Cambodja week 2

Dinsdag 24 november

Vandaag gaan we op weg naar de hoofdstad van Cambodja: Phnom Penh. Vandaag gaan we ook voor het eerst met de bus op pad. Om 8:00 uur zijn we al op het busstation, want om 08:20 uur wordt er ingecheckt. Het is een prachtige paarse, enigszins vervallen, dubbeldeks bus waarbij de onderste stoelen zijn verwijderd zodat daar de bagage en andere vracht in kan.
De bus vertrekt mooi op tijd en we laten Battambang achter ons. De reis verloopt verder soepeltjes en met een plaspauze inbegrepen zijn we om 13:30 uur in Phnom Penh.
Tuk-tuks staan al te wachten om de buspassagiers verder te vervoeren.
We checken in bij het Scandinavia hotel en besluiten nog vanmiddag het Royal Palace met de Silver Pagode te bezoeken.
Op weg naar het koninklijk paleis maken we even een omweg naar het busstation van de maatschappij die ons donderdag naar Banlung moet brengen. Er zijn gelukkig nog 2 stoelen voor in de bus beschikbaar, want voor een busrit van 11 uur wil je wel lekker kunnen zitten.

Het complex van het koninklijk paleis doet een beetje denken aan dat in Bangkok. De gebouwen liggen er mooi bij. In de silver pagode is maar liefst 5800 kg. zilver verwerkt, waarvan het grootste gedeelte is opgegaan aan zilveren tegeltjes op de vloer.
Koning Sihamonie woont in delen van het paleis en die zijn helaas verboden terrein. Het lijkt er trouwens op dat er hoog bezoek komt op het moment dat wij er rondbanjeren, want opeens komen er zwarte auto's met geblindeerde ramen het terrein opscheuren. Eén van de auto's heeft zelfs een rood-wit-blauw vlaggetje; het zal toch niet dat Trix, of Lex en Max op bezoek zijn?

's Avonds eten we bij Friends, een restaurant waar straatkinderen de kans krijgen het horecavak te leren. Wat ons betreft slagen ze met vlag en wimpel!

Woensdag 25 november

Het is vanochtend voor het eerst bewolkt als we opstaan, maar dit sombere weer geeft waarschijnlijk wel de juiste sfeer bij wat we gaan doen vandaag. De tuk-tuk gooit er ons eerst uit bij het Tuol Sleng Genocide Museum. Deze voormalige school werd Rode Khmer omgebouwd tot gevangenis en het werd al gauw het centrum voor de gruwel praktijken van dit bewind. In de schoolgebouwen wordt op indrukwekkende wijze een kijkje gegeven in de donkere geschiedenis van Cambodja.
In schoolgebouw A staan in elk van de voormalige klaslokalen het roestige frame van het bed waarop de laatste 14 gevangen zijn gemarteld en gestorven. Boven het bed hangt een foto van hoe de Vietnamezen de lichamen van deze gevangen destijds hebben gevonden en dat zijn geen mooie plaatjes.
In gebouw B en C is een opstelling gemaakt met de foto's van de gevangen van de gevang gezette Cambodjanen toen ze de gevangenis binnenkwamen en zelfs een paar foto's van na de martelingen.
door zijn eenvoud maakt dit museum diepe indruk en blijf je je afvragen hoe het mogelijk is dat je je eigen landgenoten, buren en zelfs familie zoiets verschrikkelijks kunt aandoen.
Hierna gaan we naar de Killing Fields van Choeung Ek. Hier werden de gevangenen van de Tuol Sleng gevangenis die niet aan de martelingen waren bezweken heengebracht om te worden gedood en begraven in massagraven. Al met al geen vrolijk begin van de dag, maar je moet in deze zwarte periode uit de Cambodjaanse geschiedenis zijn gedoken om de pijn van het land te kunnen begrijpen.
Het bewind van Pol Pot en zijn Rode Khmer duurde uiteindelijk 3 jaar, 8 maanden en 20 dagen en ligt inmiddels ruim 30 jaar achter ons.

Na het bezoek aan de Killing Fields laten we ons afzetten bij Wat Phnom, de tempel die is gesticht door een weduwe met de naam Penh en waaraan de stad haar naam ontleent. De lokale bevolking komt hier veel voor geluk te bidden en je kunt ook een vogeltje vrij laten om vervolgens een wens te mogen doen. Diana laat er zelfs 2 vrij!
Hierna lopen we nog wat verder, langs de Amerikaanse ambassade, een paar veel te dure hotels, de Russische markt (die helaas gerenoveerd wordt) en we gaan zelfs een luxe shopping center in. Hier halen we gelijk wat versnaperingen voor de bustocht van morgen.
Als we naar ons hotel lopen worden we vlak bij het onafhankelijkheidsmonument tegen gehouden. Oom agent legt uit dat de premier van Laos een krans aan het leggen is; en wij maar dekken dat al die wegen vrij van verkeer zijn gemaakt omdat wij het oversteken van de weg in Phnom Penh zo lastig vinden. Het verkeer in Phonm Penh is namelijk een grote chaos. Bromfietsers en scooters schieten in grote getale als snelle kakkerlakken over de weg. We weten inmiddels dat je niet moet gaan wachten tot je over kunt steken, maar je moet gewoon gaan en ze vliegen dan van zelf aan alle kanten om je heen.

Voordat we 's avonds gaan eten drinken we een paar sapjes bij de Foreign Correspondents Club. Dit restaurant trok vroeger veel buitenlandse correspondenten, maar vooral de plek op het balkon op de 1e etage met uitzicht op de rivier is er één uit duizenden.
Uiteindelijk eten we ook maar bij de FCC want de dagspecial, Tenderloin Beef en een salade met balsamico dressing, kunnen we niet weerstaan.

Donderdag 26 november

We waren al weer vroeg uit de welbekende veertjes. Onze tuk-tuk chauffeur van gisteren zo om 06:30 uur bij het hotel komen om ons naar het busstation te brengen en hij was er ook nog. Had misschien ook te maken met het feit dat wee een deel van zijn "loon" van gisteren vandaag pas zouden betalen.
Bij het busstation bleek dat onze bus bij de Russische markt zou vertrekken; we werden dus snel in een minibus gegooid en erheen gebracht.
Ook deze bus naar Banlung vertrok weer mooi op tijd, of eigenlijk te vroeg. We hadden nog even snel een paar stokbroodjes en een paar oliebol-achtige staven gekocht dus we konden er een paar kilometer tegen.
We verlieten Phnom Penh zonder kleerscheuren en dat kan niet iedereen zeggen. De stad is berucht vanwege het bagsnatchen, waarbij ze op een scooter voorbij scheuren en je tas proberen mee te nemen, maar ook kleine gewapende overvallen komen voor. Een Frans stel vertelde ons in Battambang dat ze tot 2 x toe aan de beurt waren: eerst werd haar halsketting afgerukt en later werden zijn zakken gerold. Wij maken ons, als ervaren beroofden, natuurlijk niet meer zo druk over dit soort zaken.

De busrit is mooi, we zien boeren op het land werken zonder machines, rijden langs grote waterplassen vol met lotussen in bloei, zien vissers in smalle kanootjes die proberen wat te vangen, omen door kleine dorpjes waar altijd een markt aan de hoofdstraat is en nog veel meer. De tijd vliegt om, voor we het weten maken we al onze eerste stop, en tweede, en derde.....
Om 12:30 uur zijn we in Kratie waar we op de terugweg een paar dagen zullen blijven. Dit is gelijk onze lunchstop.
Van Kratie gaat het naar Stung Treng, vanwaar je door kunt naar Laos, maar wij slaan hier rechtsaf naar Banlung. Hier houdt de asfaltweg op en hobbelen we 2½ uur lang over een veredeld zandpad. De roodbruine stof van het weinige verkeer heeft de omgeving een herfstkleur gegeven. De buschauffeur heeft er behoorlijk de sokken ingehad, want een uur eerder dan gepland staan we op de hoofdstraat van Banlung om ons heen te kijken. Hier geen tuk-tuk's, dus we charteren 2 jongen met een moto om ons naar ons "resort" Terres Rouges te brengen.
Dit complex zit er fantastisch uit, maar dat zouden we, na een busrit van 10 uur, ook gezegd hebben van de woonkamer van boer Wim.

Vrijdag 27 november

Bij het ontbijt weer die heerlijke warme stokbroodjes. De franse eigenaar van deze hut heeft het personeel goed geïnstrueerd.
Na het ontbijt lopen we in 15 minuutjes naar down town Banlung en hoewel er een soort vierbaans-asfaltweg door het dorpje loopt, is Banlung een stoffig dorpje waar alles draait rond de centrale markt. Het doet een beetje aan als een dorpje uit het wilde westen, alleen zijn de paarden vervangen door bromfietsen en de revolvers door mobieltjes.
De markt hier is misschien wel de meest gevarieerde die we tot nu toe gezien hebben. Er wordt veel vis verkocht en af en toe springt er eentje uit de emmer voor je voeten, maar gouden en zilveren sieraden, gereedschap, varkenskoppen met staart in de bek, antibiotica, groente en fruit, platgeslagen ratten op een houten frame gespijkerd en nog veel meer. Hier geen gefrituurde kakkerlakken en tarantula's zoals op de Chinese markt in Phnom Penh, maar misschien hebben we die gewoon gemist.

We kijken in de stad rond welke tour we hier zullen maken. De natuur in deze provincie is prachtig, zoals we tijdens de bustocht al zagen, maar een bezoekje in een klein dorpje in de omgeving is ook een bijzondere ervaring.
De 3-daagse trek lijkt fantastisch, maar dan moeten we aan meer geld zien te komen en dat is onmogelijk hier. Nog maar even verder rondkijken dan. Misschien dat we streeks bij het zwembad beter tot een beslissing kunnen komen.

We eten wat fried noodles bij de Coconut shake, een restaurant dat de naam draagt van het populairste gerecht op de kaart. Een menukaart is altijd weer grappig; zo hebben ze hier Fish and Ship, French toes, Carry, Beef Bar Bequest, Sweet en Sourer, maar we begrijpen best wat ze bedoelen.
In de middag liggen we dus aan het zwembad na te denken over het programma van de komende 2 dagen. En na een paar baantjes zwemmen en net zo vaak draaien onder de grote ronde grill, hebben we besloten morgen achter op de moto het gebied aan de andere kant van de rivier te verkennen (met een gids) en overmorgen pakken we wel weer de fiets en gaan op zoek naar het kratermeer. Toch nuttig een wat luxe hotel met zwembad, het is overigens niet alleen het zwembad dat dit hotel speciaal maakt. De kamers zijn honeymoon-proof, de tuin is leuk voor een trouwreportage en het uitzicht vanaf de lounge over het nabijgelegen mini-meertje geeft je het laatste duwtje.
Dit gaat trouwens niet over ons, maar er liep een pas getrouwd stel rond op het terrein.

Vanwege de verwachte muggen in dit gebied hebben wij bij het diner een wat afwijkende outfit aan: shirt met lange mouwen; broek met lange pijpen, en als klap op de vuurpijl, kersje op de taart, top of de bill een paar dikke wandelsokken in Teva slippers.
We worden inderdaad weinig gestoken, maar dat komt waarschijnlijk omdat de muggen de slappe lach hebben.

Zaterdag 28 november

Het is hier duidelijk geen Zuid-Amerika; ook vanochtend zijn onze 2 moto-drivers mooi op tijd om op pad te gaan. Als we de bebouwde kom van Banlung verlaten komen we in de rubberplantages. We stoppen even bij twee jongens die bomen aansnijden om zo de rubberstroom weer op gang te brengen. Het zijn over het algemeen oude bomen die niet zoveel rubber meer afgeven. Eigenlijk zou de boel omgekapt moeten worden voor jonge aanplant.
Langs de weg overal eenvoudige paalwoningen van het Kalai-volk. Op de terugweg zullen we hier even stoppen.
Omdat de onverharde weg erg droog is zitten we bij elke tegenligger en elke auto die ons inhaalt in een wolk stof te bijten. Het begint al snel te knarsen in onze mond.
Hier en daar staat langs de weg nog een woudreus overeind van het oorspronkelijke oerbos, maar het meeste is hier gekapt voor eigen gebruik of om plaats te maken voor landbouwgrond. Toch krijg je een aardig idee hoe het er hier 10-tallen jaren geleden uit heeft moeten zien.

Na ongeveer 1½ uur hobbelen zijn we in Voensai. We stappen van de motor met een vierkante kont en nadat we een colaatje hebben gedronken gaan we met een longtailboot over de Tonle rivier naar Kachon, het dorpje van het Tampuon volk (mét "u" dus). De uitzichten vanaf de rivier zijn schitterend. Hier voel je je nog veel meer midden in de wildernis. Af en toe komt er een andere longtailboot langs, maar voor de rest niets!
Na zo'n 3 kwartier komen we bij het dorpje en gaan aan wal. Dit volk bewaart altijd een lege doodskist onde het huis; best handig want dan hoef je de catalogus niet meer door te bladeren als er iemand overlijdt.
Het dorpje is verlaten, slechts hier en daar wat vrouwen en kinderen. De rest is in het oerwoud om te jagen; een lekker stukje zwijn of een mals hertenbiefstukje gaat er ook hier wel in.
De begraafplaats van dit volk is de echte attractie van deze ochtend. De graven lijken op kleine marktkraampjes met een beeltenis in hout van degene die overleden is. Er wordt bij een begrafenis ook altijd een os geslacht en de kop van dit beest wordt op een paal voor het graf gezet. Misschien ook wel een leuke variatie voor Nederland. Het laatste graf dat we zien is van de lokale bromsnor. Hij is vorig jaar overleden aan malaria. En wij nog twijfelen of we Lariam zouden slikken.
Nadat we het rondje door dit dorp hebben voltooid, varen we weer terug naar Voensai. Heerlijk met het gezicht in de zon over een kalme rivier. Ons maak je niet gek.
We lunchen aan de rivier en als we deze lunch naar binnen hebben gewerkt gaan we met de boot naar de andere kant van de rivier om door een klein chinees dorpje en een even klein laotiaans dorpje te wandelen. De dorpjes liggen gebroederlijk naast elkaar, maar het contrast is groot; de chinezen als gewiekste handelslui wonen in mooie grote huizen en bieden veel koopwaar aan terwijl de Laotianen een zwaar boeren bestaan leiden.
Rob steekt nog even de handen uit de mouwen en sjouwt samen met de gids een paar zakken rijst van 50 kilo naar een schuurtje. Is natuurlijk een kleinigheidje vergeleken met zijn zware bestaan bij de belastingdienst.

Om 15:00 uur zijn we terug in Voensai en beginnen we aan onze terugtocht.
Heel veel happen stof verder stoppen we nog even bij de Kalai gemeenschap die aan de kant van de weg woont. Er heeft hier net een soort healing sessie plaatsgevonden ten gunste van iemand die wat ernstige kwalen had en zelfs in het ziekenhuis lag. Er was een soort grote staande mobiel opgericht waaraan wat bamboe-kunstwerken hingen. Om de geesten gunstig te stemmen hadden ze een os ritueel geslacht. Verschillende onderdelen van dit beest lagen helemaal zwart gebakken boven een houtvuur zodat het vlees nog lange tijd bewaard kan blijven. Bovendien was er een grote kruik rijstwijn uitgetrokken waar ze al aardig aan handen genipt, want de oogjes van velen hingen op half 7.
Het laatste stukje stofweg zien we bijna geen hand voor ogen, en als we om 16:30 uur van de moto stappen zien we er uit als een stel roodbruine zandsculpturen. We gaan snel naar de slaapkamer, trekken onze zwemkleding aan en lopen in sprint naar het zwembad: eerst even weken.

Het één-gang diner gebruiken we bij de Coconut Shake om de hoek en als we erheen lopen zien we dat, net als in Battambang, er van alles te doen is op straat: een soort ballentent maar dan met darts op ballonnen gooien, veel eetstalletjes en overal kleedjes op de stoep waar je op kunt picknicken. Er is niets zo gezellig als een zaterdagavond in Cambodja.
Op weg terug naar het hotel weten wij ook nog een picknick-kleedje te scoren. We zitten daar heel romantisch, aan het kabbelend water van het meertje, een koud biertje, flesje water, gezellige TL-balken en Teva's met sokken. Wat wil je nog meer?

Zondag 29 november

Voor ons geen rustdag, althans geen hele. Eerst gaan we in alle vroegte nog een keer over de markt. Deze markt is erg fascinerend en je ziet hier nog veel vrouwen in authentieke kledij. Na de CF-card weer wat voller gepropt te hebben met foto's, huren ze een paar van die schattige damesfietsjes en gaan naar het kratermeer Yeak Lom. We kregen de fietsjes dit keer niet zo makkelijk mee als in Siem Reap en Rob gaat even snel naar het hotel om een kopie van het paspoort te halen. Wanner de vrouw van de fietsverhuur de foto op het paspoort ziet zegt ze: "much younger"; De baard die inmiddels aan Rob zijn kin bungelt maakt hem dus duidelijk niet jeugdiger; wat een teleurstelling. We springen dan alsnog op de fietsjes en zetten koers naar het kratermeer.
Dat was makkelijker gezegd dan gedaan, want het is hier niet bepaald een vlak parcours. We moeten af en toe stevig op de pedalen.
Wij zijn de eerste bij het meer, en het meer ziet er fantastisch uit. Het is bijna perfect rond en glimt in de zon. We rusten even uit van de fietstocht en lopen dan een stukje rond het meer. Na een uurtje besluiten we weer richting Banlung te gaan. Opnieuw die lastige berg-etappe, maar dan omgekeerd.
We gaan in Banlung even een internetcafé in en lunchen daarna bij restaurant A'dam.
Dan is ook voor ons de rustdag aangebroken en kruipen we op een ligbedje bij het zwembad. Pas als we een knapperig korstje hebben gekregen gaan we uit de zon en terug naar onze kamer. Het zal wel even duren voordat we weer een hotel treffen , met deze luxe.

Geen opmerkingen: