Cambodja week 3

Maandag 30 november

Week 3 is alweer aangebroken en we zijn dus ruim over de helft. De busmaatschappij regelt onze pick-up bij het hotel vanochtend, maar ze sturen om 6:00 uur slechts 1 moto voor ons én onze bagage. De chauffeur neemt de 2 grote rugzakken vóór zich en wij kruipen met onze dagrugzakken bij hem achterop. Kan net!
In tegenstelling tot de heenreis zitten we nu wel met andere toeristen in de bus en hebben we een chauffeur die iedereen die zijn hand op steekt of aan zijn kont krapt meeneemt. Ontelbaar vaak stoppen dus. Over het zandpad, war we op de heenweg 2½ uur over deden, doen we nu ruim 3 uur. Het helpt ook niet dat hij met elke potentiële passagier in discussie gaat over de bestemming of de prijs van het ticket.

In Stung Treng stoppen we kort voor een versnapering en vervolgen dan onze weg over het asfalt. Er was nog slechts 115 km. asfalt dat ons van Kratie scheidde en het ging allemaal veel vlotter omdat er geen extra passagiers meer opgepikt werden. Dat zou dus een makkie worden, lekker muziekje op het hoofd en lekker achterover , wat gebeurd er? Snel over naar Olav Mol. Niet te geloven, terwijl Ngy Lyheng Express comfortabel aan kop ligt in deze busrace gebeurd dit: een klapband, als ik het goed zie rechts achter, nee, nee, het is links achter. Dit gaat ze veel tijd kosten. Er is nog 75 km. te gaan, zijn ze op tijd in de pits om de andere bussen voor te blijven? Ngy Lyheng Express vervolgt de race, maar de snelheid is er helemaal uit.
Daar is de pits. We schakelen snel over naar Rob, want hij bevindt zich in de pits.
De bus komt tot stilstand en het team snelt naar buiten. Eén monteur kruipt onder de bus om de krik te plaatsen. De chauffeur haalt snel het reservewiel onder de wagen vandaan. Ben benieuwd naar de bandenkeuze. Slick, er komt gewoon weer een slick onder.
Verstandige keuze want de andere 5 banden zijn ook zonder profiel. De moersleutel gaat op het wiel en ratelt in no-time de moeren los. Snel het wiel er af en daar zien we de boosdoener, oh, oh, die band ziet er slecht uit. Het reservewiel wordt geplaatst en de lollypop kan omhoog............oh, die was al weg.
Heeft Ngy Lyheng Express haar leidende positie behouden, dat is nu de vraag. Snel terug naar Olav.
Ja hoor, de pitstop heeft slechts 30 minuten in beslag genomen en dat is voldoende om de concurrentie voor de te blijven. Ngy Lyheng Express is dit keer gewoon te sterk, zelfs met klapband.
De rest van de rit lijkt een formaliteit, dit zal Ngy Lyheng Express niet meer uit handen geven toch?
Nee, nee, wat nu? Twee kilometer voor Kratie moet Ngy Lyheng Express toch weer naar binnen. Dit kan geen geplande pitstop zijn. Wat is er aan de hand? Aaaah, de chauffeur moet volgegooid worden, en dit keer geen bandenwissel.
De voorsprong is inmiddels zo groot dat er geen paniek is bij het team en Ngy Lyheng Express is snel weer op weg om de laatste kilometers te volbrengen.
Neeeee, niet weeeeeer; Ngy Lyheng Express komt weer naar binnen. Is het nu dan helemaal over zo kort voor het einde van de race? Er moet getankt worden, hoe is het mogelijk, wat een tactisch gestuntel bij het altijd zo proffesionele Ngy Lyheng Express.
Met een volle tank arriveert Ngy Lyheng Express om 13:00 uur in Kratie. Wat een wedstrijd.

We doen onze rugzakken op en lopen naar het Oudom Sambath hotel. Dit keer geen luxe, maar spartaanse degelijkheid voor maar 7 dollar per nacht. We gooien onze spullen op de bijna schone bedden en maken een rondje door het dorp.
Als je even snel door dorpjes als Battambang, Banlung of Kratie loopt lijken ze best op elkaar: stoffige wegen, zenuwachtig getoeter van de scooters, een drukke markt centraal in het dorp, overal eetstalletjes en winkeltjes vol met prut en dan mogen we natuurlijk ook de altijd aanwezige tempels, de zgn. Wat, niet vergeten: Wat Motje, Wat Iser, Wat Kijkje om maar eens wat te noemen. Als je wat langer rondloopt leer je de eigen sfeer van de verschillende dorpen kennen.

We willen vanmiddag nog Irrawaddy dolfijnen spotten op de Mekong, dus charteren we een tuk-tuk om naar de 15 km. verderop gelegen locatie te komen vanwaar voormalige vissers met je het water op gaan.
De Irrawaddy dolfijnen zijn 150 kg. wegende, zeldzame dolfijnen, waarvan wordt gezegd dat er nog maar zo'n 60 exemplaren over zijn.
We zien al snel een aantal van deze dolfijnen, hoewel de kunstjes niet van het niveau Harderwijk zijn. Slechts even komen ze boven om lucht te happen en dat is het moment dat je de camera klaar moet hebben.
Wanneer de zon bijna in de Mekong duikelt gaan we weer terug naar Kratie. We laten wat kleding wassen en gaan in de stad een hapje eten.
Het was wederom een enerverende dag.

Dinsdag 1 december

Het is bijna niet voor te stellen dat het alweer december is. Het is hier elke dag 30 graden met een stralend blauwe hemel. Niet lullig bedoeld, maar soms klagen we er zelfs over......

Omdat we bij thuiskomst niet teveel moeite willen hebben om onze vriendjes van AV Veluwe bij te kunnen houden, kiezen we vandaag voor wat inspanning. We laten onze hotelbaas 2 fietsjes aanrukken en gaan op weg naar de lokale veerboot om de oversteek te maken naar Koh Trong, een eilandje dat midden in de Mekong ligt.

Om bij de veerboot te komen moeten we met de fiets eerst zo'n 100 traptreden afstuiteren; dus de spieren zijn opgewarmd.
We zien dat er, behalve veel lokalen met hun koopwaar van de markt, ook een toerist aan boord is. Wij gaan dus ook aan boord. Rob moet nog wel even de 2 fietsen op het metalen dak van de veerboot leggen; beetje extra body building kan hij wel hebben.
Zo'n boot vertrekt natuurlijk niet wanneer jij dat wilt, dus eerst zitten we 3 kwartier te garen onder het metalen dak voordat de kapitein op de toeter drukt en vertrekt.

Het eiland Koh Trong ligt op een ferme steenworp afstand, dus we denken dat we er met 10 minuten zullen zijn en gaan er maar even voor zitten. In tegenstelling tot wat we verwachten, varen we zuidwaarts i.p.v. westwaarts richting het eiland, maar dat zal wel met de stroming te maken hebben denken we. Als we echter na 15 minuten bij de zuidpunt van het eiland aankomen, beginnen we te vermoeden dat...................maar laten we niet te snel op de feiten vooruit lopen, want misschien legt hij wel aan de westkant van het eiland aan.

Dat deed hij dus niet en voor we het weten leggen we aan op de westoever van de Mekong om een passagier met vracht los te laten. Het begint er dus aardig op te lijken dat we op de verkeerde veerboot zijn gestapt.
Als we zo'n 10-tal stops verder zijn en wij samen met Sophie, de andere toerist, als enigen over zijn aan boord weten we het zeker. Als de kapitein voor de laatste keer aanlegt en dan ook zijn motor uitzet moeten we toch over op plan B. Gelukkig spreekt de kapitein erg goed Khmer en wij niet, maar met wat handgebaren en tekeningetjes begrijpen we van de kapitein dat we hier naar boven kunnen klimmen met de fiets, dan linksaf slaan en naar verloop van tijd kom je dan wel ergens waar je weer met een veerboot over kan. Klinkt hoopvol, toch?

We beginnen met zijn drieën zuidwaarts te fietsen op de westoever en al snel merken we dat er hier waarschijnlijk nooit eerder toeristen de verkeerde veerboot hebben gepakt, want we zijn een ware bezienswaardigheid; zelfs de ossen lijken ons na te kijken.
Het is hier allemaal nog erg puur en wat het meeste opvalt is de stilte die hier heerst. Het enige geluid dat je hoort zijn onze banden op het onverharde pad. We genieten met volle teugen van dit stukje ongerept Cambodja.
Als we aan het eind van een pad komen stoppen bij het huis van een lokale familie. We willen toch een keer oversteken naar Koh Trong, dus in ons beste Khmer vragen we hoe dat werkt met een veerboot hier. De man des huizes pakt een groot stuk bamboe, loopt richting het water, slaat een paar keer met een stuk hout op het bamboe en wonder boven wonder start er even later iemand aan de andere kant van het water de motor van zijn boot. Niet veel later is hij aan onze kant en wij klauteren snel met onze fietsen de schuine helling af richting het water. We laden de fietsen en ons zelf op de boot en gaan dan alsog naar het eilandje Koh Trong. Dat hadden we een uurtje geleden niet gedacht.

We verwachten op Koh Trong veel meer toeristen, maar dat valt mee, we lijken de enigen te zijn. Op dit eilandje zien we een paar fantastische tafereeltjes boerenarbeid. We weten niet zeker of we het goed hebben, maar volgens ons zijn ze aan het dorsen en wordt her en der het kaf van het koren gescheiden. We kennen in Apeldoorn iemand met wat boerenbloed in haar aderen, dus checken thuis of we de juiste terminologie hebben gebruikt.
Op het eilandje staan we net zo vaak naast de fiets om foto's te maken als dat we erop zitten. Het is een fantastishe rit over dit eiland, en als we het eiland rond zijn zien we dat er net een veerbootje aanlegt. Om bij die veerboot te komen moeten we nog wel 400 meter door duin-achtig gebied klunen, maar we wilden wat trainen dus dit wat perfect.

Het veerbootje doet er nog geen 10 minuten over om in Kratie te komen; 10 minuten die we vanochtend ook dachten te gaan varen maar dat werd bijna 5 kwartier. Als we in Kratie zijn gaan we de 100 treden met de fiets weer omhoog, waarmee wij onze portie gymnastiek wel weer gehad hebben.

Na al deze inspanning fietsen we eerst naar een terrasje voor een sapje, waarna we naar het hotel gaan om de dikke stoflaag van ons lichaam te douchen.
Als we weer buiten staan zijn we mooi op tijd voor de zonsondergang over de Mekong en gaan als een bejaard stelletje op een bankje zitten om de koperen ploert langzaam rood-oranje te zien worden, als hij verdwijnt achter het eilandje van vandaag: Koh Trong.
's Avonds eten we weer bijna voor niets bij U-Hong Guesthouse waar ze net een CD van Coldplay draaien. Ons hoor je nog steeds niet klagen hoor!

Woensdag 2 december

We verlaten de staatsgevangenis, alias hotel Oudom Sambath en stappen op de bus voor de reis naar Phnom Penh. Dit is niet wat we gepland hadden, maar de verhalen die we over Sen Monorom hebben gehoord zijn niet van dien aard dat we de lastige rit er naar toe willen maken. Dan gaan we liever wat langer naar het zuiden van het land.
In tegenstellingtot onze vorige busrit was deze slaapverwekkend. Bovendien duurde de rit ruim een uur langer dan verwacht en we waren we dus pasom 14:30 uur in Phnom Penh.
Hier gelijk weer op zoek naar een tuk, maar we zochten niet de meest ervaren chauffeur uit. Na 2 straten moest hij al vragen waar ons hotel was en verderop gebeurde dat nog een keer. Toen hebben wij hem uit zijn lijden verlost en aangewezen waar hotel Castle is; wij zijn per slot van rekening al 1 dag in Phnom Penh geweest, dus wisten de weg.

Hotel Castle is er weer één met de nodige luxe, dus we kunnen het er een nachtje van nemen in big-city Phnom Penh. In de lobby van het hotel staat een grote kerstboom met pakjes eronder; beetje vreemd is het wel met 30 graden.

's-Avonds gaan we eens op zoek naar een Italiaan; na 2 weken Khmer-food wil je wel eens wat anders en bovendien moeten we het pizza-trauma dat we vorig jaar in Cuba hebben opgelopen nog verwerken (zie Cuba 2). We gaan naar het, door de Lonely Planet aangeraden, restaurant Happy Herb Pizza en bestellen een spaghetti en een pepperoni pizza. Bevend wachten we op wat komen gaat.
We hebben alvast extra drinken besteld om in een geval van nood de boel weg te kunnen spoelen.
We hoeven niet al te lang te wachten op onze maaltjes en met bevende vork beginnen we met een klein hapje en......................het smaakt overheerlijk; handen, voeten, alles gebruiken we om dit feestmaal naar binnen te werken. Moe maar voldaan hijgen we even later uit, nog even een boertje laten en wij zijn van een trauma verlost.

Op de goede afloop gaan we bij de trendy bar Metro nog even een lekkere cappuccino en een dubbele espresso nemen en dan snel naar bed en snaveltje toe want morgen is het wederom vroeg dag als we doorgaan naar Kampot.

Donderdag 3 december

We waren de zon een slag voor vanochtend. Nog voordat hij zijn kruin boven de Mekong laat zien, hebben wij ons eerste broodje al gesmeerd. Vanaf het restaurant op de 6e etage van ons hotel, zien we onze vakantievriend ontwaken.

Er zou om 7:00 uur een pick-up geregeld worden door Sorya busmaatschappij, maar om 7:20 uur was er nog steeds niemand en de bus zou om 7:30 uur vertrekken. Dit was erg ongewoon voor Cambodja. Een telefoontje van het hotel naar de busmaatschappij stelde ons gerust; er was een minibusje onderweg. Niet veel later arriveerde dit minibusje en waren we weer op weg, maar niet direct naar het busstation er konden nog veel meer mensen in deze minibus. Uiteindelijk propten ze 16 toeristen + buschauffeur + bijrijder in een minibus met 9 stoeltjes. Ken net!

De grote bus van Sorya zit propvol, er moeten zelfs mensen op een krukje in het gangpad zitten. De rit verloopt verder soepel en we zien onderweg het landschap veranderen hoe zuidelijker we komen. De kalkstenen heuvels domineren de omgeving.
Om 12.30 uur zijn we in Kampot en nemen een tuk naar het hotel. Het eerste hotel is vol, het tweede te duur en bij de derde is het raak.

's Middags gaan we op zoek naar wat tour mogelijkheden en.............. Diana gaat naar de kapper. De grijze haren geven haar slapeloze nachten en zij moet geverfd worden. We gaan de "kapsalon" binnen en Diana vraagt wat het kost: 5 US dollar voor het verven en nog eens 1 US dollar voor highlights. Aan de prijs zal het niet liggen. Diana zoekt een kleur uit van Revlon en neemt plaats in de stoel. De kapsters gaan netjes en secuur te werk en Diana heeft er weinig op aan te merken. Na een klein uurtje moet ze mee naar achteren om uit te spoelen. In een soort van omgekeerde gynaecologen stoel wordt het haar gespoeld en gewassen. Na ruim een uur komt Diana stralend en als nieuw de deur uit. Het haar is in 1 x in de juiste kleur geverfd, het heeft maar 1 uur geduurd en het was goedkoop. We kunnen ons niet herinneren wanneer dat voor het laatst in Apeldoorn zo geweest is.

Na deze opknapbeurt laten we ons naar Phnom Chhnork brengen, een grot in een kalksteen heuvel. We laten ons gidsen door een kwartet kinderen. De grot is erg mooi met enorme stalactieten. De gidsjes wijzen ons allerlei beeltenissen aan in deze druipers. Zo laten ze een olifant, een adelaar, een schildpad en een kalf zien, maar je fantasie wel heel erg aanspreken om deze te herkennen.
De omgeving waar deze grot zich bevindt is waarschijnlijk net zo mooi als de grot zelf: eindeloze rijstvelden met af en toe een paar palmen en een verdwaalde boerderij. Heel veel volk aan het werk in het veld, want het is tijd om rijst te oogsten. Idyllische plaatjes!

Na een uur gaan we weer terug naar Kampot, maar niet voordat we afgerekend hebben met onze 4 gidsjes. Op de terug kijken we onze ogen opnieuw uit in de ze fantastische omgeving.

Als we terug zijn bij het hotel zien we dat de verf in Diana's haar goed gehouden heeft in de wind. We zijn benieuwd hoe het kussensloop er morgenvroeg uitziet.

Vrijdag 4 december

Vanochtend zag het kussensloop er nog steeds stralend wit uit, dus nu overweegt Diana een container van die Revlon verf naar Nederland te verschepen. Lijkt een lucratief handeltje.

Vandaag geen tuk-tuk of achter op een moto en ook geen inspanning op de fiets, vandaag huren we zelf een moto en racen ermee naar de vroegere badplaats Kep. Kep was in de franse koloniale tijd the-place-to-be voor de elite. Tegenwoordig is het vooral in de weekenden een plaats waar de rijken uit Phnom Penh naar toestromen. Kep is verder vooral beroemd om de vis en vooral om de Krab die hier gevangen wordt.

We huren voor 5 US dollar een Honda Wave en na wat uitleg over de werking van deze racemachine scheuren we Kampot uit, een grote stofwolk achterlatend.
Het is ongeveer 25 km. naar Kep en als we rustig aan doen zijn we er met een uurtje volgens de verhuurder. Gelukkig is het hier niet zo druk als in Phnom Penh en kunnen dus heerlijk genieten van de uitzichten om ons heen. Net als Rob de gashandel nog eens goed wil open draaien, stapt er een oom agent de weg op en die steekt zijn hand op. Rob brengt de moto tot stilstand en kijkt vragend naar deze wetsdienaar. De agent loopt om onze moto heen en zegt:"police control, 1 dollar". Onze mond valt open, maar omdat we vandaag nog in Kep willen komen betalen we deze afkoopsom aan de
correcte en integere agent. Er zijn nog een drietal agenten aanwezig en ze vinden onze zonnebrillen erg mooi en vragen of ze deze even op mogen zetten. Onze brillen gaan van hoofd tot hoofd en de agent die de dollar in zijn broekzak heeft gestoken geeft ons ook zijn gewone bril om te proberen. We zetten om de beurt zijn bril op en merken dat er gewoon glas in zit. Die bril is duidelijk bedoeld om een beetje indruk te maken. Nadat alle brillen weer op het hoofd van de rechtmatige eigenaar staan, geeft Rob weer gas en stuiven we door naar Kep.

In Kep zijn we nog net op tijd voor de krabmarkt. Er wordt gesleept met grote manden met krab die snel van eigenaar wisselen en er staan ook grote potten kokend water op het vuur waarin de krab wordt gekookt. We lopen een beetje rond over het marktje en als de drukte begint af te nemen gaan we op zoek naar Le Veranda, een resort dat hier ergens tegen de helling moet liggen en waar we door de eigenaar van La Villa in Battambang over getipt zijn. Na wat heen-en-weer gecross op onze moto vinden we uiteindelijk dit fantastische resort. En onder het genot van een cappuccino kijken we uit over de zee.

Nadat we ons even hebben gedragen als the-rich-and-famous van Kep gaan we nog een keer terug naar de krabmarkt. Dit keer niet om te kijken, maar om te proberen.
Als lunch bestellen we een kleine portie krab, in een restaurant op palen dat net boven de zee hangt.
Even later blijkt dat onze kleine portie krab uit 6 mooie rooie beestjes bestaat en dat terwijl wij dachten er ééntje te proberen. We krijgen 2 kraaktangetjes bij om de beestjes open te breken en zo bij het vlees te komen.
Diana eet een paar stukjes wit vlees maar deze manier van eten is aan haar niet besteed. Rob gaat vervolgens als 1-persoons kraagbeweging aan de slag en sloopt het halve dozijn beestjes om aan zijn lunch te komen. Moe maar voldoen legt hij naar enige tijd de tang naast zijn bord. Krab is heerlijk, maar je moet wel veel moeite doen om je stukje vlees te bemachtigen.

Rond 14:00 uur wordt de moto weer gestart en racen we terug naar Kampot. Onderweg zwaaien we nog even vriendelijk naar onze vrienden van de gendarmerie en zonder kleerscheuren arriveren we in Kampot.

Zaterdag 5 december

Op de verjaardag van de goedheiligman reizen wij van Kampot naar Sihanoukville, maar eerst genieten we in alle rust van een ontbijtje voor slechts 18.000 Riel.
We zitten buiten in het zonnetje dat door de bomen schijnt, het lijkt erop dat dit verwarmingselement hier nooit verdwijnt.
Om 11:00 uur gaan we met de minibus naar ons verblijf aan zee, en natuurlijk nemen we onze zwemkleding mee.
Veel hebben we in Sihanoukville niet gepland, wat zwemmen, duiken en lekker zonnen bij een strandtent.
Behalve wij en 2 Belgische toeristen wordt de minibus volgeladen met vracht; we kunnen onze benen nog net kwijt, maar we hadden niet anders verwacht.
De chauffeur geeft een dot gas, met volle vaart vooruit, maar Rob zit voor in het busje en bij hem breekt aan alle kanten het angstzweet uit.
Met 2 uur hebben we onze strandbestemming bereikt en het is gelijk duidelijk dat dit plaatsje niet op de rest van Cambodja lijkt.
Eerst naar het hotel, dan naar de duikschool niet ver van hier, volgende stop is aan zee achter een potje bier.
's Avonds eten we in het hotel bij een Mexicaan en daarna niet te laat naar bed omdat we morgen duiken gaan.
Genoeg van dat sinterklaas geshit, die ouwe kan ons van hier toch niet ontvoeren naar Madrid.

Zondag 6 december

De groep trouwe volgers van onze beslommeringen in Cambodja zal wel behoorlijk uitgedund zijn na gisteravond. We weten hoe onze familieleden en vrienden zich gedragen hebben afgelopen jaar dus velen zullen zich bevinden in een muffige zak in het ruim van een stoomboot op weg naar Spanje. Voor de enkelen die dit jaar wel zoet zijn geweest maken we het verhaal gewoon af.

Om 7:30 uur stonden wij bij duikschool Scuba Nation waar onze uitrusting al in een minibus was geladen. Het was 10 minuten rijden naar de vissershaven waar de boot ligt en we moeten tussen primitieve vissers-woningen doorlopen om er te komen.
Het wordt een privé-tochtje vandaag want wij zijn de enige 2 duikers op de boot. We worden vandaag begeleidt door Mick een divemaster uit Australië. Om 7:45 uur zetten we koers voor het eiland Koh Rong Samloum. De boottocht zal 2 uur duren en dat geeft ons mooi de gelegenheid onze rem-slaap af te maken die wederom wreed verstoord werd door de wekker. We nestelen ons op het dak van de boot en we worden al snel in slaap gewiegd door het geschommel op de golven.

Om 9:45 uur gooit de kapitein het anker uit aan de noordkant van het eiland en wordt onze uitrusting klaargemaakt voor de 1e duik, inderdaad: "wordt klaargemaakt", want wij hoeven zelf niets te doen.
Even voor 10:00 uur plonsen we in de warme zee en zakken naar zo'n 10 meter diepte. We merken al snel dat het zicht in deze wateren niet al te goed is. Met een metertje of 7 houdt het wel op. Het koraal is wel erg gevarieerd en de groep Batfish (zonder Robin) die nieuwsgierig rond ons komt zwemmen is best bijzonder. Verder bestaat het assortiment uit de standaard kleine visjes die je overal ziet, niets groots, niets speciaals. Aan het eind van deze duik van meer dan een uur ziet Rob nog een blue spotted stingray in het zand tussen 2 stukken koraal liggen, maar dat was het dan wel.

Als we weer op de boot geklommen zijn staat er een pan fried rice op ons te wachten. Dat gaat er natuurlijk wel in na een uurtje spartelen. Na de heerlijke lunch nemen we onze posities weer in op het dat en dommelen een beetje in de zon.
Om 12:30 uur gaan we ons opmaken voor een volgende duik en omdat we bij de 1e duik allebei last hadden van het beslaan van onze duikbril en dit model geen ruitenwissers heeft, heeft Mick de flacon Cambodjaanse Dreft erbij gepakt om de glazen te ontvetten. Hopelijk helpt dat, want elke 5 minuten je bril moeten laten vollopen is een leuke oefening voor beginners, maar daar zitten wij niet op te wachten.

De boot is inmiddels een stukje zuidelijker gevaren en we duiken op het rif met de naam "Last Chance". Een toepasselijke naam als je weet dat dit de plek is waar je het laatst kan duiken voordat de regentijd het zich onderwater helemaal verpest.
Het zich is op deze 2e duikstek iets beter, zo'n 10 meter, maar de onderwaterwereld lijkt veel op de 1e duik. Rob schrikt nog wel als hij een krab ziet zitten; als het maar geen verre familie is van de 6 schattige krabjes die eergisteren op zijn bord lagen, een krab kan zeer wraakzuchtig zijn.

Als we, wederom na meer dan 1 uur, weer boven komen drinken en eten we wat waarna we weer naar ons kraaiennest gaan. De terugtocht van wederom 2 uur is inmiddels ingezet.
Om 15:45 uur liggen we weer aan de kade en nog voor 16.00 uur zijn we bij het hotel. Dit was, ondanks het mindere zicht, een lekker dagje op zee.

Bij het zwembad van het hotel kunnen we constaren dat het kapsel van Diana de ultieme proef heeft doorstaan: 2 x één uur dompelen in zout water en tussendoor bakken in de felle zon hebben het geverfde haar geen kwaad gedaan. Diana gaat vanavond nog wat telefoontjes plegen i.v.m. de container die verscheept moet worden.

Cambodja week 2

Dinsdag 24 november

Vandaag gaan we op weg naar de hoofdstad van Cambodja: Phnom Penh. Vandaag gaan we ook voor het eerst met de bus op pad. Om 8:00 uur zijn we al op het busstation, want om 08:20 uur wordt er ingecheckt. Het is een prachtige paarse, enigszins vervallen, dubbeldeks bus waarbij de onderste stoelen zijn verwijderd zodat daar de bagage en andere vracht in kan.
De bus vertrekt mooi op tijd en we laten Battambang achter ons. De reis verloopt verder soepeltjes en met een plaspauze inbegrepen zijn we om 13:30 uur in Phnom Penh.
Tuk-tuks staan al te wachten om de buspassagiers verder te vervoeren.
We checken in bij het Scandinavia hotel en besluiten nog vanmiddag het Royal Palace met de Silver Pagode te bezoeken.
Op weg naar het koninklijk paleis maken we even een omweg naar het busstation van de maatschappij die ons donderdag naar Banlung moet brengen. Er zijn gelukkig nog 2 stoelen voor in de bus beschikbaar, want voor een busrit van 11 uur wil je wel lekker kunnen zitten.

Het complex van het koninklijk paleis doet een beetje denken aan dat in Bangkok. De gebouwen liggen er mooi bij. In de silver pagode is maar liefst 5800 kg. zilver verwerkt, waarvan het grootste gedeelte is opgegaan aan zilveren tegeltjes op de vloer.
Koning Sihamonie woont in delen van het paleis en die zijn helaas verboden terrein. Het lijkt er trouwens op dat er hoog bezoek komt op het moment dat wij er rondbanjeren, want opeens komen er zwarte auto's met geblindeerde ramen het terrein opscheuren. Eén van de auto's heeft zelfs een rood-wit-blauw vlaggetje; het zal toch niet dat Trix, of Lex en Max op bezoek zijn?

's Avonds eten we bij Friends, een restaurant waar straatkinderen de kans krijgen het horecavak te leren. Wat ons betreft slagen ze met vlag en wimpel!

Woensdag 25 november

Het is vanochtend voor het eerst bewolkt als we opstaan, maar dit sombere weer geeft waarschijnlijk wel de juiste sfeer bij wat we gaan doen vandaag. De tuk-tuk gooit er ons eerst uit bij het Tuol Sleng Genocide Museum. Deze voormalige school werd Rode Khmer omgebouwd tot gevangenis en het werd al gauw het centrum voor de gruwel praktijken van dit bewind. In de schoolgebouwen wordt op indrukwekkende wijze een kijkje gegeven in de donkere geschiedenis van Cambodja.
In schoolgebouw A staan in elk van de voormalige klaslokalen het roestige frame van het bed waarop de laatste 14 gevangen zijn gemarteld en gestorven. Boven het bed hangt een foto van hoe de Vietnamezen de lichamen van deze gevangen destijds hebben gevonden en dat zijn geen mooie plaatjes.
In gebouw B en C is een opstelling gemaakt met de foto's van de gevangen van de gevang gezette Cambodjanen toen ze de gevangenis binnenkwamen en zelfs een paar foto's van na de martelingen.
door zijn eenvoud maakt dit museum diepe indruk en blijf je je afvragen hoe het mogelijk is dat je je eigen landgenoten, buren en zelfs familie zoiets verschrikkelijks kunt aandoen.
Hierna gaan we naar de Killing Fields van Choeung Ek. Hier werden de gevangenen van de Tuol Sleng gevangenis die niet aan de martelingen waren bezweken heengebracht om te worden gedood en begraven in massagraven. Al met al geen vrolijk begin van de dag, maar je moet in deze zwarte periode uit de Cambodjaanse geschiedenis zijn gedoken om de pijn van het land te kunnen begrijpen.
Het bewind van Pol Pot en zijn Rode Khmer duurde uiteindelijk 3 jaar, 8 maanden en 20 dagen en ligt inmiddels ruim 30 jaar achter ons.

Na het bezoek aan de Killing Fields laten we ons afzetten bij Wat Phnom, de tempel die is gesticht door een weduwe met de naam Penh en waaraan de stad haar naam ontleent. De lokale bevolking komt hier veel voor geluk te bidden en je kunt ook een vogeltje vrij laten om vervolgens een wens te mogen doen. Diana laat er zelfs 2 vrij!
Hierna lopen we nog wat verder, langs de Amerikaanse ambassade, een paar veel te dure hotels, de Russische markt (die helaas gerenoveerd wordt) en we gaan zelfs een luxe shopping center in. Hier halen we gelijk wat versnaperingen voor de bustocht van morgen.
Als we naar ons hotel lopen worden we vlak bij het onafhankelijkheidsmonument tegen gehouden. Oom agent legt uit dat de premier van Laos een krans aan het leggen is; en wij maar dekken dat al die wegen vrij van verkeer zijn gemaakt omdat wij het oversteken van de weg in Phnom Penh zo lastig vinden. Het verkeer in Phonm Penh is namelijk een grote chaos. Bromfietsers en scooters schieten in grote getale als snelle kakkerlakken over de weg. We weten inmiddels dat je niet moet gaan wachten tot je over kunt steken, maar je moet gewoon gaan en ze vliegen dan van zelf aan alle kanten om je heen.

Voordat we 's avonds gaan eten drinken we een paar sapjes bij de Foreign Correspondents Club. Dit restaurant trok vroeger veel buitenlandse correspondenten, maar vooral de plek op het balkon op de 1e etage met uitzicht op de rivier is er één uit duizenden.
Uiteindelijk eten we ook maar bij de FCC want de dagspecial, Tenderloin Beef en een salade met balsamico dressing, kunnen we niet weerstaan.

Donderdag 26 november

We waren al weer vroeg uit de welbekende veertjes. Onze tuk-tuk chauffeur van gisteren zo om 06:30 uur bij het hotel komen om ons naar het busstation te brengen en hij was er ook nog. Had misschien ook te maken met het feit dat wee een deel van zijn "loon" van gisteren vandaag pas zouden betalen.
Bij het busstation bleek dat onze bus bij de Russische markt zou vertrekken; we werden dus snel in een minibus gegooid en erheen gebracht.
Ook deze bus naar Banlung vertrok weer mooi op tijd, of eigenlijk te vroeg. We hadden nog even snel een paar stokbroodjes en een paar oliebol-achtige staven gekocht dus we konden er een paar kilometer tegen.
We verlieten Phnom Penh zonder kleerscheuren en dat kan niet iedereen zeggen. De stad is berucht vanwege het bagsnatchen, waarbij ze op een scooter voorbij scheuren en je tas proberen mee te nemen, maar ook kleine gewapende overvallen komen voor. Een Frans stel vertelde ons in Battambang dat ze tot 2 x toe aan de beurt waren: eerst werd haar halsketting afgerukt en later werden zijn zakken gerold. Wij maken ons, als ervaren beroofden, natuurlijk niet meer zo druk over dit soort zaken.

De busrit is mooi, we zien boeren op het land werken zonder machines, rijden langs grote waterplassen vol met lotussen in bloei, zien vissers in smalle kanootjes die proberen wat te vangen, omen door kleine dorpjes waar altijd een markt aan de hoofdstraat is en nog veel meer. De tijd vliegt om, voor we het weten maken we al onze eerste stop, en tweede, en derde.....
Om 12:30 uur zijn we in Kratie waar we op de terugweg een paar dagen zullen blijven. Dit is gelijk onze lunchstop.
Van Kratie gaat het naar Stung Treng, vanwaar je door kunt naar Laos, maar wij slaan hier rechtsaf naar Banlung. Hier houdt de asfaltweg op en hobbelen we 2½ uur lang over een veredeld zandpad. De roodbruine stof van het weinige verkeer heeft de omgeving een herfstkleur gegeven. De buschauffeur heeft er behoorlijk de sokken ingehad, want een uur eerder dan gepland staan we op de hoofdstraat van Banlung om ons heen te kijken. Hier geen tuk-tuk's, dus we charteren 2 jongen met een moto om ons naar ons "resort" Terres Rouges te brengen.
Dit complex zit er fantastisch uit, maar dat zouden we, na een busrit van 10 uur, ook gezegd hebben van de woonkamer van boer Wim.

Vrijdag 27 november

Bij het ontbijt weer die heerlijke warme stokbroodjes. De franse eigenaar van deze hut heeft het personeel goed geïnstrueerd.
Na het ontbijt lopen we in 15 minuutjes naar down town Banlung en hoewel er een soort vierbaans-asfaltweg door het dorpje loopt, is Banlung een stoffig dorpje waar alles draait rond de centrale markt. Het doet een beetje aan als een dorpje uit het wilde westen, alleen zijn de paarden vervangen door bromfietsen en de revolvers door mobieltjes.
De markt hier is misschien wel de meest gevarieerde die we tot nu toe gezien hebben. Er wordt veel vis verkocht en af en toe springt er eentje uit de emmer voor je voeten, maar gouden en zilveren sieraden, gereedschap, varkenskoppen met staart in de bek, antibiotica, groente en fruit, platgeslagen ratten op een houten frame gespijkerd en nog veel meer. Hier geen gefrituurde kakkerlakken en tarantula's zoals op de Chinese markt in Phnom Penh, maar misschien hebben we die gewoon gemist.

We kijken in de stad rond welke tour we hier zullen maken. De natuur in deze provincie is prachtig, zoals we tijdens de bustocht al zagen, maar een bezoekje in een klein dorpje in de omgeving is ook een bijzondere ervaring.
De 3-daagse trek lijkt fantastisch, maar dan moeten we aan meer geld zien te komen en dat is onmogelijk hier. Nog maar even verder rondkijken dan. Misschien dat we streeks bij het zwembad beter tot een beslissing kunnen komen.

We eten wat fried noodles bij de Coconut shake, een restaurant dat de naam draagt van het populairste gerecht op de kaart. Een menukaart is altijd weer grappig; zo hebben ze hier Fish and Ship, French toes, Carry, Beef Bar Bequest, Sweet en Sourer, maar we begrijpen best wat ze bedoelen.
In de middag liggen we dus aan het zwembad na te denken over het programma van de komende 2 dagen. En na een paar baantjes zwemmen en net zo vaak draaien onder de grote ronde grill, hebben we besloten morgen achter op de moto het gebied aan de andere kant van de rivier te verkennen (met een gids) en overmorgen pakken we wel weer de fiets en gaan op zoek naar het kratermeer. Toch nuttig een wat luxe hotel met zwembad, het is overigens niet alleen het zwembad dat dit hotel speciaal maakt. De kamers zijn honeymoon-proof, de tuin is leuk voor een trouwreportage en het uitzicht vanaf de lounge over het nabijgelegen mini-meertje geeft je het laatste duwtje.
Dit gaat trouwens niet over ons, maar er liep een pas getrouwd stel rond op het terrein.

Vanwege de verwachte muggen in dit gebied hebben wij bij het diner een wat afwijkende outfit aan: shirt met lange mouwen; broek met lange pijpen, en als klap op de vuurpijl, kersje op de taart, top of de bill een paar dikke wandelsokken in Teva slippers.
We worden inderdaad weinig gestoken, maar dat komt waarschijnlijk omdat de muggen de slappe lach hebben.

Zaterdag 28 november

Het is hier duidelijk geen Zuid-Amerika; ook vanochtend zijn onze 2 moto-drivers mooi op tijd om op pad te gaan. Als we de bebouwde kom van Banlung verlaten komen we in de rubberplantages. We stoppen even bij twee jongens die bomen aansnijden om zo de rubberstroom weer op gang te brengen. Het zijn over het algemeen oude bomen die niet zoveel rubber meer afgeven. Eigenlijk zou de boel omgekapt moeten worden voor jonge aanplant.
Langs de weg overal eenvoudige paalwoningen van het Kalai-volk. Op de terugweg zullen we hier even stoppen.
Omdat de onverharde weg erg droog is zitten we bij elke tegenligger en elke auto die ons inhaalt in een wolk stof te bijten. Het begint al snel te knarsen in onze mond.
Hier en daar staat langs de weg nog een woudreus overeind van het oorspronkelijke oerbos, maar het meeste is hier gekapt voor eigen gebruik of om plaats te maken voor landbouwgrond. Toch krijg je een aardig idee hoe het er hier 10-tallen jaren geleden uit heeft moeten zien.

Na ongeveer 1½ uur hobbelen zijn we in Voensai. We stappen van de motor met een vierkante kont en nadat we een colaatje hebben gedronken gaan we met een longtailboot over de Tonle rivier naar Kachon, het dorpje van het Tampuon volk (mét "u" dus). De uitzichten vanaf de rivier zijn schitterend. Hier voel je je nog veel meer midden in de wildernis. Af en toe komt er een andere longtailboot langs, maar voor de rest niets!
Na zo'n 3 kwartier komen we bij het dorpje en gaan aan wal. Dit volk bewaart altijd een lege doodskist onde het huis; best handig want dan hoef je de catalogus niet meer door te bladeren als er iemand overlijdt.
Het dorpje is verlaten, slechts hier en daar wat vrouwen en kinderen. De rest is in het oerwoud om te jagen; een lekker stukje zwijn of een mals hertenbiefstukje gaat er ook hier wel in.
De begraafplaats van dit volk is de echte attractie van deze ochtend. De graven lijken op kleine marktkraampjes met een beeltenis in hout van degene die overleden is. Er wordt bij een begrafenis ook altijd een os geslacht en de kop van dit beest wordt op een paal voor het graf gezet. Misschien ook wel een leuke variatie voor Nederland. Het laatste graf dat we zien is van de lokale bromsnor. Hij is vorig jaar overleden aan malaria. En wij nog twijfelen of we Lariam zouden slikken.
Nadat we het rondje door dit dorp hebben voltooid, varen we weer terug naar Voensai. Heerlijk met het gezicht in de zon over een kalme rivier. Ons maak je niet gek.
We lunchen aan de rivier en als we deze lunch naar binnen hebben gewerkt gaan we met de boot naar de andere kant van de rivier om door een klein chinees dorpje en een even klein laotiaans dorpje te wandelen. De dorpjes liggen gebroederlijk naast elkaar, maar het contrast is groot; de chinezen als gewiekste handelslui wonen in mooie grote huizen en bieden veel koopwaar aan terwijl de Laotianen een zwaar boeren bestaan leiden.
Rob steekt nog even de handen uit de mouwen en sjouwt samen met de gids een paar zakken rijst van 50 kilo naar een schuurtje. Is natuurlijk een kleinigheidje vergeleken met zijn zware bestaan bij de belastingdienst.

Om 15:00 uur zijn we terug in Voensai en beginnen we aan onze terugtocht.
Heel veel happen stof verder stoppen we nog even bij de Kalai gemeenschap die aan de kant van de weg woont. Er heeft hier net een soort healing sessie plaatsgevonden ten gunste van iemand die wat ernstige kwalen had en zelfs in het ziekenhuis lag. Er was een soort grote staande mobiel opgericht waaraan wat bamboe-kunstwerken hingen. Om de geesten gunstig te stemmen hadden ze een os ritueel geslacht. Verschillende onderdelen van dit beest lagen helemaal zwart gebakken boven een houtvuur zodat het vlees nog lange tijd bewaard kan blijven. Bovendien was er een grote kruik rijstwijn uitgetrokken waar ze al aardig aan handen genipt, want de oogjes van velen hingen op half 7.
Het laatste stukje stofweg zien we bijna geen hand voor ogen, en als we om 16:30 uur van de moto stappen zien we er uit als een stel roodbruine zandsculpturen. We gaan snel naar de slaapkamer, trekken onze zwemkleding aan en lopen in sprint naar het zwembad: eerst even weken.

Het één-gang diner gebruiken we bij de Coconut Shake om de hoek en als we erheen lopen zien we dat, net als in Battambang, er van alles te doen is op straat: een soort ballentent maar dan met darts op ballonnen gooien, veel eetstalletjes en overal kleedjes op de stoep waar je op kunt picknicken. Er is niets zo gezellig als een zaterdagavond in Cambodja.
Op weg terug naar het hotel weten wij ook nog een picknick-kleedje te scoren. We zitten daar heel romantisch, aan het kabbelend water van het meertje, een koud biertje, flesje water, gezellige TL-balken en Teva's met sokken. Wat wil je nog meer?

Zondag 29 november

Voor ons geen rustdag, althans geen hele. Eerst gaan we in alle vroegte nog een keer over de markt. Deze markt is erg fascinerend en je ziet hier nog veel vrouwen in authentieke kledij. Na de CF-card weer wat voller gepropt te hebben met foto's, huren ze een paar van die schattige damesfietsjes en gaan naar het kratermeer Yeak Lom. We kregen de fietsjes dit keer niet zo makkelijk mee als in Siem Reap en Rob gaat even snel naar het hotel om een kopie van het paspoort te halen. Wanner de vrouw van de fietsverhuur de foto op het paspoort ziet zegt ze: "much younger"; De baard die inmiddels aan Rob zijn kin bungelt maakt hem dus duidelijk niet jeugdiger; wat een teleurstelling. We springen dan alsnog op de fietsjes en zetten koers naar het kratermeer.
Dat was makkelijker gezegd dan gedaan, want het is hier niet bepaald een vlak parcours. We moeten af en toe stevig op de pedalen.
Wij zijn de eerste bij het meer, en het meer ziet er fantastisch uit. Het is bijna perfect rond en glimt in de zon. We rusten even uit van de fietstocht en lopen dan een stukje rond het meer. Na een uurtje besluiten we weer richting Banlung te gaan. Opnieuw die lastige berg-etappe, maar dan omgekeerd.
We gaan in Banlung even een internetcafé in en lunchen daarna bij restaurant A'dam.
Dan is ook voor ons de rustdag aangebroken en kruipen we op een ligbedje bij het zwembad. Pas als we een knapperig korstje hebben gekregen gaan we uit de zon en terug naar onze kamer. Het zal wel even duren voordat we weer een hotel treffen , met deze luxe.

Cambodja week 1


Grotere kaart weergeven

Maandag 16 november

De Hennie-taxi was mooi op tijd, maar bij de NS (Nooit Stipt) liep het anders. De trein naar Amsterdam CS was vertraagd, waardoor de , ook al te late trein naar Schiphol afgeladen vol was. We moesten dus staan met onze bagage want niemand toonde respect voor de twee 7-heuvelen lopers met hun vermoeide benen.
Op schiphol worden we geholpen door een stagiaire die nog nooit van Siem Reap had gehoord. Dit is niet bevorderlijk voor de snelheid.
Uiteindelijk hadden we om half 11 ons eerste bakkie koffie te pakken (sponsered by C & M).
Het boarden verliep soepel en op tijd. We hadden de stoelnummers 35-f en 35-g gekregen, maar toen we eenmaal zaten bleven de 3 stoelen naast ons leeg en op het moment dat werd omgeroepen "arm the slides", zat Rob al op de 3 vrije stoelen h,j enk. Nog even checken bij de steward maar het was oké. Dat zag er dus goed uit voor deze lange vlucht.

Om 12:07 uur gooit de piloot de Boeing 747, luisterend naar de swingende naam "Shak Alam", in zijn achteruit en roept hij om dat de verwachte vliegtijd 11 uur en 20 minuten bedraagt. We gaan er maar eens breed voor zitten.
Om 12:22 uur komen we los van Hollandse bodem en zetten onze horloges op Cambodjaanse tijd: 18:22 uur.
We worden goed verzorgd op vlucht MH 0017 en 4 films, 2 CD's , wat hazenslaapjes, 2 maaltijden en veel drankjes later zijn we in Kuala Lumpur. Om 06:32 uur lokale tijd (dat is 23:32 uur in NL) raken de wielen het asfalt.
We hebben hier meer dan 4 uur de tijd voordat onze volgende vlucht naar Siem Reap vertrekt en beginnen eerst maar met een bak koffie bij Starbucks en gaan ook nog even Burger King langs voor vitaminen.

Dinsdag 17 november

We vertrekken om 11:20 uur, 20 minuten later dan gepland, maar arriveren om 12:00 uur Cambodjaanse tijd in Siem Reap en dat is weer 5 minuten vroeger dan gepland. De klok is weer een uurtje achteruit gezet.
Om Cambodja in te komen hadden we in Kuala Lumpur al 3 x een formulier ingevuld met dezelfde gegevens, maar dat was nog niet alles want in Siem Reap kwamen er nog 2 formulieren bij; een gezondheidsverklaring i.v.m. de Mexicaanse griep en een formulier waar onze pasfoto op werd geniet. Ons paspoort gaat met visum door de handen van 7 douaneambtenaren en het eind van deze lange balie krijgen we onze papieren weer terug.
Onze tassen rolden voorbeeldig op de bagageband en bij de uitgang van de luchthaven stond een jongen met een bordje "Rob and Diana" te wachten. Dat ging lekker.

Het is erg warm en vochtig in Siem Reap en dat is wel even wennen, zeker als je er net 23,5 uur reistijd op hebt zitten.
Het hotel heeft gelukkig airco dus daar kunnen we even bijkomen.
's Middags doen we niet zoveel meer. We lopen wat door het centrum van Siem Reap tot er een hoosbui op ons dak valt. We gaan op een terrasje zitten en eten en drinken wat. Morgen gaat het echt beginnen.

Woensdag 18 november

We hebben vannacht onze jetlag eruit geslapen. 's Ochtends constateren we dat kolonialisme ook goede kanten heeft; zonder de Fransen hadden we nooit stokbrood bij het ontbijt gehad.
Na het ontbijt charteren we een tuk-tuk voor een halve dag om een eerste ronde langs de tempels van Angkor te gaan maken. We halen eerst ons 3 daagse entreeticket, kost 40 US dollar en dat is best veel voor Cambodjaanse begrippen, maar er valt ook veel te onderhouden op dit enorme complex.

Als eerste bezoeken we de Bayon tempel. De tempel met de glimlachende gezichten in het centrum van Angkor Thom is één van de beroemdste bouwwerken van Angkor. De meer dan 200 geheimzinnig glimlachende gezichten op de 54 torens geven de tempel zijn grote aantrekkingskracht. Een fantastische tempel, maar het valt op dat je hier bijna overal op mag klauteren. Lijkt ons niet bevorderlijk voor het behoud van de tempel.
We merken ook dat Angkor enorme kuddes toeristen aantrekt; het is een ware plaag, maar tegelijkertijd onmisbaar omdat het zorgt voor de nodige inkomsten.
Na de Bayon tempel bezoeken we nog Baphuon met de koninklijke binnenplaats en bijbehorend zwembad, allen onderdeel van de stad van Angkor Thom.

Hierna is het alweer tijd om terug te gaan, want we willen ook nog even langs Angkor Wat.
Het valt op hoe rustig het is bij deze tempel op deze tijd van de dag. We doen hier wat eerst indrukken op, maar om deze tempel echt te bewonderen heb je veel meer tijd nodig. Gelukkig hebben we nog 2 dagen.

's Middags lopen we weer in Siem Reap en dit keer gaan we naar de andere kant van de rivier en eten daar wat. Na deze lunch lopen we over het terrein van de Wat Bo en de Wat Dom nak, maar beide zijn uitgestorven. De monniken doen hier blijkbaar een siësta en dat is niet zo verwonderlijk met deze temperatuur.
Hierna lopen we nog even de markt over. Het is een grote lelijke markthal waar de warmte van de afgelopen dagen lijkt te zijn opgestapeld. De marktkooplui hebben er duidelijk last van want ze liggen bijna allemaal uitgeteld op hun kraam tussen de koopwaar; de poelier legt zijn vieze voeten naast een paar geslachte kippen en de groenteboer ligt tussen de bananen.
Na dit ronde Siem Reap ontvluchten ook wij de warmte en gaan naar het hotel. We bestellen vast de boottickets naar Battambang voor a.s. zaterdag en gaan dan bij het zwembad van ons hotel "Auberge Mont Royal" liggen; best zwaar dat backpacken.
's Avonds eten we wat aan Pubstreet. Klinkt erg toeristisch en dat is het ook. Een straat met alleen maar restaurants en bars. Wel erg gezellig 's avonds, zo moet het er in Salou ook ongeveer uitzien denken wij.
We weten nu ook waar het Dr. Fish concept vandaan komt. Op elke hoek van de straat zie je hier een opblaasbaar kinderzwembadje met daarin een school kleine visjes. Voor 3 dollar mag je je voeten een kwartier lang in het aquarium hangen en worden de overtollige huidcellen van je voeten opgegeten; dat zijn duidelijk andere prijzen dan bij de Zwaluwhoeve.
Hierna kruipen we nog even een Internetcafé in en werken onze weblog bij.

Donderdag 19 november

We hebben nog 2 dagen om de wereldberoemde tempels van het machtige Khmer rijk te bezoeken. Angor was van de 9e tot de 14e eeuw de hoofdstad van dit rijk dat op het hoogtepunt niet alleen het huidige Cambodja omvatte maar zich uitstrekte van het zuiden van China tot Vietnam, Thailand en Birma.
De tempels die in deze periode in- en om de stad verrezen zijn het hoogtepunt van de bouwkunst van Zuidoost-Azie. Niets in Europa is ook maar enigszins vergelijkbaar met deze monumentale bouwwerken.

Vandaag gaan we eerst verderop in de straat een paar fietsen huren. We hebben niet veel keus want ze zijn allemaal van het type damesfiets met mandje, made in China. Kost ook maar 1½ dollar per dag dus we mogen niet klagen.
Het is ongeveer een half uur fietsen voor we de 1e tempel in zicht krijgen. Het is Angkor Wat, maar we laten deze vandaag links liggen (of eigenlijk rechts). Omdat we hier op een ander moment nog een keer gaan kijken. We fietsen door de Southgate de stad van Angkor Thom in en door de Northgate er weer uit. Als eerste tempel bezoeken we Preah Khan, een van de grootste complexen van Angkor. Preah Khan is de tijdelijke residentie van de koning geweest totdat Angkor Thom klaar was. Daarna was het vooral een klooster en centrum van onderwijs. Er woonden 10 duizenden mensen waaronder monniken, docenten, ambtenaren (!), en meer dan 1000 danseressen.
Na dit bezoek fietsen we door naar Neah Pean een grote vierkante vijver met eromheen 4 kleinere bassins. Via spuigaten in kleine paviljoens stroomde het water van de grote vijver na de kleine bassins. De spuigaten hebben de vorm van het hoofd van een mens, leeuw, paard en olifant.
Als we terug zijn bij onze fietsen is het tijd om even te lunchen. Gelukkig wordt hier aan alle kanten aan je getrokken om je een eettent binnen te krijgen. Een bordje fried rice doet wonderen en na de lunch fietsen we met lichte zadelpijn naar Mebon, een tempel die in de oostelijke Baray ligt. De oostelijke Baray was ooit een enorm irrigatiereservoir van 2 bij 7 km, maar staat nu droog en heeft plaats gemaakt voor rijstvelden.

We vervolgen onze fietstocht en gaan naar Ta Phrom. Deze tempel is nog steeds overwoekerd met enorme wurgbomen, hoewel overwoekerd; ze hebben er een paar van die bomen laten staan voor de toeristen. Toen de Franse onderzoeker Mouhot het Angkorcomplex in 1860 ontdekte had de natuur het complex veel meer in zijn greep.
Hierna gaan we Bayon en hebben ons circuitje dus afgerond. Tegenover de Bayontempel is het voor een aantal monniken net tijd om in gebed te gaan; een uitgelezen mogelijkheid voor een paar mooie foto's. Diana wordt zelfs door de monniken uitgenodigd om van dichtbij foto's te maken, ze moet dan wel even haar schoenen uit doen.

Het is inmiddels 17.00 uur en we besluiten nog even te gaan kijken bij de plek voor een mooie zonsondergang: Phnom Bakheng. Een stevige klim brengt ons naar een tempel op een berg, maar de zonsondergang hebben we wel eens mooier meegemaakt. Nog voor de zon achter de horizon wegzakt zijn wij alweer op onze fiets gesprongen en fietsen het laatste stuk naar het hotel in het donker. Na deze survival fietstocht van 40 km. door Angkor, gaan we op een drafje naar Pubstreet en genieten van een paar sapjes tijdens Happy Hour dat hier in sommige bars de hele dag duurt.

Vrijdag 20 november

We zien vanochtend dat de Cambodjaanse zon de contouren van onze T-shirts in roodbruine kleur op ons huid heeft getekend.
Na het heerlijke ontbijt lopen we even de stad in, het is al weer erg warm om 10.00 uur 's ochtends. We drinken een voortreffelijke cappuccino in hotel de la Paix en nemen daarna een pedicure behandeling door onze voeten in een zwembadje met mini-piranha's te laten zakken; vreeeeemd gevoel! We kunnen ons lachen niet inhouden.
Na deze schoonheids-behandeling zwerven we nog wat door de stad. We maken wat foto's en kopen een zak lychees van een vrouw die haar bromfiets er vol mee heeft hangen. Daarna gaan we terug naar het hotel en trekken onze zwemkleding aan. Het water van het zwembad is ijskoud zodat we weer wat bijkomen van de drukkende warmte.

Om 14:00 uur gaan we dan nog één keer naar Angkor om de Bayon tempel en Angkor Wat te bewonderen. Aan het eind van de middag is Bayon nog veel mooier en, veel belangrijker, ook veel rustiger. We genieten van nog een rondje door deze tempel met de lachende gezichten en gaan dan naar Angkor Wat. Hier is het heel wat anders, niet wat het licht betreft, maar wel qua toeristen. Angkor Wat wordt op dit tijdstip overspoelt door de Touristis Groupos Japonica, oftewel enorme groepen Japanse toeristen. Uit alle poortjes, gangetjes, halletjes, putten en daken komen ze te voorschijn. Zeer vermakelijk maar beroerd als je een foto wilt maken.

Terug in Siem Reap drinken we wat bij de Red Piano, een bar die teert op het feit dat Angelina Jolie tijdens de opnames van Tomb Raider een graag geziene gast was. Ze hebben hier dan ook een cocktail naar haar vernoemd.
's Avonds eten we een typisch Cambodjaanse maaltijd Amok en na gisteren al Lok Lak te hebben gegeten, beschouwen ons nu als experts van de Cambodjaanse keuken.
Het eerste oordeel over deze keuken is in ieder geval heel positief.

Zaterdag 21 november

We zijn al om 05:45 uur bij het ontbijt, omdat we om 06:00 uur al opgehaald worden voor onze boottocht naar Battambang. Ondanks dat je hier pas vanaf 06:00 uur kunt ontbijten gaan ze gelijk een gelijk een fijn ontbijtje voor ons bereiden.
De bus is mooi op tijd, maar we zitten nog geen 2 minuten op onze plek of we moeten overstappen op een grote bus. Bagage overgegooid, kont in de stoel gedraaid en inderdaad, 2 minuten later mogen we er weer uit. Dit keer bij een restaurantje van een vage kennis van de chauffeur. Proberen ze toch nog een paar ontbijtjes te slijten.
De buschauffeur gaat ondertussen meer toeristen ophalen bij andere hotels. Enfin, om 7:30 uur stappen we uiteindelijk op de boot naar Battambang; niets eens slecht gezien de omwegen.

We merken al na 5 minuten dat we te zomers gekleed zijn voor zo'n open boot en Rob gaat in de stapel bagage, boven op het dak van de boot, op zoek naar onze rugzakken en vist er 2 warme jassen uit. Dat is veel beter.

De boottocht is fantastisch. We varen langs wetlands en zien overal grote watervogels wegvliegen. Deze mooie natuur wordt afgewisseld met drijvende dorpen en paalwoningen waarvan de bewoners druk doende zijn in hun kano's.
Na verloop van tijd wordt de vaargeul erg smal en komen de struiken en bomen heel dichtbij. We moeten zelfs dicht op elkaar kruipen in het midden van de boot om te voorkomen dat de takken midden in ons gezicht slaan.

Om 14:00 uur meren we aan in Battambang. Deze bootreis annex excursie van 6½ uur was zijn geld meer dan waard. Er staat een luxe 4WD met de naam van ons hotel te wachten. Diana spreekt de chauffeur aan en we kunnen instappen. Dat scheelt weer een ritje met de tuk-tuk. We checken in bij het hotel waar we al een paar keer mee gemaild hadden en laten ons daarna door een tuk-tuk in de stad afzetten. Een schok!!! Dit is het tegenovergestelde van Siem Reap.
Dit ziet er meer uit als een stad in het afgelegen noordwesten van China. Geen Pubstreet of Dr. Fish maar vooral veel onleesbare Cambodjaanse teksten.
Om deze nieuwe wereld even tot ons te laten komen besluiten we wat te lunchen bij een restaurant op de hoek. De ambiance is het net niet: de vloer fungeert als afvalbak en de plastic stoeltjes zijn, sinds de aanschaf 23½ jaar geleden, niet schoongemaakt. We bestellen toch maar wat fried rice; daar kan weinig mis meegaan, toch!?!?
Na een onverwachte heerlijke lunch lopen we wat langs de rivier Stung Sangker en bezoeken een klooster. We wennen redelijk snel aan de sfeer van deze stad.
Aan het eind van de middag nemen we een sapje bij La Villa, een hotel dat door een Frans stel wordt gerund. Oorspronkelijk wilden we hier slapen maar dit is tot 4 december volgeboekt. We zien waarom. Laten we niet klagen, wij zitten ook niet slecht in ons moderne fabriekshotel van 20 US dollar per nacht.

's Avonds eten we nog een Cambodjaanse specialiteiten bij een restaurant waar alleen maar Nederlanders blijken te zijn: 12 mensen uit een groep van Sawadee die hier een kookcursus volgen en een stel dat vanuit Vietnam deze kant op is gereisd. We raken met deze twee aan de praat en ze geven ons nog een paar tips voor de komende weken, als beloning krijgen zij ook wat tips voor Siem Reap van ons.
Terug bij het hotel maken we vast een afspraak voor morgen met een tuk-tuk chauffeur. Hij gaat ons voor 15 US dollar een hele dag rondrijden in de omgeving van Battambang. We weten niet zeker of hij wel heel ervaren is.....

Zondag 22 november

We hadden om 09:00 uur afgesproken met onze tuk-tuk reisleider en zaten daarom alweer om 08:15 uur in de ontbijtzaal. Hier geen stokbroodje met omelet maar een Cambodjaanse rijsttafel voor 10 personen (nr. 171).
Gelukkig voor ons stond er ook een broodrooster en wat sneetjes wit brood.
Na dit uitgebreide ontbijt gingen we kijken of onze chauffeur er al was, en ja hoor, hij kwam ons zelfs tegemoet lopen.
Ons eerste doel vandaag was om de 358 treden naar Wat Banan te beklimmen. De 5 torens in Angkor Wat stijl zijn wat vervallen, maar omdat we tijdens de beklimming van de trap en de bezichtiging van de tempel werden begeleid door 2 zeer minderjarige meisjes werd het een gezellige tempeltour. We lopen wat rond de torens, schieten wat plaatjes en rennen vervolgens de trap weer af. We rekenen af met onze animeer-meisjes en gaan op weg naar de volgende beklimming.
We scheuren over kleine paadjes, langs verdwaalde boerderijtjes en tussen de rijstvelden en gedragen ons als Sinterklaas die net het land is binnengekomen; zwaaien, groeten, lachen naar de kinderen van Battambang en omgeving. We zijn alleen ons strooigoed vergeten.

Als we bij Phnom Sampeau aankomen wordt de tuk-tuk bij een eettentje geparkeerd; is vast een vriend van een vage kennis van de buurman van onze chauffeur. Het zal wel de bedoeling zijn dat we daar straks lunchen.
We beklimmen deze heuvel waarop de Wat Sampeau staat via de asfaltweg en moeten concluderen dat de 7 heuvelenloop van vorige week een lachertje is vergeleken bij deze wandeltocht hier omhoog.
De Wat Sampeau is een mooie nieuw uitziende tempel en dat heeft vast te maken met de donaties van de Cambodjanen in het buitenland die kunnen worden gebruikt voor de onderhoud van dit complex.

De uitzichten vanaf deze heuvel zijn fantastisch, je kunt helemaal tot Battambang kijken en het is één en al boerenland waarop vnl. rijst en sinaasappels wordt verbouwd. Van deze produkten uit de omgeving van Battambang wordt gezegd dat ze de beste van het land zijn. Misschien wel een leuke locatie voor "Boer zoekt vrouw overzee", hoewel we nog geen Cambodjaanse Wietsze zijn tegengekomen.

Nadat we de tempel van alle kanten hebben bekeken, en Rob nog even uitgebreid met een monnik heeft staan beppen gaan we weer naar beneden. Onderweg bezoeken we nog een grot waar een monumentje is opgericht ter nagedachtenis aan de vele Cambodjanen die hier zijn vermoord door de Rode Khmer. Het monument bestaat uit een glazen kist, met daarin botten en schedels van enkele van de slachtoffers die hier zijn doodgeslagen en vervolgens in de grot werden gedumpt.

We lopen door naar onze tuk-tuk en toevallig is het net lunchtijd. We eten er wat bij die vage kennis en na de lunch stappen we weer in onze koets en gaan op weg naar de bamboe-trein.
We rijden onver de NH 57, een weg die in 2011 geasfalteerd moet zijn door een chinese aannemer. Na een half uur hobbelen over dit erg brede zandpad zijn we dan ook bedekt met een laag oranje stof; we zijn hier duidelijk 2 jaar te vroeg over heen gegaan.

De bamboe-trein is niet meer dan 2 assen met treinwielen en daarop een bamboe-bodem en een klein buiten-boordmotortje dat de achteras aandrijft. Deze "trein" rijdt op een enkel spoor en wanneer er een tegemoet komende trein aankomt is deze light trein zo afgebroken en van de rails af. Tegenwoordig wordt deze trein vooral gebruikt om toeristen te vermaken.

Wanneer we hebben plaastgenomen en het motortje is aangeslingerd komt het karretje langzaam op gang om vervolgens steeds harder te gaan. Het is een beetje hetzelfde gevoel als in de Python van de Efteling te zitten, maar dan zonder de uitgebreide veiligheidsmaatregelen en op rails die zo krom zijn dat het eigenlijk een wonder is dat het karretje er niet steeds afstuiterde.

De snelheid is duizelingwekkend op slechts 30 cm. afstand van de rails en we zijn opgelucht als we op het eindstation aankomen.

Na deze Cambodjaanse versie van een pretpark attractie gaan we op weg naar Wat Ek. Opnieuw een Angkoriaanse tempel, maar deze is wel in heel sneue staat. Onderweg er naartoe komen we nog door een dorpje waar ze gespecialiseerd zijn in het maken van rijstpapiertjes waar loempia's van gemaakt worden: erg belangrijk dorp dus!

Terug in het hotel proberen we de resten van de laag stof weg te spoelen, maar dat valt nog niet mee, en we moeten behoorlijk schrobben.

's Avonds hebben we gereserveerd bij La Villa, het hotel waar we ons eerder al verlekkerd hebben. We eten er in Zuid-Franse sfeer een heerlijke Cambodjaanse maaltijd. Ook spreken we de eigenaar nog even. Hij vertelt ons dat het de afgelopen 1½ jaar niet zo koud is geweest. We vragen ons later af over welk land hij het heeft. Want het wordt elke dag zo'n 30 graden in Cambodja.
Als we terug willen gaan naar ons hotel moeten we ons best doen om een tuk-tuk te vinden. Het valt ons dan ook op hoe uitgestorven het is op straat. Zo'n zondagavond is over de hele wereld ook hetzelfde.

Maandag 23 november

Vandaag hebben ween soort van rustdag. We slapen eerst wat uit en gaan dan na het ontbijt nog even de stad in. We wandelen daar wat over de markt en flaneren vervolgens over de "boulevard" en bewonderen de franse koloniale gebouwen die hier staan. Klinkt overigens wat chiquer dan het is. Na een stevige espresso bij La Villa gaan we op zoek naar een bus-maatschappij die ons morgen naar Phnom Penh kan brengen. We hoeven niet echt te zoeken want de tickets worden op elke hoek van de straat verkocht en het lijkt erop dat de bussen ook op elke hoek van de straat passagiers oppikken.
's Middags we wat zonnestralen bij het zwembad. Als Rob de handdoeken haalt bij de poolboy kijkt deze hem wat vreem aan en vraagt: "are you not cold?". Het zal wel aan ons liggen, maar met 30 graden kun je toch niet van "cold" spreken.
We leggen de handdoeken op onze bedjes en gaan met onze nog on-gezonde lichamen in de zon liggen. Het lijkt wel vakantie!

Als we 's avonds omkleden om de stad in te gaan zien we dat we weer veel te onbenullig in de zon hebben gelegen; dat is een leuk gezicht zo'n setje kreeften op stap.
We eten bij White Rose wat je een typisch Cambodjaans restaurant mag noemen: diverse kleuren plastic stoeltjes, wat bijeen geraapte tafels, en altijd weer lekker eten. Ook dit keer weer veel te veel om te kunnen kiezen: van fried rice tot lok lak, van amok tot sweet en sour chicken, van alles met cashew noten en heel veel met ananas. Ook free wifi staat overal op de kaart en uithangborden, maar dat hebben we nog niet geprobeerd.