Oman week 2

Vrijdag 12 november

Vandaag geen druk programma, maar de hele dag de tijd om Sur e.o. te verkennen. Omdat het Al Faisal hotel geen ontbijt serveert, moesten we gelijk downtown. We hadden gisteren een bakker gezien en hebben daar een paar 'zachte' broodjes gehaald. Vervolgens naar het restaurant waar we al een keer 's-avonds gegeten hadden en daar een omelet laten bakken. Bakkie thee en een jus'tje erbij en dat was ook weer geregeld.

Na het ontbijt gaan we eerst naar de Dhow werf om eens te kijken hoe ze hier al eeuwen lang die vermaarde boten in elkaar flansen. Er ligt één Dhow in aanbouw op het droge en een paar in het water lijken net af. Al met al nog geen handvol. Het lijkt erop dat er niet zoveel vraag meer is naar een Dhow. We lopen wat over het werfje en zien dat er vooral veel afval ligt; beetje vergane glorie.

Na dit bliksembezoek gaan we naar Ayjah, een klein dorpje dat via een brug met Sur is verbonden. Hier lijkt vooral de chic-de-friemel te wonen. Mooie huizen staan rondom een baai te pronken. Het draait in Ayjah vooral om het fort(je), maar het is vandaag vrijdag en dan is dit bouwsel niet geopend. Handig om te weten: vrijdag hier is wat bij ons zondag is.
We wandelen wat door het dorpje en gaan even naar de vuurtoren om van daar over Sur te kunnen kijken. Ligt er toch ook wel mooi bij zo aan de zee met op de achtergrond het oostelijk Hajjar gebergte.

Allebei de camera's vertonen wat kuren vandaag. Waarschijnlijk ook last van de warmte. De videocamera begint spontaan te zoomen als er wordt gefilmd en de fotocamera geeft hele vreemde lila vlakken op de foto's. Gelukkig is het maar van korte duur; de videocamera gedraagt zich weer normaal na een flinke beuk op het camerahuis en de fotocamera gaat na enige tijd vanzelf weer normaal doen. We hoeven dus niet zo lang na te denken over de cadeautjes die we aan de goedheiligman gaan vragen.
Omdat een aantal foto's van de werf mislukt zijn gaan we nog wel even terug voor een herkansing; we zijn nu toch in de buurt.

De temperatuur is tegen 11:00 uur al weer opgelopen tot over de 30 graden dus gaan we eerst maar even naar een drankpost. Lekker in de schaduw uitkijken over zee.
Voor je het weet is het al weer lunchtijd en dat moet je wel serieus nemen. Twee heerlijke broodjes en anderhalve liter water verder, gaan we terug naar ons hotel, of eigenlijk het tegenover gelegen Sur Beach hotel, om met ons netbook gebruik te maken van de gratis wifi. Even wat gas terug op het heetst van de dag; we beginnen al aardig in te burgeren.
We hebben nog wel even de receptionist van ons eigen hotel aan het werk gezet; of hij even een tweetal hotels willen bellen of er ruimte is de komende dagen.

We zitten ruim een uur in de lobby van het andere hotel van de gratis straling te genieten, als het weer eens tijd is om wat te gaan doen.
De receptionist van ons hotel heeft de hotels gebeld en kamers gereserveerd, dus dat is ook weer geregeld; we zijn er maar druk mee.
Daarna gaan we weer naar Sur om ook hier wat rond te wandelen. We lopen wat door de souq, wat hier veel meer een winkelstraat is, en gaan zo af en toe een zijstraatje in. Het valt op dat hier wel 90% van de vrouwen in pinguïn-kledij loopt. Veel meer dan in Muscat en zelfs Ibra. Van jong tot oud helemaal in het zwart. Des te vreemder dat het hier bol staat van de vrouwenkledingzaken met allemaal kleurrijke jurken. Het zal bij de mensen thuis wel een hele nadere wereld zijn.

's-Avonds eten we bij Zaki, een lokaal fenomeen als het om de gegrilde kippetjes gaat. We laten allebei een halve aanrukken met wat rijst en salade en we kunnen alleen maar zeggen dat hij de juiste kippetjes uitzoekt; het is heerlijk.

Zaterdag 13 november

Vandaag gaan we naar Ras al Jinz om daar ei-leggende schildpadden te spotten. De rieten hut is al gereserveerd dus we hebben geen haast. Eerst weer even naar Sur-city voor een ontbijtje. Dit keer niet naar de bakker om broodjes te kopen, maar we bestellen naan, van die lokale pannenkoek-broodjes. Samen met een glaasje jus, een kopje thee en een eitje is het net of je in een luxe hotel ontbijt. Met onze buikjes vol gaan we terug naar het hotel om de tassen te halen.
Nog even onze weblog bijwerken en rond 10:00 uur rijden we weg. In Sur gooien we de tank vol en dat is weer genieten: 55 liter super voor 6,7 Rial (ruim €13).
We rijden voor de laatste keer langs de corniche van Sur, over de brug naar Ayjah, maar dan bij de rotonde rechtsaf naar Ras al Jinz. Het is maar 40 km vanaf hier, maar we willen onderweg ook nog even langs Ras al Hadd. Net buiten Ayjah worden we even opgehouden door een army-checkpoint, maar toeristen worden niet gezien al Al Qaida-leden, dus we mogen doorrijden.

Ook dit keer weer perfect asfalt, dus met een half uurtje staan we voor de afslag naar Ras al Hadd. Als we die kant op rijden merken we wel dat het een dooie boel is. We rijden helemaal door naar het Ras al Hadd Beach hotel in de hoop dat daar nog wat te beleven is, maar ook hier geen reuring. Dan toch maar gelijk naar Ras al Jinz dat 15 km verderop ligt. We willen gelijk even naar het Visitors Centre om op de lijst te komen voor de schildpad-spottings. Vlak voor het Visitors Centre zien we de hutjes waar we vanavond slapen; ziet er basic uit.

Bij het Visitors Centre schrijven we ons in voor de avond-schildpadden en voor de ochtend-schildpadden. Het is momenteel laagseizoen voor die beestjes, dus zo hebben we dubbel kans. In het Visitors Centre hebben ze ook een 13-tal hotelkamers, maar die zijn erg duur en meestal volgeboekt. Diana probeert het toch en vraagt of ze vol zitten. De receptioniste zegt dat er 12 kamers vol zitten en dat de laatste kamer niet werd aangeboden omdat de airco niet goed werkt. Dat bood natuurlijk wel perspectief voor Diana. Ze vraagt wat die kamer moet kosten en of ze deze even mag zien. De manager loopt met haar mee en onderweg begint het afdingen. Als ze teruglopen lijkt de deal beklonken; bijna de helft van de prijs af voor deze kamer. Dat de airco regelmatig uitvalt zullen we niet zo veel last van hebben.
We gaan 's-middags nog twee keer naar het strand waar vanavond de schildpadden verwacht worden. Die schildpadden weten wel welk strand ze uitzoeken voor het uitkakken van die eieren (soms wel zo'n honderd). Het is een fantastisch. Alleen de obligate palmboom ontbreekt. We ontdekken een spoor dat van een schildpad moet zijn geweest die hier als laatste de eieren heeft gedeponeerd. Ook zien we een grote hoeveelheid kuilen. Dat kan twee oorzaken hebben: Duitsers of schildpadden. In dit geval gokken we op het laatste.
We hangen de rest van de middag wat rond in het Visitors Centre.
Tegen 18:30 uur worden we opgeschrikt door het geluid van kinderen. Het zal toch niet (weer) waar zijn? Ja hoor 5 stel met kroost neemt intrek in de overgebleven kamers. We hebben nu al medelijden met de schildpadden die juist vandaag aan land gaan om een kuil vol te gooien.

Om 20:30 uur verzamelen we in de grote hal voor ons eerste bezoek aan de nestlokatie.
Nu maar hopen dat ze de beestjes gebeld hebben dat het vanavond een goede avond is om eieren te leggen.
We zitten in groep 1, samen met alle kinderen en hun ouders. Eerst nog even een briefing, waarbij nogmaals benadrukt wordt dat er geen camera's mee mogen en dat er niet gesproken mag worden. Onder leiding van een gids gaan we naar het strand waar we vanmiddag ook al geweest zijn (met die kuilen). Er gaat een tweede gids vooruit om te zoeken naar een ninja-turtle.
De tweede gids heeft er al snel een gevonden en hij geeft een signaal aan de andere gids dat wij kunnen komen; we hebben geluk.
Een aanstaande moeder van de groene zeeschildpad ligt in een kuil en perst er met de nodige moeite, zo lijkt het, de laatste eieren uit. De laatste van zo'n 100, want dat is ongeveer het aantal dat de zeeschildpad in één keer op het strand deponeert, of eigenlijk in het strand want de eieren komen uiteindelijk onder een meter zand te liggen. De eieren zijn van het formaat pingpongbal en al net zo wit. Nadat moeders de laatste pers heeft gegeven begint ze met het bedekken van deze mega-leg. Eerst bedekt ze de eieren behoedzaam met haar voorpoten waarna ze met haar achterpoten, in grote halen het gat begint te vullen. Ze zal hier anderhalf á twee uur mee bezig zijn.
We laten haar even met rust en gaan aan de waterrand op zoek naar kroost van een ander nest dat net is uitgekomen en de weg naar zee zoekt. We hebben weer geluk want na een seintje van één van de gidsen zien we een hele crèche op weg naar zee sprinten. Een grappig gezicht, maar als je weet dat slechts 3 van de 1000 kleuters ooit als grote groene zeeschildpad door de oceanen zal zwemmen, kijk je er toch een beetje anders naar.
Iets verderop zien we een andere groene zeeschildpad, die net de zware klus geklaard heeft terug naar zee kruipen; met een paar laatste slagen duikt ze in de golven: missie volbracht!
We gaan nog even afscheid nemen bij mamma 1 en zien dat ze al aardig opschiet. Nog een klein beetje zand erover en ze kan ook een frisse duik nemen. We mogen niet klagen, we hebben eigenlijk al het mogelijk gezien, al is het dan niet in grote getale. Bovendien hebben de kinderen zich voorbeeldig gedragen, hoewel een aantal het einde niet bewust meer heeft meegemaakt.
Om 22:30 uur zijn we terug op de kamer en duiken gelijk het bed in. Wekker gezet, want morgen is het weer vroeg dag.

Zondag 14 november

Om 03:45 uur kraait ons elektronische haantje alweer. De bezoektijden voor de kraamafdeling zijn in de ochtend nl. van 04:00 uur tot 06:00 uur.
Hoewel we natuurlijk niets méér kunnen zien dan we gisteren al gezien hebben gaan we toch, want dit keer mag de camera wel mee. Als de zon zich aan begint te dienen mag er nl. wel gefotografeerd worden.
Zelfde ritueel als gisteren: briefing, wandeling, zoeken, en seintje dat er eentje is gespot.

Ook dit keer weer een schildpad met persdrang want de pingpongballetjes vallen in grote getale in de kuil. Als dit vrouwtje begint met het toedekken van de scharreleitjes gaan we weer op zoek naar peuters. Slechts één wordt er gevonden; misschien wel van de groep die gisteren al naar zee is gegaan; niet alle kids zijn even snel van begrip. Nog weer even terug naar de hardwerkende moeder, want nu de zon zich heel voorzichtig laat zien is het enigszins mogelijk plaatjes te schieten, maar het houdt niet over. Omdat we vanochtend iets langer zijn blijven hangen, zien we dat deze moeder uit de kuil kruipt en op weg terug naar gaat. Dit hoofdstuk hadden we gisteren nog niet meegemaakt.
Nadat ook zij het ruime sop heeft gekozen, is het tijd om terug te gaan. Omdat de rest van de groep nog blijft staan kwijlen bij de zonsopkomst kruipen wij snel in de auto bij de gidsen en racen terug naar het hotel. Nog even een uurtje slapen en dan weer op voor een langere rit.

Om 07:30 uur zijn we al weer in het restaurant voor en ontbijtje. Dat wordt hier geserveerd; wat een luxe. Na het ontbijt de auto weer vol gepropt, nog wat laatste e-mails gelezen in de lobby, en dan gaan we op weg naar Shannah waar we ferry nemen naar Hilf. Dit is zo'n 280 km waarvan een deel onverhard, maar we weten niet hoeveel er onverhard is (?).
Vanaf Ras al Jinz gaan we eerst naar Al Ashkharah. Onderweg komen we door een aantal kleine dorpjes waar steeds weer hele vervelende verkeersdrempels liggen. Je moet ze bijna wel nemen in de eerste versnelling. Dit is natuurlijk niet goed voor het daggemiddelde, want we zouden liever met 100 km/u door de dorpjes jagen.......
De waar- schuwings- borden met kamelen staan er ook niet voor niets. Af en toe toch maar gas terug nemen als er een kameel in zicht komt; zo'n beest laat zulke nare strepen achter in de lak.
Helaas is de bewegwijzering in dit deel van het land ook niet helemaal optimaal. Bij een grote rotonde waar helemaal niets staat aangegeven gaan we recht, waar we links hadden moeten gaan (blijkt later) en Al Ashkharah herkennen we van de plaatjes uit de boeken en niet door de borden met de plaatsnaam erop. Voor de lol gaan we weer een keertje tanken en we nemen een kleine versnapering in het bijgelegen 'restaurant'.

De route is wel heel mooi. Aan de linkerkant steeds het azuurblauwe water van de Arabische zee en aan de rechterkant een meer gevarieerd landschap met eerst een grillig en kleurrijk gebergte, daarna een soort steppe-landschap dat langzaam overgaat in woestijn, een bijzonder mooi stukje woestijn waarvan de duinen langs de weg ons direct weer doen denken aan de overnachting 4 dagen geleden.

Dan komen we bij Qurun, waar volgens onze kaart het laatste stukje asfalt ligt en dan is het zeker nog 60 km naar de ferry.
De 'men at work' hebben aardig doorgewerkt het afgelopen jaar, want we kunnen lekker blijven gassen. Er staat wel een groot bord dat ons duidelijk maakt dat we vanaf dat punt op eigen risico verder rijden, maar het asfalt glimt ons nog steeds tegemoet. Dat glimmen is af en toe zo erg dat je het idee hebt dat het asfalt ophoudt een overgaat in zand, maar elke keer blijkt dat weer een luchtspiegeling te zijn.
Uiteindelijk moeten we ongeveer 5 km. voor de afslag naar Shannah van het asfalt af en de onverharde parallelweg op.
Als we richting de aanlegplaats van de ferry rijden zien we dat er nog eentje ligt te wachten. Als we arriveren wordt met drukke handgebaren duidelijk gemaakt dat we nog mee kunnen. Auto achteruit de ferry op, naast de schapen en een andere landcruiser en de ferry kan gaan.
De overtocht duurt zo'n anderhalf uur en omdat de zee redelijk kalm is, is er geen vuiltje aan de lucht.

Op het eiland Masirah verblijven wij in Hilf, de grootste stad van het eiland.
Nadat we ons hotel hebben betrokken verkennen we het eiland een beetje. Het eiland meet 63 km x 18 km dus we moeten niet te fanatiek op pad gaan want dan zijn we in een uurtje klaar. Het eiland heeft een ruig, bergachtig binnenland en wordt omgeven door een gordel van maagdelijke stranden. Een mooie plek om onze witte benen maar eens in de zwembroek steken.
We zien ook hier dat alles aangekleed wordt voor Eid, het suikerfeest van Oman. Het is een beetje te vergelijken met wat er in Nederland gebeurd wanneer het Nederlands elftal voor een groot toernooi moet spelen.
Eid betekent dus het einde van de ramadan, een periode van vasten voor de moslims. Het is ons echter tot nu toe nog niet opgevallen dat ze aan het vasten waren, maar goed.
's-Avonds eten we een heerlijke chili-chicken in het gezellige hart(je) van Hilf en gaan niet te laat naar bed. Het kost toch altijd veel nachtrust als je in de kleintjes zit.

Maandag 15 november

Vandaag hebben we de tijd om het eiland rond te racen. Er ligt een asfaltweg rondom het eiland dus dat moet een makkie zijn.
We rijden eerst naar het noordelijk puntje van het eiland, maar daar is niet veel meer dan een militaire basis. We gaan nog wel een keer de weg af en via een stuk onverhard naar het strand, maar dat kan nooit het mooiste gedeelte van het eiland zijn.
We gaan vervolgens zuidwaarts en daar wordt het steeds fraaier. We gaan weer een keer het strand op en schieten een paar kamelen (met de D70).
Halverwege het eiland maken we de doorsteek naar de oostkant van het eiland. We hebben de zwemkleding aangetrokken en de handdoeken bij ons dus we zijn op zoek naar een strandje dat goed genoeg is voor ons.

Na een paar uur zien we een plekje dat er fantastisch uitziet: wit zandstrand, een smaragd groene zee en een paar rotsjes fraai gesitueerd aan de rechterkant van het strandje.
Na een paar fotootjes te hebben gemaakt spreiden we onze handdoekjes uit en gaan even in het zonnetje liggen. Af en toe dompelen we onze tenen in het zeewater om af te koelen.
Na een uurtje is ons enige flesje water op en we kijken om ons heen of er een snackbar in de buurt is. Niets van dat alles natuurlijk.
Er zit dus niets anders op dan in de auto te stappen en verderop te gaan kijken of er iets te krijgen is. Je mag hier toch overal met de auto het strand op, dus een nieuw strandje is wel te vinden.
Maar goed, een uur later zijn we terug in Hilf want onderweg is dus nergens iets te krijgen. Je ziet op de rest van het eiland geen restaurant, coffeeshop, ijscoman of wat dan ook. Hier liggen nog wel wat mogelijkheden om geld te verdienen aan toeristen.

In Hilf vullen we ons vochttekort aan en geven we onze maag wat te doen bij een restaurant. Even lekker rustig bijkomen onder een luifel. Hoewel rustig, elk restaurant of coffeeshop is hier ook een soort Mc Drive. Zit je net lekker van een broodje te genieten, komt er een auto aangescheurd, toeteren en de bediening vliegt naar buiten. Bestelling opnemen en even later wordt er een plastic zakje met eten naar de auto gebracht.

Aan het eind van de middag rijden we nog even naar een stukje van het eiland waar we nog niet geweest zijn, maar dat voegt niet veel toe. We crossen nog wel ergens het strand op voor een leuk plaatje, maar geen spektakel.
Wanneer we 's-avonds downtown gaan om een hapje te eten, merken we dat de eilandbewoners steeds meer bezig zijn met het Eid feest. Alles wordt versierd: mensen zijn uitgedost met sjaaltjes en buttons, auto's zijn soms helemaal ingepakt in de nationale driekleur en zelfs de huizen zijn behangen met doeken en vlaggen. We zijn benieuwd wat dat morgen wordt.

Eid heeft voor ons ook nog wel gevolgen. Omdat de Omani zelf ook vakantie hebben zitten alle hotels vol. Misschien moeten we morgen wel in de Prado slapen, maar dat zien we wel als we in Sinaw zijn.
Bij het restaurant is, net als gisteren, geen menukaart. Volgens de eigenaar doen ze daar in Hilf niet aan omdat het hier veel te klein is (?). We snappen niet wat dat met elkaar te maken heeft, maar uiteindelijk lukt het weer om een lekkere hap op tafel te krijgen.
Als we na het eten terug in het hotel zijn, merken we dat we in dat uurtje aan het strand toch wel behoorlijk geraakt zijn door Mr. Sun. Toch nog maar goed smeren voordat we gaan slapen.

Dinsdag 16 november

Vandaag verlaten we het eiland Masirah weer en gaan op weg naar Sinaw. Een belletje naar Sinaw Resthouse heeft ons toch nog de naam van een ander hotelletje opgeleverd en als we die vanochtend terug bellen, blijken ze nog een kamer te hebben. Dat valt dus weer mee; hoeven we niet in de auto te slapen.Vanochtend willen we nog even wat Eid-sfeer proeven dus we rijden weer naar het centrum van Hilf.
Het is direct goed te zien hoe anders het vandaag is. De winkels zijn nog gesloten en de mensen lopen er op hun paas-best bij, of eigenlijk hun Eid-best.
De meisjes lopen in kleurrijke, glimmende jurken en zijn extreem opgemaakt. De jongens hebben ook allemaal hun zondagse witte jurk aan, meestal met een kuma. Ze schieten met confetti pistolen en spuiten bussen scheerschuim leeg wat grote witte vlokken geeft die worden gedragen op de wind.
De kinderen willen allemaal graag op de foto, dus het kwijl loopt bij Diana uit de mond. Ze krijgt van één van de meisjes zelfs een ringetje aangeboden: lief he!

De mensen zijn ook druk bezig met de voorbereidingen van het grote feestmaal. Hier en daar hangt zelfs een geslacht lam bij de voordeur. Wanneer wij, al druk plaatjes schietend, door het dorp wandelen wordt er vanuit een deuropening naar ons geroepen: "Hello, hello, how are you? Come, come here". We zwaaien eerst beleefd en roepen dat we fine zijn, maar de man blijft roepen en aandringen dat we moeten komen. We lopen uiteindelijk naar hem toe en zien dat de hele familie is opgedoft voor het feest. Ze staan in een halve cirkel om hem heen en groeten ons vriendelijk. De man des huizes nodigt ons uit om verder te komen en we zien ook daar een schaap op de patio hangen; twee man is druk bezig het beest in stukken te snijden. We kijken even hoe ze te werk gaan en dan vraagt de andere man of we zin hebben in koffie of thee. Het staat wat onbeleefd om dit af te slaan, dus we accepteren het aanbod en wachten tot af. De man instrueert wat vrouwen en gebaart ons vervolgens dat we naar binnen moeten gaan, we twijfelen, maar volgen hem dan toch de kamer in en iedereen gaat mee.
De vrouwen gaan aan de ene kant van de kamer op een kussen op de grond zitten en de mannen aan de andere kant. Wij passen ons natuurlijk aan deze lokale gewoonte aan. Er wordt een grote schaal met zoetigheden en fruit in het midden geschoven en we krijgen een kopje Omani koffie in de hand gedrukt. De schaal met lekkers komt nog dichterbij en we moeten wat nemen.
Ook hier mogen we foto's maken en filmen; vandaag is alles oké.
Na wat heen en weer gebebt te hebben is het voor ons toch tijd om te gaan. We moeten de tassen nog inpakken en een ferry zien te krijgen. Het was een fantastische Eid-ervaring en ook nu bleek weer hoe gastvrij de Omani zijn. Ook als niet-moslim mogen wij meedoen aan hun feestelijkheden.

Zoals gezegd gaan we de tassen pakken en checken uit. Nog even de stad in om te pinnen en iets drinken. Dan gaan we op weg naar de haven om te horen hoe laat de volgende ferry gaat. Net als op de heenweg wordt er weer druk naar ons gezwaaid als we aan komen rijden. We moeten opschieten, auto achteruit draaien en doorrijden. Als onze auto goed en wel op z'n plek staat wordt de oprijplaat opgetrokken en gaan we op weg.D
e zee is dit keer een stuk ruiger en zo af een toe krijgt de auto een grote plens zeewater te verwerken. Diana moet weer aan de Herald of Free Enterprise denken, maar dat doet ze eigenlijk standaard bij elke boottocht.

Om 12:00 uur zetten we weer wiel aan wal en we rijden zo direct een zandstorm in. Het is net of je een mistbank inrijdt, maar nu krijgt de auto er een gratis scrub-behandeling bij. Wanneer de weg meer in westelijke richting draait hebben we bijna geen last meer van de zandstorm en geven we weer een extra dotje gas.
Het eerste plaatsje dat we binnen rijden is Hiji en daar stoppen we gelijk voor de lunch. Je weet maar nooit of er verder nog restaurants open zijn; het is wel een feestdag. Na de lunch gooien we ook gelijk de tank weer vol en gaan op weg naar Sinaw.

De weg naar Sinaw is 200 km. lang saai. Links onmetelijke vlakten zand en rechts onmetelijke vlakten zand, hier en daar een kameel en dat was het dan wel. Dit was het minst boeiende deel van de reis tot nu toe.
We rijden om 16:00 uur Sinaw binnen en de stad is groter dan wij gedacht hadden. Na even zoeken vinden we ons hotel. We laden de boel uit en rijden terug naar het centrum van Sinaw voor een snelle ontdekkingstocht. Helaas is ook hier de feestdag niet onopgemerkt voorbij gegaan, want het is er bijna uitgestorven. De Omani vieren feest bij elkaar en alleen de Indiërs en Pakistani die in dit land een groot deel van de arbeid doen, zijn op straat. Vrouwen zie je helemaal niet meer in het straatbeeld. Diana is de enige vrouw die in Sinaw op straat loopt!Gelukkig zijn het ook de Indiërs en Pakistani die de restaurants runnen, want zo krijgen wij in ieder geval nog wat te eten vandaag.

Woensdag 17 november
Voor vandaag staat er eigenlijk maar één ding op het programma en dat is een bezoekje aan de oude stad Sinaw. Voorwaarde is wel dat we die vinden.
Het ziet er vanochtend nog steeds verlaten uit in Sinaw. Iedereen lijkt z'n roes van de feestdag uit te moeten slapen. We vragen een aantal keer de weg naar de oude stad, maar zonder succes. Uiteindelijk weet iemand ons ongeveer in de juiste richting te sturen en na wat heen-en-weer rijden, slaan we uiteindelijk de juiste weg in en zien we de eerste restanten van de oude stad.

De oude stad bestaat uit lemen huizen en blijkt rondom een palm-oase gelegen; met een beetje fantasie kun je je voorstellen hoe het er hier honderd jaar geleden moet zijn geweest. De meeste gebouwen hebben de tand des tijds maar nauwelijks doorstaan en staan op instorten, maar er is nog voldoende over om een goed beeld te krijgen. Doordat de buitenlaag hier en daar is verweerd, kun je zien dat de muren zijn gebouwd van een combinatie van grote kiezels en leem.
De lemen huizen zijn groter dan je die normaal gesproken ziet. De huizen zijn hier vaak twee verdiepingen, maar er zijn ook torens en grote centrale gebouwen. We wandelen een uurtje door de oude stad en zien dat er ook in deze tijd nog mensen wonen, in moderne huizen wel te verstaan.

Hoewel het ochtend is zijn we na deze wandeling al weer behoorlijk op temperatuur gekomen en besluiten we eerst in de stad wat te gaan drinken voordat we terug gaan naar het hotel.
Daar gaan we even in de lobby zitten, waarop een medewerker ons een bakkie koffie aanbiedt. Geen gewone koffie, maar een bakkie dat smaakt naar kruidnagels; is weer eens wat anders.
In de tussentijd wast Rob de voorruit van de auto even, want de vliegen die onze auto niet hebben kunnen ontwijken komen zo te prominent op de video.
We lunchen even later weer in de stad waarna we op onze kamer weer deelnemen aan het siesta-ritueel. Daar kun je best aan wennen.

's-Avonds is er duidelijk meer leven in de stad. De straten zijn weer vol met auto's en er lopen zelfs weer vrouwen op straat. We zoeken een 'terrasje' vanwaar we dit alles een goed kunnen bekijken. Wanneer we even later zien dat dé supermarkt van Sinaw de deuren weer heeft geopend, kunnen we het niet nalaten om even het prijspeil op te nemen. Ondanks de dure Rial zijn de levensmiddelen over het algemeen goedkoper dan bij Appie, maar dat konden we ook al merken aan de prijzen in coffeeshops en restaurants.
We kopen wat snaaigoed voor in de auto en twee yoghurt voor bij het ontbijt en gaan dan een happie eten.

Donderdag 18 november

Vandaag gaan we naar Nizwa, maar we rijden nog een laatste keer door Sinaw om te kijken of er vandaag al weer een markt is. Helaas is dat niet het geval dus gaan we maar op weg naar Nizwa. We zien nog wel een hele rij kerels in hun Omo-witte jurken staan, sommigen met het zondagse dolkje op de buik. Het wordt ons niet duidelijk waarom deze groep zo fraai gestreken staat te wachten, maar een leuk plaatje is het wel.

Nog maar net buiten Nizwa begint het landschap al weer een stuk fraaier te worden. De uitgestrekte vlakten zand maken plaats voor de eerste bergjes.
Het is maar 120 km naar Nizwa en een klein deel van de route is zelfs weer 4-baans, dus we zijn er snel.
Het is direct duidelijk dat Nizwa van een andere categorie is: veel meer reclame, veel meer winkels, veel meer restaurants en vooral ook veel meer toeristen. We komen zelfs langs een Pizzahut en ons hotel blijkt naast de Hungry Bunny gelegen.

We zijn zo vroeg dat onze kamer nog niet gereed is, dus besluiten we eerst maar het fort van Nizwa te bezoeken. De tassen blijven in de auto.
Het fort ziet er gelikt uit, te gelikt misschien zelfs, het lijkt op het 1001-nacht gedeelte van Disneyworld. Alleen Mickey en Minny ontbreken nog.
We dwalen wat rond door het fort en zoeken de beste plaatsen voor de mooiste foto's. Vooral de doorkijkjes naar de al even glimmende moskee zijn fantastisch. Regelmatig wordt er Nederlands gesproken om ons heen of vliegen er Japanners door het beeld. Welkom in het toeristische gedeelte van Oman. In een hoekje van het fort wordt door een stel mannen met baarden en zwaarden een optreden gegeven met zang, dans en muziek. We blijven er een tijdje hangen want de muziek is lekker ritmisch.

Rond het middaguur rijden we terug naar het hotel en checken alsnog in. Tassen op de kamer en dan gaan lunchen bij buurvrouw konijn; ze hebben er zelfs softijs!
Na deze westerse lunch weer terug naar het centrum van Nizwa. Eerst even op zoek naar een cyber-cafe, want de afgelopen dagen konden we niet op het internet. Mailtjes beantwoord, weblog bijgewerkt en dan op zoek naar wat (zeg maar: heel wat) ansichtkaarten en postzegels zodat we onze naasten een pennenstreek kunnen sturen (mooi gesproken).
We drinken nog een koolzuurhoudend drankje van een bekende Amerikaanse fabrikant en dan weer naar het hotel, want op het heetst van de dag is het goed postzegels likken op je airco slaapkamer.

Voor het avondeten laten we ons dit keer adviseren door de Lonely Planet dus we gaan naar Al Zuly Restaurant, maar omdat we wat aan de vroege kant zijn slenteren we eerst nog wat door de oude straatjes van Nizwa, achter het nieuwerwetse fort. Het is er heel rustig, in tegenstelling tot in het fort en vóór het fort. De straatje zijn erg smal en als er toevallig een auto aankomt moet je gauw in een nis van een muur duiken, anders wordt je zeker geraakt door de buitenspiegel van de auto. Van de meeste auto's zijn die spiegels aan het uiterste tipje beschadigd, door het regelmatig schampen van de muur.
We drinken een jus'tje bij het fort waar het vanochtend nog zo vol was met toeristen en nu de rust lijkt te zijn terug gekeerd. Dan nog even de kaarten op de bus doen en maar weer afwachten hoeveel er dit jaar aankomen.
Bij Al Zuly Restaurant is nog niet veel te doen, maar we gaan toch zitten. Vanaf het tafeltje op de stoep voor het restaurant hebben we zicht op een verlicht fort en moskee: prachtig!
We bestellen een chicken curry met rijst, naan en een beetje salade.
Langzaam loopt het vol bij Al Zuly en het lijkt er op dat meer toeristen zich hebben laten adviseren door Lonely Planet.
Het eten smaakt voortreffelijk en na nog een kort bezoek aan het internetcafé, gaan we terug naar het hotel.

Geen opmerkingen: