, dus het viel voor ons niet eens mee om een foto te maken van de draak.
Er waren zelfs een paar scholieren die met Rob op de foto wilden en hoewel hij naar de rots bij zee bleef wijzen, omdat daar de draak stond, bleven ze aandringen op een foto met hem; vooruit dan maar.
Na dit culturele hoogtepunt van Jeju, zijn we teruggelopen naar downtown Jeju-si. We kwamen langs het Ramada Plaza hotel en toen konden we het niet laten om daar even binnen te kijken. Wat een joekel van een hotel en wat een luxueuze aankleding. Als je voor de enorme ramen van het atrium staat, waan je je op een cruisschip op volle zee.
Nadat we even hebben gezien waar we ook hadden kunnen slapen en in de lobby zuinig een colaatje met z‘n tweeën hebben gedeeld, zijn we doorgelopen naar het shoppingdistrict van Jeju-si. Net als in bijna alle andere plaatsen worden de straten gedomineerd door winkels voor outdoorkleding, sportkleding en mobiele abonnementen met de daarbij horende toestellen natuurlijk.
‘s-Avonds hebben we in de zwarte varken buurt een leuk steengrill restaurantje gevonden waar we weer lekker van dit zwarte varken hebben gegeten. Diana had dit keer weer een ander stuk van het varken gekozen en dat bleek een goede keus.
Verder was het een beetje het zelfde recept als bij de vorige grill avond; blaadje sla, wat prei in soja, taugé, kimchi erbij, wat paddenstoeltjes en een teentje knoflook: smullen maar!
Na dit heerlijke diner nog even koffie drinken bij een Starbuck na-aper. Hier is het zelfs gelukt koffie met een toef slagroom te bestellen en daar is echt hoge school handen-en voeten communicatie voor nodig.