Iran 3

Dinsdag 25 oktober

Even wachten!

Toen we de gordijnen vanochtend open deden, zagen we dat het tijd was om te vertrekken. Er stonden grote plassen op de weg en het regende nog steeds. Omdat we rechtstreekse bus naar Qom wilden nemen, moesten we weer vroeg uit de veren want deze bus zou al om 08:00 uur vertrekken. Even snel een ontbijtje naar binnen werken, uitchecken en een taxi aanhouden. Bij het busstation kopen we een kaartje en gaan we vervolgens maar even in de wachtruimte zitten. Aan de mensen om ons heen te zien, gaan we niet alleen naar Qom.

De bus vertrekt zoals gebruikelijk een half uur te laat en het is bovendien een normale bus, want op elke rij staan vier smalle stoelen. Het blijkt uiteindelijk ook geen rechtstreekse bus te zijn, maar eentje die via Teheran naar Qom rijdt. Dat is best een stukje om en als de bus dan ook nog de drukte van Teheran in moet, zal dat zeker een uur extra reistijd kosten. Het blijft lang tijd troosteloos onderweg, maar vlak voor Teheran wordt het eindelijk droog.

Qom

In Teheran gaat ongeveer de helft van de passagiers van boord en na een korte plaspauze gaan we dan door naar Qom. Qom is na Mashad de tweede heilige stad van Iran en dus ook een van de conservatiefste steden van Iran. Het is de stad van de mullahs, de islamitische geestelijken die de Koran, de Hadith en de Fiqh intensief hebben bestudeerd. De stad herbergt dan ook vele Islamitische leerscholen, waar sjiitische studenten van over de hele wereld op afkomen. Het is nog zo'n twee uur rijden van Teheran naar Qom en daar aangekomen nuttigen we eerst een degelijke Iraanse lunch. Daarna zetten we onze rugzakken op een veilg plekje in het restaurant en storten we ons in de overwegend zwart geklede mensenmassa.

Holy!

Belangrijkste bezienswaardigheid in Qom is de Hazrat-e Masumeh. Dit heiligdom is ter nagedachtenis van Fatemeh, de zus van Imam Riza, opgericht en daarmee een belangrijke pelgrimsplek voor sjiïeten. Je komt er niet altijd in als toerist, maar we trekken de stoute schoenen aan en lopen naar Gate 1. Helaas worden we gelijk uit de rij gehaald en aan de kant geparkeerd. Even later komt er echter een soort chaperonne aan die ons meeneemt het heiligdom in. Diana moet natuurlijk wel eerst een chador aan, maar deze is zo lelijk dat de camera's weigeren dit vast te leggen. We mogen binnen niet vrijuit bewegen, maar kunnen wel foto's maken. Alleen de tombe zelf krijgen we niet te zien. Onze begeleider wijst zelfs aan waar we het beste de foto's kunnen maken. Helaas gaat het allemaal in een erg hoog tempo en binnen 10 minuten staan we weer buiten.

In de moskee

Buiten het heiligdom is nog veel meer te zien, dus we maken even een rondje. We lopen eerst naar de enorme Imam Hassan moskee. Hier raakt Rob in gesprek met een Iraanse jongen die het e.e.a. vertelt over de moskee. Het is niet zo dat dit soort jongens zich opdringen als gids, maar ze willen graag hun Engels oefenen (en misschien ook wel een westerling bekeren). Wij vonden de moskee er al zo strak uitzien, maar dat is niet zo gek want deze is drie jaar geleden nog helemaal opgeknapt. Er is binnen niet veel te doen, dus nadat we alle hoekjes hebben bekeken, gaan we we weer naar buiten toe en lopen terug naar het Astane plein dat zich tussen de moskee en het heilidom bevindt.

Mullahs

Op het Astane plein kun je uren gaan zitten om mensen te kijken. Er lopen veel mullahs rond en vrijwel alle vrouwen hebben een zwarte chador aan. Ook zijn er in dit hart van de sjiitische islam pelgrims uit Irak, Afghanistan, Pakistan, Centraal-Azie en de Golfregio te ontdekken. In potentie een explosief gezelschap. We lopen een paar keer heen en weer en kijken onze ogen uit. Je kunt bij de vele souvenirshops rondom het plein allerlei prullaria kopen en het goud glittert je tegemoet in de etalages van de juweliers. Wij kunnen de verleiding weerstaan, maar kijken onze ogen uit.

Eerbetoon

Als we een klein trappetje oplopen aan de zijkant van het Astane plein staan we ineens op een pleintje waar allemaal grafstenen in de bestrating zijn verwerkt. Rondom het plein hangen allemaal kleine kistjes waarin een foto van een overledene hangt. Midden op het plein staan een mini-moskee waarin gelovigen bij een gouden kist lezen en bidden. Op het plein wordt er door andere gelovigen op intense wijze gebeden bij een tweetal groene kiste die er staan opgesteld. Hier zou een mullah ons goed van pas komen, want wij hebben geen idee wat al deze rituelen inhouden en dat is nu eigenlijk wel een gemis.

Tegen drieën halen we onze rugzakken op bij het restaurant en lopen ermee naar de straat. Daar vragen we een chauffeur om ons af te zetten bij de bus naar kashan. Net als wij daar uitstappen komt de bus aangereden. We hevelen onze bagage over en gaan voorin de bus zitten. Wij zijn klaar voor het laatste busritje van vandaag. Het is iets minder dan anderhalf uur naar Kashan en daar aangekomen gooien we onze spullen weer in een taxi en zetten we koers naar ons hotel voor de komende drie nachten. Als de eigenaresse ons naar de kamer brengt, kijken we onze ogen uit; wat een fantastisch plekje. Het is een tot hotel omgebouwd historisch huis inclusief de zo kenmerkende badgir. Wat vervelend dat we hier drie nachten moeten blijven.

Woensdag 26 oktober

Rust!

We ontbijten bij de binnentuin van ons hotel en hebben nu even geen haast om op pad te gaan. Vandaag gaan we Kashan verkennen en dat doen we op ons gemakkie. Kashan is een woestijnstad in centraal Iran en ligt aan de rand van de Dasht-e Kavit woestijn op de oude zijderoute. Kashan staat synoniem voor antiek vanwege de oude voorwerpen die bij opgravingen zijn gevonden. Sommige vondsten waren 6000 jaar oud. Het oude centrum van deze stad heeft z'n typische woestijnarchitectuur grotendeels behouden. Je kunt hier heerlijk dolen door de nauwe steegjes waarbij je opeens voor een prachtig koopmanshuis kunt staan.

Badhuis

We gaan eerst naar de buurt waar de historische panden staan. Achter de hoge lemen muren liggen vele traditionele koopmanshuizen verscholen die zijn gebouwd voor de rijke kooplui uit het Qajar tijdperk. Wij gaan eerst het gerestaureerde badhuis binnen. Al deze panden zijn nu als museum ingericht en dat betekent dus ook entree betalen. We gaan eerst het dak op om van daar over de daken van deze wijk heen te kijken. Het ziet er prachtig uit met de badgirs. Deze luchttorens waren een belangrijk onderdeel van de airco uit die tijd. Ze zorgden ervoor dat koele lucht door de huizen werd gecirculeerd

Symmetrie

Na de hamman-e Sultan Mir Ahmad gaan we naar het Boroojerdi huis. De ruimtes rondom de binnentuin zijn prachtig gedecoreerd, maar het hoogtepunt is de twee verdiepingen tellende ontvangstruimte. Schitterende motieven boven de ingang en de deuren en ramen zijn omlijst met steenhouwwerk. De ramen zijn meestal voorzien van glas-in-lood en de fresco's zijn geschilderd door Kamal al-Molk, de belangrijkste Iraanse kunstenaar uit die tijd. We kijken onze ogen uit, maar staan opeens oog-in-oog met een groep toeristen. Zoveel hebben we er in de eerste twee weken niet eens gezien. Het is duidelijk dat we in het meer toeristische deel van Iran zijn beland.

Theehuis

Het is tijd voor een drankje, dus we gaan naar het traditionele theehuis Abbasi. Daar nemen we plaats op de prachtige Perziche tapijten en laten een bak thee aanrukken. We gaan lekker onderuit zitten en wachten tot onze theepot gebracht wordt. De thee gaat hier altijd vergezeld van een stokje met saffraankandij. Normaal gesproken hebben wij geen suiker in de thee, maar dit is te mooi om te laten liggen. Bij de thee worden een soort mega-pepernoten geserveerd die heerlijk smaken. Als de pot thee leeg is gaan we op weg naar het treinstation om de kaartjes voor de trein naar Yazd op vrijdag zeker te stellen

Treinkaartje kopen

Op weg naar het treinstation komen we langs de oude stadsmuur en de daarbij gelegen ijsruimte. In dit conische gebouw met extreem dikke muren wisten ze destijds de temperatuur zo laag te houden dat ze zelfs ijs in de zomer konden bewaren. Bij het treinstation moeten we even wachten op onze tickets want het systeem lag plat (!), maar uiteindelijk gaan we met twee treinkaartjes voor de 08:20 uur trein op vrijdag weer terug naar downtown Kashan. Als we een paar honderd meter ver zijn, stopt er opeens een minibus naast ons. De chauffeur vraagt waar we heen moeten en gebaart ons in te stappen. We rijden met hem mee en hij kletst honderd uit. Bij het volgende plein zegt hij dat hij links af moet en ons dus niet verder kan brengen. Hij wil absoluut niets hebben voor deze rit. Hij wilde waarschijnlijk gewoon een praatje maken met toeristen

Knock, knock, ...

We lopen het laatste stukje via allerlei achteraf-steegjes hopend dat we weer iets bijzonders tegenkomen. Op deze plekken zie je geen andere toeristen; die volgen allemaal de hoofdroute. We ontmoeten allerlei vriendelijke mensen die het al fantastisch vinden als we twee woorden tegen ze praten. We komen langs verschillende waterreservoirs die niet meer in gebruik zijn, maar wel herinneren aan hoe het vroeger was. Veel van de huizen in Kashan hebben op de deur twee deurkloppers. Eentje is rond en dik, de ander lang en dun. Vrouwen gebruiken de eerste, mannen de andere. Omdat beide deurkloppers een verschillend geluid maken, wist men wie er naar de deur moest. Mannen doen de deur open voor mannen en vrouwen doen dat alleen bij vrouwen.

Lunchplek

Wanneer we op een lemen muur een bordje met 'Manoucherie House' zien, besluiten we dat te volgen. Dit is nl. ook zo'n traditioneel koopmanshuis en het lijkt ons wel een goede plek voor de lunch. We kiezen voor een Iraanse stoofpot en die smaakt voortreffelijk. Het Manoucherie huis is weer net zo'n mooi huis als de andere die we gezien hebben, maar je merkt ook dat hier vaker toeristen verblijven. De rekening wordt aangedikt met tax en service charge, net als bij de grote hotels.

Eenzaam

Als we weer terug zijn bij het hotel nemen we even tijd voor een bakkie thee en lezen we wat. Rond 15:30 uur besluiten we dan toch nog even naar de Aghabozorg moskee te gaan om er een paar foto's te maken. Vanochtend zijn we er wel langs gekomen, maar hadden daar toen veel last van de nog laag staande zon. Het is een grote moskee met niet al te veel franje. De aanwezigheid van een koranschool is misschien wel het meest bijzondere aan deze moskee. Op dit tijdstip is het complex verlaten. We lopen een rondje, maken een paar foto's en gaan dan weer terug naar het hotel. We willen ook nog even naar de bazaar, maar daar is op dit tijdstip nog niet zoveel te doen. We gaan dus maar even in de binnentuin bij het hotel zitten en genieten er van de rust

Khan Amin al-Dowleh Timche

Om 17:30 uur komen we dan toch weer in de benen en gaan op weg naar de bazaar. De bazaar van Kashan is een doolhof van steegjes, groot genoeg om steeds weer te verrassen, maar te klein om te verdwalen. Het grootste deel van de bazaar dateert uit de 19e eeuw, maar er wordt al ruim 800 jaar handel gedreven. In de bazaar zijn een paar moskeeën, een madraseh, een hammam en een paar timches. De mooiste timche is de Khan Amin al-Dowleh timche, die onlangs nog gerestaureerd is. Vooral het prachtig gedecoreerde plafond is de moeite van de speurtocht waard geweest. We lopen weer terug langs de vele winkeltjes en maken hier en daar een praatje. Hoewel hier veel meer toeristen zijn, blijft het bijzonder voor de Iraniers om je aan te spreken.

Aghabozorg Moskee

Na het bezoek aan de bazaar lopen we nog even door naar de Aghabozorg moskee. Volgens de boeken zou deze moskee ook s'-avonds de moeite waard zijn vanwege de mooie verlichting. Opnieuw is het hier erg rustig en na een paar foto's te hebben gemaakt gaan we snel weer terug naar het hotel om een paspoort te halen. We willen nl. toch een Iraanse simkaart kopen omdat we hier geen mogelijkheid hebben om te bellen vanuit het hotel en het bellen met zo'n simkaart is spotgoedkoop. Nadat er een kopie is gemaakt van het paspoort en een paar vingerafdrukken zijn genomen (!) krijgen we de simkaart mee. Het gaat een uurtje duren voordat deze geactiveerd is, dus we gaan nu eerst bij het hotel een speciaal bereid Iraans diner nuttigen. Het eten is met zorg bereid en stijlvol geserveerd. Bovendien smaakt het voortreffelijk, afgezien van de rijstepudding met rozensmaak. Na het voortreffelijk diner proberen we de nieuwe simkaart uit en die werkt prima en goedkoop. Dat hadden we eigenlijk eerder moeten doen.

Donderdag 27 oktober

Pitstop

De taxichauffeur die ons eergisteren bij het hotel had afgezet, had ons z'n telefoonnummer gegeven en we moesten hem vooral bellen als we naar Abyaneh zouden gaan. Vandaag stond dat bezoek aan Abyaneh op de agenda, dus na het ontbijt hebben we hem maar gebeld voor deze rit. Als de taxi aan komt rijden denken we eerst dat er iets ernstigs met hem is gebeurd, want hij lijkt wel 20 jaar ouder geworden. Het bleek echter een andere, veel oudere chauffeur te zijn. De ander had al een klus vandaag. Deze chauffeur neemt z'n baan in ieder geval erg serieus, want hij gaat eerst naar een garage om z'n banden op spanning te laten brengen.

Het is 85 kilometer naar Abyaneh en de omgeving is het eerste half uur niet erg aantrekkelijk. Pas als de bergen in zicht komen is het wat makkelijker om de ogen open te houden. De ouwe scheurt er aardig overheen en na een uur staan we bij de tolpoort van Abyaneh. Aan dit soort dingen merk je dat ze hier al aardig bedreven raken in geld uit de zakken kloppen van toeristen. De bergachtige omgeving is ruig en grote delen zijn donkerrood gekleurd. In het centrum van Abyaneh stappen we uit de taxi en gaan we op ontdekkingsreis.

Steegje

Abyaneh ligt net als Masuleh tegen een berg aangeplakt, maar hier zijn er wel straatjes om in te wandelen en hoeven we niet via de daken. We klimmen via deze smalle straatjes tussen de donkerrode huisjes door naar het hogergelegen deel van het dorp en komen tijdens onze wandeling regelmatig lokale bewoners tegen. M.n. de vrouwen zijn hier heel anders gekleed dan we tot nu toe gezien hebben. Ze dragen hier geen zwarte chador, maar een wat groot uitgevallen hoofddoek in wit met bloementjesmotief. Het is hier erg lastig fotograferen. Vanwege de smalle straatjes heb je veel last van donkere schaduwen. Als je tussen de huizen loopt krijg je geen goed overzicht van het hele dorp, dus we besluiten af te dalen en naar de overkant van de vallei te gaan.

Abyaneh

We komen langs grote tuinen die zijn omheind met hoge lemen muren en het bergwater stroomt langs de paden naar beneden. We klimmen aan de andere kant weer omhoog en worden beloond met een prachtig uiticht op Abyaneh. Nu zie je pas goed hoe het donkerrode dorp tegen de achterliggende berg ligt. We blijven hier even staan en genieten van het uitzicht. Te veel tijd willen we daar ook weer niet voor nemen, want er is nog wel meer te doen vandaag.We lopen via hetzelfde pad weer terug naar de hoofdstraat, kopen bij een bakker nog een vers gebakken brood en gaan dan op zoek naar onze taxi. Onderweg komen we een aantal groepjes toeristen tegen en als we weer bij onze taxi zijn, zien we grote bussen het stadje binnenrijden. We zijn blij dat we de grootste drukte voor zijn gebleven

Radijsje

De ouwe geeft weer gas en we vliegen weer richting Kashan. Onderweg besluiten we dat we nog even langs de Holy Shrine of Hazrat Hohammad Helal in Aran & Bidgol willen gaan. Dit plaatsje ligt op 15 km van Kashan, dus het is maar een kleine omweg. We sturen de gele bolide een aantal kilometers voor Kashan rechtsaf en als we Aran & Bidgol binnenrijden zie we al snel het enorme grote en protserige heiligdom. Het complex bestaat uit uit een mausoleum, een moskee, tombes, en binnenplaatsen. Het meest opvallende is de radijs-vormige koepel, die al van verre te zien is, en de tien minaretten. De twee minaretten bij de zuidingang steken nog boven het radijsje uit.

In Chador

We gaan het terrein op en dat betekent voor Diana dat ze weer zo'n foute chador aan moet. Wie iets van het land wil zien, moet er pijn voor lijden (geldt vooral voor vrouwen). Er is een dienst aan de gang in de moskee, maar net als Rob naar binnen gaat besluiten ze er een eind aan te maken (aan de dienst). Dan maar naar het sanctum. Er staat een grote sepulcher bij de ingang waar mannen hun ritueeltje opvoeren. In het sepulcher liggen verzen uit de heilige koran, maar ook gedichten ter meerdere glorie van Mohammad Helal. Als we hier uitgesnuffeld zijn gaan we weer naar onze taxi.

Als we het heiligdom weer uitlopen komt Mashid, de taxichauffeur van de eerste dag in Kashan, er opeens aanlopen. Hij is hier ook met z'n toeristen. Het adviseert om vooral ook de ondergrondse stad te gaan bezoeken. Dat is hier maar twee kilometer vandaan. We passen ons reisschema aan en spreken met tussenkomst van Mashid een nieuwe prijs af met onze taxichauffeur. Daar gaan we weer.

Naar Beneden

De ondergrondse stad Oeei bij de plaats Nooshabad is de grootste ondergrondse stad van de wereld. Het gangenstelsel is maar liefst 4 km lang en voorzien van alle gemakken, zoals gat-in-de-grond-WC's, slaapruimtes, kookruimtes en zelfs luchtverversing. Deze alternatieve stad heeft drie verdiepingen en de diepte varieert van 4 meter tot 21 meter. De ondergrondse stad werd door de bewoners van deze streek vooral gebruikt om zich te verstoppen voor een vijand. Wanneer de vijand de bewoners ondergronds toch achterna ging, waren de gangen dusdanig bochtig geconstrueerd dat ze de vijand makkelijk in een val konden laten lopen. Daarnaast waren er overal gaten in de gangpaden waar grote ronde stenen op lagen; als je op zo'n steen ging staan, viel je in het gat.

Nadat we de grootste molshoop van de wereld weer verlaten hebben, gaan we terug naar Kashan. Het is nog een kwartiertje rijden en dan kunnen we verder met de benenwagen. Het afrekenen met die ouwe verloopt niet helemaal soepel want hij wil meer hebben dan we met Mashid hadden afgesproken. Omdat hij geen woord Engels spreekt leken we er niet uit tekomen, totdat Rob ineens de naam Mashid in de strijd gooide. Hij leek te begrijpen dat met Mashid een andere prijs was afgesproken en accepteerde het geld. Het is overigens pas de eerste keer dat we gedoe hebben over geld

We lopen eerst even naar het hotel om onze spullen in de kamer te gooien en gaan daarna op zoek naar een lunchplek. Dat valt nog helemaal niet mee in de Iraanse steden, want het lijkt wel of ze tussen 13:00 uur en 16:00 uur alle luiken dicht gooien. Een soort Iraanse siësta! We vinden uiteindelijk nog een cafetaria dat open is en bestellen een pizza. Daar moeten we het dan maar even mee doe. We gaan terug naar het hotel en gaan op een bankje rond de binnentuin zitten. Pakken er een tijdschrift bij en komen even tot rust. Omdat we gisteren zo lekker gegeten hebben bij ons hotel hebben we afgesproken om daar vanvond weer te gaan eten.

Herdenken

Voor het diner lopen we nog een keertje de bazaar in en bij de moskee is er een soort van herdenkingsdienst aan de gang. Op het binnenterrein zitten allemaal families bij elkaar die elk hun eigen herdenkingsmonumentje bij zich hebben. De ene familie heeft een soort handoek met daarop tekst, de andere familie heeft een grote foto van een familielid bij zich. Iedere familie herdenkt blijkbaar een overleden familielid. We voelen ons eerst een beetje opgelaten, maar zo gauw een familielid ons ziet krijgen we een koekje aangeboden. Het valt ons nu ook op dat elke familie een doos koekjes bij zich heeft.

Gebed

Nadat we de nodige koekjes naar binnen hebben gewerkt gaan we naar de moskee omdat we aan de galmende luidspreker horen dat er een dienst gaat beginnen. Mannen komen uit alle hoeken aangerend, schoppen hun schoenen voor de deur uit, pakken een soort sjoelschijf en zoeken een plekje in de moskee. Gezamenlijk gaan ze in gebed. De sjoelsteen leggen ze voor zich neer en elke keer als ze op de knieen gaan en vooroverbuigen, raken ze met hun hoofd de sjoelsteen aan. Het verbaast ons dat gedurende de hele dienst mannen blijven binnenlopen, tot vlak voor het einde van de dienst. Ook kinderen lopen in en uit en rennen tussen de rijen met mannen door. Het is allemaal wat minder strak georganiseerd dan bij een kerkdienst in Nederland.

Vrijdag 28 oktober

Instappen!

We konden vanochtend niet uitslapen, want de trein zou al om 08:20 uur vertrekken en we moesten rond 08:00 uur op het station zijn. Snel het ontbijtje naar binnen gewerkt, taxi laten komen en op naar het station. Daar aangekomen denken we even dat we op een Nederlands station staan, want we horen dat de trein vertraging heeft. Hij wordt pas om 09:30 uur verwacht. Hadden we ons dus niet zo hoeven haasten. We gaan voorlopig maar in de wachtruimte zitten. Tegen 09:30 uur horen we dan dat het 10:00 uur gaat worden en uiteindelijk komt de trein om 10:20 uur aanrollen en vertrekken we om 10:40 uur. Altijd fijn met de trein.

In de trein

We gaan op onze stoelen zitten en krijgen een pakje chocomel, een flesje water en een paar koeken uitgedeeld. We hoopten op een mooie rit, maar dat valt tegen. De omgeving is oersaai en bestaat vooral uit wijdse zandvlaktes; geen kip te zien. We lezen dus maar een tijdschrift en eten wat van het 'lunchpakket'. In de stoel achter ons zit een krijsbaby die z'n best doet onze reis nog verder te vergallen. Allah moet ons wel hebben vandaag. Rond 14:00 uur rijden we dan het station van Yazd binnen en dat is dan weer een meevallertje, want we hadden op een uurtje meer reistijd gerekend

Van de trein springen we in een taxi en laten we ons naar het hotel brengen. Dit hotel is in de vorm van een karavanserai gebouwd. Het is een groot vierkant gebouw waarbij alle kamers rond een open binnenplaats liggen. Wij hebben de suite op de 1e verdieping. We gooien onze bagage op de kamer, geven wat wasgoed af bij de receptie en zetten dan onze eerste stapjes in Yazd

We lopen naar het Amir Shakhmaq plein en bekijken het bijgelegen Amir Shakhmaq complex. We zijn hier niet de enige toeristen. Net als in Kashan kom je hier met grote regelmaat (groepen) toeristen tegen. Bovendien is er zelfs een terrasje op het plein. Hebben we ook nog niet meegemaakt

Dakterras

We besluiten om nog even naar de Jameh moskee te lopen. Het gebouw heeft een van de hoogste toegangspoorten van Iran, geflankeerd door een tweetal minaretten van 48 meter hoog. Wat ook opvalt zijn de restaurantjes en koffiebars in de omgeving van de moskee. We slaan onze slag en reserveren een tafeltje bij een restaurant met dakterras! We bewonderen de mooie poort en gaan dan via een smal straatje de oude binnenstad in. Als we twee bochten verder zijn zien we nog veel meer dakterrasjes. Zijn we nog wel in Iran? We laten dit niet aan ons voorbij gaan en klimmen via een smal trappetje een dakterras op. Daar bestellen we een smoothie en genieten van het uitzicht over de daken van Yazd.

Zaterdag 29 oktober

Hoogste!

We hebben de hele dag om Yazd en omgeving te verkennen, dus dat zou makkelijk moeten kunnen. We gaan rond 08:30 uur de straat op en lopen eerst richting de Mashed-e Jameh. We hadden deze moskee gisteren ook al gezien, maar waren nog niet naar binnen geweest. Bovendien ligt de moskee aan de rand van de oude stad, dus het is een goed beginpunt van een verkenningstocht. Het licht is in de ochtenduren beter dan gistermiddag en we hebben geluk dat er op dit moment geen toeristenbussen worden uitgeladen. We hebben de moskee dus eigenlijk voor onszelf. Het is de eerste keer dat we een kaartje moeten kopen om een moskee in te mogen, maar die 2 euro kunnen we nog wel lijden. We lopen op onze blote voeten over de Perziche tapijten in de gebedshal en bewonderen het prachtige mozaïek. Daarna lopen we naar de zij uitgang van de moskee en lopen de oude binnenstad in.

Badgir

Yazd is net als Kashan een woestijnstad en dat is te zien aan de architectuur en voorzieningen. Overal hoge, dikke muren om de zon buiten te houden en de badgirs zijn hier talrijker en een slag groter dan in Kashan. We proberen een wandelroute uit de Lonely Planet te volgen, maar al snel zijn we 'verdwaald'. Het maakt ook niet zoveel uit, want overal zijn prachtige doorkijkjes en smalle straatjes, waterreservoirs met badgirs er omheen om de lucht te koelen en prachtige lemen huizen. We lopen wat van links naar rechts, van noord naar zuid en omgekeerd, tot we ergens een theehuisje met een dakterras ontdekken. Nu is het tijd voor een bakkie koffie.

Uit de zon

Vanaf het dakterras hebben we een mooi uitzicht over de daken van Yazd. Bovendien kunnen we in de schaduw zitten en dat is best lekker als de temperatuur al vroeg rond de dertig graden is. Je zou hier wel de hele ochtend kunnen blijven zitten, maar na 1 bakkie koffie gaan we toch maar weer op pad. We gaan op zoek naar het Orient hotel omdat je daar dagtochten in de omgeving van Yazd kunt boeken. We vinden dit hotel tegenover het restaurant waar we gisteravond gegeten hebben en spreken met de dame achter de receptie over de mogelijkheden. We kiezen een tocht uit en ze zegt ons dat we morgen om 08:00 uur bij hotel Orient moeten zijn. Via het andere deel van de oude binnenstad kronkelen we richting het Amir Shakhmaq plein en nemen daar wat te drinken en bepalen de strategie voor het middagprogramma.

Schooltenue

Na de versnapering gaan we op weg naar de Bagh-e Dolat Abad. Het is weer een stevige wandeling die een uurtje in beslag neemt. We proberen zoveel mogelijk in de schaduw te blijven lopen, want zo midden op de dag is het bijna onverstandig om inspanning te leveren. De locals doen dat ook niet; tussen 12:00 uur en 16:00 uur zitten de meeste winkeltjes dicht en zie je maar weinig mensen op straat. We komen schoolmeisjes tegen, die in roze schooluniform een excursie hebben naar Bogheb-ye Sayyed Roknaddin. Dit is het mausoleum van de lokale notabele Sayyed Roknaddin Mohammed Qazi. De deur van dit mausoleum blijft voor toeristen meestal gesloten, maar de meisjes uit Yazd moeten natuurlijk wel weten wie hij was.

Bagh-e Dolat Abad

Als we eindelijk de ingang van het Bagh-e Dolat Abad complex gevonden hebben, kopen we snel een kaartje en zoeken verkoeling onder de grote cipressen. Het paviljoen dat hier in een Unesco-tuin staat, was ooit de residentie van de Perzische regent Karim Khan Zand en stamt uit 1750. Het interieur ziet er prachtig uit en de kleuren van het glas-in-lood is fantastisch, maar de grote trekpleister is de 33 meter hoge badgir; de hoogste windtoren ter wereld. We moeten er wel even bij vertellen dat het origineel in 1960 is ingestort en dat deze daarna herbouwd is. We gaan in de schaduw van wat bomen zitten en gebruiken daar. De lunch die vandaag bestaat uit twee bolletjes ijs. Heerlijk met dit weer!

Na de lunchbreak lopen we richting de weg waar we een taxi nemen naar onze volgende bestemming: de Ateshkadeh of in beter Perzich: 'de vuurtempel'. De taxichauffeur waarschuwde ons al dat het pas om 16:00 uur open zou gaan en toen we er aankwamen bleek hij gelijk te hebben. Dat gaf ons mooi de tijd om in een nabij gelegen snackbar ons vochttekort wat aan te vullen. Daar besluiten we het programma wat om te gooien. We gaan eerst naar de Dakhmeh-ye Zartoshtiyun en daarna terug naar de vuurtempel. We plukken weer een taxi van de straat, spreken een goed prijs af en gaan op weg.

Stiltetorens

De ticketverkoop bij de Dakhmeh-ye Zartoshtiyun start ook pas om 16:00 uur, maar hier kunnen we wel naar binnen glippen. De twee Zoroastriaanse 'Stiltetorens' zijn op een kale heuveltop gelegen en worden al niet meer gebruikt sinds 1960. Binnen deze grote ronde stenen muren werden de overleden Zoroastriaanse mannen, vrouwen en kinderen op de daarvoor aangewezen plek gelegd en de natuur deed de rest. Een centrale kuil met daarin zand, houtskool en fosfor fungeerde als een putje. Rondom de stiltetorens staan nog wat in verval geraakte gebouwtjes waar de nabestaanden de overleden persoon konden wassen en waar ook een ruimte was om te rouwen. We klimmen naar de verst gelegen stiltetoren en maken een rondje binnen de muur. Het afvoerputje is nog duidelijk herkenbaar. Vanaf deze stiltetoren heb je een mooi uitzicht op de andere stiltetoren en de erachter liggen de stad. Als rond 16:00 uur de eerste bussen aan komen rijden is dat voor ons het teken om het bijzondere terrein te verlaten.

Fravashi

Onze taxichauffeur staat nog te wachten en hij rijdt ons nu alsnog naar de vuurtempel. De poort is inmiddels open en de eerste buslading toeristen is binnen. We kopen snel een kaartje zodat we de tempel nog net kunnen fotograferen voordat de gids zijn groep toeristen loslaat. De vuurtempel is een eenvoudig rechthoekig gebouw waar Zoroastrianen van over de wereld op afkomen. Zoals veel Zoroastriaanse tempels, is ook dit gebouw versierd met het gevleugelde beeld van een Fravashi. Het hoofd staat voor wijsheid, de rechterhand voor het aanbidden van god, de ring in de linkerhand symboliseert eenheid en de drie lagen veren symboliseren de puurheid van gedachte, woord en daad.Men zegt dat de vlam die je in het gebouw achter een raam kunt zien branden, al vanaf het jaar 470 brandt. Het Zoroastrianisme, ook wel bekend als Mazdaisme naar de naam van hun oppergod Ahura Mazda (!), gelooft in de puurheid van de elementen. Dat is ook de reden dat ze hun overledenen niet begraven (vervuiling van de aarde) of cremeren (vervuiling van de lucht). De vlam in het gebouw brandt achter een glasplaat omdat deze anders verontreinigd zou worden de de adem van de bezoekers. Er zijn nog zo'n 150.000 Zorosastrianen in de wereld, waarvan er 20.000 in Iran wonen.

Smoothie

Na een kort bezoekje aan deze heilige plaats gaan we met de benenwagen terug naar de oude stad. We kopen daar de bustickets voor de rit naar Shiraz, klimmen dan op een dakterras met uitzicht op de Mashed-e Jameh en bestellen een drankje. De zon is inmiddels onder gegaan en de hemel kleurt donkerblauw. De verlichting op de moskee gaat aan en dat geeft een prachtig plaatje met harde kleuren. We blijven tot 18:30 uur op het dakterras zitten en genieten van de steeds donker wordende achtergrond. Dan gaan we naar een naastgelegen restaurant en bestellen een typisch Iraanse stoofschotel met aubergines, ui, knoflook en walnoten. Het smaakt heerlijk! Als we uiteindelijk iets na 19:30 uur weer bij ons hotel zijn, constateren we dat we de dag toch aardig hebben weten te vullen.

Zondag 30 oktober

Vandaag staat een tourtje in de omgeving van Yazd op het programma. We moeten ons om 08:00 uur melden bij het Orient hotel, dus dat is weer opschieten. Als we bij hotel Orient aankomen, blijkt onze medereiziger te hebben geannuleerd. Dat is balen want dan betalen we de prijs van de tour helemaal alleen. Diana gaat hierover in discussie met de man bij de receptie. Ze zouden nl. bellen of mailen als die ander zou annuleren en dat hebben ze niet gedaan. Uiteindelijk krijgen wij de tour voor de prijs die we zouden betalen als we met z'n drieen zouden zijn, dus dat viel weer mee.

Op weg

We lopen met onze chauffeur mee en kruipen in zijn Peugeot 206 sedan. We rijden Yazd uit en gaan op weg naar Kharanaq dat op zo'n 75 km afstand ligt. Het zonnetje schijnt volop dus het zal een hete dag worden. We rijden over een lange rechte weg waar geen eind aan lijkt te komen. Aan beide zijden van de weg is er niets anders dan grote, lege, droge vlakten. Volgens onze chauffeur is dat het hier hele jaar het geval; het is dus eigenlijk een woestijn, maar dan niet met van die fraaie zandduinen. Naarmate we dichter bij Kharanaq komen wordt de omgeving mooier. In de verte zien we vaag de contouren van bergen en hoe verder we komen, hoe indrukwekkender ze worden. Om 09:15 uur rijden we dan de afrit naar Kharanaq op

Kharanaq

Het lemen Safavid dorp waarvan men denkt dat het ongeveer 1000 jaar oud is, is zo goed als verlaten en grote delen van de huizen staan op instorten. De moskee, de minaret en de karavanserai zijn gerestaureerd. We lopen door het verlaten dorp en onze chauffeur annex gids geeft her en der een toelichting. Er zijn mooie doorkijkjes te vinden en de uitzichten op de omliggende bergen en vallei zijn prachtig. We dwalen wat door de smalle straatjes en als we op het hoogste punt vlak bij de minaret staan, zien we dat we vandaag niet de enigen zijn. Groepen toeristen storten zich op het dorpje en kleuren elk vrij uitzicht. Gelukkig waren wij hier mooi op tijd, maar dit lijkt dan het juiste moment om te gaan

Chak Chak

Onze volgende bestemming is Chak Chak, een afgelegen bedevaartsoord voor de Zoroastrianen. Deze Ateshkadeh wordt zelfs gezien als hun belangrijkste bedevaartsoord. Er wordt gezegd dat na de Arabische invasie, de dochter van de laatste Sassanidische sjah, prinses Nikbanuh hierheen gevlucht is. Omdat er geen water was, gooide ze haar staf tegen de rotswand waarna het water begon te druppelen (chak chak betekent drup drup). Een bedevaartsoord was geboren. Elk jaar in juni komen duizenden pelgrims hierheen voor een festival. We klimmen de steile trappen omhoog en in deze hitte is dat een hele opgave. Het zijn geen bijzondere gebouwen die hier staan, afgezien van de Pir-e Sabz vuurtempel met de koperen deuren. Helaas is er net een besloten dienst aan de gang, dus we kunnen slechts even om het hoekje kijken. De lokatie van dit bedevaartsoord, gelegen tegen een stijle bergwand is wel prachtig

Narin Fort

Onze laatste bestemming vandaag is Meybod. Hier bezoeken we als eerste het Narin fort dat midden in de stad ligt. Dit kasteel dateert van de Sassanidische tijd en zou wel eens het oudste lemen gebouw in Iran kunnen zijn. Dit kasteel beschermde hier ooit de zijderoute en de ernaast gelegen stad. We lopen helemaal alleen door het kasteel en merken dat het vooral in het kasteel achter de dikke muren nog uit te houden is. Het moet inmiddels boven de dertig graden zijn. Vanaf het hoogste plateau hebben we een mooi uitzicht over de stad en zien we in de verte het ijshuis liggen dat we later nog gaan bezoeken. Nadat we nog wat donkere gangetjes doorgelopen zijn, gaan we terug naar de auto

De volgende stop is het ijshuis en de tegenovergelegen karavanserai. We gaan eerst bij dit laatste complex naar binnen, maar dat is een beetje een tegenvaller. Het is er allemaal veel te mooi en te netjes. Bovendien zijn er souvenirwinkeltjes ondergebracht. Dit bouwsel houden we snel voor gezien. Het ijshuis is wel bijzonder. Voor het ijshuis staan twee grote, 20 cm diepe vierkante bakken (20m x 2m) waar ze 's-winters water in lieten lopen. De nachten zijn hier zo koud dat het water dan bevroor. Het ijs hakten ze dan uit die bakken en verplaatsten ze naar het enorme conische ijshuis. Daar bleef het ijs dan opgeslagen zodat ze het in de zomer konden gebruiken. De conische vorm van het ijshuis voorkwam dat de lucht ging circuleren wat het smeltproces zou versnellen. Knap bedacht allemaal

Duiventil

Na het ijshuis rijden we naar onze laatste stop: een duiventil. Geen standaard duiventil waar een tiental duiven in kunnen, maar een duivenflat waar plek was voor 3000 duiven. De duiven hadden meerdere functies. Ten eerste produceerden ze zo'n 3000 kilo duivenpoep per jaar, wat gebruikt werd om de akkers te bemesten, dan deden ze dienst als duivenbout bij een avondmaal en geloofden de mensen dat kinderen die wat achter liepen met praten, door het eten van duiveneieren snel zouden gaan praten. Hoe dan ook, het (gerestaureerde) onderkomen van de duiven ziet er fantastisch uit. Nadat we een rondje hebben gemaakt door het duivenhotel, stappen we weer in de auto en gaan we richting Yazd

In de auto zien we dat de buitentemperatuur inmiddels is opgelopen tot 35 graden en dat is een temperatuur waar het best moeilijk mee hebben. Onze chauffeur heeft dat goed in de gaten, want net buiten Meybod zet hij zijn auto stil bij een benzinepomp en koopt drie ijsjes. Dat gaat er wel in! Het is 50 km naar Yazd en we zijn blij als hij ons bij het Amir Shakhmaq plein eruit laat. We rekenen af, wensen hem het allerbeste en gaan ergens in de schaduw een broodje eten. Even bijkomen van de inspanning! Na deze lunchstop gaan we naar het hotel en doen wat de meeste anderen doen: siësta houden

Lumido

Rond 16:00 uur komen we weer tot leven en gaan we weer de straat op voor een laatste rondje Yazd. We lopen kris-kras door de oude bazaar naar de Mashed-e Jameh en slurpen op een naastgelegen dakterras een groot glas sinaasappelsap naar binnen. Ondanks dat het inmiddels bijna 16:30 uur is, zijn er nog maar weinig mensen op straat en al helemaal niet op ons dakterras. We blijven zitten tot de zon achter de moskee is verdwenen en gaan dan naar ons favoriete restaurant. Nadat we de inwendige mens een goede dienst hebben bewezen lopen we dan voor een laatste keer terug naar het Amir Shakhmaq plein. We hebben geluk, want dit keer staat er wel water in de grote vijver en doen de fontijntjes het ook, net als de onderwaterspots, die ons een lumido-achtige lichtshow geven. Wat een mooi afscheid!

Maandag 31 oktober

Big Brother Khomeini

Als de taxi ons rond 08:30 uur op het grote station van Yazd eruit gooit, kijkt de oude Khomeini ons weer streng aan, terwijl we toch ruimschoots op tijd zijn. We gaan op zoek naar onze bus en wachten tot de chauffeur zin heeft om te gaan. We weten inmiddels dat de vertrektijden niet zo serieus genomen worden. Als er nog een leeg plekje is in de bus dan wachten ze liever een paar minuten langer zodat ze ook die stoel kunnen verkopen. Voordat een bus dan de stad uit is ben je ook weer een half uur verder; papierwinkel afhandelen op het station, langs de weg nog wat passagiers oppikken, controle bij het oprijden van de snelweg en als je pech hebt, moet de chauffeur ook nog even tanken. Dat is allemaal de charme van het reizen met openbaar vervoer.

Het wordt een lange rit, maar een medepassagier vertelt dat dezelfde bus om 15:00 uur weer richting Yazd gaat, dus daar houden we ons maar aan vast. Diana en een Iraanse vrouw zijn de enige twee hoofddoekjes aan boord. De rest van de stoelen is bezet met mannenvlees. De rit begint nog met wat mooie uitzichten, maar na 10:00 uur zien we niet veel meer dan zand, heel veel zand. Deze chauffeur tankt rond 11:00 uur en dat geeft ons de gelegenheid een squat-wc te bezoeken en wat drinken in te kopen. Na deze stop doen we wat hazenslaapjes, eten we wat zonnepitten met de 'boys from Yazd' en maken we de laatste nougat blokjes op (dit jaar waren ze wel weer van de partij). Het is 14:45 uur als de bus het station van Shiraz oprijdt. We duiken weer in een taxi en laten ons bij het vijf-sterren Zandyeh hotel afzetten. Kost een paar euri, maar dan heb je ook wat.

Onder begeleiding

Nadat we even zijn bijgekomen in de verkoelende lucht van de airco (!), zetten we onze eerste pasjes in Shiraz. We gaan op zoek naar een wisselkantoortje, want van onze rial-schatkist is de bodem in zicht. Als je het een beetje breed laat hangen, zijn die miljoenen er ook zo doorheen. Helaas zijn de wisselkantoortjes nog gesloten, dus we nemen maar even een sapje bij een klein cafeetje. Hierna lopen we langs het fort van Karim Khan Zand naar de bazaar. We slingeren door de bazaar naar de Loft Ali Khan Zand straat omdat daar de moskee is waar we morgenvroeg als eerste heen willen. Als we in onze LP staan te kijken of we links- of rechtsaf moeten gaan, komt er een allervriendelijkste man naar Rob toegelopen. Hij vraagt waar we heen willen en staat erop dat hij ons naar de moskee zal begeleiden. Helaas loopt hij een beetje moeilijk en praat hij een beetje Gilles-de-la-Touret-achtig, dus het schiet niet op én er komt geen zinnig woord uit. Het lukt hem uiteindelijk wel om ons tot voor de moskee te brengen.

Nu we weten waar we morgenvroeg moeten zijn, gaan we op ons gemakkie weer terug richting het hotel. Onderweg stoppen we af en toe bij wat winkeltjes en we kopen bij een bakkertje wat vers gebakken koekjes. We lopen door naar het wisselkantoortje en wisselen nog een paar honderd euro voor de laatste week. De koers is in de afgelopen weken niet dramatisch veel slechter geworden, dus we hoeven onze rekenmethode niet aan te passen. We hebben hier en daar wat navraag gedaan naar de excursiemogelijkheden voor Persepolis, want dat is dé hotspot in deze omgeving. We twijfelen nog of we met een taxi zullen gaan of toch een tourtje met gids zullen boeken, maar dat hoeven we nu nog niet te beslissen. We gaan eerst weer even naar ons *****hotel om daar op ons gemakkie een leuk restaurant uit te zoeken.

Lekker Eten

Diana weet via Tripadvisor een leuk restaurantje te vinden waar Floortje ook nog is geweest toen ze in Iran was. We trekken onze chique kleren aan en gaan op pad. Het is een piepklein restaurantje waar we nog net een 2-persoons tafeltje kunnen bemachtigen. Er zit een Belgische groep, een Duits stel en een Duits gezin en ook nog een Iraanse familie. Daarmee is het restaurantje ook volledig uitverkocht. We besnuffelen de kaart, waar alleen maar Iraanse gerechten op staan en kiezen er twee uit. Er komt een hoop lawaai uit de keuken, maar veel bereidingstijd kost onze maaltijd niet want al snel staan er mooie gerechten op tafel. Het blijken trouwens Iraanse gerechten te zijn die we al eerder gehad hebben, alleen net iets anders bereid. Het is weer smullen vanavond; we eten onze vingers erbij op. Bij het afrekenen hebben we een klein tegenvallertje, want de eigenaar accepteert een net gewisseld briefje van 500.000 rial niet omdat het er zo verrot uitziet. Wij weten niet beter dan dat bijna alle geld er hier zo uitziet. We maken er geen probleem van, dat briefje slijten we morgen wel bij een moskee.

Iran 2

Dinsdag 18 oktober

Een nachtje in een grot slapen kan heel verkwikkend werken merken wij vanochtend. We waren wel blij dat het een verwarmde grot was, want de temperatuur daalt hier 's-nachts enorm. Als we bij de receptie komen staat Chagrom al op ons te wachten. Hij gooit de tassen achterin de auto en als Diana de administratie heeft afgehandeld, gaan we op weg. We rijden eerst terug naar Tabriz en als we deze megastad gepaseerd zijn, rijden we verder in noordwestelijke richting naar Jolfa.

Omgeving!

De omgeving is weer schitterend vanochtend. De weg wordt opnieuw geflankeerd door prachtig kleurende bergen; van rood tot grijs, van groen tot geel. We kijken onze ogen uit en proberen vergelijkbare landschappen te herinneren: Ladakh, Salta, Litang, maar eigenlijk moet je zulke verschillende plekken niet vergelijken. Dit is west Iran en dat is uniek. We laten Chagrom ergens langs de snelweg stoppen, om onder het genot van een bakkie thee de omgeving nog beter in ons op te kunnen nemen.

Benzine 25 cent

Na het bakkie thee uit de achterbak rijden we weer verder door deze toverbal-omgeving en moeten ons inhouden om niet na elke bocht weer foto's te maken. Dan is het even tijd voor een noodzakelijke stop. Chagrom rijdt naar een tankstation om de tank vol te gooien. Dat lijkt ons wel een goed plan, want in het afgelegen gebied waar wij vandaag komen wil je niet zonder benzine komen te staan. We gluren even op de pomp om te zien wat een litertje benzine hier doet. Voor de zekerheid reken we het drie keer om, maar het is toch echt een kwartje voor een liter benzine. Als we Chagrom ernaar vragen, lijkt hij het best veel te vinden.

Grensgebied

We rijden weer verder en het landschap blijft ons boeien. Als we Jolfa gepaseerd zijn gaat de snelweg over in een tweebaansweg en rijden we pal naast de Aras rivier. Deze rivier vormt de grens tussen Iran en de Azerbeidzjaanse enclave Nakhchivan. Er staan grote oranje borden langs de weg om te waarschuwen dat filmen en fotograferen hier verboden is. De kloof waar we nu doorheen rijden is zeker zo mooi als de omgeving waar we hiervoor doorheen reden, dus we speelden het onwetende touristje en klikten er lustig op los. Wij waren overigens niet de enigen, want Chagrom kon het ook niet laten. Na een half uurtje slingeren bereiken we dan ons doel voor vandaag: het St. Stephanos kerk.

St Stephanos kerk

De kerk, die een plekje op de werelderfgoedlijst heeft, ligt op korte afstand lopen van de weg. Het is er erg rustig en hoewel een bordje aangeeft dat een entreeticket 150.000 rial kost, is er niemand om dit bedrag van ons te incasseren. We struinen rond de kerk en proberen de beste positie te vinden voor een plaatje. De kerk met klokkentoren zijn mooi gedetailleerd en vormen het hoogtepunt van het complex. We komen langs de kamers van de monniken, maar ze lijken allemaal een verlofdag te hebben genomen. Bij het kleine museumpje waar wat spulletjes uit de bijna 700 jarige historie van het klooster staan uitgestald, vragen we hoe we op de hogergelegen plek achter het klooster kunnen komen. Dat lijkt ons nl. de ideale positie voor een overzichtfoto. Hij wijst ons de weg en na wat klauterwerk zien we de kerk tegen de achtergrond van kleurige bergwanden. We genieten nog even van dit uitzicht en gaan dan weer op weg naar de auto

Aras rivier

We vervolgen onze weg langs de Aras rivier richting Podasht en hoewel het klooster een plaatje is, geven we de prijs voor 'hoogtepunt van de dag' aan de omgeving waar we vandaag doorheen gereden zijn. Ook dit deel langs de rivier heeft na elke bocht weer wat moois te bieden. Het is overigens duidelijk zichtbaar dat het een grensgebied is. Op Azerbeidzjaanse grond staan om de paar kilometer uitkijktorens waar militairen geposteerd zijn en af en toe zien we zelfs een kleine commandopost aan de rivier. Door Iran wordt daar minstens zo veel bewaking tegenover gezet. We rijden door tot de stuwdam in de Aras rivier en buigen dan weer wat verder van de rivier af. Het landschap verandert abrupt van onherbergzaam gebergte in vlak grasland. Chagrom geeft daar maar weer eens flink gas en hoewel hij regelmatig op de rem moet voor een Turkse vrachtwagen die op weg naar huis is, komen we rond 15:00 uur bij het Tourism Hotel in Maku.

Vriendinnen

Nadat we onze spullen op kamer hebben gegooid gaan we op zoek naar de overblijfselen van de oude citadel, het bijbehorend fort en de Abu Fazi moskee. Zoiets is altijd weer makkelijker bedacht dan gedaan en ook dit keer is dat het geval. De bezienswaardigheden liggen nl. tegen een hoger gelegen rotswand achter de stad. Het pad gaat over rotsen en via heel veel ongelijke stenen trap treden naar boven en het zweet staat al snel op het voorhoofd. Ergens halverwege komt er een Iraanse theekransje naar beneden en de dames willen natuurlijk even weten waar we vandaan komen. Als we even met ze staan te kletsen (vooral Diana, want vrouw met man is toch een beetje not-done) willen ze opeens allemaal met ons op de foto. De ene na de andere foto wordt gemaakt en stuk voor stuk komen ze naast ons staan. We blijven een leuke circus attractie

Kaarsje branden

Na een half uur zijn we eindelijk boven en zien we pas dat alles hierboven onder een mega overhangende rots staat. Best handig zo'n natuurlijke overkapping. We staan bij een gebouwtje dat de Abu Fazi moskee moet zijn. Het is duidelijk geen moskee als andere moskeeën en het belangrijkste ritueel is het branden van een kaarsje op de enorme rotswand naast de moskee. Diana krijgt ook een kaarsje aangeboden. Ze steekt het kaarsje vakkundig aan en geeft het een mooie plek tegen de muur. Een klein kind checkt of ze het allemaal wel goed doet. We krijgen bij de moskee nog een bekertje thee en gaan dan iets verderop kijken bij de restanten van de citadel en het fort. Er wordt hard gewerkt aan het fort en dat is niet voor niks, want er is niet veel over van wat ooit het fort was. Ook van de citadel is het meeste verdwenen of verwoest. Misschien moeten we over een paar jaar nog eens gaan kijken als de restauratie achter de rug is.

Woensdag 19 oktober

Maku ligt op een fantastische lokatie in een kloof tussen steile bergen, maar die bergen zorgen ook voor veranderlijk weer. Vanochtend goot het toen we de gordijnen open trokken. We gaan ontbijten, tandjes poetsen, gooien de rugzakken voor de laatste keer achterin de auto en gaan op weg naar Tabriz, met een tussenstop bij de Armeense kerk, Khara Khelisa.

Herfst

Als we Maku uitrijden lijkt het dat we de donkerste bewolking achter ons laten en 20 kilometer verder is er nauwelijks nog regen waarneembaar. Zou het dan toch goed komen vandaag? Nou, mooi niet dus, want op zo'n 10 kilometer voor Khara Khelisa verandert de lichte regen in natte sneeuw. We zagen dat 19 oktober een herfstachtige dag in Nederland zou worden, nou hier lijkt het wel winter. Het landschap om ons heen heeft wel wat spookachtigs. Flarden laaghangende bewolking kruipen over het geel-groene landschap en als we het hoogste punt van de rit bereiken is het zicht zelfs minder dan 50 meter geworden. Uit het niets zien we dan ineens het Armeense kerkje liggen.

Khara khelisa

Khara Khelisa is een van de meest geisoleerde en indrukwekkende plekken in Iran. Deze 'zwarte kerk' is gewijd aan de heilige Thaddeus, een van de twaalf apostelen en een van de aartsvaders van het Armeense christendom. Mister Thaddeus leefde in de eerste eeuw na christus en volgens de overlevering is toen ook deze kerk gesticht. Het huidige bouwsel dateert uit de tiende eeuw en is opgetrokken uit zandsteen. De buitenkant is prachtig, de binnenkant sober. Khara Khelisa is de best onderhouden middeleeuwse kerk in Iran en ook vandaag staat een deel in de steigers voor onderhoud. Het grootste deel van de kerk is na een aardbeving herbouwd aan het begin van de 14de eeuw en in 1810 is de beige-witte uitbouw toegevoegd. Dit deel is wel het rijkst versierd met beeldhouwwerk van heiligen, engelen, koningen en kruizen

Doorlopen!

Na het natte bezoek bezoek aan Khara Khelisa gaan we dan op weg naar de grootste stad in het westen van Iran en tevens hoofdstad van de provincie West Azerbeidzjan: Tabriz. Hoewel het grootste deel van de rit over een snelweg gaat, moet je hier niet gek staan te kijken als er ineens een kudde schapen of een handvol ezels langs de weg staat. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is, raast iedereen aan de beesies voorbij. Omgekeerd lijken de dieren zich ook niet veel aan te trekken van het voorbij razende verkeer. Als we Tabriz in zicht krijgen begint het opnieuw licht te regenen. We rijden de miljoenenstad in en zijn benieuwd hoe Chagrom hier de weg naar het hotel gaat vinden. Het verkeer is hier helemaal doorgedraaid. De gammele Sabia's en Paykan's vliegen je hier van alle kanten voorbij. Het is eigenlijk onvoorstelbaar dat we zo weinig ongelukken zien. Chagrom redt zich overigens prima; na drie keer vragen rijdt hij ons naar het hotel waar we we onze spullen opnieuw in een 4 persoons appartement mogen neergooien.

Tabriz

Het is ongeveer 15:00 uur als we ons onderdompelen in het drukke straatleven van Tabriz. Het is vanaf ons hotel ongeveer 20 minuten lopen naar de bazaar en omdat daar een goede Tourist Information is, wordt dat ons doel. We moeten een aantal keren de weg oversteken en we proberen dat met dezelfde bluf te doen als de Iraniers. Het verschil is dat de Iranier niet op of om kijkt wanneer een auto nadert, terwijl wij bij elke naderende auto een nat plekje in de broek hebben. Zonder kleerscheuren komen we bij de bazaar en gaan we op zoek naar Nasser Khan, een man die zelfs in de Lonely Planet genoemd wordt. Dankzij een enorm bord is het niet moeilijk om hem te vinden. We komen er al snel achter dat Nasser zelf ook nogal gek is met Nasser. Hij raakt niet uitgepraat over zijn kwaliteiten, maar we merken ook dat hij goed geinformeerd is en niet perse tourtjes probeert te verkopen. Nasser brengt ons aan het twijfelen over ons programma. Volgens hem zijn bepaalde bezienswaardigheden minder interessant dan ze lijken. We veranderen er nu nog niets aan. Vanavond op de bank maar eens goed nadenken over het vervolg van onze reis.

Donderdag 20 oktober

Vanaf vandaag zijn we officieel weer op onszelf aangewezen. Nadat we gisteravond afscheid hebben genomen van Chagrom moeten we zelf zorgen dat we van A naar B komen. Hij klopte 's-avonds nog aan de deur en vertelde dat hij de volgende ochtend naar Teheren zou reizen. Zijn vrouw hing aan de lijn en die wilde Diana spreken. Ze stelde voor om samen met hen te gaan lunchen of dineren als wij terug zouden zijn in Teheran. Helaas gaat dat in ons programma niet lukken, maar het is een mooi gebaar. We bedanken Chagrom voor al z'n goede zorgen en geven hem een 'gouden' handdruk.

Kiekeboe

Het standaard programma voor Tabriz is vrij overzichtelijk: de blauwe moskee, de bazaar, de citadel en de Golestan tuin. Tussendoor moeten we dan nog even geld wisselen. Eerst maar naar de blauwe moskee, of Masjed-e Kabud zoals ze hier zeggen. Het is zo'n 20 minuutjes lopen vanaf ons hotel en als we ons entree ticket gekocht hebben blijkt dat we nog helemaal alleen bij de moskee zijn. Is dat even fijn fotograferen. De moskee heeft z'n naam te danken aan de gloed van de verschillende soorten blauwe tegeltjes waarmee de moskee was bekleed

De Blauwe Moskee

De moskee is gebouwd in 1465 en was een van de meest glorieuze bouwwerken van zijn tijd. Nadat de bouw was voltooid hebben kunstenaars er nog 25 jaar over gedaan om het hele oppervlak tebekleden met tegeltjes. Als dit werk werd teniet gedaan door een aardbeving in 1773 waarbij de moskee grotendeels instortte. Alleen de achterkant is blijven staan. Inmiddels is het gebouw weer herbouwd, maar alleen aan de achterkant is een vleug van de originele blauwe buitenkant te zien. We gaan de moskee ook nog even binnen en zien ook daar dat de restauratie nog een lange weg te gaan heeft. De binnenkant heeft al wel veel meer blauw op de muur geplakt zitten, maar het zou ons niet verbazen als de hele klus nu ook nog eens 25 jaar gaat duren, want er zijn helemaal geen werkzaamheden waar te nemen in de moskee. Net als wij naar buiten willen gaan komen er andere toeristen de moskee binnen en als we buiten staan zien we ook een grote groep Duitse toeristen die staat te trappelen om de moskee in te gaan. Waren wij even mooi op tijd! We laten de moskee aan onze oosterburen en gaan op weg naar de bazaar.

Voordat we bij de bazaar zijn, komen we langs de wisselkantoortjes. We zijn wel nieuwsgierig wat er hier betaald wordt voor de euro, dus we gaan ergens naar binnen. Na een beetje onderhandelen blijken we hier een veel betere koers te krijgen dan bij Nasser van de Tourist Information. Omdat we hem een kans willen geven deze koers te evenaren, lopen we zonder te wisselen naar zijn kantoortje. Het groet ons vandaag weer net zo populair als gisteren; gooit er af en toe een paar Nederlandse woordjes tussendoor en vraagt wat we komen doen. We zeggen dat we geld komen wisselen, maar niet voor de koers die hij gisteren bood. Hij kan niet geloven dat wij een betere koers kunnen krijgen en zegt dat we daar nog een flinke commissie moeten betalen. Wij zeggen dat dit niet het geval is, want daar hebben we naar gevraagd. Hij kan de koers van het wisselkantoortje niet evenaren, dus we verlaten het kantoortje terwijl hij ons een 'tot ziens' naroept. We hebben hem maar niet verteld dat we zijn reis-adviezen ook in de wind slaan en dat we aan ons eigen programma vast houden. Hij wist waarschijnlijk niet meer dat we het daar gisteren over hebben gehad

Tapijten Timche

We lopen terug naar het wisselkantoortje waar we weer vriendelijk worden onthaald. De rekenmachine wordt erbij gepakt en ons wordt nogmaals voorgerekend dat we 39.600.000 rial voor onze duizend euro krijgen. De koers is iets minder dan in Teheran, maar het is een dik pak papier in de broekzak! Hierna dolen we een tijd over de bazaar. Van de drukke kledingafdeling waar je je tussen de mensen door moet persen, naar de tapijten waar het veel rustiger is, maar waar de handelaren veel actiever aan het verkopen zijn. We lopen van de geuren van de specerijenafdeling naar de geuren van de parfumafdeling, waarna we in de juwelenstraatjes uitkomen.

Koran les

Het originele deel van de bazaar bestaat uit lange gangen met prachtig gemetselde koepeldaken. De tapijthandelaren vind je vaak in de zgn. timches. Dit zijn grotere hallen maar ook met zo'n mooi gemetseld koepeldak. In de bazaar is ook een moskee, waar net een soort bijscholing werd gegeven toen wij er naar binnen keken. Ook zijn er restaurants, cafe's en kun je er een heerlijke waterpijp roken. Wanneer de inwendige mens aangeeft dat er gegeten moet worden, verlaten we de bazaar en gaan we op zoek naar een eetgelegenheid.

Arg-e Tabriz

Het broodje falafel was opnieuw heerlijk maar als de smaakpolitie hier langs zou komen, zouden er dubbele sloten op de deur gaan. We hebben tijdens het eten maar niet te veel naar het keukengedeelte van deze toptent gekeken. We besluiten na de lunch even terug naar het hotel te lopen om het pak geld op een veiligere plek te leggen, maar doen dat via een kleine omweg zodat we de Arg-e Tabriz kunnen meepikken. Dit grote stenen gevaarte is een overblijfsel van de 14e eeuwse citadel. Over dit bouwwerk doet het verhaal de ronde dat misdadigers voor straf van de top van deze muur werden gegooid. Een vrouw die ook op deze manier werd gestraft, zou het hebben overleefd omdat haar chador als een parachute werkte. Zal wel!

Uitpuffen

Op de hotelkamer proppen we de miljoenen in een tasje en gooien dat achter slot en grendel. Tot nu toe hebben we helemaal niet het gevoel dat ze het op ons geld of spullen gemunt hebben, maar we nemen het zekere voor het onzekere. Dan zijn er nog twee bezoekjes af te leggen: de Golestan tuin en de Anglicaanse kerk. Eerst naar de kerk, maar waar volgens de kaartjes de kerk moest zijn konden wij 'm niet vinden. De kerk is herkenbaar aan een toren met vier steeds kleiner worden cilinders, maar waar we ook kijken geen toren en dus geen kerk. De kerk is geen must-see, dus we lopen door naar de Golestan tuin. Het is een fraai aangelegd stadspark, waar van alles te doen is. Aan de ene kant is een soort boekenmarktje en aan de andere kant proberen alle Stiefbeen's van Tabriz hun troep te verkopen. We lopen naar de andere kant van de weg en kopen daar bij een bakkertje een paar verse muffins. Dan zoeken we een bankje bij de grote vijver en laten daar een uurtje het leven aan ons voorbij gaan.

Vrijdag 21 oktober

Bus naar Zanjan

We wilden de bus van 10:00 uur nemen, dus heel veel haast hadden we niet. Eerst even lekker ontbijten, dan onze spullen weer in de rugzak proppen en uitchecken. We laten ons met een taxi bij het busstation afzetten en daar worden we gelijk in de nek gesprongen door ticketverkopers. 'Teheran, Teheran, Zanjan, Qazvin' klinkt het. 'We willen naar Zanjan' zeggen we. Het maakt niet zoveel uit in welke taal je dit zegt want als ze 'Zanjan' opvangen weten ze genoeg. Er wordt een ticket uitgeschreven en we lopen naar de bus. Het blijkt een luxe bus te zijn met grote stoelen waar je bijna plat in kunt liggen. De stoelen zijn zo breed dat er maar drie op een rij staan.

Tien uur wordt uiteindelijk kwart over tien, maar dan wordt er gas gegeven. Langs de snelweg pikken we dan nog een paar passagiers op, zodat de bus helemaal propvol zit en dan gaat het richting Zanjan. De vrouw die aan de andere kant van het gangpad naast Diana zit deelt gelijk snoepjes en mandarijnen aan ons uit. Het blijft ongelooflijk hoe vaak dat gebeurt. We kunnen bijna nergens met Iraniers in contact komen of er wordt iets uitgedeeld. De reis gaat voorspoedig, hoewel de chauffeur wat moeite heeft met de climatcontrol in z'n Scania. Eerst loopt de temperatuur op tot 26 graden en vervolgens laat hij het afkoelen tot 13 graden, volgens de display voorin de bus.

Linksaf

Rond 13:30 uur rijden we dan door de tolpoort bij Zanjan en dat is tevens onze eindstop. We worden aan de kant van de snelweg achtergelaten; toedeloe! Gelukkig gebeurt dat hier vaker, want de taxi's staan al te wachten. We kruipen in een oude bak en laten ons bij het hotel afzetten. Onze vuurdoop met het busvervoer zit erop. Nadat we zijn ingecheckt gaan we eerst een happie eten. Het is vrijdag, dus 'zondag' voor de Iraniers en het is relatief rustig op straat. Gelukkig zijn de cafetarias wel open. We kiezen opnieuw voor de vegetarische falafel.

Vrouwenafdeling

Na deze luxe lunch gaan we op pad in Zanjan. Op weg naar het Enghelab plein komen we langs de Rasul Ullah moskee. We besluiten er een kijkje te nemen. Mannen en vrouwen hebben een eigen ingang en een eigen gedeelte in de moskee, dus Diana gaat via de voordeur terwijl Rob de achterdeur neemt. De mannen-afdeling is eenvoudigjes, maar de vrouwenafdeling kan Diana wel bekoren. Ze moet een leen-chador om doen, maar dan ben hoor je er ook echt bij. Er wordt gebeden, maar er worden door de vrouwen ook foto's gemaakt met mobieltjes. Kinderen rennen door de grote ruimte die grotendeels met een spiegel mozaiek is bekleed.

Na het bezoek aan de moskee lopen we via het Enghelab plein langs de Jameh moskee naar de bazaar, maar die is gesloten op vrijdag. We vervolgen via de Imam Khomeini straat naar de vrouwenmoskee, maar die blijkt niet meer in gebruik te zijn. Dan gaan we op zoek naar de Dokhtar karavanserai, maar die is op vrijdag ook al gesloten. Niet ver van de karavanserai is het treinstation en daar informeren we naar de mogelijkheid om met de trein naar Qazvin te reizen. Er blijken meerdere treinen per dag Qazvin aan te doen dus dat is geen probleem.

In de buurt van het station spreekt Diana een taxichauffeur aan omdat ze toch wil weten wat een dagritje naar Takht-e Soleiman kost. We hadden deze bestemming eigenlijk al uit ons programma geschrapt, maar het lijkt erop dat we voldoende tijd hebben voor een bezoekje aan deze ruines. Het wordt een onderhandeling met handen en voeten, ondersteund met een Engelstalige persoon aan de andere kant van de telefoonlijn, maar uiteindelijk komen we tot overeenstemming en gaan we morgenvroeg toch naar Takht-e Soleiman.

Glimmen!

De zon begint inmiddels te dalen dus we gaan op weg naar ons hotel. We hebben boven de daken van van Zanjan een enorme koperen koepel gezien en die willen we nog wel even van dichtbij zien. Het blijkt opnieuw een moskee te zijn op een minuut of tien lopen vanaf het treinstation. We kunnen de naam van het kitscherige koperen gevaarte niet achterhalen, maar laten we het de MZN noemen (moskee zonder naam). Ook hier is het verdacht stil voor een vrijdag. Blijkbaar worden op vrijdag niet alle moskeeën evengoed bezocht. We lopen een rondje rond de MZN en gaan dan snel op weg naar onze laatste bestemming voor vandaag.

Wasplaats

Ten noorden van het Enghelab plein is het Rakhatshor-Khaneh. Dit is een ondergrondse ruimte die in het pré-Miele tijdperk werd gebruikt om de was te doen. Het water werd via kanaaltjes aangevoerd en de vrouwen stonden hier dan te schrobben en te slaan met hun wasgoed. Om ons al toerist te laten zien hoe dat geweest moet zijn, hebben er een soort Madame Tussaud van gemaakt; de kelder staat nl. vol met wassen beelden van vrouwen in verschillende was-bewegingen. Te fout voor woorden, maar het is goed bedoeld. We lopen door de goed gerestaureerde ruimte en bezoeken aansluiten nog even het naastgelegen museumpje. We blijken de laatste gasten te zijn, want wanneer we de deur uit zijn, gaat het slot er gelijk op.

Mag ik een plat wit

Op weg naar het hotel komen we lang een bakker zoals je ze vaak ziet in de straten van een stad. Hier worden de platte, lanwerpige broden gebakken die we in ons hotel in Teheran bij het ontbijt kregen. Daar waren ze niet te kangen, maar als je ze rechtsreeks uit de steenoven eet zijn ze heeeeerlijk. We staan even te kijken hoe de broden gebakken worden. Een brood is vaak nog maar net uit de oven of er komt weer een klant langs die er eentje koopt. Ze kosten een kwartje en dat is geen geld voor zo'n ovenvers brood. Wij besluiten er ook eentje uit de oven te kopen en eten deze op weg naar ons hotel op.

Zaterdag 22 oktober

Naar de Troon

Gisteren hadden we een deal gesloten met de hoogste baas van de Taxi-mafia in Zanjan. Voor een lullige 1,9 miljoen zou er om 08:30 uur een taxi bij ons hotel stoppen, waarna wij dan zonder iets te zeggen instappen. De chauffeur rijdt ons dan in 2 uur naar Takht-e Suleyman. Niemand hoeft hier iets vanaf te weten. Wij zorgen dus dat we op tijd hebben ontbeten en ruim voor 08:00 uur zitten we al klaar in de lobby. Een telefoontje naar de taxi-maffia-baas zorgt ervoor dat de taxi 10 minuten eerder bij het hotel is. Als de kleine, witte Saipa voorrijdt zijn wij enigszins teleurgesteld; voor 1,9 miljoen verwacht je een auto met iets meer luxe. Deze heeft alleen een ventilator. Wij stappen in en de rit naar de Troon van Solomon begint.

Ruig

Het wordt eentonig, maar dat is in dit geval positief. Ook dit keer is het weer een rit door een prachtige omgeving. Het lijkt wel een beetje op onze rit van Kandovan richting Jolfa, alleen zaten we er nu meer tussenin. Het gebergte is droog en doet soms buitenaards aan. Het kleurenpallet van de omgeving is wonderschoon maar tegelijkertijd heeft het iets onhergergzaams. Leven lijkt hier bijna onmogelijk, maar toch rijden we heel af en toe door een dorpje waar het leven lijkt te hebben stil gestaan. De rit duurt ongeveer twee uur en onderweg vragen we onze chauffeur af en toe om te stoppen zodat we iets langer kunnen genieten. Iets na half elf zien we dan de ruines van Takht-e Suleyman aan de kant van de weg.

Bij Solomon

In de 3e eeuw na christus was het Zoroastrianisme het voorgeschreven geloof in Perzie. Takht-e Suleyman heette destijds Azergoshnasb en was het spiritueel centrum. De plek was daarvoor uitermate geschikt, want een belangrijk element van dit geloof was de verering van aarde, wind, water en vooral vuur en dat was hier allemaal aanwezig. Aarde en wind is niet zo bijzonder, maar het water was afkomstig uit een kratermeer dat (nu nog steeds) 90 liter per seconde opborrelt en het vulkanisch gas zorgde ervoor dat er een vuurtje kon worden gestookt.

Deze site werd destijds voornamelijk gebruikt voor koninklijke en geestelijke rituelen. De naam doet vermoeden dat de site iets met koning Solomon uit het oude testament te maken heeft, maar dat is niet het geval. Het is een verzinsel van de Perzische bewakers van de site. In de 7e eeuw was de Arabische invasie ophanden en ze wisten dat de Islamieten veel eerbied hadden voor bijbelse figuren. Ze bedachten een verhaal van een eenmalige verblijf van koning Solomon en wisten daarmee een zekere vernietiging te voorkomen.

Kratermeer

We lopen ongeveer een uurtje tussen de ruines door. Vooral het kratermeer is bijzonder in deze droge omgeving. Van de gebouwen is over het algemeen niet veel meer over dan ruines. Ook op deze site hebben ze de komende jaren veel werk te doen, om alleen al te voorkomen dat de boel instort. We gaan weer terug naar de parkeerplaats waar onze chauffeur met een koppie thee klaar staat, gooien er nog een koekie tegenaan en dan gaan we weer naar Zanjan. We rijden dezelfde weg terug dus we krijgen de gelegenheid alles nog eens in een ander licht te zien. Dat moet je heel letterlijk nemen, want nu de zon hoger staat en uit een iets nadere hoek komt, ziet het er soms toch heel anders uit. We rammelen weer twee uur terug in ons witte gebakkie en laten ons bij het plein afzetten waar we gisteren geluncht hebben. Dat gaan we nu ook maar weer doen.

's-Middags willen we nog naar Soltaniyeh, dus we proppen het broodje snel naar binnen en gaan op zoek naar een taxi. Het is nog ruim een half uur rijden en je wilt toch niet voor een dichte deur komen te staan. Na wat onderhandelen over de prijs, waarbij we elkaar niet verstaan, gaan we met de taxichauffeur mee die we het eerst hebben aangesproken. We nestelen ons op de achterbank en beginnen aan het ritje van 35 km. Elke keer als we bij een politiepost in de buurt komen moeten we even net doen alsof we onze autogordel om hebben. We kunnen de autogordel niet écht omdoen omdat deze niet compleet is. We worden gelukkig niet aangehouden en om 15:15 uur staan we bij het gebouw met de grootste stenen koepel ter wereld.

Soltaniyeh

Soltaniyeh, of 'Stad van de Sultans', is door de Ilkhanaat Mongolen gebouwd met als doel te fungeren als hun Perzische hoofdstad. Dit heeft echter maar 82 jaar geduurd, want in 1384 is de stad grotendeels verwoest door de Turks-Mongoolse krijgsheer Timoer Lenk. Slechts drie gebouwen hebben dit overleefd, waaronder het mausoleum van sultan Oljeitu. Dit mausoleum is verreweg het mooiste van de drie gebouwen. Het is 48 meter hoog en de koepel met blauwe tegeltjes heeft een diameter van 25 meter. De binnenkant van het mausoleum is helemaal volgebouwd met steigers i.v.m. renovatiewerkzaamheden, maar ondanks deze metalen constructie is goed te zien hoe immens groot dit gebouw is. We gaan de smalle trapjes op naar de bovenste verdieping waar je een mooi uitzicht hebt over het hele complex. In alle gangen en alle nisjes vallen de fantastische details op. Elke keer als we zo'n gebouw zien vragen we ons af hoe het er destijds uit moet hebben gezien.

Als we alle hoeken van het mausoleum hebben gezien gaan we weer terug naar onze chauffeur en laten we ons terug naar Zanjan brengen. We drinken daar nog een beker vers sinaasappelsap en lopen dan door naar het hotel. Restaurants zijn er in deze stad nauwelijks te vinden en we hebben geen zin om weer in een snackbar te gaan zitten, dus eten we 's-avonds in het hotel. Daarna gaan we nog even de straat op voor een echte bak espresso bij 'City Cafe'. Als we terug naar het hotel lopen komt er toch een smetje op deze vakantie. We komen langs een winkelcentrum van 6 verdiepingen en we gaan nog naar binnen ook! Alle grote merken zijn vertegenwoordigd en Diana ziet (natuurlijk) een leuk horloge van 'Tocs!'. Komt dat goed uit; ze had nog een verjaardagskado tegoed.

Zondag 23 oktober

Zanjan kunnen we afvinken en we gaan door naar Qazvin. We gaan bepakt en bezakt de straat op, houden een taxi aan en laten ons er bij het busstation weer uitgooien. We worden weer met open armen ontvangen door mannetjes met een bonnenboekje die hun bus vol moeten krijgen. We lopen met de eerste de beste mee, gooien de rugzakken onderin de bus en gaan in de bus zitten. We zitten nog maar net of de motor wordt al gestart. Dat gaat lekker. Achteraf iets te snel gejuicht, want nog geen honderd meter van het busstation wordt de bus weer stil gezet en gaan ze opnieuw op jacht naar passagiers. Een handvol passagiers rijker en een half uurtje later gaan we dan echt op weg naar Qazvin.

Taxi!

De steward van dienst deelt aan iedereen een pakje drinken en een muffin uit, dus met de service aan boord lijkt het goed te zitten. De rit naar Qazvin duurt maar zo'n twee uur, ondanks dat er onderweg nog een tweetal keer wat extra passagiers worden opgepikt. Net buiten Zanjan zien we vanaf de snelweg voor de laatste keer de koepel van het mausoleum van Soltaniyeh blinken. Ook van deze afstand valt de grootte van het monument op. Als we de tolpoorten bij Qazvin gepasseerd zijn, is het weer hetzelfde liedje. Bus gaat naar de kant van de snelweg, wij worden eruit gegooid en kunnen op zoek naar een taxi om in Qazvin te komen. Die zijn daar natuurlijk op ingespeeld, dus niet veel later zijn we al bij ons hotel.

Tijd voor een vette hap

Het is iets voor twaalven, dus we hebben nog alle tijd om de hoogtepunten van Qazvin te bezoeken. Ons hotel ligt zo'n 15 minuten wandelen van het Azadi plein dat je als centrum van de stad kan zien. Dat wordt dus onze eerste bestemming, maar we regelen eerst iets voor de inwendige mens. Bij dit cafetaria worden we weer eens op de foto gezet door een Iraanse dame. We beginnen inmiddels redelijk te begrijpen hoe een pop-ster zich moet voelen. We worden nagekeken, meiden giechelen als we langs lopen, we moeten met de Iraniers op een selfie en nu kunnen we ons broodje niet eens meer rustig opeten; het is een opgave! Met de buikjes gevuld lopen we dan verder en komen langs de Nabi moskee. Hoewel we er natuurlijk al verschillende gezien hebben ziet deze er toch weer anders uit. Helaas is de dienst net afgelopen, maar op het enorme binnenplein is nog wel het e.e.a. te doen. We gaan er even op een bankje in de zon zitten en genieten van alles om ons heen.

Theepauze

Omdat onze tijd hier toch wel beperkt is, staan we na een tiental minuten toch maar op en vervolgen onze tocht. De volgende stop is de bazaar. Deze bazaar is onvergelijkbaar met de bazaars in andere steden. Hier geen chaos en drukte, maar prachtig gerestaureerde gangen met mooie koepeldaken en chique winkeltjes. Zo'n bazaar zou in een westerse stad niet misstaan. We lopen kris-kras door de verschillende gangen en komen dan op een gezellige binnentuin uit. Er is een soort cafeetje waar je onder een parasolletje wat kan drinken en die kans laten we niet voorbij gaan.

Ook deze stop duurt niet te lang en we gaan dan op weg naar een van de drie stadspoorten die Qazvin rijk is. Deze stop combineren we met een bezoek aan de Tourist Information want we moeten nog even uitzoeken hoe we overmorgen in Kashan komen. Het is zeker een kwartiertje lopen naar de Rah Kushk Gate en we merken dat het hier alweer wat warmer is dan in Zanjan. De stadspoort ligt er wat verlaten bij zo aan de kant van een drukke rotonde en vlak bij een wolkenkrabber in aanbouw. Blijkbaar heeft deze attractie geen monumentale plek verdiend. We stappen vervolgens even bij de Tourist Information naar binnen, maar de gezellige dames kunnen ons niet aan de gewenste informatie helpen. We moeten het maar even op het busstation gaan vragen. Waar heb je dan een Tourist Information voor, vragen wij ons af.

Busstation met toezicht

Omdat het busstation weer helemaal aan de andere kant van de stad ligt, laten we ons er door een taxi heen brengen. Als we uit de taxi stappen komen er gelijk weer van die mannetjes naar ons toe die buskaartjes proberen te verkopen. 'Nu nog niet' zeggen wij 'mañana, mañana'. Op het enorme busstation weten we één man te vinden die een beetje Engels spreekt. We krijgen te horen dat er geen rechtsreekse bus naar Kashan gaat en dat we kunnen kiezen tussen een overstap in Teheran of Qom. Daar moeten we dan maar even over nadenken. Bovendien is er hier ook een treinstation, dus misschien is dat een optie.

Tehran Gate

Het busstation ligt vlak bij de tweede toegangspoort van Qazvin, dus we besluit daar maar ook maar even heen te lopen; we zijn hier nu toch. De Tehran Gate ligt er veel fraaier bij en heeft zelfs een soort van parkje er omheen gekregen. Van deze poort is het niet zo ver naar de Jameh moskee, dus dat wordt ons volgende doel. Omdat we een shortcut nemen lopen we toevallig langs een klein marktje. Er zit ook een mannetje die druiven probeert te verkopen. Pitloze druiven, want daar staat Qazvin ook om bekend. Even verderop is de Jameh moskee, maar deze staat grotendeels in de steigers en dus zo goed als verlaten. We lopen even over het terrein, maar gaan al snel weer verder.

Scherpe punt

Als we de straat over steken, op weg naar de laatste bezienswaardigheid van vandaag, zien we in de verte de derde toegangspoort van Qazvin: de Ali Qapu. Dit is tevens de grootste, maar omdat deze tegenwoordig dienst doet als politieburo is fotograferen geen optie. We lopen dus maar verder, op weg naar de Amineh Khatun tombe. Dit monumentje staat wat verloren tussen de lelijke moderne straatjes. Het blijft wel een leuk gebouwdje met z'n blauwe conische dakje. Helaas kunnen we er niet heel dicht bij komen omdat het monumentje vandaag gesloten is, maar vanachter het het hek kunnen we het gebouw ook heel goed zien.

Glaasje fris

We lopen terug naar de hoofdstraat en duiken nog een keertje de nieuwerwetse bazaar in. Inmiddels is de verlichting aan gegaan en ziet het er nog sprookjesachtiger uit. We komen langs een moderne, sfeervolle koffieshop en gaan daar naar binnen voor een versnapering. Onder het genot van een drankje kijken we naar de nieuwe generatie Iraniers en zien dat zij heel veel dezelfde dingen doen die dezelfde generatie in Nederland ook doet. Twee meiden en een jongen eten gezamelijk een gebakje en maken ondertussen selfies en twee andere meiden zijn zo druk met elkaar in gesprek dat de ene niet eens in de gaten heeft dat haar hoofddoek bijna is afgegleden. Als je haar zo ziet zitten in haar moderne kleding, zijn er helemaal geen verschillen. Als de jongen van de koffieshop haar vraagt de hoofddoek weer goed te doen besef je je weer dat het hier toch net even anders is.

Straathandel

Van de nieuwerwetse bazaar lopen we dan richting de ouderwetse bazaar waarbij we onderweg ineens weer op het binnenterrein van de Nabi moskee staan. Als we naar de overzijde lopen wordt Rob aangesproken door een jochie dat pakjes kauwgom probeert te verkopen. Rob is in een goede bui, dus pakt z'n portemonnee, maar ziet dat het keinste geld een briefje van 50.000 rial is. Hij laat het de jongen zien en vraagt hoeveel pakjes kauwgom hij ervoor krijgt. De jongen drukt 5 pakjes in z'n handen, neemt het briefje aan en weet niet hoe snel hij weg moet komen. Wat een lol voor €1,25! Daarna lopen we via de old school bazaar terug naar de hoofdstraat. Bij gebrek aan een écht restaurant gaan we naar binnen bij iets dat daar het meest op lijkt (omdat er een tafel en stoelen staan) en bestellen van alles wat. Nadat we deze mixed Iran naar binnen hebben gewerkt gaan we terug naar het hotel. De wekker gaat op 06:30 uur want morgen gaan we vroeg op pad.

Maandag 24 oktober

De jongens van het hotel deden hun uiterste best om ons op zo'n vroeg tijdstip te laten ontbijten. Normaal gesproken kun je hier vanaf 08:00 uur ontbijten en dat was vandaag veel te laat voor ons. We proppen alles naar binnen en als we om 07:30 uur in de lobby staan komt Sohrab, onze chauffeur voor vandaag al aanrijden.

Bewolkt

We gaan gelijk op weg, want er staat weer veel op het programma vandaag. We rijden Qazvin uit en gaan dan gelijk al de bergen in. Als we de berg over zijn en de Alamut vallei inrijden zien we daar een prachtige wolkendeken in de vallei liggen. Dat is wel een plaatje waard, dus we laten Sohrab gelijk z'n eerste stop maken. Dit doet ons terugdenken aan Alishan in Taiwan waar we 's-nachts om 03:00 uur het bed uit moesten om een 'sea of clouds' te kunnen zien. Hier krijg je het er gratis bij.

De Vallei

Eén ding beseften we ons niet boven op de berg; een mooi wolkendek boven de vallei geeft nare bewolking in de vallei. Het duurt niet lang of we krijgen die harde werkelijkheid te zien. Als we afdalen op weg naar Lamiasar Castle, rijden we al snel in de wolken en is het zicht minder dan 50 meter. Het is gelukkig nog even rijden naar dit eerste kasteel van de Assassijnen (waarover later meer in de feuilleton), maar voorlopig moeten we het met een grijze lucht doen. We laten ons natuurlijk niet van de wijs brengen, dus ondanks de bewolking genieten we van de prachtige vallei. Het landschap is hier anders dan we eerder hebben gezien. De heuvels zijn geel/groen van het gras dat er groeit en er is ook veel meer kale rots te zien.

Uitzicht bij Lamiasar Castle

Om 09:30 uur draait Sohrab z'n auto op een stoffig parkeerplaatsje en wijst hij naar een smal paadje aan de overkant van de weg. We krijgen te horen dat we dat paadje moeten volgen en dat we dan vanzelf bij Lamiasar Castle uit zouden komen. We nemen wat proviand mee en gaan op weg. Het blijkt niet alleen een zanderig paadje te zijn, er moeten ook heel wat provisoriche trappen beklommen worden. We stoppen regelmatig om van de uitzichten te genieten (en om op adem te komen). Het kost ons ongeveer een half uurtje om het kasteel te bereiken en eerlijk gezegd is deze ruine de klim niet waard, maar de omgeving des te meer. Nadat we een paar minuten rondom het bouwsel hebben gelopen gaan we weer naar beneden. We zien inmiddels wat blauwe vlekken tussen de bewolking, dat dat geeft hoop voor de rest van de dag.

Het Evan meer

Na dit korte bezoek aan de westkant van de Alamut vallei gaan we de rest van de dag de oostkant verkennen. Rond 11:00 uur heeft de bewolking zich gewonnen gegeven en maken wij ons op voor een heerlijke dag. Ik durf het bijna niet te schrijven, maar ook hier weer genieten geblazen. Met open mond en een druppeltje kwijl uit de mondhoek verbazen we ons opnieuw over de schoonheid van het landschap. Na vele kilometers slingerwegen en een groot aantal haarspeldbochten, bereiken we uiteindelijk het Evan meer(tje). Dit meer is ontstaan uit een natuurlijke bron, maar Sohrab adviseert om het niet te drinken. We houden hier even pauze voordat we verder gaan naar de volgende attractie.

Andej canyon

We rijden eerst weer wat kilometers omhoog en in de diepte zien we weer eens wat begroeing. We vragen Sohrab even te stoppen zodat we dat beter kunnen bekijken. Hij zegt dat dit het begin is van de Andej canyon die we gaan bezoeken. Het ziet er prachtig uit van bovenaf; overal om ons heen die ruige bergen en dan in de diepte een langerekte sliert groen. We rijden nog een stukje verder langs de canyon en slaan dan plots scherp af naar rechts. De weg gaat stijl naar beneden en we komen steeds dichter bij de bodem van de canyon. Als we beneden zijn aangekomen lijkt het alsof we in een andere wereld staan. Overal om ons heen hoge bomen, sommige al in herfstkleur. Een riviertje klatert rustgevend naar beneden.

We houden even een thee-pauze bij een kleine natuurlijke bron. Dit water kun je wel drinken volgens Sohrab. We durven de proef niet op de som te nemen en houden het bij het glas thee dat hij inschenkt. We zoeken een plekje op een rots en genieten van alles dat we om ons heen zien. Voordat we verder rijden lopen we nog 50 meter een zandpad in. Daar zijn nog twee kleine 'grotwoningen' te bewonderen. De plafonds van deze grotten zijn zwart geblakerd, dus er zal ooit wel eens iemand geleefd hebben of op z'n minst een keer hebben ge-bbq-d. Als Sohrab de theeglazen weer heeft gewassen gaan we verder naar onze laatste bestemming van vandaag.

Alamut Castle

We slingeren met het riviertje mee naar de hoofdweg en vandaag klimmen we naar het beroemdste kasteel in de vallei: Alamut Castle. Hoog boven de boomgaarden met kersenbomen van het dorpje Gazor Khan torent een grote kale rots uit waarop de ruine van dit kasteel zich bevindt. We rijden zover mogelijk door en spreken met Sohrab af dat we hem later weer zien bij een naastgelegen restaurantje. Dan beginnen wij opnieuw aan de stevige klim. Gelukkig ligt het grootste deel van de klim in de schaduw, maar de trappetjes met veel te hoge treden zijn een hele uitdaging.

Werk in uitvoering

De kastelen die wij vandaag bezoeken waren in de 12e eeuw de uitvalbasis van de Ismaili sekte. Er wordt gezegd dat de strijders van deze sekte onder invloed van een stevige portie hasj werd wijs gemaakt dat ze in het paradijs zouden belanden wanneer ze de politiek en geestelijk leiders van die tijd ontvoerden of vermoordden. Dit gaf hen de popi naam 'Hashish-iyun' dat weer de basis vormt voor het Engelse woord 'assassin' en dus tot de hedendaagse naamgeving van de kastelen: 'Castles of the Assassins'. De volgelingen van Hasan-e Sabbah, leider van de Ismaili sekte, gebruikten het netwerk van kastelen om zich te verschuilen, volgens één verhaal. Volgens een ander verhaal Is Sabbah een vrijdenkende, pro-wetenschap leider van de islam traditie en zijn de hashish verhalen bedacht om hem in een kwaad daglicht te zetten en daarmee de Ismaili beweging te ondermijnen. Minder spannend, maar waarschijnlijk dichter bij de waarheid. We hebben bijna een half uur nodig om via de vele onbenullige traptreden boven te komen. Daar zien we dat deze ruïne meer te bieden heeft dan die van Lamiasar castle. Bij de verschillende ruimtes staan bordjes waarop is beschreven wat de functie ervan was. Dit kasteel moet ook veel groter geweest zijn dan het andere. Een team van wetenschappers is druk bezig het hele complex in kaart te brengen en wij proberen ze daarbij zo min mogelijk voor de voeten te lopen. De omgeving is vanaf deze plek wonderschoon. Misschien dat ze hier in de toekomst een leuk hotelletje van kunnen maken. Nadat we het complex van voor tot achter besnuffeld hebben beginnen we aan de afdaling en beneden aangekomen nemen we plaats in bij het restaurant waar Sohrab op ons wacht.

Prachtig!

Na de lunch beginnen we aan de terugweg. We rijden een iets andere route dan die waarlangs we hier gekomen zijn. We kijken bij elke bocht nog eens over onze schouder of we niets gemist hebben. Als de zon langzaam begint te zakken aan de horizon rijden wij over de laatste bergpas terug naar Qazvin, waar we rond 17:30 uur bij ons hotel worden afgezet. 's-Avonds gaan we bij het enige 'normale' restaurant van de stad eten en trakteren we onszelf na die tijd bij Negarossaltaneh in de nieuwe bazaar op een échte bak koffie; die hadden we wel verdiend!