Ethiopie 7

Vanaf Jinka naar Key Afar is de weg bekend terrein. In Keya Afar bezoeken we de markt waar veel Banna volk rondloopt. De mannen dragen veel gekleurde kraaltjes wat het leuk doet op de foto. De vrouwen dragen een halve kalebas op hun hoofd en ook dat ziet er kittig uit.
Na Key Afar een stukje hobbelweg dat we nog niet gezien hebben. We lunchen in Weyto in het restaurant waar we op de heenweg ontbeten hebben. We nemen maar weer eens rijst met Shiru en wat tomatensaus: heerlijk!
Vanaf Weyto naar Konso is wederom bekend terrein en na Konso gaan we rechtsaf richting Yabelo. In Konso informeren Yabi en Abel nog even naar een stammenconflict in deze buurt, maar we zullen er geen last van hebben.
Het gebied waar we doorheen rijden wordt bevolkt door de Borena een nomadenvolk met grote kuddes vee van soms wel 1000 stuks. Ook zien we veel kamelen die tot de veestapel van de Borena behoren. De Borena mannen lopen bijna allemaal met een wapen, blijkbaar hebben ze dat nodig voor het lopende conflict.
Yabi scheurt alsof de duivel hem op de hielen zit, we weten niet of het stammenconflict hier de oorzaak van is of dat hij extra punten wil halen in deze klassementsproef van het WRC in Ethiopië.
Het gebied waardoor we heen rijden lijkt iets op dat tussen Turmi en Omorate; veel acaciabomen en struiken krijgen soms wat kleur van de termietenheuvels die overal bovenuit steken.
Om 17:30 uur zijn we in Yabelo waar we het helaas weer zonder warm water moeten stellen. Morgen maar weer in Awassa.

Onze organen krijgen tijdens de rit naar Awassa minder te verduren dan de afgelopen dagen want vanaf nu is het asfalt. We scheuren in 5 uur naar Awassa en stoppen slechts voor een ananassapje.
De omgeving is prachtig maar we zien niets nieuws: acacia's, koffiestruiken, suikerriet en valse bananenbomen, termietenheuvels, kamelen, koeien, hutjes, kleurrijke bevolking en dorpen die van bovenaf op één grote metalen golfplaat lijken.
In Awassa kan na meer dan een eindelijk de baard eraf (bij Rob) want er is warm water bij de wastafel.
Awassa is een grote stad en hier zien we weer die dingen die we lang niet gezien hebben: taxi's, internetcafé's, brede straten en druk verkeer.

's Middags lopen we met Abel langs het Awassameer. Hier vindt je de meeste vogels die elders in Ethiopië ook voorkomen en we worden weer een stuk wijzer..........
Abel wijst ons nog op een groot hotel dat aan de waterkant gebouwd wordt. Is van Gebre Selassie zegt Abel. We hadden gedacht dat er geen droog brood te verdienen was met hardlopen. Misschien toch een carrière-switch.
Nadat we zijn uitgekeken op de vogels gaan we met Abel naar zijn 2-kamerstudio om onze foto's over te tanken. Hij vindt ze erg mooi en loopt er al vanaf het begin af aan over te zeuren dat hij ze graag wil hebben. Helaas kost het ons te veel tijd om een kaartje van 1 GB over te tanken dus we bleoven hem een DVD met de foto's toe te sturen.
's Avonds eten we niet bij het hotel want er is keuze zat in Awassa en we eten bij een restaurant dat is aangeraden door de reisleidster van Koning Aap (Belgie).

Voordat we naar Addis rijden bezoeken we nog even de vismarkt van Awassa. Het is weer eens volledig anders dan we ons voorstelden. Geen grote vissersboten of kratten met vis in ijs, maar vissers met roeibootjes die de hele nacht op het meer hebben gelegen en 's-ochtends terug roeien om de gevangen vis te verkopen. De koers was 6 vissen voor 1 birr vandaag.
Je kunt ze trouwens gelijk eten als je wilt, als een haring, rauw (zonder uitje met chili).
We lopen met Abel nog even verder langs het water en krijgen ons laatste college watervogels.Terug bij het hotel nemen we afscheid van Abel. Hij woont in Awassa en we vinden het niet nodig dat hij op en neer naar Addis gaat om ons op het vliegveld te droppen.
We douchen nog even en om 10:00 uur staat Yabi klaar om ons naar Addis te rijden. De rit brengt weinig nieuws en nog een stevige lunch in Debre Zeit aan het meer komen we om 16:00 uur in Addis aan.
We moeten nog even snel een paar souvenirs op de kop tikken en gaan met Yabi naar de Merkato. We hebben al veel bazaars gezien in Noord-Afrika maar dit slaat alles. Men zegt dan ook dat dit de grootste is. Het lukt ons hier om 1 souvenir te kopen en rijden vervolgens naar het stadion om het laatste souvenir te scoren.
Om 18:00 uur zijn we weer terug bij af: het Ghion hotel. We drinken wat en sturen een laatste email.

Eind van een fantastishe vakantie in een fascinerend en mysterieus land met een vriendelijke bevolking.
Net na 20:00 uur zet Yabi ons af bij Bole airport voor vlucht KL 543 naar Amsterdam.

Ethiopie 6

Om de hitte een beetje te vermijden gaan we weer vroeg op pad. Over een stoffige weg rijden we naar Weyto waar we een ontbijtje nemen; voor de verandering een gebakken ei met brood en kaneelthee.
Voordat we ontbijten stoppen we nog even om de waga's te bekijken. Dit zijn houten grafmonumenten die op de graven van de "helden" van het dorp werden gezet. Ze lijken wel wat op kleine Paaseiland beeldjes. Omdat de waga's geliefd waren bij de antiquairs werden ze uit de dorpen gestolen en om dit verder te voorkomen zijn de laatste waga's centraal bij één gemeenschapshuis geplaatst.

Na het ontbijt hebben we onze eerste ervaring met een lokale stam: de Arebore. Ter hoogte van het dorp springen de jongeren als Boliviaanse struikrovers naar de jeep. We hebben nauwelijks de deuren open of het gaat van "me photo, me photo, 1 birr, 1 birr, 2 birr...."
Abel heeft veel moeite het dorp in toom te houden en stuk voor stuk nemen de dorpelingen poses aan in de hoop dat je een foto maakt want dan kunnen ze gelijk afrekenen. Abel probeert met één van de stamoudsten een afspraak te maken over hoe we dit dorpje een beetje kunnen bekijken, maar heeft weinig succes (dat deze ouderling om 11:00 uur al dronken is helpt niet echt).
De foto's maken hier gaat net zoals je op de markt de mooiste vis uitzoekt of bij de slager de beste biefstuk. Er wordt een koppeltje modellen op een rijtje gezet, je wijst aan welke je wilt fotograferen, de rest gaat aan de kant, je maakt de foto en kunt gelijk afrekenen. Beetje gênant gebeuren. We zitten dan ook alweer snel in de jeep.

Rond 12.30 uur komen we aan bij onze lodge en de teleurstelling is groot bij het zien van deze bouwval, maar ach eigenlijk hadden we niet veel anders verwacht, in Jinka zal alles beter zijn (toch?). We lunchen bij een tourist hotel in Turmi en voor de verandering nemen we spaghetti. Dat smaakt in ieder geval goed. In de namiddag gaan we met Abel bij een Hamar familie op bezoek. Moeders komt net thuis als wij aan komen lopen en we maken kennis. Veel stelt het communiceren niet voor want het plat apeldoorns lijkt niet veel op het hamar en engels helpt je hier ook niet veel verder. We worden uitgenodigd in de hut en ze zet gezellig koffie, of eigenlijk slap aftreksel daarvan want ze gebruikt niet de koffieboon maar de schil van de koffieboon. Even later komt ook pa binnen en we kwebbelen er wat af. We vragen hoeveel vrouwen hij heeft, waar dat leuke bankstel vandaan komt en of ze nog van plan zijn uit te bouwen. De tijd vliegt en voor we het weten is het al weer tijd om te gaan. We nemen afscheid, bedanken voor de gastvrijheid en het kalebasje koffie en lopen terug naar de lodge. Dankzij de vriendschap van Abel met de heer des huizes was dit bezoek gelukkig geen toeristische attractie. Terug bij de lodge zijn we ineens een stuk milder over deze bouwval, de hamar moeten het met nog veel minder doen.
Als we 's avonds eten bij het touristhotel barst de hemel open en hoewel de regentijd eigenlijk voorbij is krijgen we toch nog een enorme bak water.

's Ochtends zien we dat er ook vannacht nog een tropische bui is overgekomen. Op weg naar het touristhotel voor ons ontbijtje moeten we de nodige plassen ontwijken. Het is nog bewolkt, maar de zon doet al wel voorzichtig zijn best.
We moeten vanochtend eerst 5 kwartier rijden dus die bewolking komt ons best goed uit. We gaan naar Omorate een plaatsje op 30 km. van de Keniaanse grens en gelegen aan de omo-rivier. Aan de andere kant van de rivier woont de Dassanech stam die we ook met een bezoekje gaan vereren. De weg naar Omorate is hobbelig en droog maar Yabi heeft de vaart er goed in. De omgeving wordt gedomineerd door stekelig struikgewas met hier en daar de karakteristieke acacia met zijn platte kruin. Metershoge termietenheuvels steken als schoorstenen omhoog tussen het struikgewas. Voor ons duiken dik-dik's, gazelles en bavianen het struikgewas in.

Als we bij de omo-rivier aankomen steken we over in een uitgeholde boomstam. Er is niet veel ruimte, maar ons bevallige billetjes passen in deze "boot". Er stabiel vaart zo'n stammetje niet, maar al na een 5-tal minuten zijn we aan de overkant van deze 50 meter brede rivier.
Bij de Dassanech geen overval en geen geschreeuw om foto's en birr's. We lopen een paar minuten en komen bij het dorpje van deze nomadische stam. De hutjes zijn veel eenvoudiger omdat ze elke paar maand verkassen. Geen plaats voor een open haard of een zolder waar de spullen bewaard kunnen worden zoals bij de hamar waar we gisteren waren.
We lopen wat rond in het "dorp", schieten wat plaatjes (waar we overigens wel voor moeten betalen maar het gaat veel gemoedelijker) en keren vervolgens terug naar de rivier om ons weer in de boomstam te wurmen. We dobberen naar de overkant en gaan terug naar Turmi waar we nog de maandagmarkt zullen bezoeken.
In Turmi aangekomen lunchen we eerst nog bij het touristhotel. Er is weinig variatie in restaurantjes: er is het touristhotel of het touristhotel. Je zit hier dan ook in een uithoek van de wereld en we moeten niet teveel noten op onze zang hebben.

Na de lunch gaan we naar de lokale hamarmarkt. Een betrekkelijk kleine markt, maar waar het vol is met de Hamar met hun prachtige haardracht. De vrouwen mixen een kleiachtig goedje door hun haar waarna ze pijpenkrulletjes draaien en het haar er uitziet als koperkleurige dreadlockjes. De mannen mogen ook een beetje kleien met hun haar, maar dan moeten ze wel eerst een groot wild dier of een man van een andere stam gedood hebben.
Na de markt gaan we even terug naar onze eigen lodge en nemen een ijskoude douche, best lekker nu het weer tegen de 40 graden loopt.
Voor het avondeten zijn we weer paraat in het touristhotel en het is er weer vol met toeristen vanavond en dat is niet zo gek want dit is de enige tent die pasta en rijst serveert. We krijgen van Yabi en Abel een kadootje: een ministoeltje, annex plasstoel, annex neksteun, annex make-up doos, annex sleutelhanger, annex sexhulpmiddel (geïnteresseerden kunnen later om uitleg vragen). Er leuk, hadden we zelf ook al naar gekeken en het is iets wat hier door de mannen overal wordt meegedragen.

Via een zanderig weggetje door de met de bos bedekte heuvels van het hamargebied, rijden we vandaag eerst naar Dimeka om de kleurrijke dinsdagmarkt te bezoeken. We zijn helaas te vroeg voor de markt en kijken even rond hoe deze opgebouwd wordt. Om 11:00 uur rijden we door en na Key Afar te hebben gepasseerd klimmen we langzaam naar de koelere en groenere hooglanden van Jinka waarbij we het gebied van de Banna-stam passeren.
De lodge in Jinka is van redelijke luxe: een boiler (dus warm water) en een wc mét wc-bril die nog doorgetrokken kan worden ook. We lopen even door Jinka en bewonderen de landingsbaan midden in het dorp. Op deze grasstrook van zo'n 30 meter breed landt elke week een vliegtuig. Je mag hopen dat ze dan al het vee er vanaf gehaald hebben.
's Avonds blijkt de lodge de zaakjes toch zo goed voor elkaar te hebben. De handdoeken zijn nog nat vanwege de nachtelijke regenbuien die we hier als een staartje van de regentijd beleven en blijkbaar hebben ze hier geen grote voorraad handdoeken. In het restaurant blijkt bovendien alle frisdrank uitverkocht te zijn en dat je dan even een paar flesjes in het dorp kan halen komt niet bij ze op.

De volgende ochtend blijkt dat het weer behoorlijk geregend heeft 's nachts. We zijn benieuwd hoe de paden in Mago National park zullen zijn.

Om 8:00 uur staat de jeep weer klaar bij de lodge en we gaan op weg. Voorzichtig rijdt Yabi door de kleine stroompjes die vannacht zijn ontstaan. Het Mago National park is heuvelachtig en groen, maar veel wild zien we niet. Een paar dik-dik's wat bavianen en een aantal roofvogels zijn het enige wil dat we spotten, maar het "wild" waar we vanochtend voor op pad zijn gegaan is de koortslipstam, de Mursi. De Mursi zijn de bekendste van alle Ethiopische volkeren dankzij een aantal tv documentaires. De bekendste tradities zijn de heftige stokgevechten door de mannen en de lipplaat die de vrouwen dragen.
We zijn vanochtend gelijktijdig op pad met de groep van Koning Aap Belgie en even later blijkt ook dat we naar hetzelfde mursi-dorp gaan. Bij het dorp aangekomen is er ook nog een groep bejaarden Italianen gearriveerd.

De Mursi doen hun best om gefotografeerd te worden en hebben vanochtend extra hun best gedaan achter de make-up spiegel. Gelukkig is het ook hier niet zo erg als bij de Arbore, onze eerste kennismaking met de Zuid-Ethiopische stammen een paar dagen geleden, maar wel even afrekenen naar elke foto. We tikken ook nog even een originele lipplaat van één van de Mursi-vrouwen op de kop en laten haar met een enorme hanglip achter.
Wanneer we door onze 1 birr biljetten heen zijn stappen we weer in en gaan op weg. Als we de ramen van de jeep opendoen schieten de tsee-tsee vliegen als F16's onze jeep binnen op zoek naar vlees. We waren al voorbereid dat ze in Mago National Park in grote getallen voorkomen maar op de heenweg hadden we er geen last van gehad. Nu waren we wel even bezig met het verjagen en doodmeppen van deze killer-fly.
In Jinka bezoeken we nog het etnologisch museum dat hier door een Duitser is opgericht. Het geeft een prachtig overzicht van alle volken, gewoontes en gebruiksvoorwerpen.
's Avonds nemen we een heerlijke hamburger bij het hotel waarna we een warme douche hebben en gaan slapen voor de lange reisdag naar Yabelo.

Ethiopie 5

Gisteravond was er nog iets te doen rondom een millennium miss-verkiezing (je weet nog wel het is hier net 2000). Het was een komen en gaan, over het algemeen mooie, lange, dunne meiden. Na 2 blote kerels voor Diana, was Rob nu aan de beurt en het was nog lang onrustig in het hotel......
Vanochtend hebben we ruim een half uur zitten wachten op onze jeep, pas om 8:00 uur waren ze er. Het gezelschap zou worden uitgebreid met Abel onze gids voor het zuiden en we hoopte maar dat dit geen regel zou worden met hem. Abel is een relatief jonge gozer met dreadlocks.
Door het drukke verkeer duurt het tot 9:00 uur voordat we Addis achter ons laten.We zien al snel dat we een heel andere wereld binnen rijden. Niet meer het groen, bergachtige zoals in het noorden, maar vlak en droog met grote velden tif, de belangrijkste grondstof voor injera, die geoogst wordt.

Onderweg stoppen we bij een paar kratermeren en zien daar pelikanen, maribu, ibissen en andere watervogels. We merken goed dat er een gids aan boord is; elke boom, vogel en plant hebben ineens een naam en we worden bijgepraat over de toekomst van Ethiopië, exportproducten en het verband tussen Ethiopië, rasta en Jamaica.
's Middags bezoeken we het Abiata-Shalla national park. Bij de twee meren Shalla en Abiata zien we flamingo's en in de rest van het national park zien we nog veel meer vogels die we nu dankzij Abel kunnen benoemen.
's Avonds slapen we in een afgelegen lodge aan het Langanomeer. Vlak voor de afslag naar de lodge ligt een doodgereden wrattenzwijn, waar een hele groep gieren omheen zit een hapje te eten. We merken dat we zelf ook trek hebben gekregen.
Voor het eerst voelen we ons bij deze lodge een beetje uitgebuit als we wat drinken bestellen, maar voor Nederlandse begrippen is het nog steeds spotgoedkoop.
We lopen nog even over het strand van Lago langano en vragen ons af of Lago Maggiore net zoiets zal zijn. We zullen het volgend jaar weten.

We worden heerlijk uitgeslapen wakker op ons prinsessenbed met klamboe. En als de auto-piet en de rasta-piet net voor 7:30 uur aankomen staan wij al klaar voor vertrek.
Als we een paar minuten onderweg zijn kijken we nog één keer over onze schouder en zien de 3 meren Shalla, Abiata en Langano in de verte verdwijnen.
De eerste grote plaats waar we doorheen rijden is Shashemene en hier moeten de 4 jerrycans die op het dak van de jeep staan weer worden bijgevuld met benzine. In het zuiden zijn de tankstations blijkbaar schaars dus moet je wat voorzorg nemen.
Net voor Shashemene woont de rastagemeenschap van Ethiopië. Dit zijn over het algemeen uit de Cariben teruggekeerde rasta's die hier, in het land van de voorvaderen grond kunnen krijgen. Het aantal Bob Marley klonen dat wij zien valt wat tegen, maar dat komt waarschijnlijk dat wij hier te vroeg passeren.
Het is een echte reisdag waarin behoorlijk wat kilometers gemaakt moeten worden. We lunchen in Sodo bij een hotel van dezelfde keten waar we afgelopen nacht geslapen hebben. Ook hier wat chagrijnige bediening; is zeker een functie-eis. Bovendien moeten we 3 kwartier op ons bordje rijst met spaghettisaus (?) wachten.
Na de lunch ging de rit verder richting Arba Minch. De verschillen met het noorden zijn enorm. Hier heb je echt het gevoel dat je in een Afrikaans land reist, terwijl de omgeving in het noorden ook uit de Himalaya had kunnen komen.
Onderweg krijgen we nog uitleg over de bewegwijzering naar eetgelegenheden en bars. Wanneer je een etensbord op een houten stok ziet staan is daar een restaurant te vinden. Een kopje op een stok betekent dat er achter de bosjes een drinkgelegenheid is en wanneer het een geel kopje is dan hebben ze het locale honingbier.

Aan het eind van de middag bezoeken we Chencha, een dorze dorpje. We hebben geluk dat het vandaag marktdag is en lopen er even rond. Daarna een rondleiding bij een origineel dorze-hutje. In de vorm van een olifantenkop (close-up) en zo'n 8 meter hoog zien ze er indrukwekkend uit. Wel een beetje een openluchtmuseum gevoel, maar leuk om gezien te hebben.
Hier kopen we ook ons 1e souvenier: een uitgehold kalebasje dat hier als beker gebruikt wordt.
Rond 17:30 uur arriveren we bij ons hotel waar we 2 nachten zullen slapen.
's Avonds eten we hier ook en het is net een Nederlandse enclave. Koning Aap, Shoestring en Koning Aap (Belgie) slapen ook in dit hotel. Bij de shoestring groep, die we al vaker ontmoet hebben was er enige spanning merkbaar, en bovendien was hun gids inmiddels vervangen. dit laatste verbaast ons niets want in Bahir Dar hadden wij al in de gaten dat deze man niet spoorde. Wat heerlijk toch om saampjes te reizen.

Het Nechsar National park ligt om de hoek dus we stappen pas om 8:15 uur in de jeep. Eerst even tickets halen en dan rijden we al snel in dit national park dat met geld van een Nederlandse investeringsmaatschappij is opgezet.
We moeten al snel het eerste wild ontwijken, bavianen, eekhoorn en dik-dik's (niet te verwarren met Dickie Dik) en de beruchte tsee-tsee vlieg (zie ook Suske en Wiske en de Schone Slaper) die met enige regelmaat onze jeep binnenvloog. Hoewel in Ethiopië de tsee-tsee niet de gevreesde slaapziekte overbrengt (zeggen ze) geeft het ons wel een mooi excuus als we straks tijdens één of ander overleg zitten in te dutten.
Deze grote vlieg is overigens niet met een gemiddelde vliegenmepper van de Blokker te pletten. Hij heeft een veel harder skelet dan de gemiddelde strontvlieg en je hebt dus meer aan een goede klauwhamer.
Het paadje waar we over rijden is nog veel slechter dan de slechtste weg to zover maar gelukkig hebben we allebei een shockabsorber en je moet hier niet te snel gaan want anders mis je misschien wat.
Een uurtje verderop komen we op de savannes waaraan zijn park zijn naam dankt: Nech Sar = witte gras.
Hier zien we ook zebra's, antiloppes, duku's, zebra's, de grootste vliegende vogel waarvan ons de naam even ontschoten is, zebra's en nog een paar zebra's. Het is een prachtige omgeving gelegen aan het Chamomeer en het Abayameer, het grootste meer van de riftvallei dat we gisterenmiddag al links hebben zien liggen.
Rond 13:30 lunchen we in een concurrerend hotel in het centrum van Arba Minch.Eigenlijk veel beter dan zo'n afgelegen lodge, hier heb je alles bij de hand, internetcafé, winkels en een heerlijk terrasje om te eten.
Aan het eind van de middag gaan we onze tweede boottocht van de vakantie maken. Dit keer niet op zoek naar kloosters en priester maar krokodillen en nijlpaarden. We lichten om 15:00 uur eerst de bootsman van zijn bed en gaan dan op weg naar het Chamomeer. Over dezelfde weg (onverharde) weg als morgen naar Konso zijn we in een kwartiertje bij het water. Er wordt een oude boot uit het riet getoverd, er komt ergens een motor vandaan en we zijn gereed. Nadat de motor 3 x is afgeslagen lijken we bij de 4e keer echt te gaan varen. Voor we het weten krijgen we de eerste nijlpaarden in het vizier. Een stuk of 4 die hun kop net boven het water tillen. Het lijken zo van die lieve beestjes, maar met meer dan 1000 kg. kunnen ze een verpletterende indruk achterlaten. Een stukje verder varen komen we bij een klein eilandje waar we een paar joekels van krokodillen in de zon zien liggen, vet geworden van de vele vis die in dit meer voorkomt. De bootsman houdt een respectabele afstand met deze dikzakken.
We varen nog een rondje om dit eilandje en zien overal krokodillen liggen of wegduiken in het water. Op eiland spotten we ook een paar apen, deze mogen wel uitkijken bij het water drinken want ze vormen de ideale éénhaps cracker voor deze krokodillen.
Na het rondje om het eiland varen we terug, onderweg zien we de nijlpaarden nog even boven water komen.
De zon staat al weer een stuk lager en met onze bakkus in de zon en de oogjes toe genieten we nog even van dit boottochtje.
Terug in Arba Minch laten we ons weer afzetten bij de concurrent om daar te gaan eten en toch nog even mails te beantwoorden. We spreken met Yabi en Abel af dat ze ons hier om 20:00 uur weer ophalen zodat we onze spullen kunnen pakken en klaarzetten voor de dag van morgen.

Vandaag een korte etappe van 90 km naar Konso over een onverharde weg tussen de maïsvelden door. Deze regio is bekend vanwege zijn honing en we zien dan ook verschillende bomen waarbij de lokale imker zijn langwerpig gevormde bijenkorven hangt.
Onderweg springen steeds kinderen uit de struiken die dan hun lokale streetdance beginnen uit te voeren in de hoop op een aalmoes.
Rond 11:30 uur arriveren we in Konso waar we de keus hebben uit 2 hotels: een simpele schone en een simpele smerige (allebei alleen koud water). Diana mag kiezen...............
We lunchen bij het hotel waar we niet gaan slapen en spreken met Yabi en Abel af dat we om 16.00 uur naar New York vliegen. Dit betekent wel dat we ons nog bijna 3 uur moeten vermaken en dat valt in deze "wereldplaats" nog helemaal niet mee. Gelukkig komen de twee om 15.30 uur alweer aanrijden.

We rijden naar New York, een rotsformatie die sterk doe denken aan Bryce Canyon in Amerika en ook op dezelfde wijze is ontstaan (water-erosie). Onderweg stoppen we eerst bij een markt waar veel Dorze volk rondloopt. De vrouwen zijn herkenbaar aan hun dubbellaagse rokken met vele kleurtjes. We proberen over de markt te lopen en moeten goed uitkijken dat we nergens op gaan staan. Iedereen zit dicht op elkaar gepakt en we worden gevolgd door een meute jeugd. Verschillende keren merken we dat ze aan willen aanraken; hoe voelt dat witte vlees. De mensen zijn hier erg vriendelijk en hebben blijkbaar nog niet al teveel toeristen gezien.
Hierna springen we weer in de jeep en gaan verder naar New York. Daar aangekomen staan er binnen enkele secondes weer een bootlading kinderen om ons heen, maar zij mogen niet mee met ons naar het uitzichtpunt.
De naam New York is een verbastering van new work. Toen een missionaris hier de boel aan het bekeren was en hij zag deze prachtige rotsformatie schijnt hij iets gezegd te hebben als: "new work for tourism", dit is uiteindelijk verbasterd tot New York.
Onze laatste bestemming vandaag is Machekie, een oorspronkelijk Konso dorp waar ze nog steeds leven als hun voorvaderen. Rondom het dorp is een dikke stenen muur gestapeld en hier binnen heeft elke familie weer een kavel die is afgezet met sprokkelhout en stenen. In het dorp staan een paar gemeenschapshuizen waar alle jongens vanaf hun 12e slapen. Dit wordt gedaan om snel mankracht te kunnen mobiliseren, zoals bij brand of bij een aanval van een vijandige stam.
Na dit bezoekje gaan we terug naar de luxe van ons hotel en bestellen een omelet met brood, het enige wat er op de kaart staat vandaag.
's Avonds in bed huilen we bij de gedachte dat we over een week op Bole ariport zullen staan.