Dinsdag 18 oktober
Een nachtje in een grot slapen kan heel verkwikkend werken merken wij vanochtend. We waren wel blij dat het een verwarmde grot was, want de temperatuur daalt hier 's-nachts enorm. Als we bij de receptie komen staat Chagrom al op ons te wachten. Hij gooit de tassen achterin de auto en als Diana de administratie heeft afgehandeld, gaan we op weg. We rijden eerst terug naar Tabriz en als we deze megastad gepaseerd zijn, rijden we verder in noordwestelijke richting naar Jolfa.
Omgeving! |
De omgeving is weer schitterend vanochtend. De weg wordt opnieuw geflankeerd door prachtig kleurende bergen; van rood tot grijs, van groen tot geel. We kijken onze ogen uit en proberen vergelijkbare landschappen te herinneren: Ladakh, Salta, Litang, maar eigenlijk moet je zulke verschillende plekken niet vergelijken. Dit is west Iran en dat is uniek. We laten Chagrom ergens langs de snelweg stoppen, om onder het genot van een bakkie thee de omgeving nog beter in ons op te kunnen nemen.
Benzine 25 cent |
Na het bakkie thee uit de achterbak rijden we weer verder door deze toverbal-omgeving en moeten ons inhouden om niet na elke bocht weer foto's te maken. Dan is het even tijd voor een noodzakelijke stop. Chagrom rijdt naar een tankstation om de tank vol te gooien. Dat lijkt ons wel een goed plan, want in het afgelegen gebied waar wij vandaag komen wil je niet zonder benzine komen te staan. We gluren even op de pomp om te zien wat een litertje benzine hier doet. Voor de zekerheid reken we het drie keer om, maar het is toch echt een kwartje voor een liter benzine. Als we Chagrom ernaar vragen, lijkt hij het best veel te vinden.
Grensgebied |
We rijden weer verder en het landschap blijft ons boeien. Als we Jolfa gepaseerd zijn gaat de snelweg over in een tweebaansweg en rijden we pal naast de Aras rivier. Deze rivier vormt de grens tussen Iran en de Azerbeidzjaanse enclave Nakhchivan. Er staan grote oranje borden langs de weg om te waarschuwen dat filmen en fotograferen hier verboden is. De kloof waar we nu doorheen rijden is zeker zo mooi als de omgeving waar we hiervoor doorheen reden, dus we speelden het onwetende touristje en klikten er lustig op los. Wij waren overigens niet de enigen, want Chagrom kon het ook niet laten. Na een half uurtje slingeren bereiken we dan ons doel voor vandaag: het St. Stephanos kerk.
St Stephanos kerk |
De kerk, die een plekje op de werelderfgoedlijst heeft, ligt op korte afstand lopen van de weg. Het is er erg rustig en hoewel een bordje aangeeft dat een entreeticket 150.000 rial kost, is er niemand om dit bedrag van ons te incasseren. We struinen rond de kerk en proberen de beste positie te vinden voor een plaatje. De kerk met klokkentoren zijn mooi gedetailleerd en vormen het hoogtepunt van het complex. We komen langs de kamers van de monniken, maar ze lijken allemaal een verlofdag te hebben genomen. Bij het kleine museumpje waar wat spulletjes uit de bijna 700 jarige historie van het klooster staan uitgestald, vragen we hoe we op de hogergelegen plek achter het klooster kunnen komen. Dat lijkt ons nl. de ideale positie voor een overzichtfoto. Hij wijst ons de weg en na wat klauterwerk zien we de kerk tegen de achtergrond van kleurige bergwanden. We genieten nog even van dit uitzicht en gaan dan weer op weg naar de auto
Aras rivier |
We vervolgen onze weg langs de Aras rivier richting Podasht en hoewel het klooster een plaatje is, geven we de prijs voor 'hoogtepunt van de dag' aan de omgeving waar we vandaag doorheen gereden zijn. Ook dit deel langs de rivier heeft na elke bocht weer wat moois te bieden. Het is overigens duidelijk zichtbaar dat het een grensgebied is. Op Azerbeidzjaanse grond staan om de paar kilometer uitkijktorens waar militairen geposteerd zijn en af en toe zien we zelfs een kleine commandopost aan de rivier. Door Iran wordt daar minstens zo veel bewaking tegenover gezet. We rijden door tot de stuwdam in de Aras rivier en buigen dan weer wat verder van de rivier af. Het landschap verandert abrupt van onherbergzaam gebergte in vlak grasland. Chagrom geeft daar maar weer eens flink gas en hoewel hij regelmatig op de rem moet voor een Turkse vrachtwagen die op weg naar huis is, komen we rond 15:00 uur bij het Tourism Hotel in Maku.
Vriendinnen |
Nadat we onze spullen op kamer hebben gegooid gaan we op zoek naar de overblijfselen van de oude citadel, het bijbehorend fort en de Abu Fazi moskee. Zoiets is altijd weer makkelijker bedacht dan gedaan en ook dit keer is dat het geval. De bezienswaardigheden liggen nl. tegen een hoger gelegen rotswand achter de stad. Het pad gaat over rotsen en via heel veel ongelijke stenen trap treden naar boven en het zweet staat al snel op het voorhoofd. Ergens halverwege komt er een Iraanse theekransje naar beneden en de dames willen natuurlijk even weten waar we vandaan komen. Als we even met ze staan te kletsen (vooral Diana, want vrouw met man is toch een beetje not-done) willen ze opeens allemaal met ons op de foto. De ene na de andere foto wordt gemaakt en stuk voor stuk komen ze naast ons staan. We blijven een leuke circus attractie
Kaarsje branden |
Na een half uur zijn we eindelijk boven en zien we pas dat alles hierboven onder een mega overhangende rots staat. Best handig zo'n natuurlijke overkapping. We staan bij een gebouwtje dat de Abu Fazi moskee moet zijn. Het is duidelijk geen moskee als andere moskeeën en het belangrijkste ritueel is het branden van een kaarsje op de enorme rotswand naast de moskee. Diana krijgt ook een kaarsje aangeboden. Ze steekt het kaarsje vakkundig aan en geeft het een mooie plek tegen de muur. Een klein kind checkt of ze het allemaal wel goed doet. We krijgen bij de moskee nog een bekertje thee en gaan dan iets verderop kijken bij de restanten van de citadel en het fort. Er wordt hard gewerkt aan het fort en dat is niet voor niks, want er is niet veel over van wat ooit het fort was. Ook van de citadel is het meeste verdwenen of verwoest. Misschien moeten we over een paar jaar nog eens gaan kijken als de restauratie achter de rug is.
Woensdag 19 oktober
Maku ligt op een fantastische lokatie in een kloof tussen steile bergen, maar die bergen zorgen ook voor veranderlijk weer. Vanochtend goot het toen we de gordijnen open trokken. We gaan ontbijten, tandjes poetsen, gooien de rugzakken voor de laatste keer achterin de auto en gaan op weg naar Tabriz, met een tussenstop bij de Armeense kerk, Khara Khelisa.
Herfst |
Als we Maku uitrijden lijkt het dat we de donkerste bewolking achter ons laten en 20 kilometer verder is er nauwelijks nog regen waarneembaar. Zou het dan toch goed komen vandaag? Nou, mooi niet dus, want op zo'n 10 kilometer voor Khara Khelisa verandert de lichte regen in natte sneeuw. We zagen dat 19 oktober een herfstachtige dag in Nederland zou worden, nou hier lijkt het wel winter. Het landschap om ons heen heeft wel wat spookachtigs. Flarden laaghangende bewolking kruipen over het geel-groene landschap en als we het hoogste punt van de rit bereiken is het zicht zelfs minder dan 50 meter geworden. Uit het niets zien we dan ineens het Armeense kerkje liggen.
Khara khelisa |
Khara Khelisa is een van de meest geisoleerde en indrukwekkende plekken in Iran. Deze 'zwarte kerk' is gewijd aan de heilige Thaddeus, een van de twaalf apostelen en een van de aartsvaders van het Armeense christendom. Mister Thaddeus leefde in de eerste eeuw na christus en volgens de overlevering is toen ook deze kerk gesticht. Het huidige bouwsel dateert uit de tiende eeuw en is opgetrokken uit zandsteen. De buitenkant is prachtig, de binnenkant sober. Khara Khelisa is de best onderhouden middeleeuwse kerk in Iran en ook vandaag staat een deel in de steigers voor onderhoud. Het grootste deel van de kerk is na een aardbeving herbouwd aan het begin van de 14de eeuw en in 1810 is de beige-witte uitbouw toegevoegd. Dit deel is wel het rijkst versierd met beeldhouwwerk van heiligen, engelen, koningen en kruizen
Doorlopen! |
Na het natte bezoek bezoek aan Khara Khelisa gaan we dan op weg naar de grootste stad in het westen van Iran en tevens hoofdstad van de provincie West Azerbeidzjan: Tabriz. Hoewel het grootste deel van de rit over een snelweg gaat, moet je hier niet gek staan te kijken als er ineens een kudde schapen of een handvol ezels langs de weg staat. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is, raast iedereen aan de beesies voorbij. Omgekeerd lijken de dieren zich ook niet veel aan te trekken van het voorbij razende verkeer. Als we Tabriz in zicht krijgen begint het opnieuw licht te regenen. We rijden de miljoenenstad in en zijn benieuwd hoe Chagrom hier de weg naar het hotel gaat vinden. Het verkeer is hier helemaal doorgedraaid. De gammele Sabia's en Paykan's vliegen je hier van alle kanten voorbij. Het is eigenlijk onvoorstelbaar dat we zo weinig ongelukken zien. Chagrom redt zich overigens prima; na drie keer vragen rijdt hij ons naar het hotel waar we we onze spullen opnieuw in een 4 persoons appartement mogen neergooien.
Tabriz |
Het is ongeveer 15:00 uur als we ons onderdompelen in het drukke straatleven van Tabriz. Het is vanaf ons hotel ongeveer 20 minuten lopen naar de bazaar en omdat daar een goede Tourist Information is, wordt dat ons doel. We moeten een aantal keren de weg oversteken en we proberen dat met dezelfde bluf te doen als de Iraniers. Het verschil is dat de Iranier niet op of om kijkt wanneer een auto nadert, terwijl wij bij elke naderende auto een nat plekje in de broek hebben. Zonder kleerscheuren komen we bij de bazaar en gaan we op zoek naar Nasser Khan, een man die zelfs in de Lonely Planet genoemd wordt. Dankzij een enorm bord is het niet moeilijk om hem te vinden. We komen er al snel achter dat Nasser zelf ook nogal gek is met Nasser. Hij raakt niet uitgepraat over zijn kwaliteiten, maar we merken ook dat hij goed geinformeerd is en niet perse tourtjes probeert te verkopen. Nasser brengt ons aan het twijfelen over ons programma. Volgens hem zijn bepaalde bezienswaardigheden minder interessant dan ze lijken. We veranderen er nu nog niets aan. Vanavond op de bank maar eens goed nadenken over het vervolg van onze reis.
Donderdag 20 oktober
Vanaf vandaag zijn we officieel weer op onszelf aangewezen. Nadat we gisteravond afscheid hebben genomen van Chagrom moeten we zelf zorgen dat we van A naar B komen. Hij klopte 's-avonds nog aan de deur en vertelde dat hij de volgende ochtend naar Teheren zou reizen. Zijn vrouw hing aan de lijn en die wilde Diana spreken. Ze stelde voor om samen met hen te gaan lunchen of dineren als wij terug zouden zijn in Teheran. Helaas gaat dat in ons programma niet lukken, maar het is een mooi gebaar. We bedanken Chagrom voor al z'n goede zorgen en geven hem een 'gouden' handdruk.
Kiekeboe |
Het standaard programma voor Tabriz is vrij overzichtelijk: de blauwe moskee, de bazaar, de citadel en de Golestan tuin. Tussendoor moeten we dan nog even geld wisselen. Eerst maar naar de blauwe moskee, of Masjed-e Kabud zoals ze hier zeggen. Het is zo'n 20 minuutjes lopen vanaf ons hotel en als we ons entree ticket gekocht hebben blijkt dat we nog helemaal alleen bij de moskee zijn. Is dat even fijn fotograferen. De moskee heeft z'n naam te danken aan de gloed van de verschillende soorten blauwe tegeltjes waarmee de moskee was bekleed
De Blauwe Moskee |
De moskee is gebouwd in 1465 en was een van de meest glorieuze bouwwerken van zijn tijd. Nadat de bouw was voltooid hebben kunstenaars er nog 25 jaar over gedaan om het hele oppervlak tebekleden met tegeltjes. Als dit werk werd teniet gedaan door een aardbeving in 1773 waarbij de moskee grotendeels instortte. Alleen de achterkant is blijven staan. Inmiddels is het gebouw weer herbouwd, maar alleen aan de achterkant is een vleug van de originele blauwe buitenkant te zien. We gaan de moskee ook nog even binnen en zien ook daar dat de restauratie nog een lange weg te gaan heeft. De binnenkant heeft al wel veel meer blauw op de muur geplakt zitten, maar het zou ons niet verbazen als de hele klus nu ook nog eens 25 jaar gaat duren, want er zijn helemaal geen werkzaamheden waar te nemen in de moskee. Net als wij naar buiten willen gaan komen er andere toeristen de moskee binnen en als we buiten staan zien we ook een grote groep Duitse toeristen die staat te trappelen om de moskee in te gaan. Waren wij even mooi op tijd! We laten de moskee aan onze oosterburen en gaan op weg naar de bazaar.
Voordat we bij de bazaar zijn, komen we langs de wisselkantoortjes. We zijn wel nieuwsgierig wat er hier betaald wordt voor de euro, dus we gaan ergens naar binnen. Na een beetje onderhandelen blijken we hier een veel betere koers te krijgen dan bij Nasser van de Tourist Information. Omdat we hem een kans willen geven deze koers te evenaren, lopen we zonder te wisselen naar zijn kantoortje. Het groet ons vandaag weer net zo populair als gisteren; gooit er af en toe een paar Nederlandse woordjes tussendoor en vraagt wat we komen doen. We zeggen dat we geld komen wisselen, maar niet voor de koers die hij gisteren bood. Hij kan niet geloven dat wij een betere koers kunnen krijgen en zegt dat we daar nog een flinke commissie moeten betalen. Wij zeggen dat dit niet het geval is, want daar hebben we naar gevraagd. Hij kan de koers van het wisselkantoortje niet evenaren, dus we verlaten het kantoortje terwijl hij ons een 'tot ziens' naroept. We hebben hem maar niet verteld dat we zijn reis-adviezen ook in de wind slaan en dat we aan ons eigen programma vast houden. Hij wist waarschijnlijk niet meer dat we het daar gisteren over hebben gehad
Tapijten Timche |
We lopen terug naar het wisselkantoortje waar we weer vriendelijk worden onthaald. De rekenmachine wordt erbij gepakt en ons wordt nogmaals voorgerekend dat we 39.600.000 rial voor onze duizend euro krijgen. De koers is iets minder dan in Teheran, maar het is een dik pak papier in de broekzak! Hierna dolen we een tijd over de bazaar. Van de drukke kledingafdeling waar je je tussen de mensen door moet persen, naar de tapijten waar het veel rustiger is, maar waar de handelaren veel actiever aan het verkopen zijn. We lopen van de geuren van de specerijenafdeling naar de geuren van de parfumafdeling, waarna we in de juwelenstraatjes uitkomen.
Koran les |
Het originele deel van de bazaar bestaat uit lange gangen met prachtig gemetselde koepeldaken. De tapijthandelaren vind je vaak in de zgn. timches. Dit zijn grotere hallen maar ook met zo'n mooi gemetseld koepeldak. In de bazaar is ook een moskee, waar net een soort bijscholing werd gegeven toen wij er naar binnen keken. Ook zijn er restaurants, cafe's en kun je er een heerlijke waterpijp roken. Wanneer de inwendige mens aangeeft dat er gegeten moet worden, verlaten we de bazaar en gaan we op zoek naar een eetgelegenheid.
Arg-e Tabriz |
Het broodje falafel was opnieuw heerlijk maar als de smaakpolitie hier langs zou komen, zouden er dubbele sloten op de deur gaan. We hebben tijdens het eten maar niet te veel naar het keukengedeelte van deze toptent gekeken. We besluiten na de lunch even terug naar het hotel te lopen om het pak geld op een veiligere plek te leggen, maar doen dat via een kleine omweg zodat we de Arg-e Tabriz kunnen meepikken. Dit grote stenen gevaarte is een overblijfsel van de 14e eeuwse citadel. Over dit bouwwerk doet het verhaal de ronde dat misdadigers voor straf van de top van deze muur werden gegooid. Een vrouw die ook op deze manier werd gestraft, zou het hebben overleefd omdat haar chador als een parachute werkte. Zal wel!
Uitpuffen |
Op de hotelkamer proppen we de miljoenen in een tasje en gooien dat achter slot en grendel. Tot nu toe hebben we helemaal niet het gevoel dat ze het op ons geld of spullen gemunt hebben, maar we nemen het zekere voor het onzekere. Dan zijn er nog twee bezoekjes af te leggen: de Golestan tuin en de Anglicaanse kerk. Eerst naar de kerk, maar waar volgens de kaartjes de kerk moest zijn konden wij 'm niet vinden. De kerk is herkenbaar aan een toren met vier steeds kleiner worden cilinders, maar waar we ook kijken geen toren en dus geen kerk. De kerk is geen must-see, dus we lopen door naar de Golestan tuin. Het is een fraai aangelegd stadspark, waar van alles te doen is. Aan de ene kant is een soort boekenmarktje en aan de andere kant proberen alle Stiefbeen's van Tabriz hun troep te verkopen. We lopen naar de andere kant van de weg en kopen daar bij een bakkertje een paar verse muffins. Dan zoeken we een bankje bij de grote vijver en laten daar een uurtje het leven aan ons voorbij gaan.
Vrijdag 21 oktober
Bus naar Zanjan |
We wilden de bus van 10:00 uur nemen, dus heel veel haast hadden we niet. Eerst even lekker ontbijten, dan onze spullen weer in de rugzak proppen en uitchecken. We laten ons met een taxi bij het busstation afzetten en daar worden we gelijk in de nek gesprongen door ticketverkopers. 'Teheran, Teheran, Zanjan, Qazvin' klinkt het. 'We willen naar Zanjan' zeggen we. Het maakt niet zoveel uit in welke taal je dit zegt want als ze 'Zanjan' opvangen weten ze genoeg. Er wordt een ticket uitgeschreven en we lopen naar de bus. Het blijkt een luxe bus te zijn met grote stoelen waar je bijna plat in kunt liggen. De stoelen zijn zo breed dat er maar drie op een rij staan.
Tien uur wordt uiteindelijk kwart over tien, maar dan wordt er gas gegeven. Langs de snelweg pikken we dan nog een paar passagiers op, zodat de bus helemaal propvol zit en dan gaat het richting Zanjan. De vrouw die aan de andere kant van het gangpad naast Diana zit deelt gelijk snoepjes en mandarijnen aan ons uit. Het blijft ongelooflijk hoe vaak dat gebeurt. We kunnen bijna nergens met Iraniers in contact komen of er wordt iets uitgedeeld. De reis gaat voorspoedig, hoewel de chauffeur wat moeite heeft met de climatcontrol in z'n Scania. Eerst loopt de temperatuur op tot 26 graden en vervolgens laat hij het afkoelen tot 13 graden, volgens de display voorin de bus.
Linksaf |
Rond 13:30 uur rijden we dan door de tolpoort bij Zanjan en dat is tevens onze eindstop. We worden aan de kant van de snelweg achtergelaten; toedeloe! Gelukkig gebeurt dat hier vaker, want de taxi's staan al te wachten. We kruipen in een oude bak en laten ons bij het hotel afzetten. Onze vuurdoop met het busvervoer zit erop. Nadat we zijn ingecheckt gaan we eerst een happie eten. Het is vrijdag, dus 'zondag' voor de Iraniers en het is relatief rustig op straat. Gelukkig zijn de cafetarias wel open. We kiezen opnieuw voor de vegetarische falafel.
Vrouwenafdeling |
Na deze luxe lunch gaan we op pad in Zanjan. Op weg naar het Enghelab plein komen we langs de Rasul Ullah moskee. We besluiten er een kijkje te nemen. Mannen en vrouwen hebben een eigen ingang en een eigen gedeelte in de moskee, dus Diana gaat via de voordeur terwijl Rob de achterdeur neemt. De mannen-afdeling is eenvoudigjes, maar de vrouwenafdeling kan Diana wel bekoren. Ze moet een leen-chador om doen, maar dan ben hoor je er ook echt bij. Er wordt gebeden, maar er worden door de vrouwen ook foto's gemaakt met mobieltjes. Kinderen rennen door de grote ruimte die grotendeels met een spiegel mozaiek is bekleed.
Na het bezoek aan de moskee lopen we via het Enghelab plein langs de Jameh moskee naar de bazaar, maar die is gesloten op vrijdag. We vervolgen via de Imam Khomeini straat naar de vrouwenmoskee, maar die blijkt niet meer in gebruik te zijn. Dan gaan we op zoek naar de Dokhtar karavanserai, maar die is op vrijdag ook al gesloten. Niet ver van de karavanserai is het treinstation en daar informeren we naar de mogelijkheid om met de trein naar Qazvin te reizen. Er blijken meerdere treinen per dag Qazvin aan te doen dus dat is geen probleem.
In de buurt van het station spreekt Diana een taxichauffeur aan omdat ze toch wil weten wat een dagritje naar Takht-e Soleiman kost. We hadden deze bestemming eigenlijk al uit ons programma geschrapt, maar het lijkt erop dat we voldoende tijd hebben voor een bezoekje aan deze ruines. Het wordt een onderhandeling met handen en voeten, ondersteund met een Engelstalige persoon aan de andere kant van de telefoonlijn, maar uiteindelijk komen we tot overeenstemming en gaan we morgenvroeg toch naar Takht-e Soleiman.
Glimmen! |
De zon begint inmiddels te dalen dus we gaan op weg naar ons hotel. We hebben boven de daken van van Zanjan een enorme koperen koepel gezien en die willen we nog wel even van dichtbij zien. Het blijkt opnieuw een moskee te zijn op een minuut of tien lopen vanaf het treinstation. We kunnen de naam van het kitscherige koperen gevaarte niet achterhalen, maar laten we het de MZN noemen (moskee zonder naam). Ook hier is het verdacht stil voor een vrijdag. Blijkbaar worden op vrijdag niet alle moskeeën evengoed bezocht. We lopen een rondje rond de MZN en gaan dan snel op weg naar onze laatste bestemming voor vandaag.
Wasplaats |
Ten noorden van het Enghelab plein is het Rakhatshor-Khaneh. Dit is een ondergrondse ruimte die in het pré-Miele tijdperk werd gebruikt om de was te doen. Het water werd via kanaaltjes aangevoerd en de vrouwen stonden hier dan te schrobben en te slaan met hun wasgoed. Om ons al toerist te laten zien hoe dat geweest moet zijn, hebben er een soort Madame Tussaud van gemaakt; de kelder staat nl. vol met wassen beelden van vrouwen in verschillende was-bewegingen. Te fout voor woorden, maar het is goed bedoeld. We lopen door de goed gerestaureerde ruimte en bezoeken aansluiten nog even het naastgelegen museumpje. We blijken de laatste gasten te zijn, want wanneer we de deur uit zijn, gaat het slot er gelijk op.
Mag ik een plat wit |
Op weg naar het hotel komen we lang een bakker zoals je ze vaak ziet in de straten van een stad. Hier worden de platte, lanwerpige broden gebakken die we in ons hotel in Teheran bij het ontbijt kregen. Daar waren ze niet te kangen, maar als je ze rechtsreeks uit de steenoven eet zijn ze heeeeerlijk. We staan even te kijken hoe de broden gebakken worden. Een brood is vaak nog maar net uit de oven of er komt weer een klant langs die er eentje koopt. Ze kosten een kwartje en dat is geen geld voor zo'n ovenvers brood. Wij besluiten er ook eentje uit de oven te kopen en eten deze op weg naar ons hotel op.
Zaterdag 22 oktober
Naar de Troon |
Gisteren hadden we een deal gesloten met de hoogste baas van de Taxi-mafia in Zanjan. Voor een lullige 1,9 miljoen zou er om 08:30 uur een taxi bij ons hotel stoppen, waarna wij dan zonder iets te zeggen instappen. De chauffeur rijdt ons dan in 2 uur naar Takht-e Suleyman. Niemand hoeft hier iets vanaf te weten. Wij zorgen dus dat we op tijd hebben ontbeten en ruim voor 08:00 uur zitten we al klaar in de lobby. Een telefoontje naar de taxi-maffia-baas zorgt ervoor dat de taxi 10 minuten eerder bij het hotel is. Als de kleine, witte Saipa voorrijdt zijn wij enigszins teleurgesteld; voor 1,9 miljoen verwacht je een auto met iets meer luxe. Deze heeft alleen een ventilator. Wij stappen in en de rit naar de Troon van Solomon begint.
Ruig |
Het wordt eentonig, maar dat is in dit geval positief. Ook dit keer is het weer een rit door een prachtige omgeving. Het lijkt wel een beetje op onze rit van Kandovan richting Jolfa, alleen zaten we er nu meer tussenin. Het gebergte is droog en doet soms buitenaards aan. Het kleurenpallet van de omgeving is wonderschoon maar tegelijkertijd heeft het iets onhergergzaams. Leven lijkt hier bijna onmogelijk, maar toch rijden we heel af en toe door een dorpje waar het leven lijkt te hebben stil gestaan. De rit duurt ongeveer twee uur en onderweg vragen we onze chauffeur af en toe om te stoppen zodat we iets langer kunnen genieten. Iets na half elf zien we dan de ruines van Takht-e Suleyman aan de kant van de weg.
Bij Solomon |
In de 3e eeuw na christus was het Zoroastrianisme het voorgeschreven geloof in Perzie. Takht-e Suleyman heette destijds Azergoshnasb en was het spiritueel centrum. De plek was daarvoor uitermate geschikt, want een belangrijk element van dit geloof was de verering van aarde, wind, water en vooral vuur en dat was hier allemaal aanwezig. Aarde en wind is niet zo bijzonder, maar het water was afkomstig uit een kratermeer dat (nu nog steeds) 90 liter per seconde opborrelt en het vulkanisch gas zorgde ervoor dat er een vuurtje kon worden gestookt.
Deze site werd destijds voornamelijk gebruikt voor koninklijke en geestelijke rituelen. De naam doet vermoeden dat de site iets met koning Solomon uit het oude testament te maken heeft, maar dat is niet het geval. Het is een verzinsel van de Perzische bewakers van de site. In de 7e eeuw was de Arabische invasie ophanden en ze wisten dat de Islamieten veel eerbied hadden voor bijbelse figuren. Ze bedachten een verhaal van een eenmalige verblijf van koning Solomon en wisten daarmee een zekere vernietiging te voorkomen.
Kratermeer |
We lopen ongeveer een uurtje tussen de ruines door. Vooral het kratermeer is bijzonder in deze droge omgeving. Van de gebouwen is over het algemeen niet veel meer over dan ruines. Ook op deze site hebben ze de komende jaren veel werk te doen, om alleen al te voorkomen dat de boel instort. We gaan weer terug naar de parkeerplaats waar onze chauffeur met een koppie thee klaar staat, gooien er nog een koekie tegenaan en dan gaan we weer naar Zanjan. We rijden dezelfde weg terug dus we krijgen de gelegenheid alles nog eens in een ander licht te zien. Dat moet je heel letterlijk nemen, want nu de zon hoger staat en uit een iets nadere hoek komt, ziet het er soms toch heel anders uit. We rammelen weer twee uur terug in ons witte gebakkie en laten ons bij het plein afzetten waar we gisteren geluncht hebben. Dat gaan we nu ook maar weer doen.
's-Middags willen we nog naar Soltaniyeh, dus we proppen het broodje snel naar binnen en gaan op zoek naar een taxi. Het is nog ruim een half uur rijden en je wilt toch niet voor een dichte deur komen te staan. Na wat onderhandelen over de prijs, waarbij we elkaar niet verstaan, gaan we met de taxichauffeur mee die we het eerst hebben aangesproken. We nestelen ons op de achterbank en beginnen aan het ritje van 35 km. Elke keer als we bij een politiepost in de buurt komen moeten we even net doen alsof we onze autogordel om hebben. We kunnen de autogordel niet écht omdoen omdat deze niet compleet is. We worden gelukkig niet aangehouden en om 15:15 uur staan we bij het gebouw met de grootste stenen koepel ter wereld.
Soltaniyeh |
Soltaniyeh, of 'Stad van de Sultans', is door de Ilkhanaat Mongolen gebouwd met als doel te fungeren als hun Perzische hoofdstad. Dit heeft echter maar 82 jaar geduurd, want in 1384 is de stad grotendeels verwoest door de Turks-Mongoolse krijgsheer Timoer Lenk. Slechts drie gebouwen hebben dit overleefd, waaronder het mausoleum van sultan Oljeitu. Dit mausoleum is verreweg het mooiste van de drie gebouwen. Het is 48 meter hoog en de koepel met blauwe tegeltjes heeft een diameter van 25 meter. De binnenkant van het mausoleum is helemaal volgebouwd met steigers i.v.m. renovatiewerkzaamheden, maar ondanks deze metalen constructie is goed te zien hoe immens groot dit gebouw is. We gaan de smalle trapjes op naar de bovenste verdieping waar je een mooi uitzicht hebt over het hele complex. In alle gangen en alle nisjes vallen de fantastische details op. Elke keer als we zo'n gebouw zien vragen we ons af hoe het er destijds uit moet hebben gezien.
Als we alle hoeken van het mausoleum hebben gezien gaan we weer terug naar onze chauffeur en laten we ons terug naar Zanjan brengen. We drinken daar nog een beker vers sinaasappelsap en lopen dan door naar het hotel. Restaurants zijn er in deze stad nauwelijks te vinden en we hebben geen zin om weer in een snackbar te gaan zitten, dus eten we 's-avonds in het hotel. Daarna gaan we nog even de straat op voor een echte bak espresso bij 'City Cafe'. Als we terug naar het hotel lopen komt er toch een smetje op deze vakantie. We komen langs een winkelcentrum van 6 verdiepingen en we gaan nog naar binnen ook! Alle grote merken zijn vertegenwoordigd en Diana ziet (natuurlijk) een leuk horloge van 'Tocs!'. Komt dat goed uit; ze had nog een verjaardagskado tegoed.
Zondag 23 oktober
Zanjan kunnen we afvinken en we gaan door naar Qazvin. We gaan bepakt en bezakt de straat op, houden een taxi aan en laten ons er bij het busstation weer uitgooien. We worden weer met open armen ontvangen door mannetjes met een bonnenboekje die hun bus vol moeten krijgen. We lopen met de eerste de beste mee, gooien de rugzakken onderin de bus en gaan in de bus zitten. We zitten nog maar net of de motor wordt al gestart. Dat gaat lekker. Achteraf iets te snel gejuicht, want nog geen honderd meter van het busstation wordt de bus weer stil gezet en gaan ze opnieuw op jacht naar passagiers. Een handvol passagiers rijker en een half uurtje later gaan we dan echt op weg naar Qazvin.
Taxi! |
De steward van dienst deelt aan iedereen een pakje drinken en een muffin uit, dus met de service aan boord lijkt het goed te zitten. De rit naar Qazvin duurt maar zo'n twee uur, ondanks dat er onderweg nog een tweetal keer wat extra passagiers worden opgepikt. Net buiten Zanjan zien we vanaf de snelweg voor de laatste keer de koepel van het mausoleum van Soltaniyeh blinken. Ook van deze afstand valt de grootte van het monument op. Als we de tolpoorten bij Qazvin gepasseerd zijn, is het weer hetzelfde liedje. Bus gaat naar de kant van de snelweg, wij worden eruit gegooid en kunnen op zoek naar een taxi om in Qazvin te komen. Die zijn daar natuurlijk op ingespeeld, dus niet veel later zijn we al bij ons hotel.
Tijd voor een vette hap |
Het is iets voor twaalven, dus we hebben nog alle tijd om de hoogtepunten van Qazvin te bezoeken. Ons hotel ligt zo'n 15 minuten wandelen van het Azadi plein dat je als centrum van de stad kan zien. Dat wordt dus onze eerste bestemming, maar we regelen eerst iets voor de inwendige mens. Bij dit cafetaria worden we weer eens op de foto gezet door een Iraanse dame. We beginnen inmiddels redelijk te begrijpen hoe een pop-ster zich moet voelen. We worden nagekeken, meiden giechelen als we langs lopen, we moeten met de Iraniers op een selfie en nu kunnen we ons broodje niet eens meer rustig opeten; het is een opgave! Met de buikjes gevuld lopen we dan verder en komen langs de Nabi moskee. Hoewel we er natuurlijk al verschillende gezien hebben ziet deze er toch weer anders uit. Helaas is de dienst net afgelopen, maar op het enorme binnenplein is nog wel het e.e.a. te doen. We gaan er even op een bankje in de zon zitten en genieten van alles om ons heen.
Theepauze |
Omdat onze tijd hier toch wel beperkt is, staan we na een tiental minuten toch maar op en vervolgen onze tocht. De volgende stop is de bazaar. Deze bazaar is onvergelijkbaar met de bazaars in andere steden. Hier geen chaos en drukte, maar prachtig gerestaureerde gangen met mooie koepeldaken en chique winkeltjes. Zo'n bazaar zou in een westerse stad niet misstaan. We lopen kris-kras door de verschillende gangen en komen dan op een gezellige binnentuin uit. Er is een soort cafeetje waar je onder een parasolletje wat kan drinken en die kans laten we niet voorbij gaan.
Ook deze stop duurt niet te lang en we gaan dan op weg naar een van de drie stadspoorten die Qazvin rijk is. Deze stop combineren we met een bezoek aan de Tourist Information want we moeten nog even uitzoeken hoe we overmorgen in Kashan komen. Het is zeker een kwartiertje lopen naar de Rah Kushk Gate en we merken dat het hier alweer wat warmer is dan in Zanjan. De stadspoort ligt er wat verlaten bij zo aan de kant van een drukke rotonde en vlak bij een wolkenkrabber in aanbouw. Blijkbaar heeft deze attractie geen monumentale plek verdiend. We stappen vervolgens even bij de Tourist Information naar binnen, maar de gezellige dames kunnen ons niet aan de gewenste informatie helpen. We moeten het maar even op het busstation gaan vragen. Waar heb je dan een Tourist Information voor, vragen wij ons af.
Busstation met toezicht |
Omdat het busstation weer helemaal aan de andere kant van de stad ligt, laten we ons er door een taxi heen brengen. Als we uit de taxi stappen komen er gelijk weer van die mannetjes naar ons toe die buskaartjes proberen te verkopen. 'Nu nog niet' zeggen wij 'mañana, mañana'. Op het enorme busstation weten we één man te vinden die een beetje Engels spreekt. We krijgen te horen dat er geen rechtsreekse bus naar Kashan gaat en dat we kunnen kiezen tussen een overstap in Teheran of Qom. Daar moeten we dan maar even over nadenken. Bovendien is er hier ook een treinstation, dus misschien is dat een optie.
Tehran Gate |
Het busstation ligt vlak bij de tweede toegangspoort van Qazvin, dus we besluit daar maar ook maar even heen te lopen; we zijn hier nu toch. De Tehran Gate ligt er veel fraaier bij en heeft zelfs een soort van parkje er omheen gekregen. Van deze poort is het niet zo ver naar de Jameh moskee, dus dat wordt ons volgende doel. Omdat we een shortcut nemen lopen we toevallig langs een klein marktje. Er zit ook een mannetje die druiven probeert te verkopen. Pitloze druiven, want daar staat Qazvin ook om bekend. Even verderop is de Jameh moskee, maar deze staat grotendeels in de steigers en dus zo goed als verlaten. We lopen even over het terrein, maar gaan al snel weer verder.
Scherpe punt |
Als we de straat over steken, op weg naar de laatste bezienswaardigheid van vandaag, zien we in de verte de derde toegangspoort van Qazvin: de Ali Qapu. Dit is tevens de grootste, maar omdat deze tegenwoordig dienst doet als politieburo is fotograferen geen optie. We lopen dus maar verder, op weg naar de Amineh Khatun tombe. Dit monumentje staat wat verloren tussen de lelijke moderne straatjes. Het blijft wel een leuk gebouwdje met z'n blauwe conische dakje. Helaas kunnen we er niet heel dicht bij komen omdat het monumentje vandaag gesloten is, maar vanachter het het hek kunnen we het gebouw ook heel goed zien.
Glaasje fris |
We lopen terug naar de hoofdstraat en duiken nog een keertje de nieuwerwetse bazaar in. Inmiddels is de verlichting aan gegaan en ziet het er nog sprookjesachtiger uit. We komen langs een moderne, sfeervolle koffieshop en gaan daar naar binnen voor een versnapering. Onder het genot van een drankje kijken we naar de nieuwe generatie Iraniers en zien dat zij heel veel dezelfde dingen doen die dezelfde generatie in Nederland ook doet. Twee meiden en een jongen eten gezamelijk een gebakje en maken ondertussen selfies en twee andere meiden zijn zo druk met elkaar in gesprek dat de ene niet eens in de gaten heeft dat haar hoofddoek bijna is afgegleden. Als je haar zo ziet zitten in haar moderne kleding, zijn er helemaal geen verschillen. Als de jongen van de koffieshop haar vraagt de hoofddoek weer goed te doen besef je je weer dat het hier toch net even anders is.
Straathandel |
Van de nieuwerwetse bazaar lopen we dan richting de ouderwetse bazaar waarbij we onderweg ineens weer op het binnenterrein van de Nabi moskee staan. Als we naar de overzijde lopen wordt Rob aangesproken door een jochie dat pakjes kauwgom probeert te verkopen. Rob is in een goede bui, dus pakt z'n portemonnee, maar ziet dat het keinste geld een briefje van 50.000 rial is. Hij laat het de jongen zien en vraagt hoeveel pakjes kauwgom hij ervoor krijgt. De jongen drukt 5 pakjes in z'n handen, neemt het briefje aan en weet niet hoe snel hij weg moet komen. Wat een lol voor €1,25! Daarna lopen we via de old school bazaar terug naar de hoofdstraat. Bij gebrek aan een écht restaurant gaan we naar binnen bij iets dat daar het meest op lijkt (omdat er een tafel en stoelen staan) en bestellen van alles wat. Nadat we deze mixed Iran naar binnen hebben gewerkt gaan we terug naar het hotel. De wekker gaat op 06:30 uur want morgen gaan we vroeg op pad.
Maandag 24 oktober
De jongens van het hotel deden hun uiterste best om ons op zo'n vroeg tijdstip te laten ontbijten. Normaal gesproken kun je hier vanaf 08:00 uur ontbijten en dat was vandaag veel te laat voor ons. We proppen alles naar binnen en als we om 07:30 uur in de lobby staan komt Sohrab, onze chauffeur voor vandaag al aanrijden.
Bewolkt |
We gaan gelijk op weg, want er staat weer veel op het programma vandaag. We rijden Qazvin uit en gaan dan gelijk al de bergen in. Als we de berg over zijn en de Alamut vallei inrijden zien we daar een prachtige wolkendeken in de vallei liggen. Dat is wel een plaatje waard, dus we laten Sohrab gelijk z'n eerste stop maken. Dit doet ons terugdenken aan Alishan in Taiwan waar we 's-nachts om 03:00 uur het bed uit moesten om een 'sea of clouds' te kunnen zien. Hier krijg je het er gratis bij.
De Vallei |
Eén ding beseften we ons niet boven op de berg; een mooi wolkendek boven de vallei geeft nare bewolking in de vallei. Het duurt niet lang of we krijgen die harde werkelijkheid te zien. Als we afdalen op weg naar Lamiasar Castle, rijden we al snel in de wolken en is het zicht minder dan 50 meter. Het is gelukkig nog even rijden naar dit eerste kasteel van de Assassijnen (waarover later meer in de feuilleton), maar voorlopig moeten we het met een grijze lucht doen. We laten ons natuurlijk niet van de wijs brengen, dus ondanks de bewolking genieten we van de prachtige vallei. Het landschap is hier anders dan we eerder hebben gezien. De heuvels zijn geel/groen van het gras dat er groeit en er is ook veel meer kale rots te zien.
