De wekker gaat om 6:30 uur, maar als we ons willen wassen blijkt er geen waterdruk te zijn. Kan gebeuren. Om 7:00 uur lopen we met onze rugzakken op naar het busstation. Onderweg komen we langs de lokale bakker die net de deuren opent. Gelijk maar even 8 witte bolletjes meegenomen voor het "ontbijt".
We rijden met de bus landinwaarts via Santi Spiritus en Ciego de Avila naar Camagüey. Onderweg zien we grote velden met suikerriet, een produkt waar deze regio in de 17e eeuw groot mee is geworden. In de buurt van Camagüey zijn de gevolgen van Ike weer zichtbaar; metershoge palmbomen liggen als lucifershoutjes verspreid op het grasland. Om half 2 zijn we in Camagüey en we laten ons door een taxi naar hotel Colon brengen. We hebben wel weer eens een hotelletje verdiend. Het hotel is gehuisvest in een oud koloniaal gebouw. Onze kamer heeft 5 meter hoge plafonds en een klassieke inrichting, helemaal in stijl. We gaan eerst wat eten bij een restaurant om de hoek en bestellen daar wat tapas. Na deze heerlijke gerechtjes gaan we op onze 1e verkenningsronde door Camagüey.
Hoewel Camagüey de 3e stad van het land is en meer dan 300.000 inwoners heeft, komt het toch heel gezellig en compact over. Wederom gekleurde huizen een paar leuke parkjes en een handvol mooie kerkjes.
In tegenstelling tot Trinidad zie je hier bijna geen toeristen maar des te meer bici taxi's. Elke 2 minuten wordt je aangesproken of je misschien met het meest economische vervoermiddel wilt worden vervoerd. Helaas voor hun hebben wij een nog economischer vervoermiddel onder aan onze benen. Maar niet alleen de bici taxi´s ook de normale fietsen zie je hier veel in het verkeer. Is het gevolg van de abrupte beëindiging van olie subsidies van de russen in de 90'er jaren. De Cubaanse regering koos toen voor de fiets als alternatief voor het transportsysteem dat gebaseerd was op Oost-Europese bussen en lelijke Russische Lada s die die bovendien nogal wat bijdragen aan de luchtverontreiniging. Om te voorkomen dat het hele transport op zijn kont zou komen te liggen kocht de Cubaanse overheid 1,2 miljoen fietsen in China.
's Avonds eten we weer bij een peso restaurant en ondanks dat de ober ons probeert af te zetten (lukt natuurlijk nooit bij Diana) zijn we voor een heerlijke maaltijd rond de 3 euro kwijt.
Het is 3 november en oma wordt vandaag 94 of 95 (we zijn de tel kwijt). Diana belt haar even vanuit het hotel.
Vandaag is de lucht weer veel blauwer gekleurd dan gisteren, toen we zelfs een verdwaalde bui hadden.
Na alweer geld gewisseld te hebben gaan we eerst op weg naar de markt nabij de rivier. De receptioniste in het hotel had ons al gewaarschuwd dat de markt niet zo uitbundig en vol is als voor Ike, omdat veel oogst verloren is gegaan.
Ze krijgt gelijk, want behalve knoflook, knoflook en knoflook is er slechts wat kool, verdwaalde knollen en hier en daar een ananas te vinden.
Na het bezoekje aan de markt, gaan we kris-kras door Camagüey. Wat we in andere plaatsen ook al zagen zien we hier ook weer: bij veel winkels staan de mensen buiten in de rij. Het aanbod is beperkt, en wanneer er dan iets is binnengekomen komt iedereen er op af. Vandaag lijkt het of er een containertje matrassen is gearriveerd. Overal in de stad komen we Cubanen met matrassen tegen; matrassen achter op de bici taxi, matrassen op het hoofd, matrassen opgerold op de bagagedrager, matrassen op de brommer en matrassen onder de arm.
We hebben vandaag Camagüey goed kunnen verkennen. De Tinajones, grote potten klei, waar vroeger vanwege de schaarste het regenwater werd opgevangen, waren nauwelijks meer te vinden, terwijl Camagüey er zo bekend om is. De kronkelende straatjes zijn wel een enorme uitdaging. Wanneer je 2x een verkeerde zijstraat inloopt ben je de weg kwijt. Dit was ten tijde van de piraterij ook de bedoeling.
Dachten we gisteren nog dat er hier zoveel gedronken werd in het weekend, vanochtend was het toch echt maandag maar vanaf een uurtje of 9 hebben we ze al weer gesignaleerd met een fles bier of rum gezellig babbelend en dat gaat zo de hele dag dan door. Zuipen kunnen ze hier wel.
Het mocht de pret niet drukken en het ging zeker niet ten koste van de schoonheid van Camagüey. Boven verwachting gezellig en vooral ook mooi koloniaal. Prachtige kerken, gekleurde gebouwen en allemaal op loopafstand. De Cubanen zijn ook erg gek op softijs. Bij de meeste ijssalons sta je eerst buiten in de rij te wachten voordat je kunt likken. Hier in Camagüey heb je daar de overtreffende trap van Coppelia. Een halve Kwantumhal waar de hele dag rijen voor de deuren staan om naar binnen te mogen om een ijsje te bestellen. Wij wilden dat ook proberen en tijdens een daluur zijn wij ook naar binnen gegaan. Je haalt dan eerst aan een balie net zoveel coupons als je bolletjes ijs wilt, vervolgens ga je bij een tafeltje zitten, haalt de serveerster je bonnetjes op en wordt even later je ijs bezorgd. De ambiance is niet veel, maar het ijs is prima.
´s Avonds kiezen voor een gezellig restaurantje op loopafstand van het hotel.
Camagüey heeft een enorm aanbod aan de bars en restaurants in tegenstelling tot andere steden. Dit betekent overigens niet dat alles wat hier op de kaart staat ook te krijgen is. Wat dat betreft is het overal hetzelfde: eten wat de pot schaft.
Vandaag gaan we door naar Bayamo een dorp ten noorden van het Sierra Maestra gebergte. Wij waren gisteren al even naar het busstation geweest voor kaartjes, maar toen vertelde de cheffin dat we vandaag tussen 11.00 uur en 11.30 uur terug moesten komen. Wij vandaag netjes op tijd op het busstation, vertelt dat hondehok dat we pas kaartjes kunnen kopen als de bus uit Trinidad is gearriveerd. Zitten we dan in het sfeerloze stationsgebouw van Camagüey.
Wanneer de bus arriveert blijken er zat vrije plekken te zijn dus we kunnen mee. We zitten nog maar net in de bus en het begint te regenen en niet zo´n klein beetje. Het houdt bovendien bijna de hele rit aan. In Bayamo druppelt het nog wat maar de bici taxi chauffeur vertelt ons dat het hier al 5 dagen regent. We zullen morgen zien of het nu wel zal ophouden of dat we op het verkeerde moment op de verkeerde plek zijn.
We vernachten in hotel Escuela Telegrafo, een hotel dat gerund wordt door studenten van de hogeschool voor toerisme. Wat ons betreft zijn ze al geslaagd, zowel in de keuken als voor de service.
Wanneer we ´s-ochtends gaan ontbijten bij ons hotel zien we dat het nog steeds niet best is buiten. Het regent niet meer maar het is erg somber buiten. We besluiten maar gelijk door te gaan naar Santiago de Cuba want we zijn in Bayamo om een dag of 2 naar de Sierra Maestro te gaan en daar wil je na een aantal dagen niet wezen.
Om 9 uur zijn we alweer op het busstation, maar voor het eerst deze vakantie heeft de bus een half uurtje vertraging. Uiteindelijk arriveren we nog heel behoorlijk op tijd in Santiago. Hier trekken we opnieuw in een hotel waarmee de score hotel vs. casa in het voordeel van de hotels is. Het weer is hier aanmerkelijk beter, nog wel bewolkt maar de zon is er af en toe weer bij.
We informeren naar een dagtochtje naar het oude fort El Morro, maar uiteindelijk maken we een deal met een eigenaar van een prachtige oude Chevrolet uit 1956. Deze rood met goud gekleurde bolide zal ons morgen bij het hotel ophalen. We kopen nog even onze laatste ansichtkaarten en wandelen door het centrum van Santiago.
Ook deze stad ademt weer een heel relaxte sfeer uit. Bijzonder aan Santiago is dat hier het oudste gebouw van Cuba staat en dat hier het balkon is vanwaar Fidel op 2 januari 1959 de overwinning van de revolutie uitriep. Bovendien is Santiago de bakermat van de Cubaanse son, de zo swingende muziek die je hier overal hoort en deze stad is onder de macht van de Spanjaarden jarenlang de hoofdstad van Cuba geweest.
´s Avonds eten we buiten bij het 4 sterren hotel Grand Casa met uitzicht op het drukste plein van Santiago. Dit mooie moment wordt echter wreed verstoord als de plaatselijke ongedierte bestrijdingsdienst met een soort omgekeerde bladblazer achter op een vrachtwagen een enorme rookwolk door de straten aan het verspreiden is. Deze chemische rookwolk, die waarschijnlijk bedoelt is om het kleine ongedierte te bestrijden, vult onze eetgelegenheid en we kunnen elkaar niet meer zien zitten aan de andere kant van de tafel. Gelukkig hadden wij het eten net naar binnen gewerkt.
Om half 9 is onze chauffeur al present. Het valt ons nu op hoe goed de goudkleur van zijn Chevrolet kleurt bij zijn mondvol goud. Hij zegt ons dat hij eerst nog even moet tanken en iets verderop stopt hij bij een huis waar hij een jerrycan benzine ophaalt. Als hij de auto weer wil starten laat de accu hem in de steek. Hij vertelt dat hij gisteren met vrienden naar muziek uit de autoradio heeft geluisterd, dus de accu zal wel leeg zijn. Hij trommelt wat bekenden op en gezamenlijk duwen ze de auto weer op gang. Onze chauffeur heeft een bijzondere rijstijl; elke keer wanneer hij bergafwaarts gaat zet hij de motor uit om benzine te sparen. Bovendien heeft hij de radio knetterhard aanstaan en je ziet de mensen omkijken als we langsrijden.
We zijn mooi op tijd bij castillo El Morro, een van de best bewaard gebleven Spaanse forten, en kunnen het bezichtigen voordat de busladingen toeristen worden uitgespuugd. Het fort is erg fotogeniek en heeft een mooi uitzicht op de oceaan en de baai van Santiago. Het is erg warm vandaag en we zweten ons een ongeluk.
Na het fort brengt de Chevy ons naar de veerboot voor de overtocht naar Cayo Granma, een piepklein eilandje in de baai van Santiago vanwaar we mooi uitzicht hebben op het fort. Helaas moeten we meer dan een uur wachten op de eerste overvaart, maar het eilandje is schattig. We lopen het in 10 minuten rond en voordat we teruggaan met de ferry moet Diana eerst haar dorst lessen, en omdat er niets anders te krijgen is koopt ze een fles cola van 1,5 liter en zet die aan haar mond. Erg charmant! Hierna zet de ferry ons weer over en laten we ons door de Amerikaanse bak terugrijden naar Santiago. Onderweg komen we nog wel een keer stil te staan omdat de paar druppels benzine in die enorme benzinetank niet meer bij de motor komen wanneer de weg te steil omhoog loopt, maar goed even wat zuigen aan een of ander slangetje en starten maar weer.
Wanneer we 's middags op een terrasje zitten zijn we allebei het slachtoffer van een spotprent-tekenaar. Diana mag niet eens klagen, maar de baard die bij Rob wordt getekend komt niet echt overeen met het geval dat de afgelopen 2 weken aan zijn kaak gegroeid is en bovendien lijkt hij op de tekening wel 50+ volgens Diana.
Terug op onze hotelkamer zetten we toevallig de tv aan en horen we de Piet Paulusma van Cuba iets zeggen over Paloma. De satellietbeelden maken duidelijk dat er wéér een orkaan op Cuba afkomt. Deze duif lijkt op het midden van Cuba te gaan schijten, maar we moeten de komende dagen maar zien welke baan de orkaan gaat volgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten