Week 3 is alweer aangebroken en we zijn dus ruim over de helft. De busmaatschappij regelt onze pick-up bij het hotel vanochtend, maar ze sturen om 6:00 uur slechts 1 moto voor ons én onze bagage. De chauffeur neemt de 2 grote rugzakken vóór zich en wij kruipen met onze dagrugzakken bij hem achterop. Kan net!
In tegenstelling tot de heenreis zitten we nu wel met andere toeristen in de bus en hebben we een chauffeur die iedereen die zijn hand op steekt of aan zijn kont krapt meeneemt. Ontelbaar vaak stoppen dus. Over het zandpad, war we op de heenweg 2½ uur over deden, doen we nu ruim 3 uur. Het helpt ook niet dat hij met elke potentiële passagier in discussie gaat over de bestemming of de prijs van het ticket.
In Stung Treng stoppen we kort voor een versnapering en vervolgen dan onze weg over het asfalt. Er was nog slechts 115 km. asfalt dat ons van Kratie scheidde en het ging allemaal veel vlotter omdat er geen extra passagiers meer opgepikt werden. Dat zou dus een makkie worden, lekker muziekje op het hoofd en lekker achterover
Daar is de pits. We schakelen snel over naar Rob, want hij bevindt zich in de pits.
De bus komt tot stilstand en het team snelt naar buiten. Eén monteur kruipt onder de bus om de krik te plaatsen. De chauffeur haalt snel het reservewiel onder de wagen vandaan. Ben benieuwd naar de bandenkeuze. Slick, er komt gewoon weer een slick onder.
Heeft Ngy Lyheng Express haar leidende positie behouden, dat is nu de vraag. Snel terug naar Olav.
Ja hoor, de pitstop heeft slechts 30 minuten in beslag genomen en dat is voldoende om de concurrentie voor de te blijven. Ngy Lyheng Express is dit keer gewoon te sterk, zelfs met klapband.
De rest van de rit lijkt een formaliteit, dit zal Ngy Lyheng Express niet meer uit handen geven toch?
Nee, nee, wat nu? Twee kilometer voor Kratie moet Ngy Lyheng Express toch weer naar binnen. Dit kan geen geplande pitstop zijn. Wat is er aan de hand? Aaaah, de chauffeur moet volgegooid worden, en dit keer geen bandenwissel.
De voorsprong is inmiddels zo groot dat er geen paniek is bij het team en Ngy Lyheng Express is snel weer op weg om de laatste kilometers te volbrengen.
Neeeee, niet weeeeeer; Ngy Lyheng Express komt weer naar binnen. Is het nu dan helemaal over zo kort voor het einde van de race? Er moet getankt worden, hoe is het mogelijk, wat een tactisch gestuntel bij het altijd zo proffesionele Ngy Lyheng Express.
Met een volle tank arriveert Ngy Lyheng Express om 13:00 uur in Kratie. Wat een wedstrijd.
We doen onze rugzakken op en lopen naar het Oudom Sambath hotel. Dit keer geen luxe, maar spartaanse degelijkheid voor maar 7 dollar per nacht. We gooien onze spullen op de bijna schone bedden en maken een rondje door het dorp.
Als je even snel door dorpjes als Battambang, Banlung of Kratie loopt lijken ze best op elkaar: stoffige wegen, zenuwachtig getoeter van de scooters, een drukke markt centraal in het dorp, overal eetstalletjes en winkeltjes vol met prut en dan mogen we natuurlijk ook de altijd aanwezige tempels, de zgn. Wat, niet vergeten: Wat Motje, Wat Iser, Wat Kijkje om maar eens wat te noemen. Als je wat langer rondloopt leer je de eigen sfeer van de verschillende dorpen kennen.
We zien al snel een aantal van deze dolfijnen, hoewel de kunstjes niet van het niveau Harderwijk zijn. Slechts even komen ze boven om lucht te happen en dat is het moment dat je de camera klaar moet hebben.
Wanneer de zon bijna in de Mekong duikelt gaan we weer terug naar Kratie. We laten wat kleding wassen en gaan in de stad een hapje eten.
Het was wederom een enerverende dag.
Dinsdag 1 december
Het is bijna niet voor te stellen dat het alweer december is. Het is hier elke dag 30 graden met een stralend blauwe hemel. Niet lullig bedoeld, maar soms klagen we er zelfs over......
Omdat we bij thuiskomst niet teveel moeite willen hebben om onze vriendjes van AV Veluwe bij te kunnen houden, kiezen we vandaag voor wat inspanning. We laten onze hotelbaas 2 fietsjes aanrukken en gaan op weg naar de lokale veerboot om de oversteek te maken naar Koh Trong, een eilandje dat midden in de Mekong ligt.
We zien dat er, behalve veel lokalen met hun koopwaar van de markt, ook een toerist aan boord is. Wij gaan dus ook aan boord. Rob moet nog wel even de 2 fietsen op het metalen dak van de veerboot leggen; beetje extra body building kan hij wel hebben.
Zo'n boot vertrekt natuurlijk niet wanneer jij dat wilt, dus eerst zitten we 3 kwartier te garen onder het metalen dak voordat de kapitein op de toeter drukt en vertrekt.
Het eiland Koh Trong ligt op een ferme steenworp afstand, dus we denken dat we er met 10 minuten zullen zijn en gaan er maar even voor zitten. In tegenstelling tot wat we verwachten, varen we zuidwaarts i.p.v. westwaarts richting het eiland, maar dat zal wel met de stroming te maken hebben denken we. Als we echter na 15 minuten bij de zuidpunt van het eiland aankomen, beginnen we te vermoeden dat...................maar laten we niet te snel op de feiten vooruit lopen, want misschien legt hij wel aan de westkant van het eiland aan.
Dat deed hij dus niet en voor we het weten leggen we aan op de westoever van de Mekong om een passagier met vracht los te laten. Het begint er dus aardig op te lijken dat we op de verkeerde veerboot zijn gestapt.
Als we zo'n 10-tal stops verder zijn en wij samen met Sophie, de andere toerist, als enigen over zijn aan boord weten we het zeker. Als de kapitein voor de laatste keer aanlegt en dan ook zijn motor uitzet moeten we toch over op plan B. Gelukkig spreekt de kapitein erg goed Khmer en wij niet, maar met wat handgebaren en tekeningetjes begrijpen we van de kapitein dat we hier naar boven kunnen klimmen met de fiets, dan linksaf slaan en naar verloop van tijd kom je dan wel ergens waar je weer met een veerboot over kan. Klinkt hoopvol, toch?
We beginnen met zijn drieën zuidwaarts te fietsen op de westoever en al snel merken we dat er hier waarschijnlijk nooit eerder toeristen de verkeerde veerboot hebben gepakt, want we zijn een ware bezienswaardigheid; zelfs de ossen lijken ons na te kijken.
Het is hier allemaal nog erg puur en wat het meeste opvalt is de stilte die hier heerst. Het enige geluid dat je hoort zijn onze banden op het onverharde pad. We genieten met volle teugen van dit stukje ongerept Cambodja.
Als we aan het eind van een pad komen stoppen bij het huis van een lokale familie. We willen toch een keer oversteken naar Koh Trong, dus in ons beste Khmer vragen we hoe dat werkt met een veerboot hier. De man des huizes pakt een groot stuk bamboe, loopt richting het water, slaat een paar keer met een stuk hout op het bamboe en wonder boven wonder start er even later iemand aan de andere kant van het water de motor van zijn boot. Niet veel later is hij aan onze kant en wij klauteren snel met onze fietsen de schuine helling af richting het water. We laden de fietsen en ons zelf op de boot en gaan dan alsog naar het eilandje Koh Trong. Dat hadden we een uurtje geleden niet gedacht.
Op het eilandje staan we net zo vaak naast de fiets om foto's te maken als dat we erop zitten. Het is een fantastishe rit over dit eiland, en als we het eiland rond zijn zien we dat er net een veerbootje aanlegt. Om bij die veerboot te komen moeten we nog wel 400 meter door duin-achtig gebied klunen, maar we wilden wat trainen dus dit wat perfect.
Het veerbootje doet er nog geen 10 minuten over om in Kratie te komen; 10 minuten die we vanochtend ook dachten te gaan varen maar dat werd bijna 5 kwartier. Als we in Kratie zijn gaan we de 100 treden met de fiets weer omhoog, waarmee wij onze portie gymnastiek wel weer gehad hebben.
Na al deze inspanning fietsen we eerst naar een terrasje voor een sapje, waarna we naar het hotel gaan om de dikke stoflaag van ons lichaam te douchen.
Als we weer buiten staan zijn we mooi op tijd voor de zonsondergang over de Mekong en gaan als een bejaard stelletje op een bankje zitten om de koperen ploert langzaam rood-oranje te zien worden, als hij verdwijnt achter het eilandje van vandaag: Koh Trong.
's Avonds eten we weer bijna voor niets bij U-Hong Guesthouse waar ze net een CD van Coldplay draaien. Ons hoor je nog steeds niet klagen hoor!
Woensdag 2 december
We verlaten de staatsgevangenis, alias hotel Oudom Sambath en stappen op de bus voor de reis naar Phnom Penh. Dit is niet wat we gepland hadden, maar de verhalen die we over Sen Monorom hebben gehoord zijn niet van dien aard dat we de lastige rit er naar toe willen maken. Dan gaan we liever wat langer naar het zuiden van het land.
In tegenstellingtot onze vorige busrit was deze slaapverwekkend. Bovendien duurde de rit ruim een uur langer dan verwacht en we waren we dus pasom 14:30 uur in Phnom Penh.
Hier gelijk weer op zoek naar een tuk, maar we zochten niet de meest ervaren chauffeur uit. Na 2 straten moest hij al vragen waar ons hotel was en verderop gebeurde dat nog een keer. Toen hebben wij hem uit zijn lijden verlost en aangewezen waar hotel Castle is; wij zijn per slot van rekening al 1 dag in Phnom Penh geweest, dus wisten de weg.
Hotel Castle is er weer één met de nodige luxe, dus we kunnen het er een nachtje van nemen in big-city Phnom Penh. In de lobby van het hotel staat een grote kerstboom met pakjes eronder; beetje vreemd is het wel met 30 graden.
's-Avonds gaan we eens op zoek naar een Italiaan; na 2 weken Khmer-food wil je wel eens wat anders en bovendien moeten we het pizza-trauma dat we vorig jaar in Cuba hebben opgelopen nog verwerken (zie Cuba 2). We gaan naar het, door de Lonely Planet aangeraden, restaurant Happy Herb Pizza en bestellen een spaghetti en een pepperoni pizza. Bevend wachten we op wat komen gaat.
We hebben alvast extra drinken besteld om in een geval van nood de boel weg te kunnen spoelen.
We hoeven niet al te lang te wachten op onze maaltjes en met bevende vork beginnen we met een klein hapje en......................het smaakt overheerlijk; handen, voeten, alles gebruiken we om dit feestmaal naar binnen te werken. Moe maar voldaan hijgen we even later uit, nog even een boertje laten en wij zijn van een trauma verlost.
Op de goede afloop gaan we bij de trendy bar Metro nog even een lekkere cappuccino en een dubbele espresso nemen en dan snel naar bed en snaveltje toe want morgen is het wederom vroeg dag als we doorgaan naar Kampot.
Donderdag 3 december
We waren de zon een slag voor vanochtend. Nog voordat hij zijn kruin boven de Mekong laat zien, hebben wij ons eerste broodje al gesmeerd. Vanaf het restaurant op de 6e etage van ons hotel, zien we onze vakantievriend ontwaken.
Er zou om 7:00 uur een pick-up geregeld worden door Sorya busmaatschappij, maar om 7:20 uur was er nog steeds niemand en de bus zou om 7:30 uur vertrekken. Dit was erg ongewoon voor Cambodja. Een telefoontje van het hotel naar de busmaatschappij stelde ons gerust; er was een minibusje onderweg. Niet veel later arriveerde dit minibusje en waren we weer op weg, maar niet direct naar het busstation er konden nog veel meer mensen in deze minibus. Uiteindelijk propten ze 16 toeristen + buschauffeur + bijrijder in een minibus met 9 stoeltjes. Ken net!
De grote bus van Sorya zit propvol, er moeten zelfs mensen op een krukje in het gangpad zitten. De rit verloopt verder soepel en we zien onderweg het landschap veranderen hoe zuidelijker we komen. De kalkstenen heuvels domineren de omgeving.
Om 12.30 uur zijn we in Kampot en nemen een tuk naar het hotel. Het eerste hotel is vol, het tweede te duur en bij de derde is het raak.
Na deze opknapbeurt laten we ons naar Phnom Chhnork brengen, een grot in een kalksteen heuvel. We laten ons gidsen door een kwartet kinderen. De grot is erg mooi met enorme stalactieten. De gidsjes wijzen ons allerlei beeltenissen aan in deze druipers. Zo laten ze een olifant, een adelaar, een schildpad en een kalf zien, maar je fantasie wel heel erg aanspreken om deze te herkennen.
De omgeving waar deze grot zich bevindt is waarschijnlijk net zo mooi als de grot zelf: eindeloze rijstvelden met af en toe een paar palmen en een verdwaalde boerderij. Heel veel volk aan het werk in het veld, want het is tijd om rijst te oogsten. Idyllische plaatjes!
Na een uur gaan we weer terug naar Kampot, maar niet voordat we afgerekend hebben met onze 4 gidsjes. Op de terug kijken we onze ogen opnieuw uit in de ze fantastische omgeving.
Als we terug zijn bij het hotel zien we dat de verf in Diana's haar goed gehouden heeft in de wind. We zijn benieuwd hoe het kussensloop er morgenvroeg uitziet.
Vrijdag 4 december
Vanochtend zag het kussensloop er nog steeds stralend wit uit, dus nu overweegt Diana een container van die Revlon verf naar Nederland te verschepen. Lijkt een lucratief handeltje.
We huren voor 5 US dollar een Honda Wave en na wat uitleg over de werking van deze racemachine scheuren we Kampot uit, een grote stofwolk achterlatend.
Het is ongeveer 25 km. naar Kep en als we rustig aan doen zijn we er met een uurtje volgens de verhuurder. Gelukkig is het hier niet zo druk als in Phnom Penh en kunnen dus heerlijk genieten van de uitzichten om ons heen. Net als Rob de gashandel nog eens goed wil open draaien, stapt er een oom agent de weg op en die steekt zijn hand op. Rob brengt de moto tot stilstand en kijkt vragend naar deze wetsdienaar. De agent loopt om onze moto heen en zegt:"police control, 1 dollar". Onze mond valt open, maar omdat we vandaag nog in Kep willen komen betalen we deze afkoopsom aan de
In Kep zijn we nog net op tijd voor de krabmarkt. Er wordt gesleept met grote manden met krab die snel van eigenaar wisselen en er staan ook grote potten kokend water op het vuur waarin de krab wordt gekookt. We lopen een beetje rond over het marktje en als de drukte begint af te nemen gaan we op zoek naar Le Veranda, een resort dat hier ergens tegen de helling moet liggen en waar we door de eigenaar van La Villa in Battambang over getipt zijn. Na wat heen-en-weer gecross op onze moto vinden we uiteindelijk dit fantastische resort. En onder het genot van een cappuccino kijken we uit over de zee.
Nadat we ons even hebben gedragen als the-rich-and-famous van Kep gaan we nog een keer terug naar de krabmarkt. Dit keer niet om te kijken, maar om te proberen.
Als lunch bestellen we een kleine portie krab, in een restaurant op palen dat net boven de zee hangt.
Even later blijkt dat onze kleine portie krab uit 6 mooie rooie beestjes bestaat en dat terwijl wij dachten er ééntje te proberen. We krijgen 2 kraaktangetjes bij om de beestjes open te breken en zo bij het vlees te komen.
Diana eet een paar stukjes wit vlees maar deze manier van eten is aan haar niet besteed. Rob gaat vervolgens als 1-persoons kraagbeweging aan de slag en sloopt het halve dozijn beestjes om aan zijn lunch te komen. Moe maar voldoen legt hij naar enige tijd de tang naast zijn bord. Krab is heerlijk, maar je moet wel veel moeite doen om je stukje vlees te bemachtigen.
Rond 14:00 uur wordt de moto weer gestart en racen we terug naar Kampot. Onderweg zwaaien we nog even vriendelijk naar onze vrienden van de gendarmerie en zonder kleerscheuren arriveren we in Kampot.
Zaterdag 5 december
Op de verjaardag van de goedheiligman reizen wij van Kampot naar Sihanoukville, maar eerst genieten we in alle rust van een ontbijtje voor slechts 18.000 Riel.
We zitten buiten in het zonnetje dat door de bomen schijnt, het lijkt erop dat dit verwarmingselement hier nooit verdwijnt.
Om 11:00 uur gaan we met de minibus naar ons verblijf aan zee, en natuurlijk nemen we onze zwemkleding mee.
Veel hebben we in Sihanoukville niet gepland, wat zwemmen, duiken en lekker zonnen bij een strandtent.
Behalve wij en 2 Belgische toeristen wordt de minibus volgeladen met vracht; we kunnen onze benen nog net kwijt, maar we hadden niet anders verwacht.
De chauffeur geeft een dot gas, met volle vaart vooruit, maar Rob zit voor in het busje en bij hem breekt aan alle kanten het angstzweet uit.
Met 2 uur hebben we onze strandbestemming bereikt en het is gelijk duidelijk dat dit plaatsje niet op de rest van Cambodja lijkt.
Eerst naar het hotel, dan naar de duikschool niet ver van hier, volgende stop is aan zee achter een potje bier.
's Avonds eten we in het hotel bij een Mexicaan en daarna niet te laat naar bed omdat we morgen duiken gaan.
Genoeg van dat sinterklaas geshit, die ouwe kan ons van hier toch niet ontvoeren naar Madrid.
Zondag 6 december
De groep trouwe volgers van onze beslommeringen in Cambodja zal wel behoorlijk uitgedund zijn na gisteravond. We weten hoe onze familieleden en vrienden zich gedragen hebben afgelopen jaar dus velen zullen zich bevinden in een muffige zak in het ruim van een stoomboot op weg naar Spanje. Voor de enkelen die dit jaar wel zoet zijn geweest maken we het verhaal gewoon af.
Om 7:30 uur stonden wij bij duikschool Scuba Nation waar onze uitrusting al in een minibus was geladen. Het was 10 minuten rijden naar de vissershaven waar de boot ligt en we moeten tussen primitieve vissers-woningen doorlopen om er te komen.
Het wordt een privé-tochtje vandaag want wij zijn de enige 2 duikers op de boot. We worden vandaag begeleidt door Mick een divemaster uit Australië. Om 7:45 uur zetten we koers voor het eiland Koh Rong Samloum. De boottocht zal 2 uur duren en dat geeft ons mooi de gelegenheid onze rem-slaap af te maken die wederom wreed verstoord werd door de wekker. We nestelen ons op het dak van de boot en we worden al snel in slaap gewiegd door het geschommel op de golven.
Om 9:45 uur gooit de kapitein het anker uit aan de noordkant van het eiland en wordt onze uitrusting klaargemaakt voor de 1e duik, inderdaad: "wordt klaargemaakt", want wij hoeven zelf niets te doen.
Even voor 10:00 uur plonsen we in de warme zee en zakken naar zo'n 10 meter diepte. We merken al snel dat het zicht in deze wateren niet al te goed is. Met een metertje of 7 houdt het wel op. Het koraal is wel erg gevarieerd en de groep Batfish (zonder Robin) die nieuwsgierig rond ons komt zwemmen is best bijzonder. Verder bestaat het assortiment uit de standaard kleine visjes die je overal ziet, niets groots, niets speciaals. Aan het eind van deze duik van meer dan een uur ziet Rob nog een blue spotted stingray in het zand tussen 2 stukken koraal liggen, maar dat was het dan wel.
Als we weer op de boot geklommen zijn staat er een pan fried rice op ons te wachten. Dat gaat er natuurlijk wel in na een uurtje spartelen. Na de heerlijke lunch nemen we onze posities weer in op het dat en dommelen een beetje in de zon.
Om 12:30 uur gaan we ons opmaken voor een volgende duik en omdat we bij de 1e duik allebei last hadden van het beslaan van onze duikbril en dit model geen ruitenwissers heeft, heeft Mick de flacon Cambodjaanse Dreft erbij gepakt om de glazen te ontvetten. Hopelijk helpt dat, want elke 5 minuten je bril moeten laten vollopen is een leuke oefening voor beginners, maar daar zitten wij niet op te wachten.
De boot is inmiddels een stukje zuidelijker gevaren en we duiken op het rif met de naam "Last Chance". Een toepasselijke naam als je weet dat dit de plek is waar je het laatst kan duiken voordat de regentijd het zich onderwater helemaal verpest.
Het zich is op deze 2e duikstek iets beter, zo'n 10 meter, maar de onderwaterwereld lijkt veel op de 1e duik. Rob schrikt nog wel als hij een krab ziet zitten; als het maar geen verre familie is van de 6 schattige krabjes die eergisteren op zijn bord lagen, een krab kan zeer wraakzuchtig zijn.
Als we, wederom na meer dan 1 uur, weer boven komen drinken en eten we wat waarna we weer naar ons kraaiennest gaan. De terugtocht van wederom 2 uur is inmiddels ingezet.
Om 15:45 uur liggen we weer aan de kade en nog voor 16.00 uur zijn we bij het hotel. Dit was, ondanks het mindere zicht, een lekker dagje op zee.
Bij het zwembad van het hotel kunnen we constaren dat het kapsel van Diana de ultieme proef heeft doorstaan: 2 x één uur dompelen in zout water en tussendoor bakken in de felle zon hebben het geverfde haar geen kwaad gedaan. Diana gaat vanavond nog wat telefoontjes plegen i.v.m. de container die verscheept moet worden.