Uitzicht bij Lamiasar Castle |
Om 09:30 uur draait Sohrab z'n auto op een stoffig parkeerplaatsje en wijst hij naar een smal paadje aan de overkant van de weg. We krijgen te horen dat we dat paadje moeten volgen en dat we dan vanzelf bij Lamiasar Castle uit zouden komen. We nemen wat proviand mee en gaan op weg. Het blijkt niet alleen een zanderig paadje te zijn, er moeten ook heel wat provisoriche trappen beklommen worden. We stoppen regelmatig om van de uitzichten te genieten (en om op adem te komen). Het kost ons ongeveer een half uurtje om het kasteel te bereiken en eerlijk gezegd is deze ruine de klim niet waard, maar de omgeving des te meer. Nadat we een paar minuten rondom het bouwsel hebben gelopen gaan we weer naar beneden. We zien inmiddels wat blauwe vlekken tussen de bewolking, dat dat geeft hoop voor de rest van de dag.
Het Evan meer |
Na dit korte bezoek aan de westkant van de Alamut vallei gaan we de rest van de dag de oostkant verkennen. Rond 11:00 uur heeft de bewolking zich gewonnen gegeven en maken wij ons op voor een heerlijke dag. Ik durf het bijna niet te schrijven, maar ook hier weer genieten geblazen. Met open mond en een druppeltje kwijl uit de mondhoek verbazen we ons opnieuw over de schoonheid van het landschap. Na vele kilometers slingerwegen en een groot aantal haarspeldbochten, bereiken we uiteindelijk het Evan meer(tje). Dit meer is ontstaan uit een natuurlijke bron, maar Sohrab adviseert om het niet te drinken. We houden hier even pauze voordat we verder gaan naar de volgende attractie.
Andej canyon |
We rijden eerst weer wat kilometers omhoog en in de diepte zien we weer eens wat begroeing. We vragen Sohrab even te stoppen zodat we dat beter kunnen bekijken. Hij zegt dat dit het begin is van de Andej canyon die we gaan bezoeken. Het ziet er prachtig uit van bovenaf; overal om ons heen die ruige bergen en dan in de diepte een langerekte sliert groen. We rijden nog een stukje verder langs de canyon en slaan dan plots scherp af naar rechts. De weg gaat stijl naar beneden en we komen steeds dichter bij de bodem van de canyon. Als we beneden zijn aangekomen lijkt het alsof we in een andere wereld staan. Overal om ons heen hoge bomen, sommige al in herfstkleur. Een riviertje klatert rustgevend naar beneden.
We houden even een thee-pauze bij een kleine natuurlijke bron. Dit water kun je wel drinken volgens Sohrab. We durven de proef niet op de som te nemen en houden het bij het glas thee dat hij inschenkt. We zoeken een plekje op een rots en genieten van alles dat we om ons heen zien. Voordat we verder rijden lopen we nog 50 meter een zandpad in. Daar zijn nog twee kleine 'grotwoningen' te bewonderen. De plafonds van deze grotten zijn zwart geblakerd, dus er zal ooit wel eens iemand geleefd hebben of op z'n minst een keer hebben ge-bbq-d. Als Sohrab de theeglazen weer heeft gewassen gaan we verder naar onze laatste bestemming van vandaag.
Alamut Castle |
We slingeren met het riviertje mee naar de hoofdweg en vandaag klimmen we naar het beroemdste kasteel in de vallei: Alamut Castle. Hoog boven de boomgaarden met kersenbomen van het dorpje Gazor Khan torent een grote kale rots uit waarop de ruine van dit kasteel zich bevindt. We rijden zover mogelijk door en spreken met Sohrab af dat we hem later weer zien bij een naastgelegen restaurantje. Dan beginnen wij opnieuw aan de stevige klim. Gelukkig ligt het grootste deel van de klim in de schaduw, maar de trappetjes met veel te hoge treden zijn een hele uitdaging.
Werk in uitvoering |
De kastelen die wij vandaag bezoeken waren in de 12e eeuw de uitvalbasis van de Ismaili sekte. Er wordt gezegd dat de strijders van deze sekte onder invloed van een stevige portie hasj werd wijs gemaakt dat ze in het paradijs zouden belanden wanneer ze de politiek en geestelijk leiders van die tijd ontvoerden of vermoordden. Dit gaf hen de popi naam 'Hashish-iyun' dat weer de basis vormt voor het Engelse woord 'assassin' en dus tot de hedendaagse naamgeving van de kastelen: 'Castles of the Assassins'. De volgelingen van Hasan-e Sabbah, leider van de Ismaili sekte, gebruikten het netwerk van kastelen om zich te verschuilen, volgens één verhaal. Volgens een ander verhaal Is Sabbah een vrijdenkende, pro-wetenschap leider van de islam traditie en zijn de hashish verhalen bedacht om hem in een kwaad daglicht te zetten en daarmee de Ismaili beweging te ondermijnen. Minder spannend, maar waarschijnlijk dichter bij de waarheid. We hebben bijna een half uur nodig om via de vele onbenullige traptreden boven te komen. Daar zien we dat deze ruïne meer te bieden heeft dan die van Lamiasar castle. Bij de verschillende ruimtes staan bordjes waarop is beschreven wat de functie ervan was. Dit kasteel moet ook veel groter geweest zijn dan het andere. Een team van wetenschappers is druk bezig het hele complex in kaart te brengen en wij proberen ze daarbij zo min mogelijk voor de voeten te lopen. De omgeving is vanaf deze plek wonderschoon. Misschien dat ze hier in de toekomst een leuk hotelletje van kunnen maken. Nadat we het complex van voor tot achter besnuffeld hebben beginnen we aan de afdaling en beneden aangekomen nemen we plaats in bij het restaurant waar Sohrab op ons wacht.
Prachtig! |
Na de lunch beginnen we aan de terugweg. We rijden een iets andere route dan die waarlangs we hier gekomen zijn. We kijken bij elke bocht nog eens over onze schouder of we niets gemist hebben. Als de zon langzaam begint te zakken aan de horizon rijden wij over de laatste bergpas terug naar Qazvin, waar we rond 17:30 uur bij ons hotel worden afgezet. 's-Avonds gaan we bij het enige 'normale' restaurant van de stad eten en trakteren we onszelf na die tijd bij Negarossaltaneh in de nieuwe bazaar op een échte bak koffie; die hadden we wel verdiend!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten