Panama-Costa Rica-Nicaragua 5

Maandag 23 december

Vandaag het laatste stukje met de bus naar Panama. Als er geen ongeluk was gebeurd vlak voor Panama hadden we de 250km waarschijnlijk binnen drieënhalf uur afgelegd, nu werden het er vier. We eindigen waar we begonnen zijn: het Tryp hotel. Nadat we zijn ingecheckt gaan we aan de overkant een pizza eten.
Diana heeft in de Lonely Planet gelukkig nog iets gevonden waarmee we ons ‘s-middags kunnen vermaken. Het Parque Natural Metropolitana. Dit is een nationaal park op een heuvel binnen de stadsgrenzen van Panama City met 256 hectare tropisch bos. Dit is tevens de plek waar ten tijde van de tweede wereldoorlog vliegtuigmotoren werden geassembleerd en tijdens de invasie van Amerika om Noriega weg te jagen heeft hier een belangrijke slag plaatsgevonden.

Een taxi brengt ons naar het startpunt van de trail en nadat we de $4 entree hebben betaald gaan we op weg. We kiezen ervoor om een tweetal korte trails te lopen, van beide iets meer dan een kilometer. Op de top van de heuvel zou je dan een mooi uitzicht over Panama City en de Miraflores locks. Eerst maar eens boven zien te komen.
Al snel komen we iemand tegen die zegt dat er verderop in een boom een luiaard zit. Geintje zeker, denken we , maar nadat we een tijdje de toppen van de bomen hebben getuurd zien we het beestje zitten. Hoe is het mogelijk, midden in Panama City een luiaard. Er zijn toeristen die drie nachten afzien in het nationaal Park Corcovado in Costa Rica en geen luiaard zien en wij zien hier in een veredeld stadspark zo’n beest zitten.
We lopen door naar de top en zien onderweg vogels, schildpadjes, mooie vlinders, hagedissen en heel veel mieren. Het is een stevige klim naar het uitzichtpunt bovenop de heuvel, maar het uitzicht is prachtig. De volledige skyline van Panama City is te zien.
De weg naar beneden is een stuk eenvoudiger, maar het blijft dezelfde mooie omgeving met hoge, dikke, oude bomen, tropische palmen, mooie bloemen en veel meer. Wanneer we bij de weg aankomen blijkt en taxichauffeur ons al hebben zien aankomen en zelfverzekerd draait hij z’n auto achteruit naar ons toe. We laten ons weer bij het hotel afzetten en nemen een drankje aan de bar.

Voor het avondeten gaan we ‘s-avonds naar Rincón Aleman, een Deutsche kneipe met German food volgens het visitekaartje. We bestellen een currywurst en een schnitzel en wonder-boven-wonder smaakt het écht Duits. Dat is ook wel eens lekker na vier weken vnl. lokaal eten.

Dinsdag 24 december

Vandaag was onze laatste echte vakantiedag en het leek een zonnige te gaan worden. Omdat de ferry naar Isla Taboga om 08:30 uur vertrok, zaten we al weer vroeg aan het ontbijt. Uitslapen is er deze vakantie eigenlijk niet van gekomen.
Hoewel we hadden gehoord dat je en uur voor vertrek van de ferry bij het kantoortje van de ferrymaatschappij zou moeten zijn, bleek het pas om 08:00 uur open te gaan. Jammer van het half uurtje slaap, maar we hebben in ieder geval kaartjes weten te bemachtigen.
De ferry vertrekt aan het begin van het Panama kanaal en de grote zeeschepen komen steeds op zeer korte afstand voorbij.

Isla Taboga is een klein eilandje in de baai van Panama op iets meer dan een half uur varen van Panama City. Hier kun je even ontsnappen aan de drukte van de stad en genieten van de stranden, het kleurrijke dorpje en de vele bloemensoorten die hier altijd lijken te bloeien. Wanneer we richting het eiland varen lijkt het of er een landingsvloot ligt wachten voor de kust. Tientallen grote zeeschepen wachten op hun beurt om door het Panama kanaal te kunnen.
Op Isla Taboga gaan we eerst het dorpje in, als je dat zo mag noemen. Het is niet meer dan een vijftigtal huizen, een paar hotelletjes,wat restaurantjes en een kerk. We willen eerst een bakkie doen, maar het valt nog helemaal niet mee iets te vinden dat op dit tijdstip (09:30 uur!), maar uiteindelijk lukt het ons in een hotelletje tegen de heuvel. Het is vandaag weer zo’n 35 graden dag waarbij je na elke 10 meters een plekje in de schaduw moet zoeken. Er is verbazingwekkend weinig wind op het eiland, wat het nog erger maakt.
We blijven wat langer zitten bij het hotelletje, want het waait er zo lekker door.
Na een uurtje vervolgen we onze ontdekkingstocht en lopen door wat kronkelende straatjes met de vele gekleurde huisjes. Het ziet er allemaal erg gemoedelijk uit, maar het blijft wel vreemd om overal kerstversiering te zien met deze temperatuur.

Rond een uurtje of elf komen we bij het strand en dan moet het er maar eens van komen deze vakantie. We nemen twee stoelen en een parasolletje en zoeken een geschikt plekje. De stoeltjes passen net in de schaduw van de parasol (we willen allebei niet in deze brandende zon) en we nestelen ons in de stoel. We gaan voor een nieuw PR zonnebaden.
We worden danig op de proef gesteld onder ons parasolletje, maar de verkoeling is vlakbij. Af en toe sprinten we over het hete zand (de bilspierblessures lijken over) naar de zee en dompelen we ons in het verfrissende zeewater. Dan weer een sprintje terug en weer onder de parasol. De stoeltjes om de zoveel tijd meedraaien met de schaduw van de parasol en dan begint het ritueel weer van voren af aan. Dit weten we zo’n drie uur vol te houden en dat kon wel eens een nieuw record zijn, maar dat moeten we thuis even checken.

Om 14:00 uur pakken we onze spulletjes en vluchten we naar de lokale chinees voor een hapje en een drankje. Hierna lopen we nog even een stukje over het eiland, voordat we terug gaan naar de pier waar de boot om 16:00 uur . Daar kijken we naar de capriolen die de pelikanen hier uithalen. Wat zijn het toch vreemde beesten; een beetje log vliegen ze rakelings over het water om zomaar in volle vaart hun bek in het water te douwen om een visje te scheppen. Na deze inspanningen nemen ze even een pauze op één van de bootjes die er voor anker liggen.
Een kwartiertje te laat vertrekken we weer richting Panama City en wederom varen we langs de tientallen zeeschappen die voor anker liggen (sommige lagen er vanochtend ook al) met op de achtergrond de skyline van Panama City glimmend in de namiddag zon.

Wanneer we weer terug zijn laten we ons met een taxi bij de boulevard afzetten. Vanaf hier lopen we terug naar het hotel met aan onze rechterzijde de imposante hoogbouw van Panama City die steeds warmer kleurt bij de ondergaande zon.
‘s-Avonds merken we weer dat de kerst voor de deur staat. Veel restaurants zijn al dicht en anderen gaan vroeger dicht dan normaal. Overal waar je langs komt klinkt het vriendelijk ‘Feliz Navidad’ en dat zeggen wij ook tegen jullie!




Woensdag 24 december

We hadden met de taxichauffeur die ons gisteren naar de veerboot had gebracht afgesproken dat hij ons vanochtend om 07:00 uur zou ophalen bij het hotel. We hoopten maar dat hij er ook zou zijn, want het is per slot van rekening ook hier 1e kerstdag.
De hotelmedewerkers in de keuken hadden in ieder geval wel moeite met opstarten, want om 06:30 uur was het ontbijtbuffet nog niet klaar. Terwijl we nog met ons ontbijt bezig zijn zien we een taxi voor het hotel stoppen. Het blijkt onze chauffeur al te zijn; dat is nog eens op tijd. We eten ons ontbijt op en gaan naar de receptie om uit te checken, dan lopen we naar onze taxi en gaan op weg naar Tocumen airport.

Het is een half uurtje rijden en het belooft wederom een mooie dag te worden. De zon doet in ieder geval z’n best om op hoogte te komen aan de strak blauwe lucht boven de baai van Panama.
Tocumen airport stelt niet zoveel voor; Eindhoven airport doet er niet voor onder. Bovendien is het merendeel van de winkels nog gesloten op dit tijdstip wat een verlaten indruk geeft. Gelukkig zijn er wel restaurantjes open, dus we nemen een lekker bakkie koffie voordat we bij de gate gaan zitten.
Het vliegtuig vertrekt met slechts enkele minuten vertraging en de piloot meldt niet veel later dat vlucht 3 uur en 45 minuten duurt. Dat is korter dan verwacht en dat komt goed uit omdat we maar beperkt tijd hebben op Houston.
De service onderweg was weer naadje zoals we gewend zijn van United: betalen voor het entertainmentsysteem, betalen voor het eten en slechts een bekertje jus gratis. We moeten onze pindavoorraad aanboren om niet te verhongeren. Ondanks dit alles gaat deze vlucht toch ook wel weer snel voorbij en voor we het weten staan we bij de douane in Houston. Daar weer hetzelfde ritueel als op de heenweg, vingerafdrukken maken, fotootje maken en op naar de gate waar we vertrekken. Omdat het allemaal lekker meezit hebben we zelfs even tijd om een broodje e eten bij Subway.
Heerlijk na die uithongeringsvlucht. We blijven even zitten aan het tafeltje om mensen te kijken. Op de luchthaven is veel personeel getooid met een kerstman-muts wat ons toch een klein beetje in kerstsfeer brengt. Om 14:30 uur is het dan toch echt tijd om naar de gate te gaan voor de vlucht naar Amsterdam. Zoals gebruikelijk bij United boarden ze in groepen en dat werkt erg goed. Wij hebben groep 4 dus kunnen bijna iedereen voor ons naar binnen zien gaan. Als we eindelijk op onze stoelen zitten, blijkt niet alles oké te zijn met het PA-systeem dat gebruikt wordt om door de purser en piloot om informatie aan ons door te geven. Duidelijk een gevalletje van ‘Houston, we have a problem’. Na drie kwartier zijn de problemen verholpen en gaan we op weg. We zitten met z’n drieën in het middengedeelte, maar het lukt Diana de man naast haar weg te pesten waardoor we drie stoelen hebben met z’n tweeën: heerlijk! Voordat we dan van het entertainmentsysteem kunnen gaan genieten moet dit eerst worden ge-reboot, maar 20 minuten later kunnen we dan onderuit gaan zitten.

Donderdag 25 december

Ergens boven Newfoundland, op zo’n 9000m hoogte begint voor ons de tweede kerstdag. Veel hebben we er niet van meegekregen want we kunnen heerlijk een paar uurtjes slapen op onze 3-zitter. Wanneer we weer een beetje wakker worden is er nog maar twee uur te gaan.
Zo’n anderhalf uur voor de landing krijgen we ons ontbijtje opgediend en nadat de troep weer is opgeruimd heeft de piloot de landing ingezet.
Ondanks de vertraging bij de start landen we om 07:45 uur, een half uur voor de verwachte landingstijd. Bij band 18 blijken zelfs onze rugzakken meegekomen te zijn, dus het is op de terugreis uiteindelijk allemaal best goed gegaan met United.
We kunnen de trein van 08:37 uur nemen en anderhalf uur later zijn we weer terug op nummer 88 waar het ruim een maand geleden begonnen is.


Panama-Costa Rica-Nicaragua 4

Maandag 16 december

Het lijkt erop dat het een goede keus was om gisteren de Cerro Chato te beklimmen. Toen we vanochtend de gordijnen open deden was het nog slechter dan gisteren. Het regende al en er was in de verste verte geen teken van een vulkaan te zien. Een ideale dag om in de bus te gaan zitten.
We pinnen weer eens een keer en ontbijten bij My Café. Daarna de laatste spullen in de rugzak en naar het busstation. Onze schoenen en sokken zijn nog steeds nat van gisteren, maar gelukkig hebben we nog wat plastic zakken. Je zou geen ’vrienden’ meer overhouden.

Op het busstation hangt een overzichtelijk kaart met de vertrektijden van de bus en wij gaan met de 09:30 uur naar Ciudad Quesada om daar dan over te stappen op de expreso naar San José.
De chauffeur trekt zich echter niet zoveel aan van het schema, want ondanks dat hij om 09:20 arriveert, zegt hij gelijk dat we een kwartier vertraging hebben. We zien hem vervolgens naar een restaurantje iets verderop lopen……
Het mag de pret niet drukken want Diana staat bijna vooraan in de rij dus we hebben goede stoelen. Het ritje naar Ciudad Quesada gaat grotendeels door de wolken; het is echt veel slechter dan gisteren. De ruitenwissers zijn geen moment uit geweest en het zicht is regelmatig minder dan 50m. Het is maar goed dat je door het lage wolkendek de afgronden niet zo goed kan zien.
Wanneer we in Ciudad Quesada arriveren staat de expreso met draaiende motor te wachten. We hebben dit keer dus een perfecte aansluiting. De bus vertrekt klokslag 11:30 uur naar San José en onderweg zien we gaandeweg het weer wat beter worden. De route naar San José is best de moeite waard. Mooie groene berghellingen met verschillende soorten begroeiing schieten aan beide kanten voorbij. Tel daarbij de momenten dat we de oogjes dicht doen en voor je het weet sta je in San José.

In de hoofdstad zoeken we een taxi en laten ons bij het hotel afzetten. Daarbij moet de chauffeur nog wel een beetje geholpen worden door ons, want wij weten het hotel beter te vinden dan hij. We gooien de tassen op de kamer, de stinkende schoenen op het balkonnetje en de nattige kleding over een stoel, en na het nuttigen van de voorzichtig alcoholische welkomst-cocktail gaan we de stad in.

We hebben niet al te veel tijd, dus we nemen een looproute uit de Lonely Planet als leidraad. We lopen van het Parque Nacional, via avenida 3 naar het Parque España en dan via avenida 7 en calle 5 naar het Parque Morazón en overal is het gezellig druk, zijn mensen met elkaar in gesprek en er vinden allerlei activiteiten plaats. Helaas hebben we geen tijd om mee te doen met al het kunstwerk, want we hadden ze nog veel kunnen leren.
Dan gaan we via calle 7 en avenida central naar de Plaza de la Cultura en het Teatro Nacional dat je in alle reisgidsen over Costa Rica ziet staan. Niet omdat het het grootste, hoogste of oudste gebouw van de stad is, maar gewoon omdat het door alle inwonders bewonderd wordt.
Vervolgens gaan we via avenida 2 en calle 6 naar de Mercado Central waar je van alles kunt kopen; van souvenirs tot geitenkaas. Het enige jammere van deze markt is dat de souvenirs alleen voor het volle pond weg gaan; er valt niets af te dingen.
Na het bezoekje aan de markt lopen we op ons gemakkie, via de belangrijkste winkelstraat, terug naar het hotel. Het is er verschrikkelijk druk en onderweg worden we ook nog getrakteerd op straatoptredens met muziek en vreemde, grote poppen. We gaan bij Q-café naar binnen en nestelen ons op de 1e verdieping aan een tafeltje met uitzicht op de winkelstraat, We bestellen wat te drinken en kunnen vanaf hier alles goed volgen.
De kerstsfeer zit er ook hier goed in. Alle winkels zijn versierd en er is groots uitgepakt met kerstverlichting. Santa himself is zelfs even langs om alles te controleren. Genietend van dit alles lopen we terug naar ons hotel waar we rond 18:00 uur weer terug zijn na ons blitz-bezoek aan San José.

Dinsdag 17 december

We waren alweer vroeg op vandaag want we hadden onze zinnen gezet op de vroege bus naar Palmar Norte en dan moesten we wel om 08:00 uur op het busstation van Tracopa zijn. Het ontbijtbuffet was voortreffelijk; daar zouden we wel een paar uurtjes op kunnen bussen.
Ondanks dat de spits al was begonnen, waren we ruimschoots voor achten al bij het busstation. Toen we de tickets gingen kopen werd duidelijk dat de snelste bus pas om 10:00 uur zou vertrekken, en dat de bus van 08:30 uur die wij op het oog hadden, door de bergen zou gaan en er een uur langer over zou doen. Snel rekensommetje leerde dat we er met de eerste bus toch eerder zouden zijn en bovendien door een veel mooier gebied zouden rijden; ideaal voor de toeristen.

De rit in de halfvolle bus verliep vlotjes. We hadden allebei weer een twee stoelen voor onszelf en we genoten van de omgeving, al zaten we wel weer snel in de wolken toen we wat hoger kwamen. Om 10:45 uur kwamen we echter in een file terecht, hoe kan dat nou hier. Toen we er een tiental minuten stonden en de chauffeur zelfs z’n motor uitzette begonnen we ons echt zorgen te maken. We hadden onderweg wel een tweetal ambulances voorbij zien komen, maar zou dat met deze file te maken hebben?
Ja dus! Even later horen we dat er een dodelijk ongeval heeft plaatsgevonden tijdens een inhaalmanoeuvre van een vrachtwagen en dat daarvoor de weg volledig afgezet wordt i.v.m. sporenonderzoek. We horen dat zoiets wel 4 of 5 uur kan duren! Hadden we nou maar………
Even later wordt de onderzoekstijd terug gebracht tot 2 uur, maar wanneer we om 13:00 uur nog steeds op dezelfde plek staan beginnen we toch te vermoeden dat de eerste schatting wel eens dicht in de buurt van de werkelijkheid zou kunnen komen. Ik zal een verdere beschrijving van de plasrondes aan de kant van de weg en het slinken van onze dagvoorraad snoep achterwege laten, maar pas om 14:45 uur kwam de bus weer in beweging; 4 uur hadden we dus moeten wachten voordat de weg weer vrijgegeven werd.
Wanneer we een paar honderd meter gereden hebben zien we een wrak liggen; het is zo’n ouderwetse Amerikaanse Mack waarvan de neus helemaal verdwenen is. Dit zijn ook slechte trucks om tegenaan te rijden. Het andere wrak (wrakken?) is inmiddels afgevoerd maar de lading en onderdelen van de truck liggen overal verspreid. Het moet een beste klapper zijn geweest en je moet er niet aan denken dat we hier een paar minuten eerder waren geweest.

De rit naar de volgende grote plaats, San Isidro, is nog wel heel fraai. We komen langs het zgn. cloudforrest en je kunt zien waar die naam vandaan komt.
We hadden ons voorgesteld om om 14:00 uur in Sierpe te zijn en dan met een boekie en een drankje aan het water te gaan zitten, maar nu konden we daar minimaal 4 uur bij optellen wat betekent dat we in het donker in dat gehucht aan zouden komen. Som zit het mee, soms……..
Het werd uiteindelijk 19:15 uur voordat we in Sierpe waren en daarvoor moesten we dan wel een taxi nemen in Palmar Norte, want bussen gingen er al niet meer. De lodge waar we ons op verheugd hadden was ook niet veel meer dan een hok met een bed, dus al met al weer een enerverende dag.

Woensdag 18 december

Na de lange rit van gisteren koste het weinig moeite om de slaap te vatten, zelfs in de bunker die we hadden uitgezocht. We hoefden er ook niet vroeg uit, want de boot naar Bahia Drake ging pas om 11:30 uur.
‘s-Ochtends verkennen we Sierpe en gaan naar de lokale super. Sierpe is eigenlijk niet veel meer dan de lokale super, een paar restaurants en een paar hotels dus we zijn snel uitgekeken en gaan wat drinken bij één van de restaurants. Om 10:30 uur gaan we bij de aanlegplaats van de boten zitten in totdat Dago, onze bootsman het teken geeft om aan boord te gaan.

We gaan samen met nog 8 andere toeristen op weg naar Bahia Drake en de tocht erheen gaat vnl. langs mangrovebossen. Wanneer Dago opeens het gas los laat en naar de kant stuurt begrijpen we niet direct wat er aan de hand is, totdat we een dikke krokodil zien liggen. Deze wilde hij ons blijkbaar niet onthouden. Het varen is ook een belevenis op zich. De rivier is bochtig en elke bocht gaat de boot ‘op z’n kant’ als een ware pretpark-attractie. Wanneer we uiteindelijk bij volle zee aankomen wordt het allemaal pas echt spannend. Dago moet door de branding heen om weer bij rustiger water te komen en daarbij moet hij er soms tegenin en soms dwars op. De boot krijgt heel wat klappen te verduren en wij heel wat spatten water.
Na 5 kwartier zijn we bij Bahia Drake en gaan we van boord, de laatste tien meter door het water lopend omdat de boot hier niet kan aanleggen. Juan de eigenaar van ons hotel staat al op ons te wachten en we gooien onze tassen in z’n busje en gaan op weg naar het 2km verderop gelegen paradijsje.

Op een uitgestrekt stuk grond incl. omringend woud heeft Juan een 9-tal bungalows neergezet die allemaal uitkijken op hun eigen stukje oerwoud. Wij hebben nummer 3.
Juan geeft ons een uitgebreide uitleg over de gang van zaken bij dit hotel, gelukkig staat alles ook in een boek beschreven want het is een heel verhaal.
We bestellen eerst een lunch bij de keuken en kunnen even later constateren dat het wel goed zal komen met het eten hier; de lunch smaakt voortreffelijk.
Qua natuur zitten we hier ook helemaal goed, want de toekans zitten in de bomen op het terrein van het hotel en ook de rood-blauwe papagaaien paartjes zijn vertegenwoordigd (er vliegt ook regelmatig zo’n paartje langs de belastingdienst gebouwen, maar dat zijn tamme die de naar buiten starende ambtenaren moeten vermaken).

“s-Avonds gaan we met Tracie de ‘buglady een toertje door het woud rondom Bahia Drake maken, op jacht naar de beestjes die vooral in het donker actief zijn, waaronder slangen, spinnen en kikkers.
Dit toertje start in Bahia Drake, dus we eten niet bij Juan, maar lopen aan het eind van de middag op regenlaarzen van Juan naar Bahia Drake en zoeken daar wel een restaurantje om daarna door te lopen naar het startpunt van de toer. Wanneer we onze warme hap naar binnen werken begint het licht te regenen. Het zal toch niet……..

We zijn met z’n achten en worden opgehaald door een collega van Tracie en gelukkig is het weer droog. We krijgen allemaal een ‘koplamp’ uitgereikt en gaan op pad. Al snel worden we meegnomen richting wat bosjes waar hij een mooi kikkertje laat zien. De latijnse naam is me even ontschoten, maar laat ik nog weten. Laten we hem voorlopig Kermit noemen. Het leek wel of Kermit wist dat we kwamen, want hij ging er eens goed voor zitten zodat z’n mannelijkste kant het best naar voren kwam.
Iets verderop gaat de koplamp dan ineens naar een struik direct naast het pad. Een jong leguaan ligt te slapen op een tak en al schijnen we alle 8 met onze koplamp op hem, niet kan hem meer wakker maken. Het beestje is felgroen en valt niet echt op in de struik, maar volgens onze gids haalt maar een heel klein percentage de volwassen leeftijd omdat de meesten voor die tijd al door een vogel of slang verorberd zijn; leguaan-nuggets noemt hij het beestje.

Dan moeten we de rivier oversteken en dat doen we op de heenweg met een bootje. Het is maar 100m en aan de andere kant van het water staat Tracie op ons te wachten. Tijdens het korte boottochtje begint het toch weer te regenen en de druppels worden snel groter en talrijker. Wanneer we aan de overkant Tracie de hand schudden zijn de druppels inmiddels aangegroeid tot een behoorlijk bui, maar volgens Tracie duurt zoiets hier nooit langer dan een minuut of 10 dus we lopen verder. Tracie vertelt ons dat we dit moment omringt worden door miljoenen spinnen en ze neemt ons mee om er eentje te laten zien. Inmiddels valt er zo’n bak water naar beneden dat we tot op het bot nat zijn. Onze regenjas kan maar met moeite de camera droog houden. Tracie heeft dan een spinnetje gevonden en probeert het beestje met haar aanwijsstokje in beweging te krijgen, maar spiderman steekt z’n middelvinger omhoog (althans dat dacht ik gezien te hebben) en blijft zitten waar hij zit. Dit is voor biologe Tracie voldoende reden om de trip verder te cancelen. Met dit weer is er voor ons niets aan want de beestjes komen de hut niet uit vanavond. Teleurgesteld lopen we door de aanhoudende regen terug naar Bahia Drake en wanneer we de taxi ons gevonden heeft kruipen we snel in de droge auto en laten ons afzetten bij Finca Maresia. Als verzopen katten komen terug bij ons hotel en de andere gasten kijken ons met medelijden aan. Coast Rica is ons niet gunstig gezind wat het weer betreft. We trekken de volgelopen regenlaarzen uit en nemen nog een colaatje voordat we naar onze villa gaan. Daar hangen we alle natte kleding uit en gaan naar bed. Hopelijk wordt het morgen beter.

Donderdag 19 december

Volgens de oorspronkelijke afspraken met Juan zouden we vandaag gaan duiken, maar omdat het net volle maan is geweest, is het zicht niet zo goed. Juan adviseerde het duiken te verzetten naar zaterdag, omdat het zicht met de dag beter zou moeten worden. We zullen zien!
Dit betekende dat we vandaag onze snipperdag van de vakantie hadden. We hangen de hele ochtend op de bank in de gemeenschappelijke ruimte van het hotel. Deze ruimte bevindt zich op boomtop-nivo dus het uitzicht is super. We zijn één met de mooie vogels om ons heen. We drinken een paar bakken (gratis) koffie en hebben eindelijk weer eens tijd om de tijdschriften te lezen die we hebben meegesleept. In de verte zingen de brulapen ons toe vanuit de boomtoppen. We begrijpen steeds beter wat de Lonely Planet bedoeld met hun beschrijving van dit hotelcomplex: ‘a slice of paradise’.

Heel erg lang blijven we niet zitten bij het hotel, want rond half elf besluiten we toch maar een strandje nabij Bahia Drake te gaan. Op de heenweg hebben we geluk want een er komt een special quad aangeraasd die ons een lift aanbied naar het strand. Hij moet daar nl. spullen ophalen die net met de boot zijn aangekomen. Het scheelt ons zeker een kwartier lopen.
Om bij het strand te komen moeten we ongeveer dezelfde route volgen als gisteravond met Tracie, maar waar zij niet verder ging vanwege de regen moeten wij nog zeker een half uur verder lopen. De tocht gaat langs enorme bamboestruiken, wilde bananenstruiken, over een gammele hangbrug en langs de luxere hotels van Bahia Drake.
Het strandje van Cocalito is klein en besloten, maar de golven zijn behoorlijk pittig. Een tweetal kanoërs die hier aan land zijn gekomen om even te rusten, krijgen hun kano maar net de branding door wanneer ze weer verder willen. We blijven een uurtje hangen bij dit strand. Klimmen wat op rotsen, maken wat foto‘s en proberen het zeewater uit voordat we weer terug gaan Bahia Drake voor de lunch.

Na de lunch lopen we terug naar het hotel omdat we om 16:00 uur een afspraak hebben met Gustavo. Hij is bioloog die eerst met ons op jacht zal gaan naar de dagdieren en vervolgens zal proberen zoveel mogelijk nachtdieren te vinden. Wanneer we echter rond drieën onze speciale safari-kleding aandoen, begint het te regenen; het zal toch niet! De bui groeit weer aan tot een tropische stortbui en houdt behoorlijk aan. Om 15:45 uur regent het nog steeds (al gaat het minder hard) en lopen we met onze regenjassen aan naar de gemeenschappelijke ruimte bij het hotel. Wanneer Juan ons ziet aankomen komt hij op ons af en zegt dat het helemaal goed komt met de regen; het blijft droog tijdens onze tour vanavond. De regen is inmiddels vrijwel voorbij, dus wij doen onze regenjassen maar uit en vertrouwen erop dat Juan gelijk heeft.

Inmiddels is Gustavo gearriveerd en heeft z’n materiaal uitgepakt: een prachtige kijker op statief en een even zo mooie verrekijker staan glimmend te wachten op onze tocht. Iets na vieren gaan we, wederom op de sjieke regenlaarzen, op pad. Gustavo begint wat kleine vogeltjes te benoemen en bij elke ‘piep’ uit een boom of struik zet hij het statief in de aanslag en probeert hij de bijbehorende vogel in het vizier te krijgen. De kijker is van hoge kwaliteit en het beeld dat je te zien krijgt is prachtig.
Wanneer we iets verder lopen zegt hij ineens dat we geluk hebben. Hij zet z’n statief weer neer en laat ons gluren: een luiaard! We hebben echt geluk zegt hij want meestal zitten die beesten een beetje opgerold in de top van een boom zonder te bewegen (ze heten niet voor niets ‘luiaard‘), maar deze keek ons aan en het leek er zelfs op dat hij naar ons zwaaide. Gustavo helpt ons om mbv zijn kijker en onze camera’s een plaatje te schieten van dit beestje en dat is aardig gelukt. Na deze voltreffer zien we nog toekans en papaegaaien, horen we spider-apen en brulapen zich te buiten gaan in de boomtoppen verderop en zien we nog net een tarantula z’n hol inkruipen. Wanneer dat begint te schemeren gaan we op jacht naar de nachtdieren. Dit doen we in het stukje bos op het terrein van ons hotel. Diana heeft een verzoeknummer voor Gustavo.
Het is ons nl. nog niet gelukt om de rood-oog kikker goed in beeld te krijgen dus het zou leuk zijn als we die hier vinden. Gustavo doet alles op het gehoor; hij herkent de verschillende kikkergeluiden en probeert dan de herkomst van het geluid te traceren. Dat doet hij donders goed, want niet veel later heeft hij de rood-oog kikker gevonden. Hij keert het blad met de kikker naar ons toe en scijnt het voorzichtig bij met z’n zaklantaarn; schattig beesie!
Na een fotootje of tig gaan we weer verder en Gustavo heeft inmiddels het piepgeluidje van de glas-kikker gehoord. Op nieuwe hetzelfde ritueel; luisteren, richting bepalen en hebbes! Dit mini-kikkertje heeft z’n naam te danken aan de doorschijnendheid van z’n lichaam. Wanneer Gustavo z’n lamp er onder houdt zie je z’n botjes zitten.
Zo gaan we nog een tijdje door in het bos. We vinden nog een paar rood-oog kikkers, een paar dikke padden, een opossum, opnieuw een dikke vette tarantula en nog een paar erg giftige spinnen die zelfs een mens kunnen doden. Helaas staan er geen slangen op het menu deze avond, maar misschien zien we die morgen wanneer we naar Corcovado gaan.

Al met al een geslaagde safari, maar inmiddels was het 19:15 uur en hadden wij wel wat honger gekregen. Gustavo levert ons weer netjes af bij het hotel, we geven hem z’n verdiende fooi en schuiven aan bij de andere toeristen die hun maaltijd inmiddels achter de kiezen hebben. Juan heeft een heerlijke maaltijd bereidt en nu weten we ook uit eigen ervaring dat al die goede reviews terecht zijn.

Vrijdag 20 december

Na de snipperdag van gisteren ging het wekkertje vanochtend alweer om 05:00 uur. Vandaag zouden we het National Parc Corcovado gaan verkennen. Na het extra vroeg ontbijt bracht Juan ons naar Bahia Drake vanwaar we met de boot eerst vijf kwartier te varen hadden.
Het tochtje met de boot viel niet mee, We stuiterden over het ruige water en onderweg werden we ook nog eens afgespoeld door een pittige bui. We keken er eigenlijk niet meer van op dat het hier regende. Aan de horizon gloorde echter hoop, want daar konden we de zon zien schijnen. Uiteindelijk waren we blij met de lange boottocht, want toen we aan land ging liepen we in de zon.
We waren met z’n zessen vandaag en Roy was onze gids die de grote verantwoordelijkheid had om voor ons de beesies te vinden.
We moesten eerst onze Teva’s vervangen door rubberlaarzen want het zou weer modderig worden vandaag. Terwijl we daar mee bezig waren en Roy ons nog van alles aan het uitleggen was, riep een andere gids hem al toe dat het eerste beest gevonden was. We liepen snel naar de bewuste plek en met een beetje moeite wisten we een miereneter bovenin een boom te ontwaren. Een miereneter op de grond hebben we allemaal wel eens gezien (op tv), maar deze kleine uitvoering bovenin de boom hadden wij nog nooit gezien. Het beest zoekt de termietenheuvels die je her en der als grote zwarte gezwellen in de bomen ziet en breekt die dan open voor een hapje mier.
Dat was het eerste vinkje wat gezet kon worden. Roy nam ons mee verder het bos in en niet veel later zagen we een groep apen in de boomtoppen; het zijn de kleine squirrelmonkeys. Erg lastig te fotograferen, maar een mooi spektakel om naar te kijken. Het volgende vinkje kan worden gezet. We lopen verder door het bos en Roy geeft uitleg bij de dingen die we zien. Dan krijgen we ook de spidermonkey in het vizier. Dat is de tweede soort van de vier soorten apen die hier voorkomen. We lopen langs een riviertje waar we een aantal vogels spotten, waaronder een mooie havik. We gaan terug het bos in en opnieuw zien we de spidermonkeys in de boomtoppen. We lopen vervolgens naar het rangerstation waar twee personen van onze groep zullen blijven slapen. Diana doet even een inspectie van de lokatie, maar ze is blij dat wij daar niet voor gekozen hebben.
We vervolgens onze weg om even verderop aan een andere rivier onze lunchpakketten te plunderen. Tijdens de lunchpauze is Roy even wezen checken of een slang die hij gisteren had gezien er nog was en dat was gelukkig het geval. We gingen weer op pad om als eerste bij de bewuste gifslang stil te staan. Het groenige slangetje was niet erg groot maar volgens Roy wel dodelijk.Opnieuw zien we een groep spidermonkeys, maar Roy ziet in een andere boom een paar brulapen zitten; dat is de derde soort apen die we zien. We blijven overal dieren spotten; een felrode vogel en even later een blauwe die allebei familie zijn van de Quetzal, Woody Woodpecker die een boom onder handen neemt, Toekans, wilde kalkoenen, levensgevaarlijke spinnen, opnieuw spidermonkeys, een leguaan en felgekleurde vlinders ter grote van een hand.
Tegen het eind van onze tocht zien we dan ook nog de laatste van de vier apensoorten: de kapucijnerapen. Een grote groep van deze apen is bezig groene vruchten open te slaan op de takken van een boom, maar het wil nog niet zo lukken want de vruchten zijn niet rijp genoeg. Als een aapje dat in de gaten krijgt, laat hij de vrucht vallen en moeten wij uitkijken dat we zo’n ding niet op het hoofd krijgen.
Als laatste neem Roy nog me naar een plek waar een tapir schuilt voor de hitte waarna we terug lopen naar de boten. We denderen weer terug over de ruige zee en in Bahia Drake wordt Juan gebeld om ons op te halen. Om 15:30 uur zaten we weer op het hooggelegen terras bij ons hotel met een koude versnapering. Daar zien we ‘s-middags weer dat je niet ver weg hoeft te gaan om mooie vogels te spotten. Een paar toekans en een stelletje macaws houden ons gezelschap tijdens het borreluurtje.

Zaterdag 21 december

In verband met de volle maan van een paar dagen geleden, was ons duikavontuur naar vandaag verschoven. Wekker weer op 06:00 uur en om 07:00 uur, na wederom een heerlijk ontbijt, door Juan naar duikschool Drake Divers gebracht.
Instructeur Eric handelt eerst de papierwinkel af, waarna we de uitrusting gaan passen. Het spul is van Scubapro en ziet er als nieuw uit en dat is altijd een hele geruststelling als je gaat duiken.
Van de duikschool lopen we naar het strand in Bahia Drake waar we samen met de duikspullen in een bootje worden geladen. Het is drie kwartier varen naar Caño Island dat je vanuit Bahia Drake al kunt zien liggen. We raken steeds meer gewend aan de ‘turbulentie’ in de kleine bootjes en we houden het dit keer droog tijdens de oversteek..

Bij Caño Island hijsen we ons in de uitrusting, horen de briefing van Eric aan en rollen vervolgens achterover van de boot het water in. Het is gelijk duidelijk dat het zicht nog niet optimaal is tijdens deze duik; veel meer dan 10 á 12m is het niet. Ondanks dat stuiten we al snel op onze eerste haai; op de bodem onder ons ligt een rifhaai te rusten. Even verderop schiet er een roggetje onder het zand vandaan en we zien overal grote scholen vis om ons heen. Koraal zie je hier niet veel; slechts af en toe een waaierkoraaltje. Haaien des te meer. Achter elke rots ligt er wel eentje in het zand te rusten, of schiet er een haai opgeschrikt onder ons vandaan. We zijn maar opgehouden met ze te tellen. Het moeten minstens 50 geweest zijn tijdens deze duik. Allemaal white-tip haaien, tussen een meter en twee meter groot. Voor het eind van de duik zien we ook nog een kleine gestreepte murene zwemmen en een paar koffervisjes.
Na 45 minuten gaan we weer omhoog en zit onze eerste duik erop. Op de boot raken we niet uitgepraat over wat we gezien hebben.
Voor onze tweede duik gaan we een stukje verder van het eilandje af. Deze plek is wat lastiger te duiken vanwege de stroming, maar er zou nog meer vis moeten zitten. Dan volgt hetzelfde ritueel: optuigen, briefing en rol achterover het water in.
We merken gelijk dat de stroming behoorlijk is. We blijven zo dicht mogelijk bij de rotsen om er zo min mogelijk last van te hebben. Enkele tientallen meters verderop gaan we linksaf een meer besloten stuk in waardoor we niet zoveel last van de stroming hebben. Het is hier werkelijk vol met vis.
We hebben nog nooit zulke grote scholen vis gezien en al helemaal niet mee gezwommen. We kunnen heel dicht bij de vissen komen en lijken opgenomen te worden in de school. Eric gebaart ons om hem te volgen en als we vervolgens in een ander besloten stuk terecht komen ligt daar een joekel van een jew-fish (goliath-fish) te schuilen. Het is echt een onderzeebootje van meer dan twee meter lang en wel een meter hoog; wat een bakbeest. Na deze ontdekking gaan we weer verder en kunnen geen plek vinden zonder de enorme scholen vis. Ze zijn hier werkelijk overal.
Op het einde van de duik blijven we ergens hangen waar ook van die enorme scholen vis schuilen voor de stroming en wij doen hetzelfde. Hier komt ook nog een school grote barracuda’s voobij
Ook deze duik beëindigen we na 45 minuten en nadat we ons weer aan boord hebben gehesen, gaan het bootje weer richting het Osa schiereiland. Daar eten we op een idyllisch strandje een heerlijke lunch en hebben we zelfs een half uurtje de gelegenheid om onze bakkus te verbranden.

Om 14:00 uur zijn we weer terug in Bahia Drake en genieten we nog wat na op het terras bij Finca Maresia en zien ook vandaag de papagaaien weer voorbij komen. Je zou hier uren kunnen zitten. Het is ongelooflijk jammer dat we hier morgen weg moeten, terug naar Panama en vervolgens naar het koude Nederland. We zouden nog een nachtje kunnen blijven en dan een nachtbus en ................

Zondag 22 december

Na een paar heerlijke dagen bij Finca Maresia op het Osa schiereiland was het weer eens tijd om kilometers te maken. We gaan nog een laatste keer in de hangmatten liggen; voor het gevoel. Voor het laatst staan we even later op op het ‘boomtop-platform’ van het hotel en overzien we het fantastische complex. Het is jammer, maar we moeten echt verder.

Om 07:00 uur brengt Juan ons naar de boot voor het tochtje naar Sierpe. De zee is rustig vanochtend, dus wat kan ons gebeuren.........? Wat dacht je van motorpech! We merkten al wel dat het motortje wat sputterde en voelden ook dat het kreng af en toe inhield, maar hadden niet gedacht dat we stil zouden komen liggen; nog voor we de rivier bereikt hadden zelfs! We dachten allebei:’daar gaat onze bus naar Panama’.
De bootsman belde inmiddels met een collega en we hoorden hem vragen om een andere boot te sturen. Daarna ging de kap van de buitenboordmotor en probeerde hij nog wat. Slangetje hier, een keer blazen daar, klapje zus, tikkie zo en nog meer van dit soort onbetekenende handelingen. Met Otto of Kees aan boord had je nog enige hoop kunnen hebben dat de boot weer zou varen, maar dit…….
Hij probeert de motor daarna weer te starten en, ongelooflijk, hij start weer, hij doet het weer. Hij belt snel weer met z’n collega om de hulptroepen af te zeggen en vol gas vervolgen we onze tocht.

Na een kwartiertje gaan we ineens een klein zijriviertje op en varen we dicht langs het mangrovebos. We weten niet of dit een goedmakertje is of dat dit een snellere route is, maar wij vinden het best. Dit hadden we nog niet van zo dichtbij gezien dus grijp je kans.
Uiteindelijk arriveren we toch nog voor 09:30 uur in Sierpe, waar we overstappen in een collectivo-taxi en op weg gaan naar Palmar Norte voor de bus naar de grens met Panama. Bij het kantoortje van busmaatschappij Tracopa horen we dat de eerstvolgende bus pas om 10:30 uur gaat dus we hebben nog wel even tijd om wat te drinken. Wanneer we daar tegen tienen ook nog wat te eten willen bestellen komt er een bus aanrijden. Het blijkt onze bus te zijn en niet veel later rijden we Palmar Norte al uit. Dat de bus een half uur vóór schematijd vertrekt maakt niemand zich druk om; wij al helemaal niet want we verwachten nog wel wat oponthoud bij de grens en bovendien moet de klok een uur vooruit.

We zijn om 11:30 uur bij de grensovergang die overigens meer op een klein plaatsje lijkt. Overal winkels, parkeerplaatsen, banken, verkeersopstoppingen, mensen die alle kanten op gaan, een zeer ongeorganiseerde boel. We zijn hier op de heenweg ook geweest (al was het onder begeleiding van de busmaatschappij) dus we weten de weg. Vier weken geleden deden we er een uur en drie kwartier over, dus dat moestt sneller kunnen.
Eerst naar het kantoortje van Costa Rica om de uitreisstempel te krijgen. Gelukkig geen lange rijen hier, dus we zijn snel op weg naar de Panamese kant. Hier is het een heel ander verhaal. Er staat een lange rij te wachten er is slechts anderhalf loketje open om alles af te handelen.Het gaat allemaal verschrikkelijk traag, maar om 12:15 uur (13:15 uur in Panama) zijn we eindelijk aan de beurt. Vraagt de grapjas of we $500 bij ons hebben, anders kom je het land niet in. Een creditcard mag ook, maar dan moet je wel aan kunnen tonen dat je kredietwaardig bent. Aan geen van de voorwaarden konden we voldoen, dus wat nu. We antwoorden dat deze onzin ons ook niet gevraagd is toen we het land per vliegtuig binnen kwamen, dus waarom hier wel. Dan zegt de douanebeambte dat we onze creditcard even moeten laten zien en neemt hij daar ook genoegen mee. Waarschijnlijk vond hij het leuk om ons even te laten schrikken.

De collectivo-bus staat direct achter het douanegebouw al te wachten en wij zijn de laatsten die erin gepropt worden. Om 13:30 gaan we op weg naar David. Dit is een ritje van minder dan anderhalf uur en ruim voor 15:00 uur zijn we in David, Daar gaan we direct naar de busmaatschappij die naar Santiago gaat, want we zijn nu zo mooi op tijd dat wel wat verder kunnen gaan. De bus naar Santiago blijkt om 15:00 uur te vertrekken, dus dat is een mooie aansluiting. De rit naar Santiago duurt wel drie uur, maar dan hoeven we morgen nog maar 250km naar Panama City.
De rit naar Santiago gaat over een erg slecht stuk Interamericana; overal zitten scheuren en gaten in de weg en aangezien wij boven de achterwielen zitten kunnen we daar optimaal van genieten. Shaken, not stirred staan we om 18:15 uur op het busstation in Santiago. Dat was een echte reisdag!