Panama-Costa Rica-Nicaragua 3

Maandag 09 december

Daar gaan we weer. Na een ontbijt met veel, door Esther zelfgemaakte producten, op weg richting busstation. We nemen de chickenbus van 08:30 uur naar Somoto om daar de Canyon de Somoto te gaan beleven. We hebben dit keer goede plaatsen, direct achter de chauffeur. De rit duurt 2 uur en gaat door een hele andere omgeving dan we gewend zijn tot nu toe; het is hier veel bergachtiger en groener. In Somoto aangekomen zijn we er nog niet, want de ingang naar de canyon ligt nog 15km verderop. In plaats van te wachten op de chickenbus naar El Espino, nemen we een taxi naar de ingang van de canyon.

We gaan op zoek naar en gids en die is gauw gevonden, want die komen vanzelf op je af. We spreken een prijs af voor een tocht van 3 uur en gaan op weg.
Eerst lopen we een half uur door grasland en klimmen over een keienpad omhoog. Op het hoogste punt krijgen we de canyon al in zicht. Van hier gaat het naar beneden, naar het water toe. Op deze plek ontspringt de Rio Coco, de langste rivier van Midden-Amerika die uitmondt in de Caribische Zee.

Bij het water aangekomen, klauteren we nog een stukje over rotsen en doorwaden het riviertje. Na drie kwartier wordt het dan tijd om onze kleding en camera’s in een waterdichte kist te doen, want vanaf daar zullen we het niet meer droog houden. We krijgen een zwemvest aan en glibberen daarna over rotsen, glijden af en toe in diepere gedeelten van de rivier, stoten ons aan stenen en klimmen soms weer over een droog stuk met keien en rotsen.
Dit gaat zo een tijdje door tot we het niet meer lopend aankunnen en stukken zwemmend door de canyon af moeten leggen. Het is hier adembenemend mooi en we komen ogen te kort. De wanden van de canyon zijn tot 200m hoog en de canyon is soms niet breder dan 15m het water is soms wel 20m diep. De gids vertelt ons dat we hier niet verder dan 1km van de Hondurese grens verwijderd zijn.
We stoppen tijdens onze watertocht af en toe wanneer we weer een droog stukje hebben gevonden en halen dan de camera’s uit de kist om snel een foto te maken. Het is eigenlijk jammer dat je de camera niet bij je kunt houden.
Dit natte onderdeel duurt ongeveer vijf kwartier en als we voor de laatste keer een enorme rots opklimmen ligt er een bootje te wachten voor ons laatste stuk Rio Coco. We stappen uit de boot en iets verderop drogen we ons af en trekken onze kleding weer aan.
Dan moeten we natuurlijk nog wel de canyon uit en dat gaat behoorlijk steil omhoog; een kuitenbijter van het nivo Posbank.

Boven aangekomen willen we gids betalen, maar hij heeft geen wisselgeld. We gaan het proberen bij een gezin dat verderop woont en wat etenswaar verkoopt. Daar lukt het uiteindelijk om te wisselen en we lopen naar de Interamericana om de bus naar Somoto te nemen. Wanneer we nog geen 100m van de weg verwijderd zijn zien we de bus voorbij rijden; met dan aan het wisselen. We gaan aan de kant van de weg staan wachten op een volgende bus, maar na een half uur komt iemand vertellen dat het nóg wel een uur gaat duren voordat er een bus komt. Daarop houden we een taxi aan om naar Somoto te gaan, maar deze taxichauffeur houdt ervan om z’n taxi goed vol te hebben en niet veel later zitten we met z’n zevenen in die oude bak.
We komen nog net op tijd op het busstation van Somoto om de ‘snelbus’ naar Esteli te halen en 5 kwartier later staan we weer bij Esther op de stoep en doen we verslag van onze te gekke tocht.

Dinsdag 10 december

We zijn vanochtend door Esther op het busstation afgezet en zijn precies op tijd voor de bus van 08:15 uur naar Matagalpa. Nu hoor ik de aandachtige volger denken: Matagalpa? Jullie zouden toch naar Miraflor? Inderdaad, we hadden gepland om naar Miraflor te gaan, maar toen we daar wat meer over lazen was het niet helemaal ons ding. Je slaapt daar bij een familie en mag dan de koeien melken, eieren rapen, met de familie genieten van het door henzelf bereidde maaltijd en nog andere leuke boerderij-dingetjes. Leek ons geen succesnummer met onze beperkte Spaanse woordenschat (laten we het daar maar op houden)..

Matagalpa dus, het koffie-centrum van Nicaragua ligt op 1 uur en 3 kwartier oostwaarts rijden van Esteli. Onderweg zien we ook al grote koffiefabrieken waar de geoogste koffie op velden ligt te drogen, voordat het verwerkt wordt.
Matagalpa heeft hetzelfde prettig klimaat als Esteli en we zijn weer helemaal opgeknapt van de paar dagen met temperaturen van rond de 25 graden. Matagalpa ligt bovendien in een nog mooiere, bergachtige omgeving dan Esteli, Het is dus genieten tijdens de busrit.
In Matagalpa aangekomen smijten we onze spullen op de hotelkamer en maken even een rondje langs wat touroperators om te peilen wat de handigste manier is om een authentiek koffieboerderij te bezoeken. We horen dat er vanuit San Ramon een leuke korte tocht is naar La Pita, waar alle facetten van het koffie-proces worden toegelicht. Voordat we naar San Ramon gaan lopen we nog wat blokjes om in Matagalpa en kijken onze ogen uit in dit western-achtige dorpje tussen de bergen.

We drinken een koffie bij het koffie-museum en gaan dan met een taxi op weg naar het 12km verderop gelegen San Ramon. Daar gaan we naar de UCA die de tochtjes naar de kleine koffie-gemeenschappen begeleid. We spreken met gids Daniel en 15 minuten later zijn we op weg naar La Pita.
Daniel legt onderweg het e.e.a. uit over boompjes en beestjes en vertelt dan tussen neus en lopen door dat de lokale koffieboeren enorme hebben te lijden onder een schimmel die de koffieplanten heeft aangetast; minstens 90% van de planten heeft hier last van, waardoor er bijna geen koffiebonen geoogst kunnen worden. Je vraagt je af waarom ze geen daktarine zalf gebruiken, maar dat wordt in het Spaans een hele lastige discussie.
Na 5 kwartier arriveren we bij een boerderijtje waar een boer met z’n radio op schoot aan het nixen is. Normaal gesproken zou hij met het zweet op de rug de boontjes van de struik moeten halen, maar ja, die schimmel…..
Daniel is even de boerderij in geweest en komt terug met een mandje en een kapmes. Bij het zien van Daniel met het mandje is het ons wel duidelijk dat onze hoge verwachtingen van kleinschalige koffieplantages met veel mensen aan het werk in dit hoogseizoen voor de koffie-oogst, niet zullen worden waargemaakt.

We besluiten om terug te gaan naar San Ramon, dus Daniel hoeft z’n koffiepluk-skills niet te tonen. In San Ramon nemen we afscheid van een ietwat teleurgestelde Daniel en halen wat te drinken bij een pulperia. Dan zien we een bus met grote letters Matagalpa voorbij komen, dus rennen we er naartoe en stappen in alweer een overvolle bus. Na een paar minuten krijgen we het gevoel dat de bus niet in de juiste richting gaat , dus we vragen maar eens of we naar Matagalpa gaan. Dus niet, we gaan naar La Clinica (where ever that is). We springen snel uit de bus en lopen het stukje weer terug. Dan toch maar weer een taxi. Deze collectivo-taxi zet ons netjes af waar we eerder die dag vertrokken waren.

We hebben ook nog iets gelezen over Cerro Apante. Dit is een berg van zo’n 1400m hoog van aar je mooie uitzichten hebt van de mooie omgeving. We laten ons bij de entree van het ‘park’afzetten, maar helaas is er niemand te bekennen en lijkt het gesloten te zijn. Op een bordje lezen we dat de trail drieënhalf uur in beslag zou hebben genomen, dus dat hadden we toch niet meer gered. We wandelen terug naar het centrum van Matagalpa waarbij we onderweg toch nog kunnen genieten van de waanzinnige omgeving.
Terug in Matagalpa gaan we naar een café en drinken een heerlijke Nicaraguaanse kop koffie. Zo hebben we hier toch van de lokale ambacht kunnen proeven.
‘s-Avonds eten we bij wat, volgens de Lonely Planet, de beste pizzeria van Nicaragua moet zijn en daar lijkt geen woord van gelogen. Nu hebben wij nog niet alle pizzeria’s gehad, maar van de twee was dit de beste.

Woensdag 11 december

We laten Matagalpa vanochtend al weer achter ons en kruipen in de expreso bus naar Managua. In slechts 2 uur zijn we dan in de hoofdstad van het land. Een uitgelaten groep jongeren in alle leeftijdscategorieën vergezelt ons in de bus. Voordeel van de expreso bus is niet alleen de snellere reistijd, maar er staan ook geen Nicaraguanen tegen je aan te rijden in het gangpad.
De chauffeur had de gang er goed in en binnen twee uur staan we op het busstation Mayorea in Managua. We checken even de vertrektijden voor de bus naar San Carlos, die we morgen moeten hebben en nemen dan de taxi naar ons hotel. Het hotel blijkt een goede keus, want het ademt een prettige, rustgevende sfeer uit en dat is wel fijn in de gekte van Managua.

Nadat we onze spullen op de kamer hebben gegooid, gaan we met de taxi naar de Barrio Monumentale. De eigenaar van het hotel waarschuwt ons nog om niet met de camera’s te koop te lopen en adviseert ze in een tas mee te nemen. Managua is geen gevaarlijke stad, maar je moet de kat ook niet op het spek binden.
We lopen eerst naar de Malecon, een soort boulevard met allerlei eettentjes langs het Lago de Managua (Xolotlan). Erg kleurrijk en mooi aangelegd, maar er is geen kip te bekennen. Het is typisch een plek waar de bewoners van deze stad in het weekend heengaan. We eten en drinken hier wat bij het tentje waarde muziek het hardst staat en gaan dan naar de Plaza de la Revolucion; het decor van ontelbare protestacties en parades.
Hier staat ook de oude kathedraal van Managua, die bij de aardbeving van 1972 zwaar beschadigd is geraakt en die, ondanks alle beloftes, nog steeds niet is gerestaureerd. Verder is er natuurlijk een monument voor Rubén Darío, de favoriete zoon van Nicaragua, brand er een eeuwige vlam voor de gevallen strijders in de vele burgeroorlogen en zijn er heel veel knuffelbankjes. Boven dit alles wappert dan nog een mega-vlag van Nicaragua.

Nadat we hier een tijdje rondgekeken  hebben, besluiten we de terugweg naar het hotel te lopen. Langs de Avenida Bolivar zien we heel veel levensgrote tafereeltjes/stalletjes die omgebouwd worden van de La Griteria-setting naar de Kerst-opstelling. We zijn er inmiddels weer achter dat we de heerlijke temperaturen uit de bergen achter ons hebben gelaten en weer terug zijn op de bakplaat. Op de patio van het  hotel komen we weer even bij.
Omdat het hostel geen restaurant heeft, gaan we naar de nabij gelegen M om wat te drinken en een ijsje te eten; ook wel eens lekker. Daar zien we gelijk de wedstrijd AC Milan - Ajax in een teleurstellende 0-0 eindigen.
Morgen gaan we al vroeg richting San Carlos, dus maken we er maar geen nachtwerk van.

Donderdag 12 december

De taxi die ons naar busstation Mayoreo moet brengen is mooi op tijd. De rijstijl van de chauffeur verpest het weer een beetje; wat een slak! Uiteindelijk zijn we nog wel op tijd voor onze bus, dus het is hem vergeven. Waarschijnlijk heeft hij nog maar net z’n rijbewijs.
Onze bagage wordt onder in de bus gegooid en wij zoeken een leuk plekje. Helaas is deze bus ook weer behoorlijk verrot, dus je mag blij zijn als je een fatsoenlijke zitting hebt en een rugleuning die in de gewenste stand staat.

De bus vertrekt redelijk op tijd, maar voordat we Managua uit zijn heeft de chauffeur al wel een keer of 5 mensen opgepikt; het is duidelijk geen expreso zoals gisteren. Het is onze langste busrit in Nicaragua (7 uur) en gelijk onze laatste, dus laten we er maar van genieten (pffffff).
Tijdens de rit komen er met regelmaat weer verkopers aan boord die de hun spullen proberen te slijten. Zo is er een man die boekjes over gezond eten probeert te slijten, komt er eentje met kalenders voor 2014 lang, is er een vrouw die El Señor aanprijst en tevens een stukje uit de bijbel voorleest en zie we een jongen die allerlei speelgoed probeert te verkopen tegen bodemprijzen. Behalve de verkopers van non-food komt er bij bijna elke stop een leger aan eten verkopers door het gangpad: gekookte maïs, chips, rijst met kip, fruitsalades, tortilla’s en nog veel meer. Ook wij maken graag gebruik van deze on-board service.
De stoffige gehuchtjes waar we onderweg af en toe een passagier oppikken, hebben een hoog western-gehalte. Overal staan stoere mannen met hoeden en meestal begeleid door een paard. Het enige wat ontbreekt is het gerinkel van de sporen aan laarzen, een saloon, galg en de Daltons. Zelfs in de bus signaleren we af en toe zo’n koejongen; waarschijnlijk had z’n paard dan de tank leeg of iets dergelijks.
Diana heeft onderweg een modellencontractje afgesloten met een meisje achterin de bus. De eerste foto die ze van haar maakte, zat het meisje nog wat verlegen achter haar vader weggedoken, maar even later neemt ze professionele poses aan. Wanneer we de bus verlaten hangt ze Diana zelfs nog even om de nek, zo leuk vond ze het (en Diana natuurlijk ook).

Na 7 uur komen we toch wel wat gebroken in San Carlos aan. We lopen gelijk door naar het haventje waar de boot naar El Castillo vertrekt en kopen kaartjes voor de snelle boot van 16:30 uur. Dan gaan verderop in het dorp op een terrasje zitten en bestellen wat te eten en te drinken. Wanneer we daar vanaf de eerste etage over de San Juan rivier kijken, zie we ineens dat het begint te regenen en de voorzichtige eerste druppels veranderen binnen de kortste keren in een regengordijn; wat een stortbui! San Carlos ligt net binnen een gebied met een tropisch klimaat waar het hele jaar door dit soort regenbuien voorkomen, terwijl het gebied waar wij vandaan komen een nat en een droog seizoen kent en je kunt wel raden welk seizoen het daar op dit moment is.

We laten de buien betijen en gaan dan op weg naar het haventje waar we met onze snelle boot zullen vertrekken. Om 16:15 uur wordt de 10m lange en 2m brede lancha volgeladen en nadat iedereen z’n zwemvest aan heeft geeft de schipper gas. En dat is niet zo’n klein beetje gas met een 225pk zware buitenboordmotor.
De voorkant van de boot komt uit het water en een spray van water spuit langs ons heen. De schipper lijkt hier de weg te kennen, want hij schiet van de ene naar de andere kant van de wel 150m brede rivier zonder gas terug te nemen. De omgeving van de San Juan rivier is een op zich al een toertje waard; veel watervogels en prachtige natuur schieten voorbij. Op de terugweg nemen we de langzame boot, zodat we er wat meer van kunnen genieten.
Na een uurtje begint het al behoorlijk te schemeren en wanneer we in de buurt van El Castillo komen is de duisternis bijna volledig ingetreden. Ondanks dat houdt onze schipper het gas erop. Om 18:00 uur leggen we aan in El Castillo, 12 uur nadat we bij ons hotel in de taxi zijn gestapt.

Vrijdag 13 december

We ontbijten vanochtend op het terras van het hotel dat aan het water ligt en worden vergezeld door kolibri’s die afgekomen zijn op de bananen die speciaal voor hen zijn neergelegd. Hoewel dit een beetje nep is, worden we hier aan alle kanten omringd door de natuur. El Castillo zelf is een gehucht, eigenlijk één straat, maar wel heel erg leuk. Elk huis aan de straat (en dus ook aan de San Juan rivier) is tevens restaurant en/of ho(s)tel. Alles is er even kleurrijk en ergens in het midden van de straat staat ook nog een kerkje.

De belangrijkste trekpleister hier is echter La Fortaleza, een Spaans fort uit de piratentijd, dat boven alles uittorent. Het fort is op deze locatie gebouwd omdat de bocht in de rivier goed uitzicht biedt en omdat er een stroomversnelling is die het navigeren op de rivier moeilijk maakte en dus de Spanjaarden de gelegenheid gaf de piraten vanaf het fort onder vuur te nemen.
We besluiten na het ontbijt maar gelijk naar het fort te gaan, het is toch al om 08:00 uur geopend. Bij het fort aangekomen blijkt het personeel er anders over te denken; “a las nueves” zeggen ze tegen ons. Wanneer wij op het borden met de openingstijden wijzen waarop 08:00 uur staat, wordt het hek toch met frisse tegenzin open gedaan.
Wij beklimmen het fort en genieten van het uitzicht over de rivier. Wanneer we er even rondlopen worden we weer overvallen door een bui. We schuilen een kwartiertje onder een stenen boog en na de opfrissing gaan we weer naar de ‘hoofdstraat’.
We drinken een bakkie en lopen nog een paar keer door de straat, schuilen af en toe voor een hoosbui en lopen nog een keer omhoog naar het fort omdat we toch ook nog even naar het kleine museum willen en dat was vanochtend nog niet geopend.
Om 11:00 uur checken we uit bij het hotel en om 12:00 uur eten we nog wat bij een restaurantje aan de stroomversnelling in de rivier. Om 13:00 uur gaan we naar de kade waar de boot weer zal vertrekken en kijken we naar wat er op een gemiddelde vrijdag in El Castillo zoal voorbij komt.

Voor de terugreis gaan we met de langzame boot omdat we hopen nog wat meer mee te krijgen van het leven langs de rivier. De boot is wel twee keer zo lang dan de snelle boot en heeft een motor van maar 115pk. Deze boot zal ruim drie uur nodig hebben om ons terug naar San Carlos te brengen. Als we zijn ingestapt merken we ook dat we veel ruimer kunnen zitten dan op de kleine, snelle boot. We gaan er dus maar eens lekker voor zitten, voor zover mogelijk op de harde kuipjes.
We moeten vaker naar de kant om mensen uit te laten stappen en op te halen, waardoor we ook een beter beeld krijgen van hoe men hier leeft aan de rivier en dat is niet iets om jaloers op te zijn, veel meer dan een hut met wat golfplaten is het meestal niet.
De natuur doet ook weer van zich spreken; veel vogels, waaronder de grijze en witte reigers en aalscholvers, maar we zien ook schildpadjes die op een boomstam in de zon aan het opwarmen zijn. Wat het weer betreft komen we er goed vanaf deze middag, want we kunnen het grootste deel met onze bakkus in de zon zitten.
Onderweg ontdekt een snotjong de camera van Diana en als ze laat zien hoe het ding werkt wil hij ineens met z’n klauwen aan alle knopjes zitten. Gelukkig neemt z’n vader hem snel weer op schoot, want anders hadden we hem even op de kop in de rivier moeten hangen.
Om 17:00 uur stoppen we nog één keer om iemand uit de boot te laten en 15 minuten later zien we San Carlos weer liggen omlijst door de ondergaande zon.
Als we uit de boot stappen staan daar ineens mannekes van de waterpolitie die alle bagage gaan doorzoeken en ook wij krijgen een beurt. Rugzakken open en graaien maar. Hij kijkt wat verbaast bij het zien van een doosje drop en ook onze reserve tandenborstels doen de wenkbrauwen fronsen. Na deze formaliteiten lopen we naar ons hotel om daar onze tassen neer te zetten.

Zaterdag 14 december

Toen we vanochtend om 08:00 uur naar de markt liepen om nog wat souvenirs te scoren, stonden er al mensen te wachten bij het kantoortje van de migracion waar we om 11:00 uur onze uitreisstempel zouden krijgen. We waren van plan om rond tienen er eens heen te lopen, maar misschien moesten we maar wat eerder gaan. Hoewel we heel graag nog langer in Nicaragua wilden blijven, moésten we deze boot wel halen.
Op de markt waren geen bijzondere souvenirs te vinden, dus moeten we het vooral doen met de foto’s en film die we van dit land hebben. Ik schreef het al eerder, maar wat waren we graag langer in dit land gebleven, er is nog zoveel te ontdekken, er is nog zoveel te doen, de bevolking is zo vriendelijk én het is er zo lekker goedkoop! Misschien moeten we nog maar eens terug.

We zijn uiteindelijk tegen negenen al in de rij gaan staan bij het wit-blauwe kantoortje van de migracion en hebben er netjes ons uitreisformuliertje ingevuld. Om 09:15 uur ging de deur naar de bureaucratie al open en schoven we voetje voor voetje naar fase 1.
Achter een ouderwetse typemachine zat een vrouw met felle groene nagellak en ietwat hoerige oogschaduw klaar om voor iedereen een briefje te typen. In razend tempo tikte ze de naam en het bedrag dat je moest betalen, in ons geval $ 1,60. Waarvoor we hier betaalden is ons nog steeds niet duidelijk. Een paar voetjes verder geschoven zat bromsnor achter z’n loketje: fase 2. Consciëntieus controleerde hij je paspoort en vergelijk hij de gegevens met het briefje dat je had ingevuld. Diana kreeg geen 10 met een griffel want ze had de 8 uit 1968 zo onduidelijk geschreven dat hij die niet kon goedkeuren. Voor dit tafereeltje met de paspoorten moesten $2 per persoon afrekenen. Dan op naar het laatste loketje: fase 3. Hier moesten we de kaartjes voor de boottocht naar Costa Rica afrekenen, maar liefst $10 p.p. en dat soort bedragen waren we voor een tochtje van ruim een uur niet gewend in Nicaragua.

Ons vertrek liep wat vertraging op omdat niet iedereen een zwemvest had, maar nadat er snel een paar vesten ergens vandaan gehaald waren vertrokken we met een paar minuten vertraging naar Costa Rica. Het regende iets en toen de boot van de kade los kwam en dat droeve weer paste goed bij ons gevoel op dit moment.
Maar niet te lang getreurd, want we hebben ook nog genoeg leuke dingen voor de boeg, te beginnen met de boottocht over de Rio Frio naar Los Chiles in Costa Rica. Op de boot gaat een Nicaraguaanse vrouw mee die de inreisformuliertjes voor Costa Rica uitreikt, de passagierslijst bijwerkt en ondertussen ook nog wat te eten en drinken verkoopt.
De Frio rivier is qua omgeving wel te vergelijken met de Rio San Juan van gisteren, maar omdat de rivier niet zo breed is zit je er meer ‘middenin’. Behalve de beestjes die we gisteren zagen, de mensen die langs de rivier wonen, werden we nu ook toegeschreeuwd door de brulapen die hoog in de bomen langs de rivier zaten.
Ergens halverwege is er dan nog een laatste checkpoint van het Nicaraguaanse leger en wordt onze reisleidster even streng; alle camera’s moeten uit en mogen niet eens in de hand gehouden worden.
We hebben geluk bij de controle van de militairen want vanuit Costa Rica komt een nog grotere boot die op weg is naar Nicaragua. De militairen verleggen hun aandacht en laten ons met het paspoort nog in de hand achter.

Na nog eens 20 minuten varen zien we dan Los Chiles aan de linkeroever verschijnen en luttele minuten later stappen we met onze bagage weer op de rug uit de boot. Hallo Costa Rica!
De grensformaliteiten wijken niet veel af van die op de heenweg, toen we met de bus de grens overgingen. Eerst met z’n allen een free-fight kooi in en netjes in de rij wachten tot je aan de beurt bent om je tassen te laten controleren. We proberen deze controle nog te ontduiken door onopvallend fluitend, met onze gezichten de andere kant op langs de beambte te lopen, maar die truc mislukt. We gaan dus toch maar in de rij staan. Meest frustrerende is dat, wanneer wij eindelijk aan de beurt zijn, zonder enige controle door mogen lopen.
We zijn op dat moment nog niet officieel in Costa Rica want we hebben ons stempeltje nog niet.We lopen dus richting het douanekantoor in Los Chiles, maar onderweg moeten we ook nog even in de rij om de toeristenbelasting voor los Chiles te voldoen: $1,20. Bij het douane kantoor staat een behoorlijk rijtje te wachten, dus er zit niet anders op dan ook een plekje op de stoep te zoeken.
Ook hier nemen de douanebeambten alle tijd om de paspoorten te controleren en om de stempels mooi recht in het paspoort te zetten. Dit grapje kost ons drie kwartier en wanneer we na dit hoogstandje bureaucratie naar de bushalte lopen, zien we net onze bus naar Muelle San Carlos vertrekken. Jammer, maar we zijn allebei wel even toe aan een hapje en een drankje dus gaan we even zitten bij Soda Pamela direct naast de bushalte.

De volgende bus vertrekt om 14:30 uur en we gaan netjes in de rij staan om de bus in te mogen. Het gaat gelijk al anders dan in Nicaragua. Wanneer we bij de bus zijn en nog wat willen weten over de rit worden we door de chauffeur de bus in ‘geblaft’. Hij grist het geld bijna zelf uit de portemonnee. We twijfelden nog of we de bus van drie uur zouden nemen, want die zou minder vaak stoppen en daardoor toch eerder arriveren, maar er is geen weg meer terug. We zoeken een stoel en gaan zitten. Gelukkig is het comfort van de bussen in Costa Rica een stuk beter dan in Nicaragua en stoppen deze bussen niet bij iedereen die z’n hand opsteekt.
Wanneer we na ruim 2 uur in San Carlos uit de bus stappen komt de bus naar La Fortuna er net aanrijden en moeten we nog een sprintje trekken om mee te kunnen. Gelukkig zijn we goed getraind!
Om 17:30 uur stappen we dan in La Fortuna uit de bus en lopen naar ons hotel een paar blokken verderop. We lijken niet alleen in een ander land terecht gekomen, maar we zijn in een andere wereld. Op elke hoek zit een touroperator die de standaard tochtjes in de omgeving aanbiedt en overal staan grote reclameborden en lichten de kerstversieringen op. Er rijden heel veel luxe (huur-)auto’s rond en het stikt er van de cafés en restaurants. We zitten hier echt in dé touristtrap van Costa Rica.

Zondag 15 december

Het was druilerig weer toen we vanochtend de straat op gingen voor een ontbijtje; zwaar bewolkt met af en toe wat druppels. Dat kwam slecht uit want we wilden vandaag Cerro Chato beklimmen en dat zou betekenen dat we zo’n 5½ uur moesten hiken en dat is niet echt prettig met regen. Alternatieve tourtjes waren er hier zat. Zo kun je een middagtochtje naar het observatorium doen, waarbij je de vulkaan Arenal heel dicht kon benaderen of canopying (aan een staalkabel van boomtop naar boomtop) of je kon naar de warmwaterbronnen met aansluitend een modderbadje. We waren er nog niet uit bij het ontbijt, dus liepen we daarna nog maar eens naar een touroperator. Toen we daar zaten te praten leek het zowaar een beetje op te klaren, dus hakten we de knoop maar door: we doen Cerro Chato!

De Cerro Chato is een uitgestorven vulkaan met op 1100m een vulkanisch meer. Het is een inspannende klim, dus we gingen nog even snel naar de supermarkt om wat brandstof te halen.
We worden om 10:00 uur opgehaald bij de touroperator en zijn met z’n zessen vandaag: een Amerikaans stel uit Houston, een Amerikaanse knul uit San Francisco, een meiske uit Duitsland en wij natuurlijk.
Om 11:00 uur schrijven we ons in bij het startpunt van deze hike en gaan op weg. Miguel is onze gids; een Italiaan die hier ooit is blijven hangen. Het is een natuur-mannetje en weet bij elke boom en plant wel wat details te vertellen. Het tempo is daardoor niet hoog en dat is wel prettig aan het begin van de hike. Bovendien is het stelletje uit Houston meer van het type 5-sterren resort dan van inspanning leveren, dus het tempo zal niet veel hoger kunnen.
We stijgen heel geleidelijk en de vergezichten worden langzaamaan steeds mooier. In de verte zien we La Fortuna liggen en we kunnen goed zien hoe een stortbui over het stadje trekt. Andrew, de Amerikaan uit Frisco, zegt tegen Miguel dat we moeten opschieten omdat er regen aankomt, maar volgens Miguel is dat niet zo. Wanneer het in het dal regent houden wij het hier boven droog.
Wanneer we het open gedeelte achter ons laten en het dichte bos ingaan, wordt het gelijk een stuk lastiger. Boomwortels bemoeilijken het klimmen en sommige stukken zijn zo modderig van de regen dat we moeten uitkijken om niet weg te glijden. We klimmen langzaam verder en stoppen af en toe om van de natuur te genieten of even uit te rusten.
Net wanneer we weer verder gaan na een snack-pauze voelen we wat druppels vallen. Eerst denken we nog dat het uit de bomen komt, maar al snel is duidelijk date het een stevige bui is.
We trekken onze poncho’s uit de rugzak en als lichtblauwe teletubbies gaan we door met de beklimming. Dit soort buitjes duurt normaal gesproken maar even, dat hebben we ook meegemaakt in San Carlos, maar de bui die over Cerro Chato kwam had heel andere plannen. Anderhalf uur lopen we in de stromende regen en het water kwam ons op gegeven moment de vulkaan af tegemoet. Het was alsof je in een bergbeek omhoog liep. Onze schoenen en sokken waren binnen de kortste keren doorweekt. Met veel moeite konden we onze camera’s droog houden; een foto durfden we al helemaal niet te maken.
Wanneer we uiteindelijk boven op de vulkaanrand komen regent het nog steeds en moeten we wel een half uur op het stelletje uit Houston wachten. Terwijl we daar stil staan beginnen we het behoorlijk koud te krijgen en merken we dat deze poncho’s van een euro niet al het water hebben tegengehouden. We zouden op deze plek eigenlijk ook het kratermeer moeten kunnen zien liggen, maar op dit moment is alles grijs en valt er helemaal niets te zien.
Wanneer iedereen boven is, dalen we af naar het kratermeer; een erg lastige, steile afdaling die door al het water op een soort modderglijbaan leek. Voetje voor voetje dalen we af en wanneer we na ruim een half uur aan het water komen, vragen we ons af wat we daar doen. Alles is gehuld in wolken en er is de verste verte geen Arenal te zien.
Gelukkig begint de regen wat af te nemen dus we blijven hier toch maar even om de lunchpakketten te ontdekken en maken snel een foto nu het droog is.

Na deze korte lunchstop gaan we weer omhoog naar de andere kant van het kratermeer, waar we vervolgens de vulkaan zullen afdalen. Inmiddels is het droog geworden en wanneer we aan de aan de andere kant van het kratermeer weer boven zijn, zien we tot onze verbazing het kratermeer in volle glorie liggen. Zo snel kan het allemaal weer veranderen. Vooralsnog geen zon, maar wie weet!
Vanaf hier gaat het weer bergafwaarts en gelukkig blijft het droog waardoor we ook weer wat aandacht hebben voor de natuur om ons heen.
We zien een dikke rupsen op planten, apen hoog in de boom zitten en we zien zelfs een Toekan wegvliegen (maar geen restaurant in de buurt). Om 16:15 uur zijn we weer onder aan de vulkaan, maar onze tour zit er dan nog niet op. Wanneer we op weg naar een ‘hanging bridge’ gaan zien we ineens de vulkaan El Arenal in volle glorie liggen. Vanochtend zag je niet eens dat hier een vulkaan is!

We lopen drie kwartier door vlak landschap om bij de metalen hangbrug te komen. Iedereen maakt hier z’n fotootje en dan gaan we door naar een waterval. Om bij de waterval te komen moeten we eerst een behoorlijk stukje afdelen om er te komen en dus ook weer een behoorlijk stukje klimmen om naar onze volgende highlight te gaan: de zonsondergang bij El Arenal. Hiervoor lopen we naar het, bij het observatorium gelegen, uitkijkplatform en daar zijn we precies op tijd om een ritsje foto’s te maken van een mooie zonsondergang.
Nadat de zon is weggezonken achter het Arenal meer gaan we op weg naar de parkeerplaats voor onze laatste bestemming, de heetwaterbronnen. We klimmen met z’n allen in het busje en rijden naar de Tabacon rivier. Er is hier een mooi resort dat het water voor z’n heetwaterbaden uit de naast gelegen rivier pompt, maar wij gaan naar de rivier zelf, waar ook de lokale bevolking af en toe een dompelbadje neemt. Het is inmiddels donker geworden en van de nabij gelegen parkeerplaats lopen we in badkleding naar de rivier  waar we ons in het water laten zakken: HEERLIJK! We zitten zo’n drie kwartier te weken in het hete water , maar moeten dan weer naar het busje dat ons vervolgens terug brengt naar het hotel. Met kleren en schoenen nog nat van de regen en vuil van de modder zoeken we onze kamer op. Daar hangen we alles uit en hopen dat het droog zal zijn voordat we morgen weer met de bus gaan.

Geen opmerkingen: