Zuid Korea 1



Grotere kaart weergeven

Donderdag 29 september

We moesten al vroeg op pad, want we hadden een paar fijne tickets, voor weinig, op de kop getikt. Normaal gesproken is het zo’n 9000 km naar Seoul, maar wij doen er nog wat kilometers bij.

Van Apeldoorn via Zutphen naar Roosendaal en dan nog een klein stukje naar Antwerpen.

In Antwerpen hebben we onze treintickets opgehaald om vervolgens, via Rotterdam en Den Haag naar Schiphol te gaan; een extra lusje noemen we dat bij een hardlooptraining.

We zouden in Antwerpen de trein van 13:00 uur hebben, maar omdat we vroeg waren konden we met de trein van 12:00 uur mee. Helaas stond er om 11:50 ineens op de borden dat de trein naar Schiphol was ‘afgeschaft‘, dus konden we alsnog even Antwerpen in. Veel verder dan de grote M zijn we niet gekomen.

De treinreis van Antwerpen naar Schiphol verliep soepeltjes, maar de ontvangst op Schiphol was een stuk minder. Toen Diana bij zo’n zuil aan het inchecken was zag ze dat de één op rij 21 zat en de ander op rij 42: GEZELLIG! Bovendien was op de display te lezen dat we als bonus gelijk 2 uur vertraging kregen. Met dank aan onze Koninklijke. Als pleister op de wonden kregen we twee vouchers van maar liefst 5 euro; joepie! Daar kun je net de wc-juffrouw mee betalen.

Na dit warme bad hebben we ons KLM-netwerk in gang gezet; Rene gebeld, die op zijn beurt weer Pieter heeft gebeld die gelijk ging proberen of hij wat kon switchen. Voorlopig zaten wij bij La Place te schelden op de KLM, want dat lucht wel lekker op.

Niet veel later kwam het verlossende telefoontje van Rene; Pieter had ons in ieder geval bij elkaar weten te rommelen. Maar het kon wel wat gaan piepen bij de gate. Toch handig dat netwerkje.

Toen we bij de gate kwamen hadden we onze eerste Korea-experience: het zat helemaal vol met Koreanen met daartussen een handjevol blanken, dit hadden wij nog niet eerder meegemaakt op Schiphol.

Niet veel na ons kwam Pieter al aangelopen en wij natuurlijk even slijmen aan de balie. Hij zei dat we rustig moetsen blijven zitten en dat hij zou proberen ons nog een beter plekje te geven.

Om 19:15 uur begon men met boarden en wij sloten netjes aan in de rij met Koreanen. Toen Pieter ons zag fluisterde hij dat we nog maar even in de wachtruimte moesten blijven zitten.

Uiteindelijk hebben we honderden Koreanen voor onze neus voorbij zien gaan op weg naar de slurf en toen de laatste paar door de bodyscan gingen kwam Pieter met twee nieuwe boardingpassen aanlopen: stoel 2a en 2b, business-class stoelen in de neus van het toestel. Helaas geen businessclass service, maar daar zouden we toch niets aan hebben, op zulke stoelen kun je nl. heeeeeeerlijk slapen.

We vertrokken uiteindelijk met meer dan tweeënhalf uur vertraging, maar de stoelen zaten als gegoten. Gauw een hapje naar binnen en dan de stoel plat om te pitten.

Vrijdag 30 september

Toen de stewardess ons om 11:30 uur, Koreaanse tijd wakker maakte voor een ontbijtje, vonden we het bijna jammer dat het nog maar twee uur vliegen was.
Om 13:30 waren we in het luchthavengebouw van Inchon Airport, waar de formaliteiten vlot verliepen. Tot onze opluchting waren ook dit keer de tassen weer meegekomen en voor we het wisten waren we kaartjes aan het kopen voor de metro naar ons hotel.

Rond 16:00 uur konden we eindelijk alle spullen van ons af gooien; we waren maar liefst 26 uur onderweg geweest!

‘s-Avonds hadden we gelijk onze eerste Koreaanse maaltijd voor de kiezen; een handjevol gepeperde sperziebonen, wat witte kool die in de sambal had liggen weken, zeewiersoep en wat sizzling beef en chicken vergezeld van witte rijst. Met een lepel en een setje chopsticks voel je je gelijk weer thuis in Azie.

Na dit Koreaanse diner hebben we de straten van Seoul nog wat verkend. Het is moeilijk te zeggen waar het op lijkt. De enorme hoeveelheid neonreclame doet aan Hong Kong denken; McDonalds, Pizzahut en KFC zijn vertegenwoordigd, maar in de kleinere straatjes waan je je in een klein plaatsje in bijv. Vietnam.

Over 4 weken kunnen we zeggen of het ergens op lijkt of dat het een geheel eigen identiteit heeft, we zijn benieuwd.

Zaterdag 01 oktober

De vertraging die we gisteren hadden opgelopen moesten we vandaag weer goedmaken. Dat betekende dus een vol programma.
Na een eenvoudig,maar voedzaam ontbijtje zijn we eerst naar het Bukchon Hanok Village gegaan. Hoewel we daar een concentratie van deze traditionele woningen in een grote stad verwachtten, waren het meer een paar verdwaalde authentiek woningen te midden van vnl. lelijke nieuwbouw. Ach, tussen de oogharen door krijg je een idee van hoe het er vroeger moet hebben uitgezien.

Nadat we een uurtje door de straatjes hebben geslenterd, zijn we naar Changdeok-gung paleis gegaan. Dit paleis met zijn vele paviljoenen staat op de werelderfgoedlijst en is erg goed onderhouden, misschien zelfs wel te goed, want het ziet er allemaal te nieuw uit.

Ondanks dat het zaterdag is lopen er grote groepen scholieren rond, herkenbaar aan hun schooluniformen. Overal nemen ze foto’s van elkaar met de alom aanwezige mobiele telefoon en altijd in een pose waarbij het V-teken wordt gegeven.

Omdat we om 12:00 uur het wisselen van de wacht bij het Gyeongbok-gang paleis wilden meemaken, zijn we na het ene palies gelijk doorgegaan naar het andere.
We waren precies op tijd om de beste plekken in te nemen en het kitschie spektakel van dichtbij mee te maken.; kleurrijke kledij, mooie vlaggen en een boel lawaai.
Hierna hebben we ook dit complex minutieus verkend en zo af en toe vroegen we af wat de verschillen zijn met het complex dat we vanochtend hebben bezocht..

Na deze koninklijke ochtend was het wel even tijd voor een versnapering en wat vocht, dus we zochten een soort bakkerij op waar we een heerlijke typisch Koreaanse Focaccia (?) gegeten hebben.

Na deze lunch zijn we bij de boeddhistische Jogua-sa tempel geweest, waar net een mis aan de gang was. Het meest opvallende aan het Koreaans boeddhisme is wel hun kledij; in plaats van oranje of bordeaux-rood lopen ze hier in een muis-grijs gewaad en dat is vooral minder leuk voor de gevoelige plaat.

Na dit bliksembezoek aan deze tempel zijn we via het hotel doorgelopen naar de Gwangjang markt. Dit is weer zo’n typische Aziatische markt waar je van alles kunt krijgen, maar vooral het assortiment zeedieren was erg uitgebreid.

Na deze markt hebben we een pitstop gemaakt bij de Korean Tourist Information om even uit te zoeken naar wel busstation we morgen moeten. We zijn er allervriendelijkst geholpen en Diana ontdekte dat je er zelfs gratis internationaal kon bellen. Het kostte heel wat moeite om haar daar weer naar buiten te krijgen.

Onze laatste bestemming van de dag was de 235 meter hoge N Seoul Tower bovenop de 265 meter hoge Mt. Namsan. We wilden er eigenlijk met de kabelbaan naar toe, maar toen we de rij Koreanen zagen staan besloten we maar te gaan lopen en dat hebben we geweten; de Posbankloop is er niets bij.
Boven aangekomen hebben we Seoul in zijn uitgestrektheid kunnen bewonderen en omdat het begon te schemeren toen wij boven waren, hebben we ook de Seoul-by-night versie mee mogen maken.

De terugweg was meer van hetzelfde, dus ook nu weer te voet en niet met de gondel. Rond half negen waren we weer downtown en zijn we bij Madfry Chicken nog even wat gaan eten. Toen we aan ons tafeltje zaten en om ons heen keken bleek dat hier vnl. de opgeschoten jeugd een happie kwam doen. Er was geen tafel te vinden waar geen mobiel op tafel lag of aan het oor kleefde. Het leek er sterk op dat ze aan tafel ook met elkaar communiceerden via de mobiel.
Bij Madfry Chicken is het ze gelukt ons te verrassen met een maal dat wij nog niet eerder hebben gegeten: een salade met een bolletje ijs erop.
Nadat we de gefrituurde, kruidige kip en de salade tezamen met een Koreaans gerstenat, naar binnen hadden gewerkt zijn we terug gegaan naar ons hotel. Dit was Seoul in een notendop, maar we kunnen aan het eind van onze vakantie nog wat uitgebreider kennis maken met deze leuke stad.

Zondag 2 oktober

Vandaag hadden we onze eerste busrit. Eerst met de metro naar de Express Bus terminal en dan daar even op zoek naar het juiste loket. In de metro worden we eerst onthaald door een blinde die op de mondharmonica probeerde te spelen. De nadruk lag duidelijk op proberen, want je kon horen dat hij nooit veel noten heeft gelezen. Daarna kwam er nog een schoenenverkoper met zijn handelswaar langs. Hij verkocht neopreen huisschoentjes of zoiets; wij hadden geen belangstelling.

Op het busstation hadden we de ticket-office snel gevonden en hoewel ons Koreaans niet veel verder gaat dan Hyundai en Samsung waren de tickets snel gekocht. De plaatsnamen staan gelukkig ook in het Koreaans in de Lonely Planet, dus we zwaaien af en toe gewoon even met deze gids. De prijs van de kaartjes viel mee, drieënhalve euro voor 2 uur bussen.
Het was erg druk op de snelweg naar Gonju, maar de bus heeft een eigen rijbaan dus dan schiet het wel op. De omgeving is licht heuvelachtig met af een toe een akkertje rijst, afgewisseld met een dorpje.

In Gonju hebben we ons geplande hotel snel gevonden (met een beetje hulp van de taxichauffeur). Het is allemaal wat eenvoudiger dan in Seoul, maar ook hier weer een grote breedbeeldtelevisie en een pc op de kamer. Nadat we de spullen op de kamer hebben gegooid, mengen we ons in het feestgedruis. Van 1 tot 9 oktober is hier het Baekje Festival en dat is goed te merken. Overal staan feesttentjes en etenskraampjes en alles is versierd.

We besluiten eerst maar naar het Gongsanseong fort boven op de heuvel te gaan, of wat er van over is, want ook hier staat het wisselen van de wacht op het programma. Het is weer een theatraal gebeuren maar het is hier wat minder strak georganiseerd dan in Seoul zodat overal Koreanen tussendoor lopen. Via de oude vestingmuren komen we bij een noodbruggetje dat naar de andere kant van de rivier gaat. Het bruggetje is een beetje instabiel dus je moet geen last van zeeziekte hebben.
Halverwege de brug staan levensgrote, papieren modellen van krijgers te paard die de koning en koningin begeleiden, op drijvers in de rivier . Knap gemaakt en zeker een fotootje waard.
We lopen door naar de andere kant van de rivier waar zo mogelijk een nog groter feestterrein waar een mega-braderie aan de gang is.
We vergapen ons aan de vele stalletjes en aan het begin van de avond gaan we over een wat meer solide brug terug naar de andere kant van de rivier, omdat vlakbij ons hotel een grote parade plaatsvindt.

We lopen eerst naar de plek waar volgens ons de parade zou moeten beginnen en verbazen ons over de grootte van dit dorpje; er is zelfs plek voor een PizzaHut.
Na een half uur wachten zien we dan dat de voorste wagen, waarop een levensechte opblaasdraak staat, in beweging komt.
Gelijkertijd begonnen trommelaars in antieke militair tenues lawaai te maken, waarna nog een hele stoet volgde: fakkeldragers, dansers die ritmisch bewogen op een aanstekelijk muziekje, mannen verkleed als kastanjes (?), vaandeldragers, gemaskerde mannen, de koning en koningin die in een cabine op palen gedragen werden en nog veel meer. Kosten noch moeite waren gespaard om ons te vermaken.
Tijdens de parade hebben we nog een hapje gegeten en nadat de laatste deelnemers de hoek om waren zijn we weer terug gelopen naar de rivier. De kerstversiering was uit de doos gehaald en alles waar een lampje aan blijft zitten was verlicht. Er zijn zelfs lichten ontstoken in de papieren krijgers die we vanmiddag bij de gammele brug hadden gezien; wat een Lumido!

Meer sfeer konden we op dit moment echt niet hebben en we zijn terug gelopen naar het hotel, waar we in ons extra smalle bed tot rust proberen te komen op de dreunende beat van de lokale dj. Het was nog lang onrustig in Gongju.

Maandag 3 oktober

Het was vanochtend even dubben wat we zouden gaan doen. Thuis hadden we bedacht dat we naar het Magok-sa klooster zouden gaan,maar in de festivalfolder stond dat er in het nabij gelegen Buyeo een mooie ceremonie zou zijn, eveneens in het kader van het Baekje festival. We hebben er uiteindelijk maar even om gevochten en zoals gewoonlijk heeft Diana haar zin gekregen; het werd Buyeo.

Tegen negenen waren we alweer op het busstation. Kaartjes gekocht en omdat ons hotel geen ontbijt heeft, hebben we bij het bakkerijtje op het busstation de innerlijke mens tevreden gesteld.
We hadden de laatste slok thee nog maar net naar binnen gegoten toen de bus bij het platform aanmeerde. Gauw een paar goede plekken ingepikt en klaar voor een ritje van 45 minuten.

Buyeo is een soort kleiner broertje van Gonju, maar met net zoveel historie. Ook hier is een fort dat op een heuvel is gelegen en daar moesten we vandaag zijn. De ceremonie waar wij voor waren gekomen speelde zich af bij Samchung-sa, een heilige plaats die is opgedragen aan drie loyale leden van het hof van Baekje die met slechts 5000 man de strijd aangingen tegen het 10 maal grotere leger van Shilla en de Chinezen; vier aanvallen werden afgeslagen, maar bij de vijfde zijn ze uiteindelijk toch verslagen. Het lijkt wel wat op de verering van Guus Hiddink; verlies je de halve finale van het WK met het thuisland en dan krijg je een bronzen standbeeld.
We kwamen hier dus voor de ceremonie en die is ook zonder dat je de historie kent, boeiend om te zien. Eerst wat gracieus danswerk van mooi opgemaakte vrouwen in maagdelijk witte kledij (het leken wel geisha’s) en daarna een twintigtal men-in-white die voor het tempeltje in twee rijen stonden opgesteld en vervolgens met tweetallen steeds een soort kranslegging deden bij de beeltenissen van de krijgsheren, terwijl een klein mannetje achter een spreekplankje allerlei mooie woorden zei (denken wij). Dit alles gebeurde onder begeleiding van een stevig stukje Koreaanse muziek; je moet er van houden…..

Na dit fraaie schouwspel zijn we naar de andere kant van het heuvelachtige terrein gelopen en na een paar pittige klimmetjes kwamen we bij een mooi gedecoreerd boeddhistische tempel. Hier hebben we even wat rondgesnuffeld waarna we via dezelfde pittige klimmetjes weer terug zijn gelopen; wij hadden onze heuveltraining wel weer gehad.

‘s-Middags waren we om 15:00 uur weer terug in Gonju en nu moesten we eerst pinnen want de bodem van onze geldkist kwam in zicht. Vlak bij het busstation hadden we een bank gezien dus daar even heen gelopen en de pas in de geldautomaat gestopt; helaas was het bij deze bank niet mogelijk om met een Nederlandse bankpas te pinnen. Terug naar ons hotel heeft Diana nog een meisje aangesproken die ons naar een andere bank verwees. Ook hier de pas in de automaat, bedrag ingegeven, maar het enige wat uit de automaat kwam was een bonnetje waar het bedrag, dat we hadden ingegeven, op stond. Was het geld nu afgeschreven of niet? Er was in ieder geval niemand te vinden die ons hierbij kon helpen dus dat moesten we later maar even navragen bij de Tourist Information.

Er stond vandaag nog één attractie op het programma, nl. de 7 tombes van de Baekje vorsten. Geen grote mausolea, maar de graven zijn bescheiden en lijken op heuvels die met gras bedekt zijn. Om inzicht te geven in het binnenste van zo’n grafheuvel hebben ze er eentje nagebouwd als museum; erg handig. 

Omdat we toch aan geld moesten zien te komen zijn we na het bezoek aan de grafheuvels op zoek gegaan naar een bank die één van onze vele pasje zou slikken. Gelukkig waren er banken genoeg, maar nadat we al voor vierde keer alleen maar een bonnetje hadden gehad, werden we toch een beetje zenuwachtig. We besloten weer richting Tourist Information te gaan, maar net toen we omgekeerd waren zagen we bij een bankgebouw het Maestro logo glinsteren. Daar kwamen we met de schrik vrij.

‘s-Avonds besloten we bij zo’n gezellige feesttent te gaan eten. We zaten nog maar net op ons plastic krukje achter het plastic tafeltje met het plastic kleedje onder de veel te felle spaarlampen of er werd ons een Koreaanse menukaart onder de neus geschoven. Daar konden we niets mee dus Diana wees een paar dingetjes aan die wel eetbaar leken. Flesje bier erbij en smullen maar.
De maaltijd was goed te eten: gebarbecuede stukjes varken met sla en saus en een omelet/pannenkoek met de hele groentetuin erdoor. Het flesje bier bleek een venijnig drankje te zijn van minstens 35% en die halve liter kreeg Rob niet weg.
De grootste verrassing bleek uiteindelijk de rekening te zijn, want we moesten maar liefst W41.000 betalen, omgerekend €25 en dat zijn Zuid Korea buitensporige bedragen. Een potje bekvechten met de kenau achter de kassa haalde niets uit, dus dit verlies moesten we maar nemen.

Dinsdag 4 oktober

Bij het openen van de gordijnen keken we wel even gek op; dichte mist. Op zich wel goed gepland, want we moesten vandaag weer bussen.
Eerst met de taxi naar het busstation en daar kaartjes gekocht naar Daejeon omdat er geen rechtstreekse bus naar Andong is.
We hadden nog net genoeg tijd om even een broodje en een bakkie thee weg te werken want om 08:17 uur zou onze bus vertrekken.
Met een paar minuutjes vertraging vertrokken we in een oude rammelkast naar Daejon. De rit duurde net iets meer dan een uur en op het grote busstation van Daejeon, vlakbij één van de WK-stadions uit 2002, lukte het ons toch weer buskaartjes voor het volgende traject te bemachtigen.
Nog even een kop koffie naar binnen gewerkt en om 10:20 uur vertrokken we, met een zo mogelijk nog gammelere bak, voor het laatste stuk naar Andong waar we om 12:30 uur uit de bus stapten.

We lieten ons met de taxi bij een motel afzetten, maar keken daar toch wel raar op; geen lobby, geen receptionist, maar alleen een soort sigarettenautomaat waar afbeeldingen van kamers op stonden. Je kon op een afbeelding drukken, geld in de machine gooien en de sleutel voor de gekozen kamer viel in het bakje.
We hadden al wel wat gelezen over de love-motels, maar dit was dus zo‘n motel. Omdat we wel wat afgemat waren van de reis leek het ons verstandiger om iets anders uit te zoeken. Een paar blokken verderop vonden we een iets beter hotel, want deze had in ieder geval een receptionist, en hebben daar een kamer genomen. Uit het standaard toilettasje dat je mee kreeg naar de kamer maakten we op dat er ook hier wel wat ge-loved werd.

Nadat we de spullen op de kamer hadden gegooid zijn we gelijk richting het Hahoe Village gegaan; niet alleen om daar dit authentieke dorp te bekijken maar ook omdat er nog optredens zouden zijn in het kader van het wereldberoemde Andong Mask Festival.
We hadden nog een uurtje tijd voordat de eerste Mask dans zou worden opgevoerd, dus hebben we al snel even een rondje gemaakt door het dorpje; het is geen nepboel zoals bij de Masai in Kenia of de Mursi in Ethiopie, maar de mensen leven hier nog steeds in de authentieke Koreaanse woningen, maar dan wel voorzien van hedendaags comfort en een grote auto voor de deur.

De Mask dans was een knap stukje amateur toneel, maar het is niet voor niets dat de spelers een masker op hebben; zo wil je niet herkend worden door je buurman!
Hoewel er waarschijnlijk nooit een uitvoering van zal komen in het Scheveningse Circustheater, was het best leuk om te zien en, ondanks dat we er niets van verstonden, hebben we het verhaal wel kunnen volgen.

‘s-Avonds hebben we weer lekker gegeten en na nog een goede kop koffie zijn we naar ons eigen Love-motel gegaan.
Woensdag 5 oktober
Het was me het dagje wel weer; 14 uur belevenissen van twee filmsterren door Zuid Korea, maar daarover straks meer.

Om 08:00 uur liepen we alweer in de ‘hoofdstraat’ op zoek naar een ontbijtje en gelukkig was bij bakkerij Mammoth de tafel gedekt. Met een gevulde maag konden we op weg.

Onze eerste bestemming vanochtend was Dosan Seowan, een voormalig confuciaans klooster/academie. Bus 67 brengt ons in een half uurtje naar deze fantastische lokatie op 28km van Andong. Helaas is het complex niet meer ‘bewoond’, waardoor je je slechts kunt voorstellen hoe het hier vroeger geweest moet zijn. Dosan Seowan was door het hele land beroemd vanwege het hoge nivo van de opleiding die hier werd gegeven; het was de meest prestigieuze opleiding voor diegenen die een goede baan nastreefden.

We hebben ongeveer een uurtje rond gedwaald door dit complex, waarna we weer met de bus naar Andong terug zijn gegaan.

In Andong hebben we geluncht, waarna we op zoek zijn gegaan naar bus 54 die ons naar Jebiwon moest brengen.
Jebiwon is geen karakter uit een Star Wars film, hoewel deze enorme Boeddha wel wat weg heeft van Jaba the Hutt. Een enorm rotsblok is het lijf van de Boeddha en hier bovenop is een kleiner rotsblok geplaatst waar het hoofd uit gehouwen is,
Hoewel Jebiwon de hoofdact moest zijn, werd alle aandacht opgeëist door een monnik die in een naastgelegen tempel een dienst leidde; wat een sfeervol gebeuren is dit toch altijd weer.

Rond 15:00 uur stonden we, samen met een Zuid Koreaans paar, weer bij de bushalte te wachten om terug te gaan naar Andong. Toen de bus wel erg lang op zich liet wachten, zijn we maar ingegaan op het voorstel van een langsrijdende taxichauffeur om met hem terug te rijden naar Andong voor de prijs van 4 buskaartjes. We zijn snel ingestapt en met een kwartiertje stonden we alweer in Andong.

In Andong hebben we nog even over de markt geslenterd en wat gedronken bij bakkerij Mammoth, waarna het tijd werd om naar het festivalterrein van het Maskdance Festival te gaan.
Dit festival is niet te vergelijken met het festival van twee dagen geleden in in Gongju. Hier draait alles om zang en dans en dat allemaal in combinatie met maskers. Het is een internationaal gebeuren waarbij dansgroepen van over de hele wereld aanwezig zijn; een groep uit Israel, uit China, de Filippijnen, Oezbekistan, India, Maleisië en nog veel meer.
Bovendien waren er van nog veel meer landen ook etenstentjes aanwezig dus het was ook nog eens een groot smul-feest.
We moesten nog even onze draai vinden op dit enorme festivalterrein, maar voordat we het wisten werd er een een enorme filmcamera voor onze neus gehouden; of we maar even iets wilden zeggen.over het festival. Even snel een paar zinnen in het Engels opgedreund (het maakt niet wat je zegt want ze verstaan je toch niet) en ons eerste optreden zit er op.
We hebben eerst koers gezet naar het grote podium omdat daar het meeste lawaai vandaan kwam. Verschillende groepen gaven er een show weg en het leuke was dat je er bijna tussen kon lopen. Aan het eind van één van de optredens kreeg Diana een masker van een man, terwijl hij zijn sjaaltje aan Rob gaf. Daar stond wel tegenover dat Rob het masker op moest zetten en met hem op de foto. Dit bleef niet onopgemerkt want voor we het wisten werden er verschillende lenzen op ons gericht. Als toerist ben je gewoon al een attractie in Zuid Korea, maar als je dan nog een beetje met ze meedoet is het hek van de dam.
Kort na de eerste fotoshoot wilden een paar vrouwen van hoogwaardigheidsbekleders met deze toerist op de foto, gevolgd door een paar verzoeknummers van verschillende fotograven. We waren er maar druk mee.
Na onze minutes of fame, hebben we ons weer op het feestgedruis gericht en verschillende feestende groepen van dichtbij meegemaakt. Wat een spekatakel.

Wat we tot nu toe hadden meegemaakt komt nog het dichtst bij een carnavalsoptocht, maar het festival heet niet voor niets het Maskdance Festival; we moesten dus nog wel even naar een maskdance toe in het Maskdance Theatre. Eerst maar even kaartjes gekocht, maar omdat de hoofdshow nog een uurtje op zich liet wachten hebben we een broodje shoarma op de kop getikt; dat is het voordeel van een internationaal festival!

Om 19:30 uur zaten wij op de eerste rij in het theater vlak bij het podium in afwachting wat er komen ging. We hadden natuurlijk gisteren al een voorproefje gehad in het Hahoe Village, maar dit zou een veel grootsere show worden.
De eerste sketch ging over een man die een stier tegen de grond slaat en vervolgens zijn ballen eraf snijdt. Met deze ballen in zijn hand gaat hij bij een paar mensen in het publiek rond en maakt wat grappige opmerkingen; niet dat we het verstaan, maar er wordt smakelijk gelachen. Uiteindelijk komt hij ook nog even zo’n toneel-testikel bij Rob onder de neus houden en ook nu maakt hij een paar opmerkingen en aan de reactie van het publiek te merken was het erg grappig.
Bij een volgende sketch zit een vrouw zeurend aan een weefgetouw; het werk is haar allemaal te zwaar en het levert niets op (dit is mijn eigen vrije interpretatie want ondertiteling was niet voorhanden). Vervolgens gaat ze bedelen om aan geld te komen en houdt ze een bakje bij Rob onder de neus. Tja, dat moet je bij een Hollander niet doen; dat levert je niets op. Blijkbaar hebben ze van Guus een hele andere indruk van Hollanders over gehouden.

Na een uur kwam deze toneelshow tot een einde en in een laatste vreugdedans met alle spelers werden ook de toeschouwers uitgenodigd om mee te dansen. Dit keer was Diana de gelukkige want ze werd gevraagd om mee te doen. Rob moest haar wel even een stevige duw in de goede richting geven, maar even later stond ze temidden van de uitbundige Zuid Koreanen mee te dansen; wat een feest!

Moe maar voldaan zijn we terug gelopen naar Andong waar we nog even een bakkie hebben genomen bij een andere favoriete bakkerij van ons: Tous les Jours. We bedenken ons dat dit alweer de vierde dag is dat we langer dan 12 uur op pad zijn; het lijkt wel werk.