Laos 6

Donderdag 4 december

Het was vannacht weer beestenweer. Stortbuien en onweer zorgden er regelmatig voor dat er geen elektra was, met als gevolg dat de airco ermee ophield en wij dus lagen te zweten in bed. 's-Ochtends was alle ellende voorbij en scheen de zon, alsof er niets gebeurd was. Grote plassen in de tuin bij ons guesthouse bewezen dat we het niet gedroomd hadden.
Onze kano terug naar Ban Nakasang zou pas om 11:00 uur vertrekken dus we konden op ons gemakkie ontbijten. Na het ontbijt lopen we nog even door de hoofdstraat van Don Det en drinken daar nog een lekker bakkie Lao koffie. Diana krijgt er zelfs een klodder slagroom op!  

Tegen elven lopen we naar het strandje waar de boten vertrekken en we zien dat we niet de enigen zijn. Er staan uiteindelijk zo'n 30 tot 40 vnl. backpackers te wachten op de overtocht. Iets na elven schreeuwt er dan iemand iets en aan de beweging van de meute te zien gaan de boten vertrekken. Kaartjes laten zien en met z'n tweeën op een houten bankje plaatsnemen. Klaar voor de overtocht van 15 minuten.
Hoewel wij als één van de eersten in een bootje zitten, gaan we als laatste weg. We zitten niet op hete kolen, want onze bus vertrekt pas om 12:00 uur vanuit Ban Nakasang. Op het water is wederom genoeg te zien. Her en der schieten de boten voorbij met hun knetterende buitenboordmotortjes, zien we vissers die netten uitgooien en zijn we weer getuige van een training van boten die deelnemen aan de bootrace van zaterdag. We kijken nog een laatste keer naar een aantal van de 4000 eilanden en zetten dan voet aan wal in Ban Nakasang.

We gooien de rugzakken op en wandelen richting het busstation. Ook hier is het nog steeds beknellend warm en zweten we uit elke porie. Er staan meerder bussen te wachten, van grote tot kleine. Onze chauffeur pikt ons uit de meute backpackers en wijst ons waar ons busje staat. Zo doet hij dat ook met 8 andere toeristen en dan kunnen we tegen twaalven eindelijk plaats nemen in het gekoelde busje. Tien kilometer verderop pikken we nog een tweetal toeristen op bij Don Kong en dan rijden we in één ruk naar Pakse

Wanneer we in Pakse aankomen regent het, en niet zo'n beetje ook. Bij een aantal dubieus aandoende kantoortjes worden eerst een aantal toeristen eruit gegooid die vanmiddag nog doorgaan met de bus naar Bangkok (succes!). Wij zijn als laatste aan de beurt. Eerst springt Diana aan de hoofdstraat eruit om op hotel-jacht te gaan en daarna brengt de chauffeur Rob even naar de pinautomaat waar hij voor de laatste keer een miljoentje pint om de treintickets naar Bangkok  die door Pakse Travel zijn gereserveerd, te kunnen betalen.
Wanneer Rob weer in de hoofdstraat aankomt blijkt Diana de laatste kamer bij Alisa Guesthouse te hebben kunnen bemachtigen voor 15.000 kip (15 euro). Het is inmiddels 15:00 uur en we hebben wel een lunch verdiend. Wanneer we bij Daolin zitten zien we verschillende backpackers meerdere keren voorbij komen, op zoek naar een goedkoop hotelletje. Het lijkt erop dat het druk is in Pakse en dat de meeste hotels vol zitten. Het is maar goed dat Diana bij aankomst direct op jacht is gegaan. Na de lunch slenteren we eerst nog wat door Pakse, maar bedenken ons dan dat we nog een hotel in Bangkok moeten boeken. Omdat de meeste terrasjes aan de hoofdstraat vol zitten met internettende toeristen, is de internetverbinding zo traag dat het niet lukt om daar een boeking voor elkaar te krijgen. We besluiten naar het hotel te gaan waar we een paar dagen geleden sliepen. Daar is het heerlijk rustig en is de boeking zo geregeld. We slapen vanavond bij Alisa, morgen in de trein, maar dan nemen we het zaterdag van in het Eastin Grand Hotel Sathorn*****.

's-Avonds eten we bij Champady waar veel Laotiaanse gerechten op de kaart staan. Dit is waarschijnlijk de laatste keer dat we 'de keuken' van dit land kunnen proeven. We bestellen een tweetal schotels met typische Laotiaanse ingredienten. Het maal wordt begeleid door sticky rice en een grote fles Beerlao. Het smaakt weer voortreffelijk. Na dit laatste avondmaal lopen we naar Kafe Kolua en  nemen tot besluit nog een Coffee Lao. Daar moeten we het voorlopig maar mee doen.  

Vrijdag 5 december

Vandaag was de uitgelezen dag om eens voor Sinterklaas te spelen. We geven hier en daar een aalmoes aan een zwerver of gehandicapte op deze verjaardag van de goedheiligman. Vandaag is ook de laatste dag in Laos, want vanmiddag om 13:00 uur vertrekt ons busje naar Thailand. Eerst gaan we op zoek naar een ontbijtje, want dat is niet inclusief bij ons hotel van 15 euro. Aan niets is meer te merken dat er gisteren zo'n bak regen is gevallen. Onder de strak blauwe lucht valt het om 07:30 uur al niet mee om in de zon te lopen.

Na het ontbijt gaan we even terug naar het hotel om onze tassen in te pakken en daarna lopen we voor de allerlaatste keer naar de pinautomaat. We moeten het hotel nog betalen en wat proviand voor in de trein kopen. Onderweg bezoeken we de Wat Luang. Best een mooie tempel met prachtige details, een mooie Boeddha en veel monniken op het terrein. Voor de laatste keer speuren we naar leuke plaatjes rond de tempel.
Nadat we hebben gepind is het tijd voor een bakkie. We gaan weer op weg naar Kafe Kaluad, want de cappuccino is daar heerlijk volgens Diana. Onderweg worden we steeds aangesproken door tuk-tuk chauffeurs die proberen een ritje te slijten. Wanneer we zeggen dat we vandaag naar Bangkok moeten, bieden ze hun tuk-tuk aan als VIP vervoer naar Bangkok. Dat aanbod slaan we maar af.

Rond twaalf uur werken we nog een BLT naar binnen en dan dan halen we de tassen op en gaan op weg naar Pakse Travel waar ons busje zal vertrekken. Ook dit keer gaan we weer keurig op tijd weg. We moeten nog een paar andere toeristen ophalen en dat blijken de twee Italianen te zijn die we bij onze allereerste busrit in Laos hebben ontmoet en waarmee we onze eerste sorngtsaew hebben gedeeld. Hij gaf toen aan dat hij van plan was om drie weken in Laos rond te reizen zodat hij nog een weekje naar het strand in Thailand kon, maar Laos was zo boeiend dat hij de vier weken hard nodig had.

Het busritje verloopt voorspoedig en rond 14:00 uur worden we 'uitgestempeld'  bij het douanekantoortje van Laos. Onze reis door Laos is hiermee officieel afgesloten. We lopen een paar honderd meter verder naar het douanekantoor van Thailand, waar we een tweetal formulieren moeten invullen om een visum voor Thailand te krijgen. Daarna naar de douaneambtenaar van Thailand om ook hier ons paspoort te stempelen. Dan de bagage op de band om even te checken of we geen illegale dingen invoeren en dan staan we in Thailand. Zo gepiept!

Het eerst wat we zien is een meer dan levensgrote poster van de koning. Het is nl. koningsdag in Thailand. Het jaar 2014 zal dus de boeken ingaan als het jaar waarin wij twee keer koningsdag hebben gevierd. Aan de Thaise zijde van de douaneformaliteiten staat onze chauffeur al te wachten. We worden met z'n vieren opnieuw in een busje gepropt en voor we het weten rijden op het gladde asfalt van een 4-baansweg. Thailand is echt een ander wereld. De wegen, de huizen, de bussen, het ziet er allemaal minder gammel uit. Of het ook beter is laten we maar in het midden.

Rond 15:30 uur zijn we in Ubon waar onze chauffeur de treintickets ophaalt bij een reisbureau en een half uurtje later worden we gedropt bij het treinstation van Ubon. Onze trein gaat pas om 18:30 uur, dus we hebben nog wel even tijd om ergens wat te eten. Wanneer we in de omgeving van het station wat zoekende bewegingen maken, worden we aangesproken door iemand van de toeristen-hulpdienst (of zoiets). Hij vertelt dat hij toeristen zo goed mogelijk wil helpen, maar uiteindelijk blijkt dat hij vooral met ze op de foto wil; vooruit maar weer, even lachen! We gaan wat eten bij een kraampje in de buurt van het station en daarna lopen we nog even naar een nabij gelegen winkelstraat waar we nog een bak koffie op de kop tikken.

Terug op het station blijkt onze trein inmiddels op het perron te staan. We zoeken wagon nummer 8 op en zetten onze spullen bij de stoelen 18 en 20. Het ziet er niet allemaal super-de-luxe uit, maar de kussens zijn lekker zacht, dus een het zal wel lukken om hier een paar uurtjes te pitten. We nemen plaats in de gekoelde wagon en lezen een tijdschriftje in afwachting van het vertrek. Precies om 18:30 uur (dus het kan wel meneer NS) zet de trein zich schokkend in beweging. Onze bijna 12 uur durende rit is begonnen. Al snel nadat we zijn vertrokken komt de bedopmaakdienst langs. De bovenste bedden worden naar beneden geklapt en ook de stoelen worden omgetoverd tot bed. Lakentjes erop, kussen in een sloop en een dekentje erover. Welterusten! Of er heel veel van slapen terecht komt valt overigens nog te bezien. In het reisschema van de trein zagen we nl. dat er bij 20 stations gestopt wordt voordat we bij Bangkok CS zijn. Om 19:30 stoppen we bij stationnetje nummer 2, etc, etc, etc, ...............

Zaterdag 6 december

We maken lang niet alle stationnetjes mee, want de oogjes gaan uiteindelijk vanzelf dicht. Iets na vijven worden we wakker omdat de bedopmaakdienst deze keer de bedden af komt halen. Precies op schema rijden we om 05:50 uur het Hua LamPong treinstation van Bangkok binnen. We nemen een taxi naar het hotel waar we het ontbijtbuffet aanvallen. Als hongerige wolven storten we ons op het uitgebreide aanbod. Tegen achten kunnen we dan toch al op onze kamer waar we eerst onder de douche springen om de treinlucht af te spoelen.

Het hotel is via een loopbrug met een stationnetje van de skytrain verbonden dus dat is lekker makkelijk. We nemen de skytrain naar de Chao Praya rivier waar we weer een veerboot nemen om bij het Grote Paleis uit te komen. We stappen uit bij Tha Tien pier, maar voordat we naar het paleis lopen, nemen we een veerbootje om aan de andere kant van de rivier te komen om daar de Wat Arun te bekijken. Deze tempel zag er vanaf het water indrukwekkend uit dus dat moeten we zien.
Hoewel Wat Arun één van de bekendste bezienswaardigheden van Thailand is, kunnen wij ons niet herinneren dat we hier vorige eeuw zijn wezen kijken. Het is een fantastische tempel, met heel veel mooie details en beelden, maar ook met heel erg steile trappetjes en heel veel toeristen. Ook dit is heel anders aan Thailand. Het aantal toeristen dat we alleen vanochtend al hebben gezien overtreft het aantal toeristen dat we in heel Laos hebben gezien. Op de Wat Arun zaten ze dus in alle hoeken en gaten.

Na het bezoek aan deze tempel nemen we de veerboot weer naar de andere kant van de rivier en gaan op weg naar het Grote Paleis. De wegen rondom het paleis zijn vol met grote touringcars die steeds een lading toeristen uitspugen. Wanneer we dichter bij de ingang van het paleis komen neemt het aantal toeristen schrikbarend toe. We lopen rijen dik over de stoep en het gras; het zijn er duizenden. Gelukkig hebben we het paleis vorige eeuw wel gezien. Dus wij gaan op weg naar de shopping-malls.

Hoewel we gedacht hadden wel even naar het winkelgebied te lopen, besluiten we na een half uurtje toch maar een tuk-tuk aan te houden. Ook hier is het domweg te warm voor zoveel inspanning. De tuk dropt ons in de buurt van Siam square en daar duiken we als eerste het grote en bekende MBK Center in.
Er is van alles te krijgen; dure merkhorloges, nep merkhorloges, souvenirs, McFlurry, bergen nepkleding, telefoons, sportschoen van onduidelijke herkomst en ga zo maar door. We slenteren hier een tijdje rond en lopen dan naar het volgende gekoelde warenhuis waar het ritueel zich herhaald. Je ziet zoveel mega-warenhuizen om je heen dat je je goed kunt voorstellen dat je meerdere dagen nodig hebt om alles te zien. Een reserve creditcard is ook geen overbodige luxe.
Wanneer we er genoeg van hebben nemen we de skytrain terug naar het hotel en nemen we daar plaats in een cocon-achtige strandstoel bij het zwembad. Het is zo'n zwembad waarvan het lijkt dat het water over de rand van het dak van het hotel afloopt. Bovendien is het zwembad op de 14e etage, waardoor je een fantastisch uitzicht hebt over een groot deel van Bangkok. Met een drankje en wat pinda's is het hier best een tijdje uit te houden.

Zondag 7 december

We moeten nog even een dagje in Bangkok volmaken, en dan is het echt voorbij. De reis door Laos was natuurlijk al afgelopen, maar na vandaag is er helemaal niets meer over van de vakantie. We beginnen maar weer om ons onbeschoft vol te eten bij het ontbijtbuffet. We hebben gisteren gemerkt dat je daar dan de hele dag op kunt teren en dat is lekker voordelig voor een paar backpackers (die in een 5-sterren hotel verblijven, dat dan weer wel). Daarna zijn we bij het zwembad gaan liggen, maar na een uurtje was het tijd om de Outlet Fashion Mall te bezoeken. Helaas was dat niet veel bijzonders, dus maar weer terug naar het hotel.
Om 14:00 uur checken we uit bij ons hotel, maar we hebben wel een ander hotel geboekt voor de rest van de dag. We vliegen pas om 02:15 uur, dus hoeven pas rond 23:00 uur op de luchthaven te zijn. Ons volgende hotel heeft gelukkig ook een zwembad, dus daar liggen we tot de zon weg is en gaan dan nog even Bangkok onveilig maken.

Wanneer we de weg naar het Palladium Shopping Centre oplopen, komen we eerst door een deel van Chinatown met heel veel eetstalletjes waar je nog niet echt trek van kunt krijgen. We besluiten eerst maar eens het Palladium in te gaan, maar dat is een beetje een shabby winkelcentrum. Iets verderop zijn er nog een paar, dus we lopen nog wat verder. De straat kun je hier vanwege de drukte niet meer oversteken, dus we moeten steeds een voetgangersbrug beklimmen als we naar de overkant willen. De neonreclames zijn hier van het kaliber Timesquare New York en de kerstman is overal aanwezig.
Het volgende winkelcentrum lijkt meer op de Bazaar in Beverwijk; heel veel nep en een groot deel op de toeristen gericht. Wanneer we de uitgang weer hebben gevonden, lopen we iets oostwaarts waar we het Central World winkelcentrum bezoeken. Dit is een mooi en luxe winkelcentrum waar de grote merken vertegenwoordigd zijn. Prijstechnisch is het allemaal niet echt interessant.  Op de weg terug lopen we nog door het Isetan winkelcentrum en daarmee is Rob voldoende gestraft en wordt het tijd om terug naar het hotel te gaan, onze spullen te pakken en naar het vliegveld te gaan.
Hoewel we dit hotel speciaal geselecteerd hadden op z'n lokatie vlakbij de Airport Link, nemen we toch maar een taxi. We zijn net weer okselfris en als we de 10 minuten naar de Airport Link lopen kun je weer opnieuw beginnen. De taxi brengt ons in 20 minuten naar de luchthaven en hoewel het pas 22:15 uur is, zijn ze al wel begonnen met inchecken. Wij sluiten achteraan in de rij en wachten onze beurt af. Nadat we zijn ingecheckt gaan we door de douane en slenteren wat over de luchthaven. Bij de Starbucks hebben ze dezelfde machtige Kerst-koffie die we vorig jaar in Houston hebben gedronken, dus die kunnen we niet laten staan. Tegen enen lopen we dan maar naar de gate en zoeken een plekje tussen de overige passagiers van EY407.
We hebben geluk, want stoel 26c is niet bezet, waardoor wij drie stoelen hebben met z'n tweeën. De Boeing 777 vertrekt keurig op tijd en nadat we de snack hebben weggespoeld met een beker sinaasappelsap, dommelen we al snel in. Het is inmiddels tegen drieën

Maandag 8 december

Rond 03:30 uur worden we wakker van het rammelende geluid van de trolleys. De stewies waren al begonnen met het ontbijt te serveren. Wij kiezen voor de pannenkoeken met bessen en al etend worden we langzaam wakker. Het vliegtuig landt rond 05:30 uur in Abu Dhabi en dan zit de eerste etappe erop. We gaan zitten bij Brioche Doree en onder het genot van een hapje en een drankje is het wachten tot ze gaan boarden voor de vlucht naar Amsterdam. Tegen achten lopen we richting de gate, maar bij het CNN Cafe drinken we nog een cappuccino.
Wanneer we om 08:15 uur bij de gate komen, duurt het niet lang meer voordat we gaan boarden. We worden met een bus naar het vliegtuig gebracht en die rit ernaar toe duurt wel 10 minuten. Ons vliegtuig is in de lichtblauwe kleur van Manchester City gespoten (Etihad is de hoofdsponsor van deze voetbalclub). Het duurt nog wel 45 minuten voordat we eindelijk aan het begin van de startbaan staan. Piloot Magnus geeft gas en we zijn begonnen aan onze laatste vlucht van dit jaar. Volgens Magnus gaat het zo'n 7 uur duren

Ondanks de gebroken nacht lukt het slapen niet best op deze vlucht. Gelukkig heeft Etihad een uitgebreid programma op het entertainmentsysteem. Om 13:50 uur Nederlandse tijd wordt de blauwe vogel op de verst mogelijk landingsbaan van Schiphol neergezet. We taxiën in 15 minuten naar E17 en via loopband, douane, bagageband en trein zijn we rond 15:45 uur weer terug in koud Apeldoorn. 

Laos 5

Zaterdag 29 november

We hadden net genoeg tijd om een ontbijtje naar binnen te werken, voordat onze tuk-tuk ons naar het busstation zou brengen. We waren niet de enigen die met de tuk van Green Discovery werden opgehaald. Met z'n zessen en de nodige bagage reden we afgeladen naar het busstation. Vandaag stond de langste busrit van deze vakantie op het programma. Er lagen 370 km voor ons klaar op weg naar Pakse.

Bij het busstation aangekomen was het wel even schrikken toen we onze bus zagen staan; wat een vieze bak! Echt alles was te vies om aan te raken. We hadden geen keus, dus de bagage werd van de tuk overgeladen in de bus. We haalden nog wat proviand voor onderweg en wederom vertrokken we stipt op tijd.

Deze bus had ook geen airco, maar gelukkig konden er wel kleine raampjes open geschoven worden. Zolang we reden was het wel uit te houden, maar wanneer de chauffeur het weer nodig vond om iemand langs de weg op te pikken en de bus dus even stil stond, brak het zweet aan alle kanten uit. De chauffeur toeterde als een achterlijke om extra passagiers te verzamelen en helaas had hij daar behoorlijk wat succes mee. Gelukkig was het ook een chauffeur die van doorrijden wist en het niet nodig vond om meer dan één plasstop te maken en lunchen was er al helemaal niet bij. Als we geluk hadden dan sprongen er een paar verkoopsters met hun voorraad 'halve kip aan een stokje' de bus in wanneer er passagier ingeladen werd. Zo kon je dan nog wat eten te pakken krijgen.

Om 15:00 uur werden we op het busstation van Pakse gedropt. Samen met een tiental andere toeristen waren we wat verbaasd dat we er al uit moesten, maar er stonden al sorngtsaews klaar om ons de laatste paar kilometers naar het centrum te vervoeren en om 15:30 uur stonden we al bij de receptie van ons hotel. Was het al-met-al toch wel meegevallen, want vooraf hadden we gehoopt voor het donker in Pakse te zijn.

We gooien de tassen op de kamer en gaan op weg om informatie te krijgen over de mogelijkheden van dagtrips in de omgeving. We hadden onze zinnen gezet op Wat Phu en het Boloven plateau, maar hadden nog geen idee hoe we daar moesten komen. 

Natuurlijk blijkt het in de praktijk allemaal wel weer mee te vallen, omdat je wordt overstelpt met dagtocht-programma's bij de verschillende touragents. We horen wat verhalen aan en besluiten dat we morgen eerst maar met de scooter naar Wat Phu gaan. Met eigen vervoer ben je lekker flexibel en na de busrit van vandaag hebben we geen zin om morgen al weer zo vroeg op pad te gaan.

Behalve de omgeving van Pakse willen we ook nog naar Si Phan Don (vrij vertaald '4000 eilanden') en moeten we straks nog vanuit Pakse in Bangkok zien te komen. Ook voor dat laatste ritje wordt hier van alles aangeboden, maar net niet de Special Express trein die wij op het oog hadden. Dat wordt nog even puzzelen.

Wanneer we 's-avonds gaan eten bij een populair backpackers restaurant zitten we precies voor een muur-grote poster met alle bus- en treinverbindingen. Kunnen we het  rustig nog eens doornemen. 

Zondag 30 november

Het ontbijt bij Residence Sisouk is de nieuwe koploper in het Laos Ontbijten Klassement. Fruit, omelet, stokbrood, salami, ham, chorizo, appelbroodje, yoghurt en zelfs roggebrood met kaas. Dat laatste kan ons gelijk wat helpen met de stagnerende stoelgang. Het ontbijt wordt geserveerd op de 4e etage van het gebouw zodat we er gratis een uitzicht op de Mekong en een deel van Pakse bij krijgen. We zien op een berg aan de overkant van de Mekong een groot Boeddha beeld staan en vragen aan de serveerster of je daar kan komen. Ze zegt dat het kan, dus die zetten we op het lijstje van vandaag.

We willen vandaag in ieder geval Wat Phu zien en daarom gaan we na het ontbijt eerst onze scooter ophalen. Opeens worden we achtervolgd door een tweetal clowns op een scooter die via een megafoon naar ons schreeuwen. We rennen o hard als we kunnen, maar ............. het blijken slechts reclame-clowns te zijn voor het Vietnamese circus dat over een paar dagen in deze stad optreedt. Dit keer is ons vervoermiddel een zilvergrijze Honda Wave, 1000cc, maar nu een semi-automaat. De goede helmpjes zijn allemaal al vergeven, dus wij moeten het doen met een te grote helm en eentje die waarschijnlijk een keer als urinoir is gebruikt.

Om 08:30 uur starten we het bakkie en gaan we op weg. Eerst naar het benzinestation want de tank is vrijwel leeg; bij het benzinestation wil het beestje niet eens meer starten, zo leeg! We gooien 'm voor 4 euro vol en gaan op weg. Het schakelen is even wennen, net als de voetrem, maar daar hebben we zo'n 80 km voor. Op de heenweg nemen we de makkelijkste route. We gaan zuidelijk via de brug over de Mekong en slaan dan linksaf een strak geasfalteerde weg op. Het is lekker rustig op de weg en we genieten van de omgeving: rijstvelden, berglandschap, buffels en onverwacht overstekende zwerfhonden.

Wanneer we bijna bij het plaatsje Champassak zijn, krijgen we toch te maken met een obstakel. De brug over een aftakking van de Mekong krijgt een opknapbeurt, waardoor wij moeten omrijden via een stoffige zandweg. Het voordeel is dat je daar net weer andere dingen ziet dan aan de 'grote weg'. Zo blijven we even stilstaan bij een oudere vrouw die staat te praten met een moeder en haar kind en kunnen we net iets dichter bij de rijstvelden komen. Helaas krijgen we net daar ook te maken met een paar tegenliggers die grote wolken rood stof opwerpen. Nog voordat we de asfaltweg weer bereiken hebben onze kleren al leuke rode accenten gekregen.

Wat Phu is dan nog een paar kilometer en daar aangekomen parkeren we onze scooter op een speciaal parkeerterrein voor scooters en tikken daarvoor gelijk 5000 kip af. Dat soort bedragen betaalden we normaal gesproken als entree voor een belangrijke bezienswaardigheid. De schok is nog groter wanneer we de entree moeten betalen voor Wat Phu: 35000 kip! Dit moet je natuurlijk wel zien in het perspectief van het Laotiaans prijsnivo, want het is uiteindelijk máár 3,5 euro. Voor twee van die entreekaartjes sliepen we echter in Luang Namtha een nacht in een hotel. We betalen dus zonder blikken of blozen deze mega-entree en gaan op pad. Het is vandaag een wat bewolkte dag, maar ondanks dat (of dankzij) is het weer bloedwarm. Het is slechts een paar honderd meter wandelen naar de tempel, maar het zweet loopt al snel in straaltjes over de rug. We zien het religieuze complex al in de verte liggen, mooi gesitueerd aan voet van een heuvel. De architectuur is Khmer en doet denken aan Ankor Wat in Cambodja. Het draaide hier in de elfde eeuw a.d. om het Hindu geloof.

Het belangrijkste gebouw ligt op ongeveer 100 m hoogte tegen de heuvel, maar eerst kom je langs twee kunstmatige meren. Deze hadden zowel een symbolische betekenis (de oceaan) als een praktische (waterreservoir). Via een pad dat is afgezet met palen van zandsteen kom je bij twee symmetrische gebouwen met fantastische gebeeldhouwde gevels. Deze gebouwen moeten een religieuze functie gehad hebben, maar helemaal duidelijk is dat niet. Het pad, dat oorspronkelijk overdekt was, gaat dan verder en komt dan uit bij een paar trappen, waarvan de laatste je brengt naar het belangrijkste gebouw van dit complex. Achter dit heilige gebouw is de waterbron te vinden. Dit is waarschijnlijk de belangrijkste reden waarom toen voor deze plek is gekozen om een tempelcomplex te bouwen.

We zijn uiteindelijk twee uurtjes zoet met het bezichtigen van dit tempelcomplex en dan is het wel weer tijd om het vochttekort aan te vullen. Nadat we ook nog even bij de souvenirstalletjes hebben rondgekeken, stappen we weer op onze brommert en rijden we terug naar Pakse.

We nemen terug een andere weg dan heen. Je kunt nl. ook met een boot de Mekong over zodat je via de andere kant van de Mekong terug rijdt naar Pakse. Het is even zoeken, maar uiteindelijk vinden we plek waar de veerboot de Mekong oversteekt. De veerboot zelf ziet er wat anders uit dan we verwachten; veel meer dan een paar planken op een tweetal kano's is het niet. Zonder al te veel problemen bereiken we de overkant. Daar trappen we de Honda weer aan en tuffen we terug naar Pakse. Onderweg worden we verrast door een paar druppels en later vernemen we dat dit te maken heeft met noodweer dat Vietnam heeft bereikt.

Wanneer we Pakse binnenrijden komen we langs de markt en die moeten we natuurlijk even bezichtigen. Het blijkt één van de grootste markten van Laos te zijn. We lopen er een half uurtje rond en kijken onze ogen uit. Overal bakken vol met kikkers, grote vissen worden in een tuk-tuk aangevoerd, we ruiken de kruiden die we 's-avonds ook in de restaurants ruiken en bij het zien van een grote bloedvlek onder een vleeskraam stellen we vast dat het allemaal best vers zal zijn. Nadat we een paar rondjes over de markt hebben gelopen, stappen we weer op de brommer en gaan we richting de hoofdstraat van Pakse om een hapje te eten. Het was inmiddels drie uur en daar waren we wel aan toe.

Na een korte lunchstop gaan we dan op weg naar wat vanochtend al hadden gezien bij het ontbijt. We rijden via  dezelfde weg als vanochtend de stad uit, maar dit keer gaan we kort na de brug over de Mekong een soort parkeerterrein op. Daar stallen we onze brommer en beginnen aan de klim naar het Boeddha beeld. We moeten uiteindelijk 234 ongelijke, betonnen treden en nog eens 305 kromme, houten treden bedwingen om bij het beeld te komen. Dat valt aan het eind van de dag niet mee! Vanaf de Boeddha hebben we prachtig uitzicht over de Mekong en Pakse. We dollen wat met een paar scholieren die, al springend voor de afgrond, selfies aan het maken zijn, maar wanneer er weer wat druppels vallen is het tijd om terug te gaan naar Pakse en de brommer in te leveren. 

Terug in het hotel douchen we de rode stof van ons af en komt Diana er achter dat ze haar zonnebril op een scooter heeft laten liggen van het meisje dat zo'n prachtige foto van ons heeft gemaakt. Vlakbij ons hotel is een winkelcentrum-achtig iets waar ze voor 80 cent een echte bling-zonnebril op de kop tikt.

Dan boeken we bij Pakse Travel nog even een toertje voor morgen en nadat we het stof ook uit onze keel hebben gespoeld met een koel drankje, eten we 's-avonds bij een Indiaas restaurant een curry. Dit restaurant zou in Nederland door alle mogelijke instanties worden gesloten. De elektriciteit lijkt aangelegd door een blinde, schoonmaken is sinds de opening niet gebeurd, afwassen is een onbekend begrip en waarschijnlijk zou Herman den Blijker gillend de keuken uitlopen (net als bij Sakura), maar het eten smaakt vurrukkuluk! Alweer loopt een aflevering van 'Two Happy Tourists On A Scooter' goed af.

Maandag 1 december

Vandaag stond het Bolaven Plateau op het programma en wel 'Japanese style'. Met z'n twaalven in een busje naar een bezienswaardigheid, daar snel wat foto's maken en dan naar de volgende bezienswaardigheid en dat ritueel herhaalt zich een paar keer. We waren ook nog eens met 6 Nederlanders, dus dat gaf een ultiem toeristen-gevoel. Het Bolaven Plateau is bekend om z'n koele klimaat, dramatische watervallen, vruchtbaren grond en koffieplantages die hoogwaardige koffie opleveren.

Nadat iedereen was ingeladen gingen we eerst op weg naar de hoogste waterval van Laos: Tad Fan. Het is een tweeling-waterval die het water van meer dan 120 m naar beneden dondert. Daar aangekomen worden we allemaal uitgeladen, volgen we een bordje 'viewpoint' en enkele tientallen meters later staan we oog-in-oog met de waterval. Helaas is de waterval ver weg van het uitkijkpunt waardoor de 120 m niet spectaculair overkomt. We hebben van de chauffeur 30 minuutjes gekregen om ons hier te vermaken en wanneer het half uurtje om is worden alle Japannertjes weer ingeladen en gaan we naar de volgende stop.

Slechts enkele minuten later trapt de chauffeur alweer op de rem. We zijn bij een thee- en koffieplantage aangekomen. Nou ja, plantage, het is meer een plantagetje. We tellen 27 theestruiken en 35 koffiestruiken (zowel Robusta als Arabica). Een Française geeft wat tekst en uitleg bij elke boom en struik op het terrein en natuurlijk mogen we nog wat kopen in het winkeltje op het terrein. Misschien was de handgrote spin die de toonbank op kroop nog wel de indrukwekkendste verschijning hier.

En dat was dus twee. Op naar attractie nummer drie. Hiervoor moesten we wel een uurtje rijden verderop zijn, dus hadden we de tijd om wat van de omgeving te zien. Het Bolaven Plateau is pas door de Fransen ontdekt als een goed gebied om gewassen te verbouwen. Zij begonnen aan het begin van de 20e eeuw met het planten van koffiestruiken, rubberbomen, kardamonstruiken en bananenbomen. Om ons heen zien we nog vooral veel koffieplantages, hoewel heel af en toe ook een rubber-bos voorbij schiet. Uiteindelijk komen we aan bij het dorpje Ban Kok Phung Tai. We krijgen een half uurtje de tijd om door dit authentieke dorpje te lopen. We vragen ons af of we dit wel moeten doen; hoe authentiek kan zo'n dorpje nog zijn na al die toeristenbusjes? We lopen uiteindelijk toch maar het dorpje in en tot onze verbazing zien we geen enkele activiteit die op toeristen gericht is. Geen kraampjes om lokale producten te verkopen, geen dorpelingen die voor een klein bedrag met je op de foto willen, geen schooierende kinderen, niets van dat alles. Dat is toch nog wel heel bijzonder aan Laos en daar verschilt Laos nog enorm van een aantal omringende landen. Helaas is één van de andere Nederlandse mannen zo dom om ballonnen aan kinderen uit delen. Goede kans dat deze kinderen bij een volgend bezoek van toeristen om ballonnen komen schooieren. Wij hebben deze fout ook wel gemaakt, maar de Laotiaanse overheid maakt zoveel reclame om dit voorkomen. Op z'n minst niet erg handig. In het dorpje gaan we onze gang met onze camera's en de dorpelingen gaan door met hun dagelijkse dingen. In het dorp wordt flink pijp gerookt. Die pijp bestaat dan uit een stuk dik bamboe met een potje met kolen eraan (variant op de waterpijp). Zelfs meisjes van een jaar of tien zien we al aan die pijp lurken.

Na een half uurtje gaan de Japannertjes weer in de bus op weg naar een volgende waterval. Wederom een uur rijden. Hier zouden we dan gelijk lunchen en kunnen zwemmen. Tad Lo is echter geen spectaculaire waterval. Hoewel de waterval wel veel breder is dan de vorige, valt het water van slechts enkele meters hoogte naar beneden. Leuk uitzicht voor bij de lunch, maar niet meer dan dat. Ook laten Tarzan en Jane zich niet verleiden tot een duik in het water. Daar moet een waterval toch wel iets mooier voor zijn. We lopen nog wel even door het bijgelegen dorpje en het valt ons op dat de vrouwen hier een soort korte sigaar van bananenblad roken. Ziet er wel stoer uit!

Na de lunch worden de toeristjes weer het busje ingeveegd en worden ze naar het volgende reisdoel gebracht. We stoppen na een half uurtje bij het dorpje Ban Huy Hoin. Dit dorpje staat bekend om de geweven producten. Natuurlijk willen ze hier graag dat je er iets koopt, maar er wordt niet geleurd met de producten. We lopen op ons gemakkie het dorpje door en horen krachtige taal uit het leslokaal komen. De meester laat op niet mis te verstane wijze horen hoe het rekensommetje of misschien wel de zin gemaakt moest worden. De Nederlandse man die in het vorig dorp ballonnen uitdeelde aan de kinderen, pakt het hier wat handiger aan. Hij gaat het lokaal binnen en geeft potloden en ballonnen aan de meester. Buiten het lokaal wordt door een juffrouw een gymles gegeven. De kinderen stellen zich op in een rijtje en laten ons wat rek- en strekoefeningen zien. Aangezien wij bijna allemaal 'op leeftijd' zijn, laten we deze les aan ons voorbij gaan.

De laatste stop is opnieuw bij een waterval, de Tad Phaxuam. Wederom geen al te hoge waterval, het water valt zo'n tien meter naar beneden, maar deze U-vormige rotswaterval is wel mooi gelegen. Door over de rotsen te klauteren kun je bovendien heel dicht bij het donderend geweld van het water komen en vanaf een bamboebruggetje over de rivier heb je ook nog eens een goed uitzicht op de waterval. 

Dat was het programma voor vandaag; het zit erop voor de Japannertjes. Inladen en terug naar Pakse. Het dagje speed-toerisme heeft best een goed beeld gegeven van het Bolaven Plateau. Watervallen, minderheden, landbouw is het Plateau om bekend en we hebben ze allemaal gezien. 

Dinsdag 2 december

We worden vanochtend door dezelfde chauffeur opgehaald als waar we gisteren de speed-tour mee gemaakt hebben. Dit keer gaat hij ons naar Ban Nakasang brengen waar we met een veerbootje naar Don Det zullen worden verscheept. Voordat we op weg gaan, moet het busje wel eerst vol dus krijgen we weer een aantal hotels van dichtbij te zien. Rond 08:15 uur gaan we dan op weg. We rijden grotendeels dezelfde weg die wij eergisteren op de scooter hebben afgelegd nadat we met de veerboot waren overgestoken. Daarna is het nog eens bijna 2 uur, maar gelukkig wel over een goede weg. De worden afgezet op iets wat een busstation moet voorstellen en van daar is het nog een vijftal minuten wandelen naar de boten. We worden samen met een 8 andere toeristen in de veer-kano geladen en gaan op weg naar Don Det. 

De oversteek duurt maximaal 10 minuten en terwijl wij onderweg zijn naar de overkant, horen we met veel kabaal een wedstrijdboot voor de bootrace die a.s. zaterdag op Don Khong plaatsvindt, voorbij komen. Die zijn waarschijnlijk hun laatste trainingsrondje aan het maken. Er zit wel twintig man in een boot en er wordt met veel overgave geroeid. Bij Don Det aangekomen klimmen we het 'strand' op en gaan op zoek naar ons guesthouse. Dit ligt gelukkig om de hoek, dus we hoeven weer niet ver te lopen met onze rugzakken. De Belgische eigenaar van het guesthouse checkt ons in en dan gaan we de hoofdstraat op dit eilandje even verkennen. Ook dit is er weer eentje waar je in 10 minuten heen-en-weer bent.  

We hadden gehoopt op een beetje verkoeling op zo'n eiland, maar dat valt dus tegen. Het is hier ook al zo verstikkend heet. We gaan bij zitten bij Johnny's restaurant wat drinken en terwijl de zweetdruppels van onze rug afrollen wordt kerstmuziek gedraaid. Bing Crosby, Frank Sinatra, Elvis Presley, Paul McCartney en George Michael allemaal hebben ze het over Santa en/of Snow. Dankzij deze fantastische muziekkeuze lopen we hele middag 'let it snow, let it snow, let it snow' te neuriën.   

Terwijl we ons drankje naar binnen gieten hoort Diana de eigenaar van dit restaurant iets zeggen over 'tuben' en '2:30'. Dat zou wel eens onze middagbesteding kunnen worden. Even later spreken we hem aan en hij blijkt 's-middags een tubing-toertje te regelen en er hebben zich al vijf toeristen ingeschreven. Wij gaan dus mee! Dit hebben we moeten missen in Vang Vieng (in de grot tellen we even niet mee) en hoewel de rivier hier niet zo uitdagend is, willen we wel een keer met onze kont in zo'n binnenband hebben gedobberd. We knabbelen nog even aan wat springrolls en gaan dan naar onze kamer om de zwemkleding aan te trekken.

Tegen 14:30 uur zitten we weer in het restaurant van Johnny als we de kar met binnenbanden aan zien komen rijden. Het zijn van die grote tractorbanden waar je heerlijk in kunt hangen. We lopen het strandje op en wachten op de boot die ons 15 minuten stroomopwaarts zal varen. We horen onze mede-tubers met elkaar praten en denken dat we met Russen te maken hebben. Wanneer één van hen ons in het Duits aanspreekt, slaken we zucht van verlichting. Ze blijken uit Beieren te komen; daar versta je dus echt helemaal niets van. Wanneer de mannen horen dat wij uit Nederland komen zijn ze ons vooral dankbaar voor het produceren van een Robben.We gooien de binnenbanden in de boot en springen er dan zelf ook in. De bootsman brengt ons uit het zicht van het restaurant en als we de dropzone bereikt hebben, geeft hij het commanda 'jump!' We hebben geen tijd meer om onze t-shirts uit te trekken en springen stuk-voor-stuk in onze binnenband en de stroming van de Mekong doet de rest. 

Heel hard gaat het niet, maar het is heerlijk rustgevend om met je anus in de Mekong rond te dobberen. We genieten van het leven op de kant en zwaaien en schreeuwen 'sabaidee' naar de kinderen die  ons van de kant enthousiast toe schreeuwen. Johnny had ons verteld dat we in de buurt van de linkeroever moesten blijven dobberen en pas wanneer we een bepaald punt hadden bereikt moesten we de oversteek richting het restaurant maken. Zo gezegd, zo gedaan, maar de uitvoering liet te wensen over. Hoewel we op het afgesproken punt naar de overkant begonnen te peddelen met onze handen, werd de stroomsnelheid van de Mekong helemaal verkeerd ingeschat.  We kwamen dus niet bij het restaurant uit, maar dreven verder voorbij, richting Cambodja. Op zich een fantastische bestemming, maar nu even niet. De bootsman die ons weg had gebracht stond echter paraat en nadat hij de Duitsers had opgehaald, pikte hij even later ons net voor de grensovergang op.

We lopen in de natte kleding naar onze hotelkamer en douchen eerst het Mekong-water van ons af. Daarna gaan we naar het restaurant voor een drankje. We zien op dat moment de lucht zwart worden en even later barst er een tropische bui los. Het is maar goed dat we die vanmiddag niet op onze tet hebben gekregen.

Woensdag 3 december

Vandaag begonnen we met een ontbijtje op het terras boven de Mekong. De stortbui van gisteren had nog een restant bewolking achtergelaten, dus het was heerlijk frisjes. Na 4 weken hadden we ook weer eens chocopasta op brood en dat smaakt dan als een goddelijk maal. Na het tandjes poetsen gaan we op zoek naar een goede fietsen-boer want we gaan Don Det en Don Khon op de pedaaltjes verkennen. Veel keus is er niet. Er zijn Chinese damesfietsjes en er zijn Chinese damesfietsjes. Ze zien er overal hetzelfde uit en ze hebben allemaal een mandje aan het stuur, geen versnelling en een te laag zadel. De enige keuze die je hebt is de kleur en wij kiezen voor twee rode fietsjes waarvan de banden behoorlijk hard zijn. 

We volgen een route die begint aan de westkant van Don Det. We rijden door de 'buitenwijk' van Don Det en het pad is hobbelig en smal en we moeten af en toe in de berm duiken wanneer er een tuk-tuk tegemoet komt. We laten het dorpsleven aan ons voorbij gaan en als we het laatste huis aan dit hobbelpad gehad hebben komen we tussen de rijstvelden terecht.

We zijn op weg naar de Tat Somphamit watervallen, bij jullie waarschijnlijk beter bekend als de Li Phi watervallen, en moeten daarvoor via een betonnen brug, die ooit door de Fransen is aangelegd, naar Don Khon oversteken. Het was even zoeken, maar uiteindelijk stuurt een boos kijkende buffel ons de goede kant op. Aan de andere kant van de brug kopen we de kaartjes voor de watervallen en nemen we een fruitshake. Deze is lang niet zo lekker als bij Johnny, dus dat is een tegenvaller. EEen halve fruitshake later bekijken we ook even de stoomlocomotief die de Fransen hier achtergelaten hebben. Dit stuk roest is eigenlijk niets bijzonders, maar nu we er toch zijn......

Het is dan nog een paar minuutje fietsen naar de watervallen. We volgen de bordjes en parkeren onze fiets bij de ingang van het natuurpark. Dan wandelen we in de richting van het gebulder van het water. De watervallen zijn niet hoog, maar het natuurgeweld is fantastisch en zeer uitgestrekt. We lopen minutenlang langs verschillende watervallen en staan steeds weer stil op een plek waar het nog mooier lijkt. Dit zijn de mooiste watervallen die wij in Laos gezien hebben. Het is er ruig door de rotsen waar het water tussendoor spuit en we bedenken ons dat je hier niet in je binnenband terecht moet komen. 

We lopen helemaal tot het einde van de watervallen waar een restaurantje is en een klein strandje.  Helaas kun je hier het water niet in, want door de stroming ben je nog steeds binnen de kortste keren in Cambodja, maar het is wel een heerlijk rustplekje. We nemen nog een drankje bij het restaurant en lopen dan weer terug naar onze fietsjes. Volgende bestemming is de meest zuidelijk punt van Don Khon. Er zijn geen wegen op Don Det en Don Khon, dus het fietsen valt niet mee, zeker niet op die waardeloze Chinese barrels.

Na een half uurtje fietsen komen we dan bij de Franse pier aan. Ook hier hebben de Fransen ooit wat beton gestort zodat ze er makkelijk met een boot bij konden komen. Van hier worden boottochtjes aangeboden om de zeldzame Irrawady dolfijnen te zien. Aangezien wij al kennis hebben gemaakt met deze dolfijnen toen we in Kratie (zie Cambodja week 3) waren, laten we dat voor wat het is.

Terug kiezen we voor de oostelijke route. We rijden eerst door een gehuchtje waar natuurlijk nog een paar plaatjes geschoten kunnen worden. Wanneer we verder fietsen merken we dat het vanochtend allemaal wel mee viel. De paden blijken hier nog smaller te zijn en we fietsen af en toe door het struikgewas heen. Bruggetjes vallen van ellende uit elkaar en zouden wel een paar extra planken kunnen gebruiken. We trappen onverstoord door, maar na een half uurtje fietsen komen we er achter waarom het pad bijna terug genomen is door de natuur. Een grote brug die ons naar de andere kant van het water moet brengen, blijkt ingestort. Wij dus weer terug over de vervallen bruggetjes, de smalle paden en door het struikgewas tot we weer terug zijn waar we begonnen waren. We hebben geen andere keuze dan terug te fietsen naar de Franse brug zoals we ook gekomen zijn.

Bij de Franse brug vinden we dat we wel een lunch verdiend hebben. Hoewel de dag bewolkt begon, komt de zon er steeds vaker en steeds langer bij. Het voelt nu alsof je continu bezweet bent alleen de rijwind van het fietsen geeft ietsepietsie verkoeling. We bestellen fried rice en fried springrolls, maar we moeten wel meer dan een half uur op deze eenvoudige maaltijd wachten. In restaurants in Laos hebben we dit wel vaker meegemaakt. Het lijkt erop dat ze maar één pannetje hebben en bestelling na bestelling worden de gerechten klaargemaakt. In ons geval krijgen we eerst de fried rice en dan even later de fried springrolls. "Gelukkig" laat een andere toerist op de brug z'n fiets omvallen waarbij z'n heuptasje met alle bezittingen in de Mekong valt! Paniek alom, want daar gaan je paspoorten naar Cambodja. Het maakt voor ons de tijd dat we moeten wachten op ons eten in ieder geval wat dragelijker. Het eten smaakt overigens voortreffelijk.

Na deze lunch gaan we op weg naar de oostkant van Don Khon. Ook daar is een waterval, maar daar zijn ook nog de restanten van betonnen kanalen in de Mekong te zien. Deze bouwwerken werden door de Fransen gebruikt om de gekapte boomstammen uit de de Sainyabuli provincie over de Mekong te manoeuvreren en te voorkomen dat ze uit koers raakten. We fietsen over het terrein van de tempel Ban Khon Nua en via rijstvelden waar buffels hun huid proberen te verzorgen in het laatste poeltje modder dat er te vinden is. De Khon Pa Soi waterval is van een ander kaliber dan de watervallen die we vanochtend hebben gezien. We schieten een paar plaatjes, drinken wat en stappen dan weer op onze brikjes om terug te rijden naar ons hotel.

Dankzij de fantastische fietsjes komen we met pijn in de kont en knieen bij ons hotel aan, waar we eerst de mail checken, want we hadden een reisagent in Pakse gevraagd om tickets voor de nachttrein naar Bangkok te reserveren. Hij had eerst slecht nieuws, want er waren alleen maar upper beds beschikbaar. Een stuk of 5 mailtjes later hebben we dan toch onze lower beds geregeld (deze zijn nl. groter). De busrit terug naar Pakse is ook bevestigd; we worden morgen om 11:00 uur opgehaald met de veer-kano. Nu dat allemaal geregeld is kunnen we heerlijk genieten in de tuin van ons guesthouse Little Eden. Diana neemt een ligbed in de tuin en Rob zoekt de beste plek voor onze laatste zonsondergang in Laos en dit alles onder het genot van een Beerlao en Belgische frieten met mayo.